Eén dag nadat hij zijn eerste wedstrijd keepte voor zijn nieuwe club treffen wij Thibaut Courtois in Madrid. De Spaanse hoofdstad blaakt in de zon en de Belgische keeper van Atlético van zelfvertrouwen. ‘Ik laat zien dat ik er stilaan klaar voor ben.’
Vorige zaterdag. Thibaut Courtois is ’s ochtends met de selectie van Atlético Madrid uit Huelva naar de Spaanse hoofdstad teruggekeerd. Het thuisspelende Recreativo werd met 2-1 verslagen. Een prima debuut voor de jonge Belg, die zijn nieuwe ploeg tot dan alleen van op de bank bezig had gezien. “Ik denk dat de spelers wel vertrouwen in mij hadden en zich niet onzeker voelden. Dat is een goed teken”, blikt hij tevreden terug terwijl we beschut tegen de ondergaande zon uitkijken op het oefencomplex van Atlético. “Ik heb laten zien dat ik leiding kan geven aan de verdediging. Het probleem is dat ik hier laat ben aangekomen. JoelRobles heeft heel de voorbereiding gekeept, dus hij heeft een streepje voor. Mocht hij opnieuw de voorkeur krijgen, moet ik me blijven bewijzen tot de trainer niet meer om mij heen kan. Ik ben nog niet de nummer één, maar stilaan laat ik zien dat ik er klaar voor ben.”
Met Gregorio Manzano trok Atlético in juni een nieuwe coach aan. Of dat een voordeel voor hem is, vindt Courtois moeilijk te zeggen. “Normaal begint iedereen van nul bij een nieuwe trainer, maar ik ben hier pas aangekomen drie dagen voor de eerste Europese wedstrijd tegen Stromsgodset. Ik wist dat ik op de bank zou starten, maar dat was toch al een teken van vertrouwen, want ze hebben hier ook nog SergioAsenjo. Joel keepte niet slecht. Bovendien komt hij uit de eigen jeugd hier, dat ligt wat gevoelig. Daarom ben ik blij dat ik tegen Huelva heb kunnen spelen. Ik hoop dat ik donderdag tegen Guimaraes opnieuw speel. Als dat niet zo is, zal ik ontgoocheld zijn.”
Zelfs met maar één wedstrijd achter de kiezen ziet hij de verschillen. “Ze hebben een andere manier van voetballen. De bal wordt hier rustig rond gespeeld achterin. De middenvelders komen hem echt uit de voeten van de verdedigers halen. De aanvallers van de tegenstander pressen ook niet echt. Zij laten zich in blok uitzakken en proberen de lange bal te zoeken.”
Ook op de trainingen is het aanpassen. “De kwaliteit van de spelers ligt een stuk hoger dan in Genk. Als er daar in een vijf tegen vijf naar doel werd getrapt, was het meestal recht op mij. Hier trappen ze in de hoeken. Ik moet de ballen echt gaan halen, een reactie alleen volstaat niet. Dat maakt het moeilijker. Ik moet dat nog gewoon worden. Twee jaar geleden in Genk was bijna elke bal op doel ook binnen omdat ik die trapkracht nog niet gewoon was. Dit moet ik ook weer gewoon worden. Guy(Martens, nvdr) zei altijd als we tegen een topploeg speelden dat hun spelers ook maar twee armen en twee benen hebben, maar als je hier Diego Forlán voor je krijgt, merk je toch dat niet alle benen gelijk zijn. Hoe die afwerkt, dat is echt ongelooflijk!”
Gebuisd op school
Thibaut Courtois heeft een heftig jaar achter de rug, vergelijkbaar met een rit in een rollercoaster. “Eigenlijk is het een gek verhaal. In de jeugd had Koen Casteels altijd voorrang op mij. Logisch: hij stond fysiek verder. Ik had problemen met allerhande pijntjes en het oogde allemaal niet zo goed. Koen kwam een jaar eerder dan ik bij de beloften. Toen hij geblesseerd uitviel en ik mocht keepen, zagen ze in Genk: ‘Ah, we hebben nóg een keeper’.”
Zijn debuut in de A-ploeg in 2009 kwam totaal onverwacht. Net geen zeventien was hij. Davino Verhulst was geschorst, Sem Franssen geblesseerd. Zonder gebroken vinger had Casteels gedebuteerd. “Achteraf hoorde ik dat ze nog altijd meer de kaart van Koen trokken. Onder Hein Vanhaezebrouck had ik echt het gevoel dat ze liever hem hadden dan mij. Hoffenheim was geïnteresseerd en ik had zo goed als uitgemaakt om te vertrekken. Maar toen buisde ik op school. Ofwel bleef ik in Genk en maakte ik mijn school af, ofwel trok ik naar Hoffenheim en legde ik examens af voor de middenjury. Ik begon te trainen, Koen had nog een weekje extra vakantie en alles ging goed. ‘Waarom niet nog een jaartje blijven?’, dacht ik. Ik speelde goede wedstrijden en ik zag een kans om met Koen te wedijveren voor die tweede plaats.”
Door administratieve problemen vorige zomer bij de transfer van Laszlo Köteles speelde nu eens hij, dan weer Casteels in de voorbereiding. “Tot ik een snee opliep tussen twee tenen. Ik kon twee weken niet keepen en toen heeft Koen de kans gehad om zich te tonen. Dat was niet slecht, maar ook niet zó goed. Tegen Trabzon speelden we elk een helft en daarna kozen ze voor het Europese duel tegen Turku voor mij. Ik herinner me dat ik bij Pudil thuis zat. Laszlo was er ook, en die mannen zegden dat ik ook de return en de eerste competitiewedstrijd tegen Germinal Beerschot zou spelen. Ik kwam thuis en zei tegen mijn mama: ‘Amai, die denken dat ik die drie matchen mag keepen!’ Als ik daarop terugkijk, denk ik: ‘Gek toch dat ik een heel seizoen heb gespeeld’. Elke match die ik van dan af keepte, speelde ik alsof het mijn laatste was.”
Ook Casteels trok de deur in Genk inmiddels achter zich dicht. Hij verhuisde naar Hoffenheim. Volgens Courtois heeft hun relatie niet geleden onder de concurrentiestrijd. “We horen elkaar nog af en toe. We deelden altijd de kamer, keken samen naar De Kampioenen, lachten en praatten veel. Het is niet zo dat we elkaar niet konden uitstaan, maar ik begrijp dat het voor Koen niet fijn was. We hadden het er al over gehad dat onze situatie ooit voor problemen zou zorgen in Genk. Je kunt geen twee keepers van dezelfde leeftijd hetzelfde beloven. Toen hij ervoor koos om weg te gaan, wist hij nog niet wat er met mij ging gebeuren. Naar ik hoor had hij ook niet zo’n goede relatie met Vercauteren. Hij is blij nu in Hoffenheim en ik ben blij voor hem.”
Gewonnen jaar
Courtois tekende een contract voor vijf seizoenen in Londen, maar werd meteen op het vliegtuig naar Madrid gezet. “Aanvankelijk was het de bedoeling om me uit te lenen aan Genk of een andere club om ervaring op te doen. Cech kan nog drie, vier jaar mee op het hoogste niveau. Ze willen me twee jaar in het buitenland zetten en dan nog een jaar bij een Premier Leagueclub. Het vierde jaar zou ik voor Chelsea gaan spelen of nog een laatste seizoen de concurrentie aangaan met Cech.”
Hij tekende maar voor één seizoen in de Spaanse hoofdstad. “Stel dat ik het hier zo goed doe, kan het dat ze me dan al terughalen, maar dat is heel kort door de bocht. Chelsea wilde me eerst zelfs maar voor zes maanden uitlenen. Daar sprak veel vertrouwen uit, maar Atlético stond daar niet achter en wij ook niet. Als het hier goed gaat, wil ik toch graag twee of drie jaar blijven. Het is hier fijn wonen en het is een mooie club om voor te spelen.”
Dat Romelu Lukaku wel onmiddellijk aansluit bij Chelsea, vindt hij geen vergelijking waard. “Voor een keeper is er maar één plaats. Romelu kan zijn minuten meepakken door in te vallen en bepalend zijn als hij scoort. Als keeper kan je niet invallen. Cech is nog steeds een van de beste keepers ter wereld. Die ga ik er nu niet uit spelen, dat weet ik ook wel. Atlético is ook top. Als we ons plaatsen voor de poules van de Europa League kunnen we ver geraken. Als ik hier kan spelen, is dat beter dan tweede of derde keeper te zijn bij Chelsea.”
Een transfer was lang niet aan de orde. “Na de titelmatch tegen Standard, dacht ik: ik kan beter nog in Genk blijven. Maar toen ik hoorde van de interesse van ploegen als Atlético en Chelsea, veranderde dat de zaak. Dan hebben we het toch over een heel ander niveau. Ik weet zeker dat ik nog kon bijleren in Genk, maar minder snel dan hier. Dat heeft de doorslag gegeven om definitief te vertrekken. Makkelijk was dat niet. Ik heb elf jaar in Genk gespeeld, van toen ik acht was. Ik heb wel eens gedacht in het begin: waarom ben ik niet daar gebleven? Nu ben ik blij dat ik het heb gedaan. Het is een gewonnen jaar.”
Vuil spel gespeeld
Zijn vertrek uit Genk verliep niet in schoonheid. Hij betreurt hoe het is gelopen en wijst met een beschuldigende vinger naar algemeen directeur Dirk Degraen. “Vorige zondag was ik nog in Genk. Ik zag de spelers, de kinés, de trainers. Iedereen was blij. Alleen met meneer Degraen en meneer Houben gaat het niet goed meer, maar ik kan hen recht in de ogen kijken. Het is aan hen om na te denken over wat er is misgelopen.
“Na de titel zijn we naar Genk gestapt, hopend op een beetje erkenning. Om eerlijk te zijn: die was er niet. Ik begrijp dat ik nog maar negentien ben, maar op het veld wordt er ook geen rekening meer gehouden met mijn leeftijd. Dus dat moet je opzij kunnen zetten. Ik was een sterkhouder, maar uit wat zij me boden, bleek niet dat ze me supergraag wilden houden. Toen ze ook de onderhandelingen met Chelsea lieten aanslepen, heb ik gezegd: ik wil absoluut weg. Dat had ik trouwens eerder al gedaan, tijdens de stage in Estland.
“Uiteindelijk moest ik het spelletje noodgedwongen een beetje vuil spelen. De dag voor de galamatch tegen Lyon heb ik de trainer gezegd dat ik met mijn hoofd ergens anders zat. De deal had toen al rond kunnen zijn, ware het niet dat Genk mijn tien procent op de transfersom wilde afpakken. Daar gingen wij niet mee akkoord. Toen heb ik beslist om niet naar de wedstrijd te gaan. Twee uur later was er een akkoord en ben ik naar Londen vertrokken voor de medische testen.
“Degraen heeft dat van die tien procent eerst alleen voor zich gehouden. Houben wist er aanvankelijk niets van. Hij viel uit de lucht toen papa hem belde. Zo is de ruzie ontstaan. Ik vond dat helemaal niet leuk. Twee maanden eerder hadden we samen nog gefeest en plots kun je niet meer door dezelfde deur. Toen ik vanuit Londen van hun persconferentie hoorde, was ik geschokt. Het leek wel of ik niets voor hen betekend had. Ze gooiden me weg als uitschot, in plaats van blij te zijn dat ze zoveel geld voor mij konden krijgen. Stekelenburg levert Ajax zes miljoen op, ik hen negen miljoen, wat toch uitzonderlijk is voor een keeper.
“Het ergste vond ik dat ze me verweten niet te zijn komen opdagen op de fandag, maar dat kon niet door hun toedoen. De negatieve reacties hebben me echt pijn gedaan. Genk is mijn tweede thuis. Ik heb er meer uren gesleten in mijn jeugd dan thuis. Dan is het jammer om zo te moeten vertrekken. Ik hoop dat ik binnenkort toch nog afscheid kan nemen van de supporters. Door een aftrap te komen geven of zo.”
Weggegooid geld
Sinds zijn transfer werd het nog niet rustig in de Cristal Arena. Het aangekondigde vertrek van Frank Vercauteren sloeg vorige week in als een bom. “Ik verwachtte het niet, maar snap het wel”, toont Courtois begrip van op veilige afstand. “Wat hij met Genk heeft gedaan, kon hij moeilijk nog overtreffen. Van een ploeg waar niets nog lukte, heeft hij een kampioensploeg gemaakt. Iedereen moet blij zijn dat we zo’n trainer hebben gehad. Mijn beeld over hem verandert hierdoor niet. Ik heb hem heel graag gehad, alles was altijd duidelijk met hem. Alleen: bij de spelers die nu nog naar hem moeten luisteren, is zijn geloofwaardigheid weg. Als hij hen vraagt om alleen aan Maccabi te denken, kan ik me inbeelden dat zij denken: ‘Fijn, maar jij zit wel al met je gedachten bij Al Jazira’.”
Mogelijk speelde de onzekerheid over de mogelijkheden van de smalle kern mee in de beslissing van Vercauteren. Courtois kan het zich voorstellen. “Ik zag ook hoe het niet draaide in de oefenmatchen. Er waren alleen vertrekkers, er was onrust in de kleedkamer, spelers kregen geen fatsoenlijke contracten… Voor mij was dat een extra reden om te vertrekken. Misschien heeft dat bij hem ook gespeeld.”
Hoe hij zelf voor het eerst van de belangstelling van Chelsea hoorde, is een vreemd verhaal dat hij nog wel kwijt wil. “Dat was in maart. Ik vernam het van een ploegmaat in Genk die een goede vriend heeft met contacten bij Chelsea. Hij wist dat ze Kevin(De Bruyne, nvdr) scoutten en daarbij ook mij hadden opgemerkt. Ik geloofde er geen bal van. Na de play-offs is het pas echt in gang geschoten. Het strafste is dat die ploegmaat ook wist dat Atlético mij wilde, en Hamburg. Van Hamburg hebben we nooit iets gehoord, maar eind juni stond Atlético daar ineens. Had hij toch weer gelijk.”
De verwachtingen zijn groot nu. Negen miljoen is een pak geld, maar wegen doen ze niet op zijn schouders, zegt hij. “Totaal niet. Ik denk dat Chelsea onder grotere druk staat omdat het zoveel voor mij heeft betaald en moet hopen dat het geen weggegooid geld is. Voor een keeper die maar één jaar op het hoogste niveau heeft gespeeld, wil dat toch zeggen dat ze iets in mij zien. Ik heb daar vooral een goed gevoel bij. Ik hoop dat ik hen ooit nog meer zal opleveren dan die negen miljoen. Hoewel, eens je bij Chelsea zit, kan je moeilijk nog hoger gaan natuurlijk. Tien jaar Chelsea, dat zou wel mooi zijn. En daarna terug naar België.”
DOOR JAN HAUSPIE – BEELDEN: REPORTERS/GF
“Ik hoop dat ik nog afscheid kan komen nemen van de supporters. Door een aftrap te geven of zo.”
“Iedereen moet blij zijn dat Genk een trainer als Vercauteren heeft gehad.”
“Genk heeft me als uitschot weggegooid. Het leek wel alsof ik niets voor hen heb betekend.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier