Ofschoon hij veeleer middenvelder is, wordt Mbarek Boussoufa in Gent soms noodgedwongen als aanvaller uitgespeeld.

M barek Boussoufa (20) : “Offensieve middenvelder ben ik eigenlijk altijd geweest, bij Ajax, bij Chelsea, nu bij Gent eigenlijk ook, maar omdat er veel afwezigen zijn, moet ik af en toe effe in de spits. Als schaduwspits kan ik ook uit de voeten, maar als offensieve middenvelder kom ik, vind ik, toch nog altijd het beste uit de verf. Ik ben niet de man die wacht op voorzetten, op de bal, ik ben meer het type speler dat assists geeft en kansen creëert. Dat zijn mijn sterke punten. Tussen het middenveld en de verdediging van de tegenstander wil ik aan de bal komen, daar ben ik het gevaarlijkst. Ik speel niet voor mezelf, ik speel voor het team, dus als ik in de spits of linkshalf moet spelen, dan doe ik dat, maar ik ben bij Ajax opgeleid als een echte nummer 10.

“Ik voetbalde eerst op straat bij ons in Amsterdam Oost, waar ik ben geboren. Een beetje een harde wijk, waar veel jongens het verkeerde pad op raakten. Maar ik voetbalde liever, ik was altijd op het pleintje te vinden. Tot een vriend van mij naar een amateurclub ging, Fortius, en ik er met mijn vader ook mee naartoe genomen werd. Daar ben ik gescout en weggehaald door Ajax.

“Vijf of zes jaar heb ik daarna in de Ajax-jeugd gespeeld en veel geleerd, maar ze zagen het niet echt in me zitten. Vooral Danny Blind niet. Ik kon niet zo goed overweg met hem. Ik zou op een gegeven moment de overstap maken naar de laatste junioren, maar op het eind van het jaar zei hij me dat hij me niet goed in de groep zag liggen. Ik vroeg een extra gesprek aan, waarin hij uitlegde dat mijn gedrag niet goed was. Waarom weet ik niet. Ik zou bij de junioren blijven zitten en als ik het goed deed, zou hij me bij de A1 halen. Problemen had ik dus nooit, maar toen wou ik wel weg. Het kan dat sommige trainers het niet in je zien zitten.

“Ik liep stage bij Chelsea, waar ze me een contract aanboden, maar Ajax wou aanvankelijk niet meewerken tenzij er geld, een opleidingsvergoeding, op tafel werd gelegd. Ik had een goed gesprek met Ranieri, die uit financiële overwegingen jeugd wou laten doorstromen. Op zeventienjarige leeftijd trok ik alleen naar Chelsea, waarna ik twee jaar op mezelf heb gewoond. Daar word je natuurlijk ook sterker van. Ik kom uit een groot gezin, had altijd familie om me heen en dan val je ineens alleen. Ik heb twee grote zussen, één kleiner zusje, een broer en een halfbroer. Mijn broertje voetbalt bij een van de hoogste amateurclubs in Amsterdam, Zeeburgia. Mijn leven in Chelsea was meer trainen en thuis relaxen. Gelukkig had ik ginder met Quincy een goeie vriend. Hij speelde bij Arsenal, maar zat samen met mij in de jeugd van Ajax. Hij is bij me ingetrokken, wat het wel prettiger maakte.

“Na een jaartje bij Chelsea zou ik in de voorbereiding met het eerste meegaan, maar toen kwam Abramovich en werden er zes, zeven spelers aangekocht, waardoor het voor de jeugd ineens een heel ander verhaal werd. Officiële wedstrijden heb ik er met het eerste elftal niet gespeeld, wel twee keer per week met hen getraind. Er zaten ook Nederlandse spelers : Hasselbaink, Melchiot en Bogarde, die me heel veel hielpen. Het beviel me aardig, alleen jammer dat meneer Abramovich kwam ( lachje).”

“Vorig jaar kon ik naar Lierse, waar ik had meegetraind en waar ze heel tevreden waren, maar financieel kon Lierse mij per maand niet hetzelfde betalen als Chelsea. Ik kon toen nog naar Westerlo, maar ik maakte liever dat halve jaartje af bij Chelsea. Toen heb ik ervoor gekozen weg te gaan en ergens opnieuw te kunnen starten door aan spelen toe te komen. Dat kon het beste in Nederland of België. In Nederland vroegen ze heel veel informatie en zouden ze mij terug contacteren, wat dan soms wel en soms niet gebeurde. Het bleef maar aanslepen. Ik hield daar niet van. Toen ik met Gent in contact kwam, kon ik een weekje meetrainen en mocht ik de week daarna tekenen. Nederlandse clubs hebben misschien een hoge dunk van zichzelf. Ze konden mij natuurlijk ook niet beoordelen omdat ik in Engeland zat.

“Ik ben Leekens dankbaar dat hij mij een kans heeft gegeven en dat ik kan spelen. Aan de bal ben ik heel relaxed. Mijn balgevoel heb ik jaren kunnen trainen op straat, bij Ajax en ook bij Chelsea, waar het allemaal heel snel gaat. Maar het Belgisch voetbal is wel meer vóetbal dan Engeland. Het niveau ligt ginder wel hoger, maar hier gebeurt alles meer gecontroleerd, wordt er meer gekeken. In Engeland worden gewoon heel veel fouten gemaakt omdat het zo snel gaat. Dat maakt het aantrekkelijk voor de tv-kijker, maar voor een speler is het natuurlijk riskanter. In Engeland leerde ik wel echt goed pressie zetten op de juiste momenten en ben ik sneller en fysiek sterker geworden. Dat vormt toch een pluspunt bovenop het belang van het technische en het overzicht dat ik bij Ajax meekreeg.

“Ik heb hier voor twee jaar getekend, wel het doel om hogerop te komen, natuurlijk. Maar ik doe nu m’n best en ik zie wel waar het schip strand. Ik doe het liever rustig aan. Als ik m’n best blijf doen, komt het vanzelf wel. We hebben bij Gent misschien niet de superkwaliteit van Anderlecht of Brugge, maar we strijden voor elkaar en dat moeten we blijven doen. Honderd procent gefocust en het niet laten glippen.”

Raoul De Groote

‘Ik heb er veel betere dan mij het verkeerde pad op zien gaan.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content