Komende zaterdag begint Lierse op eigen terrein aan ‘operatie redding’ tegen Sporting Charleroi. De club doet dat met hernieuwde moed en een dito spelersgroep. Met vier nieuwkomers en acht vertrekkers onderging de kern in de mercato een extreme make-over, maar dat zorgt niet voor wrevel, zo verzekert pocketspits Kristof Snelders, de man die met ‘de hand van God’ voor een gouden driepunter zorgde in de wedstrijd tegen Lokeren. “Wel integendeel”, zo stelt Snellie. “Het grote spelersverloop is een duidelijk signaal van het bestuur. De inspanningen die ze tijdens de winterstop hebben gedaan, geven aan dat ze nog geloven in de redding. De spelersgroep moet dezelfde overtuiging hebben. Meer concurrentie binnen de groep kan de prestaties enkel maar ten goede komen.

“Toegegeven, het is wel hard voor spelers als Nico Vaesen en Mario Verheyen, die nu naar de B-kern zijn verwezen. Het zijn collega’s waar je toch een hele tijd mee hebt getraind en je denkt wel eens na over wat je zou doen, mocht je in hun schoenen staan.”

Heb je schrik voor je eigen sportieve toekomst ? Mocht Lierse degraderen, wat gebeurt er dan met Kristof Snelders ?

Kristof Snelders : “Daar wil ik niet aan denken. Het behoud verzekeren met Lierse komt nu op de eerste plaats. Ik heb me natuurlijk al wel eens afgevraagd of ik in de tweede klasse wil gaan spelen, maar dat hangt van zo veel dingen af. Na dit seizoen lig ik nog één jaar onder contract, maar wat wil het bestuur ? Maar bon, zoals gezegd, ik praat daar liever niet over.”

Dan praten we wel over Kjetil Rekdal. Wat veranderde er onder de nieuwe trainer ?

“Heel wat. We spelen bijvoorbeeld in een ander systeem, met twee flankaanvallers en één diepe spits. Daardoor speel ik nu meer van de rechterkant en niet langer centraal voorin. Dat ligt me wel, denk ik, ook vroeger speelde ik al op die positie. De filosofie van Rekdal is ook anders. Hij vraagt dat de spitsen heel snel druk gaan zetten op de verdediging van de tegenstander. Een goeie aanpak, want zo zit je direct in de wedstrijd en geef je de tegenstander duidelijk te kennen dat je je huid duur zal verkopen.”

Past die nieuwe aanpak beter bij de kwaliteiten van Lierse ?

“Dat zou ik niet durven zeggen. Het is wel een concept dat past bij een team dat onderaan staat en moet knokken voor de punten. Onder René Trost gingen we uit van de eigen sterkte, probeerden we goed te voetballen en van achteruit op te bouwen, maar dat werd wel eens afgestraft. Dat kunnen we ons nu niet meer veroorloven.”

Ook de trainingsintensiteit zou hoger liggen dan onder Trost ?

“Dat is inderdaad zo, maar dat gaat samen met het nieuwe systeem. Dat vereist gewoon een uitstekende conditie. In de heenronde zag je dat we in de tweede helft fysiek tekortschoten, dat mag nu niet meer gebeuren”

Rekdal wil dat zijn spelers niet weten wat hij denkt ? Is dat ook zo ?

“Ja, hij kiest er duidelijk voor om boven de groep te staan. Met Trost was dat helemaal anders, hij praatte heel veel met zijn spelers. Wat dat betreft komen we van het ene uiterste in het andere terecht. Rekdal hoor je bijvoorbeeld enkel als er elf tegen elf wordt gespeeld. Bij gewone oefenvormen of kleine wedstrijden geeft hij geen commentaar. Maar dat stoort me niet. Ik zou niet weten waarom de ene aanpak beter is dan de andere.”

Stoort het je bijvoorbeeld wel dat Rekdal heel nadrukkelijk aangeeft dat Lierse voor hem een tussendoortje is ?

“Nee, helemaal niet. Hij is bij Lierse begonnen om de club in eerste te houden en zo zichzelf te bewijzen. Laat ons hopen dat het lukt, dan winnen de beide partijen. Een concreet reddingsplan hebben we niet uitgestippeld, we bekijken wedstrijd per wedstrijd waar we staan. Maar willen we ons redden, dan moeten we komende zaterdag wel een goede beurt maken tegen Charleroi.”

Het lijkt haast alsof je er nog echt in gelooft.

“Dat is ook zo. In de heenronde zat zowat alles tegen, misschien gebeurt in de terugronde wel compleet het omgekeerde. Ik geloof er zeker nog in, ( nadrukkelijk) ab-so-luut ! En maak daar zo’n ‘absoluut’ van met streepjes tussen de lettergrepen en ‘nadukkelijk’ tussen haakjes ernaast, oké ? ( lacht)”

JAN-PIETER DE VLIEGER