Roger Vanden Stock, de 73-jarige voorzitter van Anderlecht, blokt alle speculaties over de toekomst van paars-wit af. ‘Anderlecht moet Anderlecht blijven. Er gaan geen gekke dingen gebeuren.’

Tijdens het WK van 1994 werd hij als delegatieleider smalend ‘Vandengolfstok’ gedoopt. Veel waarnemers vreesden het ergste toen hij in 1996 vader Constant opvolgde als voorzitter van het paars-witte voetbalinstituut. We hebben ons echter vergist. Na enkele moeilijke jaren slaagde hij erin om het gemiddelde van één landstitel in twee jaar te herstellen, vooral dankzij een uitgekiend jeugdbeleid. Roger Vanden Stock is bovendien een verademing in het voetbal. Een van de zeldzame topfiguren die er geen verborgen agenda op nahouden.

De voorzitter van paars-wit ontvangt ons in het trainingscentrum in Neerpede. Hij wacht ons op in een zaaltje met kale, witte muren en uitzicht op de oefenvelden. De laatste spelers trekken naar de kleedkamers. De ochtendtraining zit erop. Vanden Stock glundert bij het zicht van zijn jonge snaken. Het verdrijft zijn onvrede over de afloop van de Scholzsoap.

Zullen we met de actualiteit beginnen?

Roger Vanden Stock: (diepe zucht) “Je wilt het spel eerlijk spelen, maar een concurrent pakt het heel anders aan. Dan ben je kansloos. Moeten wij het in de toekomst ook zo doen? Wij proberen eerst een akkoord te sluiten met de club vooraleer we contact met de speler opnemen. Twee dagen nadat we rond waren met Lokeren, tekende de speler echter bij een andere club. Dat zijn praktijken die Anderlecht nooit zou gebruiken.”

U bent te eerlijk geweest?

“Absoluut en niet voor de eerste keer. We hebben wekenlang met de club onderhandeld zonder dat er iets uitlekte, maar zodra het nieuws in de kranten stond, koos de speler voor een andere club. Het gebeurde met Laurens De Bock en Club Brugge en nu met Scholz en Standard. Dat kan toch geen toeval zijn?”

Standard heeft u een hak gezet?

“Dat kan je wel zeggen. Het FIFA-reglement stelt dat je niet mag onderhandelen met een speler die onder contract ligt. Je kan hiervoor een klacht indienen. Maar wie gaat dat doen? Lokeren toch niet zeker.”

Nee, want ook Roger Lambrecht heeft een goede zaak gedaan.

“Absoluut. Iedereen is gelukkig. En Lokeren, én Standard, én de speler. Alleen wij iets minder. Ik heb er echter geen spijt van dat we naast een speler grijpen die niet echt naar ons wilde komen. Het is beter zo.”

Meer knokken

U hebt het gevoel dat het één tegen allen is geworden?

“Anderlecht heeft te veel succes. Onze laatste titel heeft onze tegenstanders veel pijn gedaan. Ook al waren we zelf compleet verrast dat we kampioen werden. Intussen was er nog de Gouden Schoen. Twee puntjes verschil tussen Hasi en Preud’homme, vijf tussen Praet en Vázquez. Altijd in ons voordeel. Misschien is het van het goede te veel.”

Een vierde titel op rij zou dat pas echt zijn?

“Toch gaan we het proberen. Scholz was een van de transfers om dat doel te bereiken. Ook al zit er dusdanig veel kwaliteit in onze selectie dat ik soms twijfel of we versterking nodig hebben. Onze youngsters laten meer zien dan ik had verwacht en de sfeer is geweldig. Het is alsof ze hun leven willen geven voor de club. Hun enthousiasme zou het verschil kunnen maken. Maar je moet realistisch zijn. Met zo’n jonge groep neem je te veel risico. We hebben meer ervaring in de kern nodig. Marko Marin is er al bij gekomen en we hebben nog tot 31 januari tijd om iets te doen.”

U ben verplicht om weer kampioen te worden. Champions Leaguevoetbal is de enige kans om die jonge spelers te kunnen behouden?

“Champions League is inderdaad een must. Ik wil al die jongens hier houden, maar zodra een club uit een van de grote competities aanklopt, zijn we verloren. We kunnen niet anders dan anticiperen op het mogelijke vertrek van sommige jongeren. Scholz wilden we binnenhalen omdat we verwachten dat ChancelMbemba in de zomer weggaat. Hij heeft dat waarschijnlijk echter niet goed begrepen.

“Gaat Dennis Praet nog een jaar blijven? Als je zijn omgeving hoort, zal hij waarschijnlijk ingaan op een goed voorstel. Achter YouriTielemans zit heel Europa aan. Hij heeft gezegd dat hij een contract van vier jaar gaat tekenen en zal dat waarschijnlijk ook doen. Het is wellicht goed voor hem dat hij nog twee, drie jaar bij ons blijft.”

Maar de verleiding van het grote geld weegt zwaar?

“We proberen de jongens duidelijk te maken dat ze beter één of twee jaar wachten, omdat ze dan misschien naar een topclub kunnen in plaats van naar een grijze middenmoter. Stilaan druppelt dat besef door.”

Het blijft telkens weer herbeginnen?

“We hebben geen keuze. Tot nu toe lukt het, omdat heel wat jong talent zich opdringt. Dat is het resultaat van onze goede opleiding, het trainingscentrum. Onze politiek van vijf jaar geleden rendeert vandaag. Vroeg of laat valt er echter een gat in de jeugdopleiding. We kunnen ze niet van de bomen blijven schudden. België is een klein land, maar gelukkig puilt het momenteel uit van het talent en beseffen de jongeren dat de opleiding hier even goed is als in het buitenland.”

De keuze voor de jeugd is de beste beslissing van uw voorzitterschap?

“Dat denk ik wel. Als we vijf miljoen euro betalen voor AleksandarMitrovic gaan we eigenlijk boven onze mogelijkheden en nemen we een enorm risico. Je kan dat één keer doen, maar niet meer.”

Heeft u bij de fratsen van Mitrovic af en toe spijt van die vijf miljoen?

“Nee, ik realiseer me nog altijd dat hij een supertalent is. Een speciale vent ook, maar hij doet zijn best. Vergeet niet dat een midvoor meer slagen incasseert dan hij uitdeelt. We moeten begrijpen dat een jonge speler zich op een bepaald moment niet kan inhouden en al eens gekke dingen doet.”

U hebt daar begrip voor?

“Zoals wij ook begrip hebben voor zijn straf. We zijn een van de weinige clubs die een sanctie aanvaarden. Tegenwoordig gaat iedereen in beroep. Soms denk ik dat wij de witte ridders van ons voetbal zijn.”

De verhoudingen tussen de topclubs lijken compleet verziekt?

“We zijn altijd concurrenten geweest, maar van samenwerken is nog nauwelijks sprake. Iemand moet de leiding nemen, maar tegelijk ook kunnen geven. De anderen iets gunnen om tot een akkoord te komen. Anderlecht heeft dat altijd gedaan. Je moet rekening houden met de rest. Neem tweede klasse. Daar komt niets goeds meer uit omdat het er complete miserie is. Er moet iets mee gebeuren, maar ik heb nooit de anderen kunnen overtuigen. En zeker de groten niet.”

U hebt het gevoel dat Anderlecht de enige club is die met het algemeen belang begaan is?

“Vorig jaar heb ik tegen een van de voorzitters gezegd: jij bent op dit moment de nummer een in België, jij moet de leiding nemen om een oplossing te vinden. Het ging over de verdeling van de tv-rechten, maar er is niets van terechtgekomen.”

De komst van Bart Verhaeghe en Roland Duchâtelet, mannen met veel geld en een groot ego, heeft de kaarten herschud?

“Ik ga niet beweren dat het oorlog is, maar er wordt geknokt. Meer dan in het verleden. Ik heb alle begrip voor hun ambities. Als je er zo veel geld insteekt, wil je succes boeken. En het liefst snel. Dat ze ons willen aftroeven, is geen probleem. Integendeel. Het betekent dat wij ook grotere inspanningen moeten doen en dat kan ons voetbal slechts ten goede komen. Alleen moet je altijd rekening houden met de rest. Wat ik niet kan begrijpen, is dat ze niet kunnen aanvaarden dat ook wij vooruit willen en ons stokken in de wielen steken.”

U zinspeelt op het nieuwe stadion? De strijd om als eerste een nieuw stadion te bouwen, is misschien belangrijker dan die op het veld?

“Iedereen doet alsof wij een stadion cadeau krijgen. Ik moet mijn raad van bestuur ervan overtuigen om gedurende 25 à 30 jaar huur te betalen. Aan een nieuw stadion is gedurende decennia een flinke schuld gekoppeld. Het is echt geen geschenk.”

Europese finale

Terug naar de strijd op het veld. Voor de titel gaat het tussen Anderlecht en Club Brugge?

“Ik zeg dat al van bij de start van het seizoen. De andere teams doen het niet zo goed, al kan dat nog veranderen. Club heeft meer ervaring en dat zou weleens de doorslag kunnen geven.”

Wat verwacht u nog Europees?

“Dinamo Moskou is niet de grootste naam, maar heeft in de poules zes keer gewonnen. Twee keer tegen PSV. Een ploeg met kwaliteit dus en uitschakeling behoort tot de mogelijkheden. Als Sevilla de finale kan halen en Basel de halve finale dan moeten wij met wat geluk ook heel ver kunnen geraken. Dat hebben we tegen Arsenal en Dortmund bewezen.”

U sluit een Europese finale niet uit?

“De Champions League is te hoog gegrepen. Daar heb ik me bij neergelegd. De top zestien heeft 400 à 500 miljoen euro aan inkomsten en geeft nog meer uit. Wij komen aan 40, 50 miljoen en als we Champions League spelen, kan het iets meer zijn. In de Europa League mogen we echter dromen.”

Financial fair play heeft niet echt gebracht wat u hoopte?

“Nee, sommige clubs gebruiken achterpoortjes. MichelPlatini doet wat hij kan en we moeten hem blijven steunen. Hij heeft veel gerealiseerd voor clubs uit landen als België. Anders hadden de twintig grootste clubs misschien al de macht gegrepen en speelden ze nu in een Europees kampioenschap.”

Kan de UEFA niet meer doen om een level playing field te creëren?

“Er wordt werk gemaakt van een beter financieel evenwicht tussen de Champions en de Europa League. Op dit moment is de prijzenpot van de kampioenenliga zes keer groter dan die van de Europa League. We streven naar een verhouding van één tegen vier.”

Achteruitboeren

Er wordt dezer dagen wild gespeculeerd over de toekomst van Anderlecht, omdat de aandelen van de naamloze vennootschap vanaf volgende week verkocht kunnen worden.

“Ik heb hier geen verklaring voor. Misschien heeft iemand toevallig de statuten van de club nog eens gelezen. Daar staat in dat in de eerste vijf jaar niemand zijn aandelen mocht verkopen. Vijf jaar is echter willekeurig gekozen, er had ook tien jaar kunnen staan. Ik geloof niet dat er iemand is die wil verkopen en ben overtuigd dat we nog altijd goed samenwerken.”

U ziet op korte termijn niets veranderen?

“Ik denk al enkele jaren na over mijn opvolging. Ik ben bijna 73 en wil stap voor stap de toekomst verzekeren. Anderlecht moet Anderlecht blijven. Er gaan geen gekke dingen gebeuren.”

U verwacht niet dat er aandelen verkocht worden en dat 2015 een keerpunt wordt?

“Absoluut niet. Ik zie niemand zijn aandelen verkopen en ben de eerste om te zeggen dat ik het niet ga doen. Beslist niet.”

U gaat ook nog niet stoppen als voorzitter. U staat nu bijna 19 jaar aan de leiding van Anderlecht, uw vader 25 jaar. Is dat uw streefgetal?

“De traditie van de club zegt dat elke voorzitter minstens twintig jaar blijft. Dat ga ik dus zeker ook doen en waarschijnlijk blijf ik zelfs langer. We moeten er wel voor zorgen dat als er met mij iets gebeurt Anderlecht verder kan en op dezelfde manier geleid wordt.”

Denkt u aan een schaduwvoorzitter, een ondervoorzitter?

“Niets is belangrijker voor een voetbalclub dan voetbalknowhow. Herman Van Holsbeeck kent voetbal. Hem vervangen wordt moeilijker dan mij opvolgen. Ik zal mij minder en minder met de dagelijkse gang van zaken bezighouden, maar blijf wel de filosofie, de lijn van de club bewaken.”

Komt er dan iemand anders bij?

“Ja, en dat zal waarschijnlijk geen Vanden Stock zijn. Mijn dochters zijn niet geïnteresseerd, hoewel ze ‘misschien’ zeggen als we het erover hebben. Toch heb ik het gevoel dat ze dit niet echt willen. Een vrouw die de leiding van een voetbalclub in handen neemt, is in België ook niet vanzelfsprekend.”

Er is veel te doen over de rol van Alexander Van Damme.

“Die man zal altijd in de schaduw blijven. Kan hij de club op die manier leiden? Dat is de grote vraag.”

Maar hij wordt de sterke man van Anderlecht?

“Dat denk ik wel. Hij heeft de kwaliteiten om het te doen, maar weet ook dat hij geen voetbalkenner is. Hij is wel een zakenman van topformaat die de continuïteit van Anderlecht kan verzekeren. Sporting heeft altijd een sterke man gehad. Met Albert Roosens, met mijn vader en ik denk ook met mij.”

Conclusie: Van Damme wordt op termijn de grote baas. Alleen staat nog niet vast of hij zelf op de voorgrond treedt of er iemand anders komt die naar de buitenwereld die rol vervult? Michael Verschueren, de zoon van Mister Michel, wordt naar voren geschoven.

“Dat is nog altijd een vraagteken, want je moet absoluut iemand hebben die voetbal kent. Dat is de kernvraag voor de toekomst. Van Holsbeeck is zestig en nog goed voor vijf jaar. De voorzitter ook. Wat komt er nadien?”

U denkt nu al luidop aan vijf jaar?

“Toch wel.”

U zou graag voorzitter zijn als het nieuwe stadion in gebruik wordt genomen?

“Uiteraard. Het zou een geweldig pluspunt zijn voor onze toekomst. Als we in Anderlecht moeten blijven, in een stadion met 21.000 plaatsen, gaan we ook in eigen land achteruitboeren. Onze tegenstanders weten dat ook en daarom zijn ze wellicht zo tegen dat nieuwe stadion.”

Nummer één

Hebt u als voorzitter bereikt wat u wou?

“Ik ben in 1996 begonnen. Mijn eerste titel kwam er pas in 2000. Sindsdien sta ik op negen titels.”

De club staat er nu beter voor dan toen u aantrad?’

“Kan je zoiets zeggen? Ja, ik denk van wel. We zitten in een ongelooflijk mooie periode. Als voetballiefhebber geniet ik van een team met al die jonge gasten uit de eigen opleiding. Daarom denk ik dat we er nu beter voorstaan. Onze jeugd was nooit zo goed en zeker beter dan toen ik eraan begon.”

Dat was kort na het Bosmanarrest. Iedereen, Anderlecht op kop, ijverde toen om dit ongedaan te maken. Jeugd opleiden was weggegooid geld. Was dat de grootste vergissing uit onze voetbalgeschiedenis?

“Wellicht wel. In de plaats kochten we buitenlanders die hun geld niet waard waren.”

En bleven we twaalf jaar afwezig op het WK?

“‘Klopt. Al ben je in een klein land ook afhankelijk van het aanwezige talent.”

Zonen van beroemde vaders willen bewijzen dat ze even goed zijn als zij?

“Toen ik begon, heb ik gezegd dat dit onmogelijk was. Hij won drie keer een Europese beker. Toen kon dat nog, nu niet meer. Ik ben echter heel tevreden. Anderlecht is nog altijd de nummer een in België, met één titel om de twee jaar en dat gedurende zestig jaar. Bovendien hebben we de filosofie van de club kunnen behouden.”

En de toekomst lijkt verzekerd?

“Inderdaad, ook al wordt het steeds moeilijker. Het draait immers meer en meer om geld. Geen prettige conclusie, maar het is de realiteit. We zijn de emotie van het voetbal kwijt. Ik heb dat nog, maar het geldt voor steeds minder clubleiders. Geld, geld, geld. Dat stoort mij het meest in het huidige voetbal. Misschien omdat ik ouder word, maar ik heb het er erg lastig mee. Als het WK naar Qatar gaat, zegt dat alles.”

DOOR FRANÇOIS COLIN

“Soms denk ik dat wij de witte ridders van ons voetbal zijn.”

“We zijn de emotie van het voetbal kwijt. Ik heb dat nog, maar het geldt voor steeds minder clubleiders. Geld, geld, geld.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content