De keuze voor Wolfsburg was de keuze van het gevoel, zegt Peter Van der Heyden. ‘Niemand kan mij van de wijs brengen. Het plaatje klopt.’ Afscheidsinterview van een gelukkig en voor één keer ook fier mens.

De titel is nog niet binnen, die moet vrijdag in Bergen worden behaald. Maar Peter Van der Heyden (29 in juli) rijdt wel al rond in een Volkswagen 4×4, mét Duitse nummerplaat, en zijn afscheidsfeest heeft de na dit seizoen naar VfL Wolfsburg vertrekkende voetballer ook al gegeven. Het eerste is een cadeautje van zijn aanstaande werkgever en voor het tweede, haast hij zich te zeggen, had hij de toestemming van Club Brugge. De ochtend gloorde al toen het feestvarken de deur van het danscafé van zijn vriendin achter zich dichttrok en voor één keer is hij dan ook blij dat Trond Sollied bijna altijd ’s namiddags traint. Na een wat uitgelopen training is het een weer frisse jongeman die zich over een Toscaanse salade én onze bandopnemer buigt.

Had dat feestje niet nog wat kunnen wachten ?

Peter Van der Heyden : “Door praktische overwegingen is het nu al doorgegaan. Voor mijn vriendin betekent de transfer naar Wolfsburg ook een stukje afscheid. Zij laat een zaak achter. Omdat ik dit al lang had beloofd, hebben we het maar samen gedaan. Zij voor haar klanten, ik voor de mensen van Brugge. Iedereen was er. Ik beschouw dat toch als een blijk van respect voor mij. Maar voor alle duidelijkheid : ik wil absoluut nog de dubbel pakken. Het is niet omdat er al Duitse elementen in mijn leven zijn gekomen, dat ik daar niet dag en nacht mee bezig ben. Er is maar één ding dat telt voor mij op dit moment : in schoonheid afscheid nemen. Dat betekent : kampioen spelen en de bekerfinale winnen. Pas dan zal ik tevreden zijn.”

Hoe waren de eerste ervaringen met je nieuwe club ?

“Relaxed. Het gaat er vrij gemoedelijk aan toe, heb ik de indruk. Wolfsburg is ook geen heel grote club met titelambities. Iedereen was vriendelijk, met veel respect ook. Meer dan hier in België, en dan bedoel ik niet Brugge, maar de entourage.”

Heb je dat gemist hier ?

“Een beetje wel. Ik doe mijn best, ik werk elke dag keihard. Dikwijls staat daar weinig respect tegenover.”

Voetballers die klagen over te weinig respect. Zucht.

“Voor veel mensen komt dat misschien raar over. Het beeld dat van voetballers bestaat, is dat ze gemakzuchtig zijn en een gemakkelijk beroep hebben. Ik zeg je dat de overgrote meerderheid er van ’s morgens tot ’s avonds mee bezig is. Met goed te spelen voor jezelf, voor het publiek, voor je club. Continu. Nooit een compliment krijgen is voor niemand plezant. Ik kan me vergissen, maar volgens mij hebben de media altijd getwijfeld aan mij. Sinds ik heb getekend voor Wolfsburg, kijken ze plots anders tegen me aan. Ik ben niet anders gaan spelen, denk ik, maar de mensen hebben precies iets van : tiens, het is hem toch gelukt. Ik weet niet goed hoe ik dat moet plaatsen. Het is raar dat je eerst moet vertrekken bij een club waar je graag bent, voor je respect krijgt.”

Je hebt het nu over het beeld van de linksachter Peter Van der Heyden die vooral aanvallend sterk is, maar niet kan verdedigen.

“Ik heb dat altijd ten stelligste ontkend. Ik doe mijn best, zowel defensief als offensief. Als het er offensief beter uitkomt, wil dat niet zeggen dat ik niet kan verdedigen. Vooral in het begin had ik het daar lastig mee. Ondertussen leerde ik het relativeren. Ik kan niet voor alle 27.000 toeschouwers even goed zijn.”

Hoe ben je in vijf jaar Club geëvolueerd als voetballer ?

“Ik heb geleerd te doseren, en ik ben positioneel verdedigend beter geworden. En dan zwijg ik nog over het leren omgaan met druk. Druk heb je nodig. Zonder druk voelen we ons niet goed. Het is een harde leerschool geweest soms, maar ik heb geleerd en dat is het belangrijkste. Waar ik nu sta, is het resultaat van vijf jaar positieve en negatieve ervaringen bij Brugge.”

En de mens Peter Van der Heyden ?

“Mijn relativeringsvermogen is veel groter geworden. De beginperiode was vooral mentaal zwaar. Het was vallen en opstaan. Ik ben dikwijls gevallen, maar telkens weer recht gekropen ook. Eigenlijk vat dat mijn hele leven een beetje samen. Mij is altijd gezegd : je moet meebuigen zoals riet.”

En niet knakken.

“Nooit opgeven. Als je één keer opgeeft, is het gedaan. Zo ben ik opgegroeid, dat je je door de moeilijke momenten heen moet boksen. Daarom ben ik fier op wat ik nu heb bereikt.”

Je bent fier op jezelf ?

“Ja, echt waar. Misschien een van de weinige momenten in mijn leven, maar ik ben het wel nu. Dit is eindelijk iets waarvan ik zeg : alle opofferingen, alle traantjes zijn niet voor niets geweest. Het is me absoluut niet in de schoot komen vallen. Dat maakt het eens zo mooi.”

Het geluk van het jongetje dat altijd twijfelde, even overwoog te stoppen met voetballen, toch doorzette en het uiteindelijk schopte tot de Belgische top, daardoor aan zelfvertrouwen won en nu door naar het buitenland te gaan wil bewijzen dat hij als mens en als voetballer helemaal op eigen benen kan staan. Zoiets ?

“Ja, klopt. Ik heb veel meegemaakt, moeilijke momenten ook, en nu heb ik iets van : laat maar eens zien wat je allemaal hebt geleerd. En dan bedoel ik niet aan Brugge of al de journalisten die mij hebben afgebroken. Ik wil dit voor mezélf tot een goed einde brengen.”

Voel je onzekerheid over wat er je te wachten staat ?

“Ik moet zeggen dat ik er vrij relaxed naartoe ga. De keren dat ik er was, heb ik me erg op mijn gemak gevoeld, ook al spreek ik de taal nog niet goed. Ik wil geen stress maken op voorhand.”

Je neemt Duitse les. Hoe staat het daarmee ?

“Goed. Ik heb thuis een pakket van zeventig Berlitz-uren en zit nu ongeveer aan veertig. Ik zeg niet dat ik het al vloeiend spreek, maar ik kon absoluut geen woord Duits. Toen ik had getekend, heb ik direct de telefoon gepakt en gezegd : ik wil Duitse lessen. Ik wil me ginder niet gaan isoleren. Ik babbel graag en ben graag open. Als ik me geïsoleerd voel, zal het niet lukken. Dus bereid ik me voor.”

Zet je met je transfer Club Brugge toch niet een beetje een neus ? In die vijf jaar gaven ze je nooit een contractverbetering.

“Eén grote kanttekening daarbij : het voorstel dat meneer D’Hooghe en meneer Degryse me op het eind deden, was een héél goed voorstel. Voordien was het inderdaad niet echt in orde, zal ik maar zeggen. Het is gewoon mijn keuze geweest om niet op dat voorstel in te gaan. En niet alleen voor het geld. Ik ben een laatbloeier : ik heb geen enkele stap overgeslagen op de voetballadder. In de ploeg gekomen bij Denderleeuw in derde klasse, promotie meegemaakt naar tweede, naar Aalst gegaan en van Aalst naar Brugge. Bij de nationale ploeg gezeten, een WK meegemaakt. Stap voor stap heb ik bereikt wat ik wou. Het buitenland moest daar nog bij. Ik wil het me over tien jaar niet beklagen dat ik dat nooit heb meegemaakt. Ik kan niet leven met spijt, dus doe ik wat nodig is om later geen spijt te hebben. Als ik faal, zal ik met opgeheven hoofd naar België terugkomen. Ik heb er geen probleem mee om gezichtsverlies te lijden. Als het niet lukt, lukt het niet. Punt. Maar dan heb ik het wel geprobeerd.”

Toen je tekende, draaide Wolfsburg mee in de kop van de Bundesliga en droeg het trainer Erik Gerets op handen. Dat is ondertussen veranderd. Toch niet aan het twijfelen gegaan ?

“Geen seconde. Ik zit op schema wat betreft mijn levenswandel, zeg maar. Waarom dus spijt hebben ? Van toen ik klein was, had ik dit voor ogen. Ik heb bereikt wat ik wilde bereiken. Ik ben gelukkig.”

Dit is onderdeel van een plan ?

“Zeker weten. De mooie en belangrijke zaken in het voetbal wilde ik allemaal bereiken. Als ik slaag in het buitenland, zal ik maar één ding niet hebben gehaald en dat is een Europees Kampioenschap. Dat vind ik wel jammer. En een Champions-Leaguefinale natuurlijk, maar ik weet wie ik ben : ik ben Zidane niet. Naar mijn kwaliteiten zal ik er alles hebben uitgehaald wat eruit te halen was.”

Als Brugge over enkele weken landskampioen is, wordt dat waarschijnlijk de laatste titel uit je carrière ?

“Dat is zo. Maar ik héb al een titel behaald, ik héb een bekerfinale gespeeld, Champions League ook… Nu, die Champions League zal ik wel missen. Want laten we eerlijk zijn : de wedstrijden in België zijn niet van een geweldig niveau. Maar ik kan ook zeggen : ik heb het al gehad. Dus, op naar het volgende.”

Je hebt wel gezegd dat je een ploeg zocht “die kans maakte om Europees te spelen”.

“Wolfsburg ! Je zult wel zien. Die ploeg is aan het groeien. Geef ze nog een paar jaar. Kijk, ik heb deze transfer gemaakt met mijn gevoel. Dat zei me : doen ! Er waren andere mogelijkheden waarbij ik niet dat gevoel had. Het was het puzzelstukje dat paste en dat daar ineens lag. Ik zal wel zien of mijn gevoel mij in de steek heeft gelaten.”

Er zijn Belgische voetballers vóór jou naar Duitse middenmoters gegaan die zich na één seizoen plotseling in de tweede Bundesliga terugvonden. Met Wolfsburg kan het ook net zo goed degradatie als Europees voetbal worden.

“Ik heb de indruk dat Wolfsburg de financiële slagkracht heeft om er iets moois van te maken. Verder is het een probleem voor later. Normaal ben ik een twijfelaar en een denker, maar nu heb ik eens niet gedacht en naar mijn gevoel geluisterd. Waarom voel je je goed bij de ene vrouw en niet bij de andere ? Ik weet het niet.”

Is Wolfsburg hoog genoeg gemikt ?

“Ik kan ook wachten op Bayern, maar ik weet niet of ik daar wel zal spelen ( grijnst). Kijk, als ik een glazen bol heb, stippel ik heel mijn leven uit en is alles perfect. Maar ik heb er geen, hé ! Niemand kan mij van de wijs brengen. Ik sta hier voor tweehonderd procent achter.”

Stel dat Gerets vertrekt, wat dan ?

“Ik zou liever hebben dat hij er nog is, zeker het eerste jaar. Maar ik weet ook wel dat de kans bestaat dat het niet zo is. Daar heeft hij me van in het begin ook altijd voor gewaarschuwd. Dus stel ik me daar al voor een groot stuk op in. Ik zal voorbereid zijn als hij er niet meer is. Maar ik heb getekend, dus moet ik verder. Eventueel met een andere trainer die mij niet heeft gekozen, maar die ook zoveel andere spelers van Wolfsburg niet heeft gekozen.”

Vijf jaar Club Brugge, vijf jaar ook met Trond Sollied…

“… en met Timmy ( Simons, nvdr). Hij kwam van Lommel, ik van Aalst. Altijd samen op de kamer gelegen op afzondering. Wij zijn twee gelijken, behalve dat hij ook de kapitein is van Brugge en van de nationale ploeg.”

En ondertussen ook een beter contract heeft bij Club en jij niet.

“Ja. Daar hebben ze nu wel dik spijt van, maar het is mijn probleem niet meer. Er zijn genoeg kansen geweest. Ik ben ook geen twintig jaar meer, hé, ik hang niet meer aan een koordje.”

Welke stempel heeft Sollied gedrukt op je carrière ?

“Hij heeft mij gemaakt. Voor mij is hij een toptrainer. Altijd heel rustig. Ook heel ambetant omdat hij tot en met vit op details. Ik heb ongelooflijk veel van hem geleerd. Hij heeft mij ook altijd vertrouwen gegeven. Daar heb ik veel respect voor, want ik denk niet dat het gemakkelijk is voor een trainer om het vertrouwen te behouden in een speler.”

Je hebt maar één trainer gekend bij Brugge, een speciale trainer bovendien. Zal je onder een andere trainer ook kunnen functioneren ?

“Als ik me één vraag stel, is het inderdaad : hoe anders speelt Wolfsburg dan zoals ik vijf jaar heb gespeeld bij Brugge ? Sollied heeft rare denkpatronen, die er ondertussen bij mij ingebakken zitten, maar ik weet dat het elders anders zal zijn. Ik zal me dus moeten aanpassen. Ik hoop dat ze mij daarvoor de tijd geven, want ik ga niet naar ginder om op de bank te zitten. Als linksachter is het ook belangrijk hoe de andere jongens zich bewegen en dat weet ik nog niet. In ieder geval verwachten ze bij Wolfsburg hetzelfde van mij als hier bij Brugge : verdedigen en proberen er aanvallend uit te komen. Dat is mijn handelsmerk geworden. Mijn troefkaart.”

Zal je die troefkaart nog zo gemakkelijk kunnen trekken ?

“Nee, omdat ik vanaf nul herbegin. In Brugge heb ik mij kunnen opwerken. Kan ik in Wolfsburg in de groep zeggen : ‘Als ik ga, moet jij blijven’ ? Nee toch. Alles heeft zijn tijd nodig. Ik vind dat ook niet erg.”

In de Belgische competitie kon jij je offensief uitleven, want je stond vrijwel nooit onder druk. In Duitsland zal dat anders zijn, waardoor je je waarschijnlijk meer als verdediger zal moeten bewijzen.

“Dat weet ik, maar het schrikt mij niet af. Ik ben erop voorbereid. Trouwens, verdedigers komen er ginder ook geregeld uit, hoor. Kijk, alles zal totaal anders zijn. Dat maakt de uitdaging op alle vlakken ook zo mooi. Ik heb dat nodig. Vijf jaar bij dezelfde club is eigenlijk al te lang voor mij. Ik heb geregeld een schop onder mijn gat nodig. In België voetballen wij altijd tegen een muur. Dat werkt demotiverend, maar een mens went aan alles. Daarom moet ik op tijd eens wakker geschud worden.”

Concentratie is wel eens je probleem, wordt gezegd.

“Ik kan daar inkomen. Ik ben geen verdediger die de bal wegkeilt, ik zoek voetballende oplossingen. Als zo’n beweging dan mislukt, steken ze dat nogal gauw op de concentratie. Terwijl het gewoon een mislukte beweging is.”

Van concentratie gesproken : je moeder zei vorig jaar in dit blad dat je ooit ergens een week te vroeg opdaagde voor een wedstrijd, eens in Nederland stond zonder je schoenen en zelfs eens in een verkeerd dorp met dezelfde naam. Wat zegt dat over jou ?

“( Glimlacht.) Dat ik soms afwezig ben, zeker ? Maar op de momenten dat ik écht geconcentreerd moet zijn, ben ik het.”

En die gele kaart tegen San Marino, waardoor je geschorst bent op 4 juni tegen Servië ?

“Dat had niks met concentratie te maken. Na opzoekwerk is ondertussen gebleken dat ik mijn eerste kaart thuis tegen Servië pakte in de negentigste minuut ! Nu nog herinner ik me daar helemaal niks van. Had ik dat moeten weten ? Ja en neen. Ik kan het ook over een andere boeg gooien : ben ik niet belangrijk genoeg dat ze mij zeggen : ‘Pas op, Peter, je staat al met één kaart en we hebben je nodig de volgende match’ ? Dat is niet gebeurd. Absoluut niet. Daarom was ik zo pissed off.”

Terug naar ‘het plan’ : wat is de volgende stap ?

“Slagen in het buitenland. Daar heb ik nu zoveel energie voor nodig, dat ik efkes niet verder kijk. Ik kon naar Italië, maar daar heb ik nee tegen gezegd. De Italiaanse mentaliteit staat mij niet aan. En voor de zon alleen ga je niet naar een competitie : ik ben een voetballer, hé. Het plaatje klopt op dit moment. En mijn levensfilosofie is : over wat niet is, denk ik niet na.”

Zal je vrienden achterlaten in Brugge ?

“Ik heb veel mensen graag. Ik kan er zeker tien, vijftien opnoemen met wie ik eens op restaurant zou willen. Echt waar. Het ligt niet in mijn aard om iemand graag te hebben en de rest links te laten liggen. Natuurlijk, Timmy ligt mij wat nauwer aan het hart dan anderen. We spreken elkaar ook aan met ‘broer’.”

Wat was het hoogtepunt in vijf jaar Brugge ?

“De overwinning op AC Milan. Gemiste kansen ? Ik was heel teleurgesteld dat we vorig jaar de tweede ronde van de Champions League niet haalden. Anderzijds weet ik ook wel dat Brugge de ploeg niet heeft om de finale van de Uefabeker te spelen. Dus moet je het ook niet jammer vinden dat je dat niet gehaald hebt.”

Heeft Sollied er uitgehaald wat erin zat ?

“Die vraag is me onlangs nog gesteld. Ik heb geantwoord dat je het van twee kanten kunt bekijken. Draai het eens om : wie weet, heeft Sollied er niet méér uitgehaald dan erin zat ? Ik denk dat hij er heeft uitgehaald wat erin zat, niet meer, maar ook niet minder. Wat we met deze groep hebben behaald, is mooi. Uiteindelijk zal Brugge in België toch altijd het kleine broertje blijven. Ik heb altijd de indruk gehad dat Anderlecht als de ploeg van het land wordt beschouwd. Het is eerst Anderlecht, dan Brugge. Nooit omgekeerd.”

Zou Brugge dit seizoen een terechte kampioen zijn ?

“Ja, daar twijfel ik niet aan.”

Hoe groot zou jouw bijdrage zijn aan het succes ? Je wordt beschouwd als een van de belangrijkste pionnen in het systeem van Sollied.

“In zijn systeem zijn de full backs, zoals hij ze noemt, véél belangrijker dan de meeste mensen denken. Als wij er niet kunnen uitkomen, draait de ploeg niet. Ik zit aan drie doelpunten en negen assists ( voor vorig weekend, nvdr). Dat is nu al meer dan vorig seizoen. Dus hoe groot is mijn aandeel ? Vrij groot, denk ik, maar ik zeg niet dat ik onvervangbaar ben. Volgend jaar speelt Michael ( Klukowski, nvdr) op mijn plaats. Na één maand al zal hij omschreven worden als de betere versie van Van der Heyden. Dat wéét ik. Ik kwam van Aalst om Borkelmans te vervangen. Een monument ! Ik speelde en in de tribune riepen ze ‘ Borkel !’ Dat zal Michael niet overkomen. Ik denk dat ik de minst aangemoedigde speler ben bij Club.”

Niet populair ?

“Ik denk het niet. Misschien omdat ik naar Brugse normen te veel mijn gedacht zeg. De mensen hier kunnen dat niet echt appreciëren, denk ik. Zij zeggen dat mijn naam niet goed in de mond ligt, maar ik zeg : waar een wil is, is een weg. Het is niet prettig dat ik nooit word aangemoedigd, maar goed, daar ben ik over. Ik heb gebouwd op de plek waar Club Brugge vroeger speelde, in een verkaveling op De Klokke. Misschien woon ik wel op de middenstip ( glimlacht). Straks, als ik terugkeer uit het buitenland, wordt het bijna zeker weer Oost-Vlaanderen. Aalst of zo. Maar dat zien we dan wel.”

Jan Hauspie

‘Het is niet prettig dat ik nooit word aangemoedigd, maar goed, daar ben ik over.’

‘Als ik faal, zal ik met opgeheven hoofd naar België terugkomen.’

‘Draai het eens om : wie weet, heeft Sollied er niet méér uitgehaald dan erin zat ?’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content