Anderlecht staat voor cruciale maanden. Het investeerde zwaar in de ploeg, het verwacht een doorbraak in het stadiondossier en het hoopt dat het nieuwe organigram zal werken. Roger Vanden Stock zet zich schrap.

“Anderlecht”, zo sprak voorzitter Roger Vanden Stock bij de voorstelling van het nieuwe seizoen, “is een club in volle ontwikkeling.”

Nieuwe grasmat, nieuw dak, nieuwe fanshop, nieuwe directeur jeugd, een commercieel directeur, eerder al een financieel directeur, samenwerkingsakkoorden in Afrika, contractverlengingen met Fortis en adidas. Hij somde het allemaal op. Begonnen was hij met te zeggen dat de ploeg nu, onder impuls van trainer Frank Vercauteren, een bijna fulltime dokter ter beschikking had. Bíjna.

De ploeg

Het makkelijkst praat Roger Vanden Stock over datgene waar elke voorzitter het minst van afweet : de ploeg. “Ja, we zijn goed gewapend nu”, evalueert hij de voorbije transferperiode. “We hebben een visie die verder reikt dan dit seizoen. We weten dat we straks Tihinen zullen verliezen, Kompany waarschijnlijk ook, Zetterberg zeker, misschien zelfs ook WilhelmssonEnfin, we gaan véél spelers verliezen. Nu is het moment om daarop te anticiperen en al met de toekomst bezig te zijn. De kern is overvloedig, dat klopt, maar iedereen weet dat zoiets niet lang blijft duren. Het was ook nodig : we mogen dit jaar zeker niet naast de titel grijpen aangezien de landskampioen rechtstreeks naar de Champions League zal mogen, en ook als we Europees een stunt willen verwezenlijken, was dit het moment. Vanaf volgend jaar wordt het weer veel moeilijker.”

De fans verheugen zich op mooie voetbalavonden met tegenstanders als Chelsea, Liverpool en Betis Sevilla, maar groter dan de blijdschap om deze affiches is bij de voorzitter de teleurstelling omdat zijn ploeg in dat exquise gezelschap weinig kans maakt om door te stoten naar de tweede ronde. Deelnemen is voor hem niet belangrijker dan winnen. “Nee, je moet altijd méér ambitie hebben, de ambitie om beter te doen dan men van je verwacht.”

Subtoppers die het de laatste jaren deden, betaalden daar een hoge prijs voor. Porto, Monaco, nu weer PSV : hun selecties liepen zware averij op. Wat levert een stunt dan op ? Vanden Stock veert recht : “Ah, prestige ! In de Europese actualiteit blijven, niet langer als Klein Duimpje beschouwd worden. Vroeger behoorden we tot de clubs die Europees iets voorstelden, nu klampen we nog net aan, maar we mogen niet verder wegzakken.”

Hugo Broos klaagt nu dat hij na zijn eerste (kampioens)seizoen in Brussel amper transfers mocht doen. Vanden Stock maakt er niet veel woorden aan vuil. “Omdat we er toen de middelen niet voor hadden”, zegt hij. “Bovendien hadden we ons in een groep met Bayern, Lyon en Celtic bijna voor de tweede ronde geplaatst. We beslisten om de groep samen te houden en er twee spelers bij te nemen : Mbo Mpenza en Ehret. Oké, soms mislukt een transfer, maar we dachten toch versterkt te zijn. Hij stelde ook spelers voor die wij niet goed genoeg vonden.”

De financiële risico’s die Anderlecht neemt, aldus Vanden Stock, zijn gebaseerd op één keer Champions League en twee keer Uefabeker per drie jaar. “We zitten voor het tweede jaar op rij in de Champions League. Dat is boven ons gemiddelde. Daardoor waren we in staat deze transfers te doen.”

Zoals die van Serhat Akin, net als Javier Portillo bij Club Brugge een speler die het tot voor kort niet overwogen zou hebben in de Jupiler League te komen voetballen. Vanden Stock bespeurt een voorzichtige evolutie in het internationale voetballandschap. “Sinds twee jaar zijn clubs overal in Europa verplicht hun kernen in te krimpen. Veel spelers van die grote ploegen kwamen vrij op de markt. Het is nog geen prioriteit, maar stilaan zal die weg meer bewandeld worden in België. Trouwens, op Club Brugge na zijn onze clubs deze zomer beter in staat gebleken hun spelers te behouden.”

Het stadion

“We hebben een prachtig stadion voor de Belgische competitie”, zegt Roger Vanden Stock. “Misschien een beetje klein, maar niet veel te klein. Wél voor Europa. Nederland, Portugal, Oostenrijk en Zwitserland steken ons voorbij of hebben dat al gedaan. In Kopenhagen staat een nieuw stadion voor 42.000 toeschouwers. En ik spreek niet alleen voor Anderlecht : Bélgië moet minstens drie, vier Europese stadions hebben. Om één cijfer te noemen : volgens Deloitte & Touche is er de laatste tien jaar in Engeland elk jaar 150 miljoen pond geïnvesteerd in voetbalinfrastructuur.”

Hij vraagt hulp van de overheid. Niet zozeer geld, als wel een plek om een nieuw stadion te bouwen. “Ik kan met mijn club geen grond kopen, dus die moet ik krijgen. Daarnaast hoop ik dat er minstens een geste komt wat betreft de interesten op de leningen die we zullen moeten afsluiten, zoals in Engeland gebeurt. Of dat toch een deel van de investering gedragen wordt door de overheid, zoals in Portugal is gebeurd en nu ook in Duitsland en Zwitserland.”

Het charmeoffensief is ingezet. Onlangs nodigde de club de burgemeester van Anderlecht en de schepen van Ruimtelijke Ordening uit op de wedstrijd in Slavia Praag. Vanden Stock : “Ik probeer druk uit te oefenen op die mensen. Een stadion in Anderlecht heeft onze voorkeur, maar wil de gemeente ons nu eindelijk antwoorden op de vraag of ze grond ter beschikking kan stellen ? Ze hebben ons beloofd te zoeken, maar ik hoor ze niet. De dag dat ik over een nieuw stadion spreek, is iedereen geïnteresseerd, maar nu verwacht ik daden. U moest eens weten welke problemen de bouw van ons opleidingscentrum in Neerpede oplevert. Ik was zo ontgoocheld de laatste tijd, dat ik dacht : waar zijn wij eigenlijk mee bezig ?”

De finale van de Uefabeker, tussen Sporting Lissabon en CSKA Moskou, hielp hem er weer bovenop. Hij was erbij in het fonkelnieuwe stadion van Lissabon. Dat maakte indruk. “Ik herinnerde me hoe we in 1983 samen met Michel Verschueren zegden : ‘Als we nu geen nieuw stadion bouwen, zullen we niets meer te betekenen hebben in Europa.’ Wel, vandaag staan we voor precies dezelfde situatie. Als we onze plaats tussen de groten min of meer willen behouden, moeten we bouwen !”

Overal ter wereld verrijzen voetbaltempels met de ambitie architectonische iconen van de 21e eeuw te zijn. Bayern München liet zijn Allianz Arena ontwerpen door de Zwitserse architecten Jacques Herzog en Pierre de Meuron, bekend als bouwers van museums. Het stadion is opgevat als een gesloten stad, een entertainmentfabriek met restaurants, winkels, kantoren en 28 voedingskiosken. Kostprijs : 340 miljoen euro, het grootste financiële avontuur dat de Beierse club ooit aanging. Mag het ook voor Anderlecht iets meer zijn dan een zo goedkoop mogelijke betonnen bunker ?

Vanden Stock reageert gepikeerd : “Het stadion van Lissabon is voor mij het voorbeeld. Is dat een bunker ? Nee, het is een modern stadion van de toekomst. En wat heeft het gekost ? 70 miljoen euro.”

Voor inteelt moet deze keer evenmin worden gevreesd. Het zal niet de stiefzoon van Philippe Collin zijn die, na eerder het nieuwe opleidingscentrum in Neerpede, ook het nieuwe stadion zal mogen ontwerpen. Collin is de neef van Vanden Stock en baas naast baas op Anderlecht. Suggesties van nepotisme doen de voorzitter steigeren : “Over een architect hebben wij nog niet gesproken, maar de dag dat je eraan begint, moet je specialisten aan het werk zetten. Waarschijnlijk zijn dat de Engelsen. Concrete plannen liggen nog niet op tafel, maar het is duidelijk dat het stadion alle faciliteiten moet hebben voor zowel zakenlui als gewone toeschouwers. Ik denk aan 40 à 45.000 plaatsen, waarvan minstens 5000 businessplaatsen. Geen 50.000, wat nodig is om iets van Europese omvang te mogen organiseren, omdat ik denk dat ons toeschouwerpotentieel rond de 35.000 schommelt. Maar we moeten zeker voldoen aan de viersterrennorm van de Uefa.”

Aan het Koning Boudewijnstadion denkt Vanden Stock niet echt, want het is een atletiekstadion en zou een te ingrijpende verbouwing vereisen, vindt hij. Nee, hij heeft een stuk grond nabij het trainingscomplex in Neerpede op het oog. Vlakbij de autosnelweg, met veel ruimte voor parkings en andere infrastructuur. Alleen, het zou ten koste gaan van een stuk golfterrein. Hij lacht : “Ik ben momenteel niet populair bij de golfclub van Anderlecht. Als er de komende maanden niets beweegt, weet ik genoeg. Dan moeten we op een ander. En wordt het ook daar niets, dan zullen we onze Europese ambities moeten terugschroeven.”

Over de financiering doet de voorzitter geen uitspraken. “Het geld is er. Eigen fondsen, mensen die een risico willen nemen, leningen. Ik ben niet zeker dat we zover zullen gaan dat we de naam van het stadion afstaan, maar we zullen het stadion toch moeten verkopen aan de mensen die de eerste investeringen doen. Want dat is niet niks : wil je 100 miljoen euro investeren, moet je minstens 30 miljoen vinden om er 70 te kunnen lenen. En dan nog moet je over goede papieren beschikken. De contacten met Fortis zijn er en ik voel dat daar mogelijkheden zijn. Maar : eerst de grond, dan de vergunning, en dan de plannen en de financiering.”

De organisatie

Roger Vanden Stock praat graag over de ploeg, maar hoe gaat het eigenlijk met de clúb ? Misschien lag het wel aan zijn onaangepaste ‘structuur’ dat Anderlecht een aantal ontwikkelingen in sneltreinvaart aan zich voorbij heeft zien trekken. Grimmig : “Michel Verschueren was een structuur op zich alleen. Oké, u kunt daar kritiek op hebben, maar wij doen ons best en ik denk dat we het goed doen.”

De club weet waar ze vandaan komt, maar weet ze wel welke richting ze uit wil ? In januari stond Anderlecht op het punt Vincent Mannaert aan te werven. Mannaert, tot voor enkele maanden als jurist verbonden aan het makelaarskantoor SEM, zou de juridisch-administratieve rechterhand worden van algemeen manager Herman Van Holsbeeck. Daarna leek de club lange tijd op weg naar de aanwerving van een communicatiedeskundige. Gesprekken met diverse gegadigden werden gevoerd, maar aan het eind van de rit werd met Chris Lioen een commerciële professional uit de hoed getoverd. De communicatie kwam in handen van een gepensioneerd familielid en van een jurist met administratieve bevoegdheden is geen sprake meer.

“Dan heb ik wéér een man meer”, jammert Vanden Stock. “Anderlecht kan zich dat niet veroorloven. Dus heb ik ofwel een jurist die er de financiën bij neemt, of ik heb een financieel directeur die ook andere zaken doet. Stilaan hebben we de juiste mensen op de juiste plaatsen gezet. Nu moet het werken. Er komt alleen nog een sportief manager bij, maar het is algemeen geweten wie dat wordt ( Frank Vercauteren, nvdr).”

Zo makkelijk hij investeert in spelers, zo moeilijk geeft hij geld uit aan de onderbouw van de club.

“Ik zal u zeggen waarom : wat is het belangrijkste in een club ?”

Op de lange termijn : een goed gestructureerde organisatie.

Grimmig : “Dan zitten we niet op dezelfde golflengte. Voor mij is het de ploeg. Dat is onze prioriteit.”

Alain Courtois wilde de club een jeugdiger en dynamisch imago geven. Ook nieuweling Chris Lioen zei in zijn eerste interview (in de krant De Tijd) dat er een probleem is met de beeldvorming rond Anderlecht. Vanden Stock is de zin vergaan ook daar nog op in te gaan. “Weet ik niet”, antwoordt hij geërgerd. “Dat moet je hem vragen. Ik weet niet hoe hij het imago op het commerciële vlak kan veranderen. Trouwens, Anderlecht zal zijn imago nooit helemáál veranderen.”

Anderlecht is een club in ontwikkeling, maar het zal zijn tijd nog wel duren.

door Jan Hauspie

‘We hebben een visie die verder reikt dan dit seizoen.’

‘Structuur ? De ploeg is onze prioriteit.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content