FC Barcelona speelt vandaag/woensdag in Parijs de finale van de Champions League tegen Arsenal. Frank Rijkaard lost daarmee de belofte in als clubcoach een topper te zijn. Maar veranderd is hij niet.

F rank Rijkaard is slechts een van de vele geslaagde Nederlanders die de historie van FC Barcelona kleur gaven. Toeval is dat volgens de oud-bondscoach niet. ” Rinus Michels was de eerste en hij boekte goede resultaten. Toen kwamen Johan Cruijff, Louis van Gaal en vele anderen naar de club en ze hebben allemaal veel invloed gehad. Persoonlijk ben ik dankbaar voor het goede werk dat de pioniers Cruijff en Michels gedaan hebben, want zij openden de deur voor nog meer Nederlanders. Wat ook meespeelt in het succes, is dat Catalanen en Nederlanders op dezelfde manier over voetbal denken. Ze houden beiden van open, aanvallend spel.”

In hoeverre bent u beïnvloed door de trainers onder wie u vroeger heeft gespeeld ?

Frank Rijkaard : “Ik beschouw het als een voorrecht dat ik heb mogen werken onder grootheden uit de voetballerij. Het was geweldig te ervaren hoe Rinus Michels, Arrigo Sacchi, Johan Cruijff en Fabio Capello over voetbal dachten en hoe ze hun teams leidden. Zij hebben me veel kennis meegegeven en als er iets gebeurt, kan ik me herinneren hoe zíj bepaalde situaties oplosten. Maar ik geloof sterk dat je niemand kunt kopiëren. Een goede beslissing van een coach uit het verleden hoeft niet per se vandaag ook nog te werken.”

Welk voordeel heeft u als trainer van uw zeer succesvolle spelersloopbaan ?

“Als ik ergens aan de slag ga, zijn mensen geneigd mij meer krediet te geven vanwege mijn verleden. Een ander voordeel is dat ik het spel goed kan lezen, omdat ik op zoveel verschillende posities heb gespeeld. Ik kan me goed in voetballers verplaatsen die op het veld staan. Ik kijk wel anders naar het spel dan vroeger. Als voetballer ben je vooral gefocust op momenten dat je de bal hebt of hem lijkt te veroveren. Dan kijk je naar afspeelmogelijkheden en bezie je posities van medespelers. Daarbij doe je voortdurend dingen die je je na afloop niet eens meer precies herinnert. Maar als trainer ben ik bezig met het totaalbeeld. Ik kijk naar de posities van spelers en probeer te anticiperen op balverlies. Zijn we goed georganiseerd ? Staan de drie linies niet te ver van elkaar vandaan ? Geven we ergens te veel ruimte weg ? Voorafgaand aan een wedstrijd geef ik echter niet te veel tactische aanwijzingen. Ik hou er niet van spelers te overladen met opdrachten. Sommigen zullen alles aannemen wat je zegt, maar anderen houden er niet van als je te veel praat. Dat kan ik goed aanvoelen, want zelf hield ik er nooit van als een trainer te veel tegen me zei voor een wedstrijd. Dus ook daarin schuilt voor mij een voordeel als oud-speler.”

Waarop legt u de nadruk tijdens trainingen ?

“Omdat we veel op de helft van de tegenstander spelen, doen we veel positiespelletjes op een klein speelveld. We willen graag op de helft van de tegenstander voetballen, maar daar is de ruimte klein en hebben spelers weinig tijd. Als je het positiespel in de kleine ruimte goed beheerst, ben je altijd in het voordeel. Ook zetten we graag druk op de tegenstander en we doen tijdens trainingen veel oefeningen om die druk zo effectief mogelijk te maken. De spelers weten onder alle omstandigheden wat ze moeten doen.”

U bent bondscoach geweest en werkt nu als trainer van een club waar internationals onder contract staan. Hoe kijkt u aan tegen de verhouding tussen clubs en nationale elftallen ?

“Ik begrijp heel goed dat een bondscoach alle gelegenheden wil benutten om zijn beste spelers bij elkaar te hebben. Voor een clubtrainer komen de interlandverplichtingen van zijn voetballers echter lang niet altijd op een geschikt moment. Het zij zo. Er zijn internationale regels opgesteld die bepalen dat clubs spelers moeten afstaan, daar moet ik me bij neerleggen. Rondom interlands kan ik niet op dezelfde manier met mijn team werken als gewoonlijk, maar ik ben niet de enige die daarmee te maken heeft. Wel heb ik nog een extra handicap, omdat onze spelers uit Zuid-Amerika veel lange reizen moeten maken. Het is voor die spelers na een interland erg moeilijk in een paar dagen tijd te herstellen. Als ik érgens moeite mee heb, zijn het de vele reizen die sommige van mijn spelers moeten maken. Maar ik moet die situatie dus accepteren.”

Hoe is het voetbal volgens u sinds de jaren negentig geëvolueerd ?

“De ruimtes op het veld zijn kleiner geworden, waardoor er minder tijd is om te handelen. Het is daarom voor voetballers belangrijk snel te anticiperen op elke situatie, meer dan in het verleden. De kwaliteiten die aan de top worden gevraagd, zijn echter niet veel veranderd. Buiten het speelveld is vooral de druk van de media toegenomen, die hebben meer aandacht voor voetbal dan ooit tevoren. Zelfs vriendschappelijke wedstrijden zijn soms rechtstreeks te zien. De druk op spelers is daardoor toegenomen.”

Wat zijn de problemen waarmee een coach van een topteam te maken heeft ?

“Ik zie alles liever positief en denk niet aan problemen. Ik denk eerder aan uitdagingen. Als Barcelona de landstitel wint of een andere grote competitie, dan is dat geweldig. Je moet je als coach focussen op de mooie dingen in het voetbal. De blijdschap van de supporters na het behalen van het landskampioenschap zal ik nooit vergeten. Natuurlijk, er is de enorme druk om altijd te presteren, maar ook dat zie ik niet als een probleem. Een overschot aan topspelers in een team baart me evenmin zorgen. Ik hou me alleen bezig met het vermaken van de toeschouwers, en doe daar alles voor. Een goede sfeer in de kleedkamer hoort daar ook bij. Het is een zware verantwoordelijkheid, maar ook daarover klaag ik niet.”

Hoe motiveert u miljonairs ?

“Ik geloof sterk dat voetballers de motivatie uit zichzelf moeten halen, want die is het sterkst en alleen dáármee kunnen ze hun doel bereiken. Als een speler dat niet kan, komt de coach om de hoek kijken. Een van de taken van mij en mijn staf is altijd de groep in de gaten te houden. Als we een probleem zien, gaan we met zo’n voetballer praten. Soms moet je ingrijpen en spelers teleurstellen. Er is geen handleiding voor dat soort zaken, maar met een goed team zie je problemen aankomen. Peptalks hebben aan de top overigens weinig zin. Die geven je als coach op dat niveau weinig krediet. Het belangrijkste is een goede teamspirit. In heel veel gevallen besteed ik meer aandacht aan de reservespelers dan aan diegenen die wél op het veld staan. Ook zij zijn belangrijk in de kleedkamer. De sleutel is iedere speler volwaardig en als een individu te behandelen.”

Denkt u dat het voetbal defensiever is geworden ?

“Ik praat met respect over hun prestaties, maar Griekenland heeft het voetbal geen dienst bewezen door in 2004 het EK te winnen. De coach ( Otto Rehhagel, nvdr) presteerde optimaal, maar met een negatieve speelwijze. Aanvallend voetbal houdt meer risico in en vereist een hoger niveau van de spelers, ook qua spelintelligentie. Het stemt me somber dat een heleboel trainers vandaag de dag voor een defensieve tactiek kiezen. We mogen nooit vergeten dat we spelen voor het publiek, het spel moet daarom aantrekkelijk blijven. Het kan natuurlijk interessant zijn getalenteerde voetballers goed te zien verdedigen, maar het zou beter zijn als we allemaal iets beter ons best zouden doen om een aanvallende speelstijl te promoten.”

Welk ander clubteam heeft de afgelopen jaren indruk op u gemaakt ?

“Ik heb een paar heel mooie wedstrijden van Olympique Lyon gezien. Vooral tegen grote teams maakten ze indruk, ze hebben veel talent.”

Zou u iets aan de spelregels willen veranderen ?

“Ik zou de regel afschaffen dat een speler in buitenspelpositie pas werkelijk buitenspel staat als hij de bal ontvangt. De tegenpartij kan altijd een speler voorin houden op jouw helft, in buitenspelpositie, zolang hij de bal maar niet krijgt. Dat is echter vrij simpel te omzeilen. Voor een aanvallend team verhoogt die regel de kans op een succesvolle counter van de tegenstander. Ik vind dat belachelijk.”

ANDY ROXBURGH

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content