De lijdensweg in Brugge is ten einde. Tjörven De Brul speelt nu bij AA Gent, dicht bij huis. Zijn contract is aangepast, zijn ambities ook. ‘Maar het belangrijkste is dat ik in een club speel waar ik weer gewaardeerd word.’

Hoe gaat het ? Meer heeft Tjörven De Brul niet nodig om meteen lekker in het interview te zitten. Hij glimlacht. De aanpassing is groot. “Alleen al de aanpassing aan de aanpak van de trainer”, lacht hij. “Tenslotte kom ik van een regime waarin er slechts één regel geldt, de regel dat er geen regels zijn. Hier moet je op tijd komen, de juiste kledij dragen, je kousen optrekken, je gsm afzetten. Flagrante inbreuken op het intern reglement worden hier bovendien beboet. Na drie jaar Trond Sollied moet je toch weer een beetje opletten, hoor. De overgang van een regime mét regels naar een regime zónder is alleszins gemakkelijker dan andersom ( lacht). Maar het feit dat de technische staf hier zelf ook altijd op tijd komt, helpt wel een beetje, moet ik zeggen ( grijnst).”

Ben je al beboet geweest ?

Tjörven De Brul : “Neen ( lacht).”

Verkies je gedragsregels ?

“Ja, eigenlijk wel. Met een professionele groep kan je perfect zonder, maar ik denk dat regels doorgaans toch helpen om een groep beter te laten functioneren.”

Heerst daar bij de routiniers in Brugge nog altijd een latent ongenoegen over ?

“Ja, dat denk ik wel. Wie ben ik om kritiek te geven op de aanpak van Sollied, maar als speler van een groep heb ik toch liever dat iedereen zich naar die groep schikt. Anders kom je misschien in een situatie terecht waarin ieder zijn eigen ding gaat doen. Daarom hoeft dat nog niet tot mindere prestaties te leiden, maar toch : mij ligt dat minder. Maar moet je dan ingaan tegen de keuze van de trainer om dingen te veranderen ? Ik weet het niet.”

In het tweede seizoen van Trond Sollied is er na de thuisnederlaag tegen Lokeren een sluimerend ongenoegen bij de routiniers naar buiten gekomen, ook bij jou.

“Ja. Het ging niet enkel over die match. Het begin was de uitschakeling door Lyon, waarna we in december verloren van Standard, Moeskroen en Anderlecht. Dan wil je ergens een signaal geven, met de bedoeling eens te overleggen of er niet wat meer euh… zekerheid ( grinnikt) ingebouwd zou kunnen worden. Waarna de pers meteen met de woorden van de spelers naar de trainer loopt en die gretig tegen elkaar uitspeelt. Ik heb mij toen wel geviseerd gevoeld door de trainer, want ik was diegene die het ’s anderendaags voor de groep moest uitleggen. Nadien heb ik nog twee keer meegedaan om dan weer op de bank terecht te komen. We hebben toen een gesprek gehad waarin ik duidelijk gevoeld heb dat hij de voorkeur gaf aan Birger Maertens. Vorig seizoen speelde ik welgeteld één competitiewedstrijd. Plus één helft thuis tegen Lommel voor de beker. We komen 0-2 achter, ik maak de 1-2, de goal van de hoop, maar bij de rust pakt hij mij er weer af. Tja. Dat was dus het einde van mijn carrière in Brugge.”

Wat verwijt Trond Sollied je concreet ?

“Een gebrek aan concentratie vooral. Maar je kunt je de vraag stellen bij wie de fout ligt.”

Niet bij jezelf ?

“Gedeeltelijk waarschijnlijk wel. Maar als het op training altijd hetzelfde is, gaat de concentratie misschien verslappen. Maar als verdediger moet je natuurlijk wel supergeconcentreerd zijn, want het minste foutje is fataal. Dat is dus mijn doodsteek geweest. Ik heb een trainer nodig die mij, die de groép scherp houdt. Erik Gerets was daar ideaal voor. Ik voel dat nu ook bij Jan Olde Riekerink. Hij is ook iemand die op training kort op de man speelt en daar voel ik mij beter bij. Ook al is het voor een inmiddels toch al dertigjarige als ik soms lastig om tijdens de training op je fouten gewezen te worden, het houdt je wakker, alert, bij de zaak.”

Ben je ook zo opgevoed, streng, van moeten altijd ?

“Ja, en als dat dan ineens wegvalt ( schiet in een lach). Ik heb dat altijd al gehad, van bij de jeugd al : dan trok ik soms ook al op met de mensen die het iets gemakkelijker opnamen. Nog altijd ben ik iemand die als het bijvoorbeeld op training makkelijker wordt voorgesteld, mij daar ook naar gaat schikken.”

In het eerste seizoen onder Trond Sollied zei je in dit blad : ‘De voorbije maand leerde ik al meer over positiespel dan in mijn hele carrière. Sollied heeft een enorme visie op voetbal en kan het zeer goed overbrengen. Voor elke situatie heeft hij binnen zijn globaal systeem een scenario, zowel in defensief als in offensief opzicht, en tijdens de training geeft hij doorlopend instructies. Het is onwaarschijnlijk op hoeveel dingen wij op zo’n korte tijd al doorgedreven getraind hebben. Het is een zegen om zo’n trainer tijdens je loopbaan tegen te komen, zeker voor een verdediger.’ Wat neem je van die woorden terug ?

“Ik blijf bij mijn standpunt. Sollied is de eerste trainer van wie ik merk dat hij een totaalvisie heeft. Hij is er ook van overtuigd dat zijn visie de beste is, dus is er aan zijn manier van werken niets te veranderen. Dat is Sollied.”

Stelt hij geen te hoge eisen aan zijn centrale verdedigers ?

“Hij is zelf altijd centrale verdediger geweest, dus in zijn ogen zullen het waarschijnlijk wel realistische eisen zijn. Maar feit is dat hij vooral bezig is met kansen creëren en doelpunten maken. Dat is ook wat er op zijn papiertje staat, hé ( lacht) : aantal kleine kansen, aantal grote kansen, aantal doelpunten… Misschien legt hij wel iets te veel nadruk op het aanvallende aspect, maar ik vind dat ook het verdedigende werk de hele ploeg aanbelangt.”

Voel je je door hem geslachtofferd ?

“Ik weet het niet. Het eerste jaar heb ik perfect met hem kunnen samenwerken. Ik was vice-aanvoerder, ik moest zelfs de opwarming geven. Er werd leiderschap van mij verwacht, verantwoordelijkheid. Ik voelde mij belangrijk. Het ging uitstekend, ook al heb ik toen in de krant aangehaald dat we veel op herhaling werkten. Ik zei niet dat het slecht was en dat ik er een probleem mee had, neen, alleen dat het monotoon is. Toen ik mijn woorden in de krant las, ben ik naar de trainer geweest om dat duidelijk te stellen. Hij vond het allemaal geen probleem. Het tweede seizoen roept hij mij dan uit tot beste verdediger van België. Maar na die fout die ik tegen Genk maak, is het dus bergaf gegaan.”

Denk je dat hij je uiteindelijk afgevoerd heeft uit rancune of omdat hij vindt dat je mentaal niet sterk genoeg bent voor de top ?

“Ik kan mij daar niet over uitspreken. Ik heb fouten gemaakt, dat geef ik grif toe, maar ik ben er wel heel zwaar voor gestraft geworden, vind ik. Ik vraag mij af of die straf zo doorgedrukt moest worden. Volgens mij niet.”

Heb je in Brugge een afscheidsdrink gegeven ?

“Euhm… neen.”

Laat je er vrienden achter ?

Peter ( Van der Heyden) en Timmy ( Simons). Koen Schockaert ook. Dany Verlinden, Rune Lange, Olivier De Cock en nog vele anderen.”

Is alles inmiddels verwerkt ?

“Neen, zeker niet wat er de laatste maanden is gebeurd. Dat kan ook niet. Als je negen jaar voor een club speelt en het gaat acht seizoenen uitstekend, maar het negende is een dikke ramp, dan veeg je dat niet zomaar weg. Ik heb veel vragen waar ik waarschijnlijk nooit een antwoord op ga krijgen. Tenzij ik iemand een pistool tegen de slaap hou misschien ( lacht).”

Trond Sollied.

“Daar zal ik niet op ingaan ( lacht).”

Om welke vragen gaat het ?

“De manier waarop alles gebeurd is, is nog niet verteerd.”

Er is jou niet eens een contractvoorstel gedaan ?

“Neen.”

Telkens er een speler bij Club transfervrij vertrekt, spreekt Antoine Vanhove er schande van, terwijl er jou niet eens een nieuw contractvoorstel is gedaan ?

“Dat is heel raar, ja. Ik had de indruk dat alles parallel liep met de contractbesprekingen die er met nieuwe spelers werden gevoerd. Maar nu zijn we op een punt gekomen waarop ik dit interview bewust wil beëindigen. Sorry.”

Waarom ?

“Omdat ik dingen meegemaakt heb waarvan je zegt : hoe is het in godsnaam mogelijk ? ! Maar daar zwijg ik beter over, denk ik.”

Waar het om gaat, is : waarom wil een trainer dat er weer een nieuwe centrale verdediger gekocht wordt in plaats van Tjörven De Brul weer op niveau te brengen ?

“Het spijt me, maar laat ons alstublieft hier ophouden.”

Graag nog even, Tjörven. Er viel met jou, transfervrije speler, toch wel te praten over een contractverlenging ?

“Zeker. Ik had trouwens een heel goeie band met Vanhove. Hij heeft mij destijds van Brugge naar Lokeren gehaald en zag het echt wel in mij zitten. Het vertrouwen was trouwens wederzijds, want ik heb in twee keer mijn contract verlengd zonder manager. Hij zei : ‘Je bent een echte clubspeler.’ En ik : ‘Ik voel me goed bij Club Brugge, ik zit niet te azen op een dikke transfer of een buitenlands avontuur, ik wil hier best een carrière maken zoals een boegbeeld als Dany Verlinden. Ik wil mij gerust engageren voor deze club.’ Maar nu was het opeens : we verlengen het contract niet.”

Heb je veel geld verdiend bij Club Brugge ?

“Ik heb er goed mijn boterham verdiend, omdat de ploeg telkens meedeed voor de titel, maar ik ben er absoluut nooit een grote verdiener geweest. Ik heb mij altijd geschikt naar de wetten van de club. En de club zegt : je begint aan dát contract, dan dát, dan… Je mag geen stap overslaan. Is míj toch altijd voorgehouden. Maar ze hebben mij nu wel bij mijn pietje gehad, hé ( lacht).”

Je sprak met Lokeren.

“Ja, Paul Put wou mij graag.”

Weet je nog wat Roger Lambrecht over jou zei ?

“Een oud volgevreten beest, zo formuleerde hij het, geloof ik. Moet ik daar commentaar op geven ? Het is de moeite niet, vind ik.”

Hoe stel je het bij AA Gent ?

“Het is Club Brugge niet natuurlijk, maar ik stel het er heel goed.”

Veel moeten inleveren ?

“Ik mag niet klagen. Het belangrijkste is trouwens dat ik in een club speel waar mensen mij weer meer gaan waarderen. Op het einde van de maand je geld tellen is mooi, maar een doelpunt maken geeft je meer voldoening. Toen ik in de voorbereiding op AZ de 0-1 maakte, gaf mij dat een heerlijk gevoel. Zo lang geleden, dan heb je iets van : het zit er weer in, ik kan het nog ( schiet in een lach) !”

Wie gaat je op de vijfde speeldag stoppen als het in Brugge corner is voor Gent ?

“( Glimlacht.) Philippe Clement misschien. Maar ik ga over die wedstrijd verder niks zeggen.”

Wat met je ambities ?

“Die zijn bijgesteld natuurlijk.”

Nog eens landskampioen worden, nog eens Champions League spelen, nog eens international worden : is het definitief voorbij ?

“Dat is nu alleszins even niet aan de orde. Mijn enige doel is mij gewoon weer goed te voelen in het voetbal. Ik wil matchen spelen. Zonder matchen gaat een voetballer ten onder. Je moet het gevoel hebben dat er op je wordt gerekend, zelfs al ben je invaller. Als je werkelijk opzij wordt geschoven, doet dat pijn. Op het eind van het seizoen maken we de rekening, dan zal ik kunnen zeggen : ik heb mij goed gevoeld, of het kon beter, of ik heb weer de vorm van de tijd in Brugge.”

Hoe kan je in Gent op je top presteren als er nog van alles op je lever ligt uit de tijd van Brugge ?

“Ik laat het niet aan mij komen.”

Er wordt leiderschap van je verwacht. Ligt jou dat ?

“Als nieuweling is het niet vanzelfsprekend meteen te commanderen. Dat moet groeien. Ik heb het wel in mij, denk ik. Misschien dat het hier tot iets moois kan openbloeien.”

Minder concurrentie, minder druk : zal het je goed doen ?

“Misschien wel. Ook daarom ben ik content dat er hier een trainer is die kort op de man speelt, die reglementen invoert en die laat respecteren. Anders zou ik het misschien weer te gemakkelijk gaan opnemen.”

Bijvoorbeeld ?

“Wel euh… die bepaalde meter niet lopen. Vandaag nog merkte ik het weer op training. Je verliest een wedstrijdje met 4-0 en dan is er opeens die klik : ik moet agressiever zijn, naar de bal gaan, bewegen, de bal vragen, altijd meedoen aan het spel, waarna je voelt dat de ploeg zich herpakt.”

‘Het vaderschap, denk ik, zou mij goed doen’, zei je vorig seizoen in dit blad, ‘om bepaalde dingen in het voetbal te relativeren.’

“Ik zei dat in een periode dat het mij echt tot hiér zat, ik bedoelde eigenlijk : ik kan mij maar beter met mijn vrouw bezighouden. Ik word dus niet toevallig vader in oktober ( lacht).”

Proficiat. Heb je nóg het gevoel : ze hebben mijn carrière gebroken ?

“Neen. Waar ik mee zit, is dat het helemaal anders gelopen kon zijn. Maar oké, je moet verder. En als je ziet hoeveel werkloze voetballers er rondlopen, mag je achteraf content zijn dat je zo dicht bij huis een club hebt gevonden ( Tjörven De Brul woont in Gent, nvdr).”

Al zeven jaar lang geef je twee, drie uur per week les in Torhout. Waarom ben je het altijd blijven doen ?

“Om de omschakeling na mijn carrière makkelijk te maken. De dag dat het voetbal ophoudt, ben ik er klaar voor. Als je vijftien jaar lang met je kopke alleen maar in het voetbal gezeten hebt, ben je dat allesbehalve.”

Je bent een uitzondering.

“In principe mag het dan ook niet, want je bent profvoetballer. Het is trouwens begonnen dankzij Antoine Vanhove, op vraag van de directeur van de hogeschool in Torhout. De man is Clubsupporter en zijn zoontje speelt bij de jeugd van Brugge. Hij had gelezen dat ik licentiaat LO ben en wou graag dat ik in de opleiding regentaat LO het vak voetbal gaf. Bij Gent mag ik het blijven doen. De trainer weet dat ik een dag per week vrij mag hebben.”

Ben je een strenge leraar ?

“Streng en niet streng. Ik heb het gemak dat iedereen naar mij opkijkt, maar je strengheid moet je afwegen aan het niveau van de groep, vind ik. Ik leg wel veel nadruk op motivatie. Wie niet gemotiveerd is, moet niet naar mijn les komen. Als het toch maar is om wat grapjes te maken, wat onnozel te doen of het beest uit te hangen, kan je dat beter thuis of op café doen.”

door Christian Vandenabeele

‘Veel van mijn vragen zullen wellicht nooit beantwoord worden, tenzij ik iemand een pistool tegen de slaap houd.’

‘Je geld tellen is mooi, maar een doelpunt maken geeft mij meer voldoening.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content