Mondigheid van spelers en hoe ermee om te gaan. Hugo Broos heeft zijn handen vol in Anderlecht, waar Vincent Kompany reageert op de kritiek aan zijn adres.

Vorige week overleed Brian Clough, de befaamde Engelse manager, tweevoudig winnaar van Europacup 1 met Nottingham Forest. Clough stond bekend om zijn uitspraken en eentje ervan was : “Het is niet de tactiek die je een wedstrijd doet verliezen, het zijn de spelers.” Voor Hugo Broos dezer dagen misschien een troost, want als je na afloop de commentaren aan zijn adres van pakweg iemand als Matt Van Toorn, ex-Anderlecht en ex-Charleroi, in de tribune hoorde, dan kon je alleen maar concluderen dat de trainer van Anderlecht er écht wel niks van kende. Christian Wilhelmsson op links, vertrouwen blijven geven aan Mbo Mpenza terwijl die geen deuk in een pakje boter meer trapt, een balveroveraar als Besnik Hasi opstellen in een match waarin je tachtig procent balbezit hebt… En zo ging het nog wel een tijdje door.

Ach, praat achteraf, maar er zat hier en daar wel wat in. Geen Marc Hendrikx of Ki-Hyeon Seol meer, en Fabrice Ehret en Martin Kolar nog steeds niet beschikbaar. Dan is Wilhelmsson, die er al eerder voetbalde, wellicht de minst slechte oplossing op links, maar vrijdagavond beslist niet de meest gelukkige. En misschien was Mbo, amper fit en niet in vorm, inderdaad beter aan de kant gebleven, zodat Aruna Dindane wat meer ruimte had op rechts om acties te maken. Nenad Jestrovic en de kaats of het samenspel : het lukte zoals vaker niet, maar dit keer faalde de Serviër ook in de afwerking.

En ach, het was niet die tactiek die Anderlecht de das omdeed. Wel het slordig, wat hautain omspringen met de kansen en het balbezit voor de rust en de individuele flaters erna: een op een corner met een dekkingsfout in de verdediging, en een andere van Tristan Peersman, direct na de wedstrijd door Hugo Broos bevestigd in zijn rol van eerste doelman tegen Inter. Psychologisch sterk, want daarmee haalde hij meteen de kritiek weg die er de komende dagen op die keeperskwestie zou komen.

Hij is tegenwoordig niet te benijden, de coach van Anderlecht, die van brandhaard naar brandhaard zeult met emmertjes water. Aruna koesteren, ongenoegen sussen bij Yves Vanderhaeghe of Oleg Iachtchouk, uitleg geven aan Daniel Zitka, Latijn steken in een hardhorige Walter Baseggio, die de voorbije week de kritiek aan zijn adres alweer niet begreep en dus nog eens een gesprek onder vier ogen nodig had. Druk van alle kanten : van buitenaf, maar ook van binnenuit. In de keeperskwestie, zo gaf Broos vrijdag snel even mee voor de camera’s van Canal +, maar ook in de zaak Pär Zetterberg-Baseggio. ‘Boven’ zien ze die graag samen in de ploeg, maar dat is buiten de koppigheid van de coach gerekend.

Je oogst wat je zaait, is wat je dan soms hoort. Is het zo ? Heeft Broos Baseggio gemaakt tot wat hij is ? Heeft Broos het keepersprobleem gecreëerd of speelde Aimé Anthuenis daar op de achtergrond door te kiezen voor Peersman ook een rolletje in, zodat Broos plots de nationale doelman op de bank moest zetten ? Is het Broos die Seol wegjoeg of was dat de schuld van de manke begeleiding en organisatie rondom, die ervoor zorgde dat de gesloten Zuid-Koreaan nooit zijn draai in Brussel vond ? Heeft Broos Aruna gebruuskeerd, was dat de club of de entourage van de Ivoriaan ? Veel vragen, weinig eenduidige antwoorden.

Neem, als testcase, Vincent Kompany, het paarse wonderkind, bij leven en welzijn net als Aruna bezig aan zijn laatste seizoen in het Constant Vanden Stockstadion en de voorbije maanden ook in het oog van de storm. Verrassend publiekelijk terechtgewezen voor een niemendalletje in Oostende. Niet altijd even goed bezig, maar is dat de schuld van de coach ?

In bijgaand kader pent jeugdcoach Eddy Van Dale, nu actief in de scouting van de Brusselaars, het karakter van Kompany. Het karakter dat hem aan de top bracht, het karakter dat hem vormt, het karakter waarmee de coach moet werken. Meestal is dat fijn, de lof krijgen dat je een van de grootste Europese jonge talenten liet doorbreken, maar soms zorgt het voor ergernis. Neem, donderdag, op training. Verdediging tegen aanval. Regen sopt je nat, op het veld zie je hoe iedereen zijn ding doet. Zwijgend, ernstig. Tot één speler in discussie gaat met de zijlijn. Vincent Kompany, over een buitenspelgoal van Aruna. Franky Vercauteren maakt zich druk, Kompany baalt. Broos observeert.

Eigenlijk zou hij hem moeten sparen, want fysiek heeft Kompany last, overbelasting van de spieren. Maar voor rust is er geen tijd. Achttien en onmisbaar, dat is zijn realiteit. Mentaal gaat het hem goed : Inter komt eraan en dat is nog eens een moment waarop de hele groep zich op de Europese voetbalscène kan tonen. Een eerste kans om de misser van Valencia uit te wissen ook.

Kompany : “We hoopten dat we dit jaar sterker zouden zijn op verplaatsing dan vorig jaar, maar ik denk dat de tegenstand dit seizoen helemaal niet vergelijkbaar is met de vorige. Valencia, dat is de kampioen van Spanje die geregeld Barcelona en Real klopt. Dramatisch kan je het verlies daar dan ook niet noemen. Onze ploeg is een niveautje gestegen qua waarde en ervaring, maar de tegenstand is ook een serieus stapje hoger. Dat zal volgens mij zowel in ons voordeel als in ons nadeel spelen. Qua ambitie voor de volgende ronde is het zeker geen voordeel, qua ervaring voor de spelers weer wel. We spelen thuis tegen Inter, maar zijn daarom nog geen favoriet.”

Met het verdwijnen van Hannu Tihinen wordt Kompany achterin in een soort leidersrol geduwd. Te vroeg, daarover zijn de meesten het in de club eens, ook al was Kompany in de jeugd altijd de baas achterin. Kompany : “Leiderschap is een groot woord, in mijn ogen behoort dat nog altijd toe aan de oudere spelers. Ik sta wel in een positie waarin het verplicht is om veel te praten en aanwijzingen te geven. Doe ik het niet, dan wordt het me verweten. Ik weet van mezelf ook dat het lang niet perfect is wat ik doe, qua positiespel en zo. Perfectie bestaat niet. Ik ben absoluut bereid om bij te leren, ook al doe ik er soms inderdaad een beetje moeilijk over en durf ik in discussie te treden.”

Wat soms de indruk geeft dat hij het altijd beter weet. “Dat is niet waar. Ik toon het misschien niet graag dat ik iemand gelijk geef, of ik geef niet graag iemand gelijk, maar in mezelf neem ik het allemaal wel degelijk op. Zo ben ik telkens verder geraakt. Ik ga niet altijd akkoord met alles wat me wordt verweten, maar ik denk er toch wel over na. Is het juist of niet ? Objectief probeer ik dan een oordeel te vellen, ik bekijk heus niet alles vanuit mijn standpunt. Zeggen dat ik hautain ben, is dus zoeken naar iets wat er niet is.”

Vorig jaar was er de verwondering, ook van buitenaf, dit seizoen de kritiek. Is dat zijn verhaal ? “Dat ze me viseren is een slecht woord. Ik vind het nog altijd positief als je op die leeftijd zo vaak besproken wordt, of het nu positief is dan wel negatief. Het beeld van de leeftijd is nu compleet verdwenen, ik bega geen jeugdzondes meer, maar maak fouten die een volwaardige speler van het eerste elftal maakt. Ik heb niet het gevoel dat er nu ontzettend negatief wordt gedaan, het blijft in een positieve spiraal. En ik heb ook niet het gevoel dat er op dit of dat detail na wordt gewezen op grote lacunes in mijn spel. Ook niet door de trainer. Hij heeft het steeds weer over bepaalde dingen verbeteren, maar hij zegt nooit dat ik dit of dat echt slecht doe. Persoonlijk, en veel mensen zijn het daarmee eens, vind ik dat de discussie die we na Oostende hadden, beter intern was gehouden. Dat dingetje was niet de moeite waard en daar hoefde eigenlijk niet over te worden gesproken, vind ik. Maar in zekere zin vond ik het tegen Valencia voor mij op het persoonlijke vlak dan wel weer goed, dus…”

D es vedettes… Zijn makelaar zucht. Ja, Kompany is een vedette, maar helaas gaan België en vedetten niet samen. In Juventus rijden alle spelers met een Ferrari, maar waag het niet om daar hier mee op training te verschijnen. Wie even het hoofd boven het maaiveld uitsteekt, wordt neergesabeld. In een land zonder vedetten, is die ene niet koning, maar kop van Jut. Dat is het probleem van Kompany. “Ik was verrast dat er zo op Oostende werd gefocust. Er gebeuren veel ergere dingen op een voetbalveld, me dunkt. Sommigen steken hun middenvinger op, anderen maken gebaren naar het publiek om aan te tonen dat ze kwaad zijn, maar dat was bij mij helemaal niet het geval. En toch krijg ik plots de reputatie van hautain zijn, een dikke nek. Dat vond ik een beetje vervelend. Ik doe er alles aan om die reputatie niet te hebben, maar door een moment, door een paar woorden, kan dat helemaal verlegd worden.”

Wild zijn soms geruchten. Die muziek wat luider zetten in de kleedkamer, ach. Maar klopt het bijvoorbeeld dat hij ooit op training tegen Zetterberg zei dat hij moest zwijgen, omdat hij “het verleden” was ? Kompany “( Schiet gemeend verbaasd op uit zijn stoel) Wablieft ? ( Begint te lachen.) Hoe klein hij ook is, ik denk dat Pär me naar de strot zou vliegen, mocht ik ooit zoiets zeggen. Ik ga wel graag in discussie met anderen, ook op training, maar dat is normaal. Als ik de oudere spelers in de ploeg hoor praten over het verleden, dan ging het er destijds nog veel harder aan toe, was er constant discussie, waren er sterkere personaliteiten in de ploeg, waren er altijd wat meningsverschillen. En die ploegen hebben fantastische resultaten geboekt. Dus vind ik het wat spijtig dat er naar aanleiding van trainingsfasen geruchten in de wereld worden geholpen die volledig verkeerd zijn.”

Hij heeft zelfvertrouwen genoeg om dat naast zich neer te leggen. “Vorig jaar heb ik altijd gezegd tegen de mensen die vroegen of ik na zoveel positieve kritiek niet zou gaan zweven, dat ik daar heel voorzichtig mee omging. Ik wist dat er dagen zouden komen dat er ook negatieve dingen over mij zouden verschijnen. Ik ben toen niet zo ingegaan op het positieve en doe dat nu ook niet op het negatieve. Want u moet toch een beetje toegeven dat er nu wordt gezocht…. Onlangs vroegen ze me of het relletje tussen mij en Broos was bijgelegd. Ik moest al serieus nadenken over wat er tussen ons twee gebeurd zou kunnen zijn. De trainer en ik hadden gewoon een discussie. Als je ziet hoe dingen worden opgeblazen, dan kan ik daarom lachen of treuren. En in mijn geval is dat toch nog een beetje lachen.”

Hij wil alleen sportieve dingen vaststellen. “Bijvoorbeeld dat er mij minder en minder verdedigende foutjes worden verweten. Je ziet, ik ga misschien in discussie, maar het blijkt toch ook dat ik de dingen onthoud. Ik heb respect voor ouderdom en ervaring, maar ik ga ervan uit dat het positief is als je ook voor je eigen mening uitkomt. Volgens mij kan iemand die heel zijn leven jaknikt, zijn collega’s later nooit wat bijleren. Je kan dat beschouwen als karakter of hautain zijn, maar het hoort nu eenmaal bij mijn manier van zijn, bij mijn persoonlijkheid. Ik ben er op die manier zeer vroeg gekomen. Mocht dat volledig fout zijn, dan zou het ook niet zo vroeg gebeurd zijn.”

Positioneel loopt het beter, zegt hij. “Wat ik vroeger nooit kon, is door mijn positie de dingen beheersen. Als ik nu wat last of pijn heb van een spier, kan ik door mijn plaatsing compenseren en toch de wedstrijd uitspelen. Tegen Lierse haalde ik zo het einde. Vorig jaar moest ik door mijn snelheid veel foutjes goedmaken. Ik doe dat nog, maar heb er minder nood aan. ( Lacht.) Maar het is niet omdat dat beter gaat, dat Franky (Vercauteren, nvdr) niet meer tegen mij roept. Hij schreeuwt nog even hard als destijds in de B-kern of bij de jeugd. Franky verweet me vroeger dingen waar ik het totaal niet mee eens was, maar later heb ik hem gelijk gegeven. Ik denk dat de buitenwereld het niet heeft gezien, maar op een bepaald moment ging het wat minder en stagneerde ik. Zij hebben dat wel gezien, wezen me op bepaalde dingen en sindsdien heb ik weer het gevoel dat ik vorderingen maakte. Dat is positief.”

door Peter T’Kint

‘Iemand die heel zijn leven jaknikt, kan zijn collega’s later nooit wat bijleren.’

‘Ik geef niet graag mijn ongelijk toe. Maar hautain ? Neen. Dat is zoeken naar iets wat er niet is.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content