Na eerder in beeld te zijn geweest bij PSV en Ajax, zit Bart Goor eindelijk in Nederland. Bij Feyenoord, waar hij de ambitie van trainer Ruud Gullit deelt : landskampioen worden. ‘Ajax is te pakken.’

De 31-jarige aanvoerder van de Rode Duivels heeft in zijn carrière veel meegemaakt, maar zelfs Bart Goor (56 interlands) keek zijn ogen uit tijdens de eerste training van Feyenoord. “Ruim vierduizend toeschouwers bij een training ! Dat zie je nergens anders. Bij Anderlecht stonden er ook veel mensen te kijken, maar daar bouwen ze geen noodtribunes rond het veld. In Berlijn viel de publieke belangstelling zelfs tegen bij de trainingen, er waren bij wijze van spreken meer journalisten dan supporters. De entourage bij Feyenoord zegt veel over hoe groot de club is. Het trainingsveld naast het stadion, de aandacht van de supporters, de vele aanmoedigingen : voor een ploeg in opbouw is dat echt een welkom steuntje in de rug. Voor onze eerste oefenwedstrijd stonden er ook veel supporters langs de lijn. Ik vind dat prettig.”

Juist die sfeer heeft hij zo lang gemist bij Hertha BSC, dat hem in de zomer van 2001 overnam van Anderlecht. Goor beleefde een goede periode in de Duitse hoofdstad, waar ze hem Marathon Man noemden, vanwege zijn rushes op de linkerflank. “Ik heb twee goede jaren gehad bij Hertha, maar vorig seizoen was een ramp, sportief én persoonlijk. Het elftal draaide niet en zelf brak ik vorig jaar mijn kuitbeen. Dat gebeurde op de training. Ik draaide weg en mijn concurrent, de Hongaar Pal Dardai, kwam van achteren in gegleden. Een brute overtreding, die zeker niet thuishoort op een training, al vermoed ik geen opzet. Gelukkig was het een mooie breuk, maar het kostte me wel negen weken.”

Zijn eerste wedstrijd speelde hij vervolgens met de nationale ploeg tegen Turkije. “Het ging fantastisch en het weekeinde daarna stond ik bij Hertha weer in de basis. We verloren met 3-0 en de week daarna stond ik ernaast. De laatste wedstrijden heb ik niet eens meer mogen invallen. Dat was het moment waarop ik besloot dat het voor mij niet meer hoefde in Berlijn. Ik wilde weg en Hertha deed daar niet moeilijk over. Ze noemden een prijs en gingen op zoek naar een vervanger. Dat heeft nog een tijd geduurd. Zelf was ik al vier weken rond met Feyenoord, voordat Hertha Gilberto da Silva haalde.”

Goor twijfelde niet toen Feyenoordtrainer Ruud Gullit hem benaderde. “Geen seconde”, zegt hij. “Feyenoord is een prachtige topclub, met een mooie historie. Bekend in heel Europa. Ik heb altijd wel in Nederland willen spelen. Twee keer eerder was ik er dichtbij. PSV wilde me twee jaar geleden hebben, maar op het moment dat die club zich officieel meldde bij Anderlecht, had ik net mijn handtekening gezet in Berlijn. Na Euro 2000 werd mijn naam in verband gebracht met Ajax, maar concreet is die belangstelling nooit geworden. Het heeft ook geen zin daar op terug te kijken. Ik ben nu heel blij dat het Feyenoord is geworden. Deze club straalt ambitie uit en ook dat is iets dat ik de laatste jaren heb gemist. Ik heb met Feyenoord veel te winnen : het kampioenschap, de beker en natuurlijk de landstitel. De kans dat ik in Nederland zo’n prijs pak, is groter dan in Duitsland. Daar zijn toch altijd een stuk of zes ploegen in de race, in Nederland heb je eigenlijk alleen Ajax, PSV en Feyenoord.”

Ruud Gullit is ook een reden geweest om voor Feyenoord te kiezen, bekent Goor. “Ik vind het prachtig om met zo’n grote voetballer samen te werken. Als je ziet wat hij als speler allemaal heeft meegemaakt en gewonnen, dan weet ik zeker dat ik heel veel van hem kan opsteken. Vooral over de details in het topvoetbal kan hij me veel leren. Die bagage draagt niet iedere trainer bij zich, maar Gullit wel, omdat hij al zo lang in de top werkt. Dat merkte ik al in de eerste week. Gullit komt rustig over, is heel relaxed. Hij laat de ploeg zijn gangetje gaan, rekent op zelfdiscipline, maar op het juiste moment grijpt hij in. Aan dat soort dingen kun je zien dat hij zelf op hoog niveau heeft gevoetbald.”

De overgang van de Bundesliga naar de Nederlandse competitie vindt hij niet een te grote stap terug. “Qua puur voetbal ga ik erop vooruit. In Duitsland is iedere wedstrijd een gevecht, in Nederland en ook België zit er meer rust in het spel. Daardoor kom je veel meer aan voetballen toe. Kijk maar naar het voetbal in de Bundesliga. Daar wordt vaak de lange bal gespeeld, omdat tegenstanders elkaar vastzetten. Daardoor ontbreekt de ruimte om te voetballen. Werder Bremen en VfB Stuttgart uitgezonderd, zijn er weinig goed voetballende ploegen in de Bundesliga. Die tendens is doorgetrokken naar het nationale elftal. Dat speelde op het EK in de geest van de competitie : een beetje fantasieloos, met veel gebruik van de lange bal. Die speelwijze maakt de Bundesliga qua spanning wel erg aantrekkelijk. In Nederland verliest de koploper niet vaak van de nummer laatst op de ranglijst, in Duitsland kan dat iedere week gebeuren. Dat heeft dan ook weer zijn charme, maar ik was een beetje het plezier kwijtgeraakt.”

Zeker na het afgelopen seizoen, waarin de miljoenenploeg uit Berlijn zelfs tegen degradatie moest vechten. Goor : “Toch is het goed dat ik het heb meegemaakt. Je leert van zo’n jaar. Het is fascinerend om te zien dat je met zo’n goede ploeg – want we hadden echt een goed elftal – toch tegen degradatie kan komen te spelen. Dat heeft ook weer te maken met mentaliteit. Zo’n proces speelt zich vooral af in de hoofden van spelers. Je vervalt van het ene in het andere probleem. Als de resultaten slecht zijn, neemt de druk toe. Spelers gaan zich verstoppen, iedereen gaat anders reageren en het wordt almaar slechter. Juist in zo’n periode moet je als trainer je eigen lijn blijven volgen. Dus niet ineens het roer omgooien en drie keer gaan trainen, of verplicht stellen dat spelers elke dag op de club moeten verschijnen. Dan ga je juist de mist in. Aan de andere kant snap ik het wel. Iedereen is nerveus, de pers schrijft negatief, dus je wilt alles doen om het te veranderen. Daarom verwijt ik Huub Stevens niets. Hij heeft alles geprobeerd om de ploeg op de rails te krijgen, maar het had geen zin. Het was helemaal uit zijn handen geglipt, het was over.”

Die ervaring neemt hij mee naar Rotterdam. Goor kan zich vinden in de ambities van Gullit, die de lat hoog legt en eist dat Feyenoord de strijd aangaat met Ajax en PSV. “We kunnen dit seizoen kampioen worden”, zegt Goor. “Waarom niet ? Ik ben gekomen om mee te doen voor die titel, om Ajax van de troon te stoten. Ajax is een technisch uitgebalanceerd elftal, met heel veel talent. Feyenoord moet het iets meer hebben van de collectiviteit. Je kunt het vergelijken met Nederland en België. Ajax is Nederland, een technisch vaardig elftal met voetballers die bij Europese topclubs spelen. Maar België is beter als ploeg. Dat zag je ook in de laatste oefenwedstrijd die wij in Eindhoven verdiend met 1-0 wonnen van Nederland. Het elftal met de beste spelers hoeft dus niet altijd te winnen. Kijk naar Griekenland op het EK en Porto in de Champions League. Daarom denk ik dat Ajax te pakken is.”

Waaruit haalt hij dat vertrouwen nog meer ? “Het geheim van presteren zit in de opbouw van een ploeg en daarmee is Feyenoord al een tijdje bezig. Ik heb dat meegemaakt bij Anderlecht. Toen ik kwam haalden we geloof ik één punt uit de eerste vijf wedstrijden. We stonden laatste, maar twee jaar later werden we met datzelfde elftal kampioen. En in de Champions League bereikten we de tweede ronde en wonnen we in Brussel van Real Madrid en AS Roma. Wat me in de spelersgroep van Feyenoord vooral opvalt, is de bereidheid iets voor elkaar over te hebben. Dát is in het hedendaagse voetbal het allerbelangrijkste. Kijk naar het EK. Figo en Cristiano Ronaldo die bij Portugal werken voor het elftal, Beckham die namens Engeland meeverdedigt. Dat was vroeger niet voor te stellen. Mentaliteit vormt tegenwoordig meer dan ooit het fundament van een elftal. De teamgeest bij Feyenoord is nu al ontzettend sterk. Daaruit kunnen wij onze winst pakken.”

door Martijn Krabbendam

‘Feyenoord straalt ambitie uit. Dat heb ik de laatste jaren gemist.’

‘De bereidheid iets voor elkaar over te hebben. Dát is in het hedendaagse voetbal het allerbelangrijkste.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content