Voor Bart Willemsen zit het seizoen er nu al op. En mogelijk véél meer : opnieuw dreigt het einde van zijn voetballoopbaan.

“Ik ben alleen maar mentaal sterker worden van deze tegenslag”, sprak Bart Willemsen enkele weken geleden.

In februari hadden de dokters hem wegens een gecompliceerd heupletsel nog het einde van zijn profvoetballoopbaan in het vooruitzicht gesteld. December was het geweest, toen Willemsen last kreeg aan zijn heupen. Aanvankelijk verontrustte hem dat niet, het zou, dacht hij, wel voorbijgaan. Maar de pijn nam toe en twee maanden later volgde de onheilstijding. Botaangroei aan de beide heupgewrichten.

Maar de middenvelder van Westerlo vocht terug. En kijk, wat niet voor mogelijk was gehouden, gebeurde toch : bij het begin van het nieuwe kampioenschap had Willemsen weer zijn plaats in het basiselftal van Jan Ceulemans ingenomen. Zowel tegen Anderlecht als tegen Bergen speelde hij de volle negentig minuten.

“Het herstel is veel sneller verlopen dan we aanvankelijk hadden gedacht”, aldus nog de speler toen. “Eigenlijk ben ik een gelukzak : ik heb totaal geen last meer en kan opnieuw zonder pijn voetballen. Er is zelfs geen sprake meer van dat ik zou hervallen. Mijn leven is wel drastisch veranderd : alles staat nu in het teken van stretching. Voortaan sta ik elke dag op om half acht, toch zeker een uur vroeger dan pakweg een jaar geleden. Dan ben ik ruim een uur bezig met specifieke oefeningen, die ik een half uur voor en ook nog eens na de training herhaal. s’ Avonds thuis opnieuw van hetzelfde : nog eens uur rekoefeningen, allemaal om mijn heupen goed los te maken.

“Waarom zou ik klagen ? Als ik dit niet zou doen, is het gedaan met voetballen. Tja, dan is mijn keuze snel gemaakt. De grootste les voor mij is geweest dat ik nu besef hoe betrekkelijk alles is. Succes en verdriet, in de sport én in het leven : ze liggen heel dicht bij elkaar. Daarom wil ik ook niet te veel meer nadenken over mijn toekomst. Vroeger durfde ik wel eens te dromen van een grote loopbaan, maar die tijd is voorbij. Mijn gezondheid komt voortaan op de eerste plaats.”

Twee speeldagen verder is er van Bart Willemsen (22 in oktober) geen teken van leven meer te bekennen op het voetbalveld. In de week voor het thuisduel tegen Club Brugge moest hij opnieuw afhaken na problemen aan het heupgewricht. “Ik ben helemaal hervallen”, zegt hij met diepe teleurstelling in de stem. “Nieuw onderzoek in het ziekenhuis bracht aan het licht dat een operatie aan beide heupen nu echt noodzakelijk is. Het stuk bot dat op beide heupkoppen voor ontstekingen zorgde, heeft het begeven. Door me te forceren is er onherstelbare schade aangericht. Een onnoemelijk hard verdict, je kan je echt niet voorstellen door welke hel ik opnieuw ga. Tot vorige week had ik altijd ontstekingremmers genomen. Nu ik er even mee was gestopt, is dit het resultaat.

“Het probleem was een extra stuk bot dat op mijn heupen werd aangemaakt en dat voor ontstekingen zorgde. Al twee, drie jaar verbeet ik de pijn. Je kent dat : als jonge gast wil je graag alles meemaken en niet te lang stilstaan bij op het eerste gezicht kleine kwaaltjes. Alleen mijn vriendin was ervan op de hoogte dat ik pijn leed. Soms voelde ik me de dag na een wedstrijd een man van 65 jaar. Tijdens de matchen, als je in beweging bent, kon ik dat allemaal nog camoufleren, maar in rustmomenten was de pijn soms onuitstaanbaar.

“Onze medische staf dacht in eerste instantie aan een spierscheur ter hoogte van de liesstreek. Nu moet je weten : ik weiger te voetballen met inspuitingen. Ik heb altijd heel sceptisch gestaan tegenover verdovende middelen. Toen de professor aan de universiteit me vertelde dat er slechts tachtig procent kans bestond op volledig herstel, moest ik wel even slikken. Ik ben van nature wel een positief ingesteld mens, maar toen heb ik geweend en me heel slecht gevoeld. Logisch, ik schaam me daar niet voor.

“Na overleg met dokter Peers hebben we nu gekozen voor een operatie. Stoppen met voetballen alleen volstaat niet : de kans bestaat dat ik dan later zelfs niet eens meer gewoon in de tuin kan stappen. De slaagkans van de operatie bedraagt zeventig procent, een hoopvol cijfer, vind ik. Daar klamp ik me nu aan vast. Ik zal er alles aan doen om in de best mogelijke omstandigheden terug te keren. Hoop doet leven, ja. Elke laatste strohalm zal ik vastgrijpen. Opgeven staat niet in mijn woordenboek.

“Natuurlijk besef ik goed dat het om een delicate ingreep gaat. Ze zal worden uitgevoerd door een chirurgisch team van vier personen. Het is nog maar zelden gebeurd dat ze beide kanten van een heup tegelijk opereerden. Gelukkig zal alles via artroscopie verlopen, via een gaatje. Ze hoeven dus niet alles open te snijden. Ik heb er vertrouwen in : het zijn echte specialisten die me gaan behandelen. Iedereen is er van overtuigd dat ik nog kan terugkeren. Daar trek ik me aan op.

“Het laatste half jaar zat ik soms tot vier keer per week bij de dokter in Pellenberg. Toen ik de eerste keer op de operatietafel lag voor een inspuiting, voelde ik me echt slecht. Ik had zo’n kleed aangetrokken en er hing een rare sfeer. Toen ik in een revalidatiekamer belandde tussen mensen die pas ontwaakten uit hun verdoving na een heupoperatie, kreeg ik het echt benauwd. Zo begon er eens een oud vrouwtje luid te schreeuwen dat ze verlamd was. Ik verzeker je : dat zijn niet de leukste momenten. Dan weet je wat schrik is, hoor. Op die momenten ga je ook een nadenken over wat de zin is van het leven.”

“Tot het moment dat ik in februari te horen kreeg dat mijn carrière mogelijk voorbij was, had alles steeds in een stroomversnelling gezeten voor mij. Voetbal is mijn leven. Vanaf mijn vijfde al wilde ik prof worden. Ik was zeventien toen Jos Heyligen mij van FC Turnhout naar Westerlo haalde en mij meteen een kans gaf. Ik leek vertrokken voor een mooie en veelbelovende carrière. Ploegmaat Paul Franken, met wie ik altijd meereed, leerde mij hoe ik me niet moest laten doen, want in het professionele voetbal gaat het om overleven : voor emoties is er weinig plaats.

“Ik had het geluk helemaal door te breken onder Jan Ceulemans, toch een monument in het Belgisch voetbal, onder wiens hoede de prestaties van de ploeg ongelofelijk goed waren. We wonnen de beker : wat er dan allemaal in je naar boven komt, dat is met geen woorden te beschrijven. Toen ik die beker in de lucht stak, kreeg ik kippenvel. Zoiets maakte ik nog niet vaak mee. Een droom was het die in vervulling ging. Achteraf lijkt het wel een film geweest te zijn, je beseft dat je er op het moment zelf niet ten volle van hebt genoten. Een leuke momentopname is het, want zo is het weer weg : knip en voorbij !”

door Frédéric Vanheule

‘Soms voelde ik me de dag na een wedstrijd een man van 65 jaar.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content