Bosko Balaban voelt zich goed in zijn vel, in zijn hoofd en bij Club Brugge. Maar het kan nóg beter. ‘Ik bereik nog maar 80 procent van mijn mogelijkheden.’

Tijdens de nababbel gaat het over de zaak- Aruna. De oplossing van Bosko Balaban biedt het voordeel van de eenvoud. “Hij is de beste voetballer van de Belgische eerste klasse. Het is simpel : wanneer je een speler van een dergelijk formaat hebt en hij is niet tevreden, dan pas je zijn contract aan.”

Zelf heeft Bosko Balaban het gevoel dat hij bij Club Brugge gebeiteld zit. “Ik heb geruchten opgevangen over buitenlandse clubs die belangstelling voor me zouden hebben. Dat is dwaze praat, ik hecht er geen enkel belang aan. Ik ben in Brugge en ik ben voor de volle honderd procent in Brugge. Ik ben hier met al mijn gedachten en gevoelens en ambities. Al die randfenomenen verdienen niet zoveel aandacht. Het enige wat telt, is het veld. Op een bepaald ogenblik was het veld uit mijn leven en mijn loopbaan verdwenen. Maar ik heb het teruggevonden en ik voel me gelukkig.”

Je komt van ver terug. Je belandde in januari bij Club maar je debuut dateert pas van deze zomer. Hoe moeilijk was het om die periode te overbruggen ?

Bosko Balaban : “Zeer moeilijk, dat is het enige antwoord dat ik kan geven. Ik had me vooraf goed geïnformeerd over Club Brugge. Ik wist dat het voor mij de ideale club was om me opnieuw te lanceren. Bij Aston Villa had ik een deficit in speeltijd opgelopen. Het gevoel om met een bal aan de voet op een veld te staan was ik in Engeland verloren. Het was mijn ambitie om dat gevoel in Brugge terug te krijgen, om die achterstand goed te maken, om in een lastige competitie als de Belgische een prijs te pakken, om mijn plaats in de Kroatische nationale ploeg te heroveren met het oog op het EK in Portugal. Geen enkele van die doelstellingen heb ik kunnen verwezenlijken als gevolg van een blessure.”

Die je al in Engeland had opgelopen, wordt er beweerd.

“Dat is onzin. Mijn blessure werd veroorzaakt door een contact met Hans Cornelis op training. Ligamenten geraakt, een half seizoen verloren. Dat is het leven, hè. Het was geen gemakkelijke periode, ik heb me bij momenten behoorlijk gefrustreerd gevoeld. Ik kon niet aan de verwachtingen beantwoorden. Niet aan mijn eigen verwachtingen en niet aan die van een club, die me tenslotte toch in Engeland uit de vergeethoek heeft weggehaald. Gelukkig heb ik de moed niet laten zaken. Ik ben nogal het type van de vechter. Ook in de zomer ben ik goed blijven doorwerken, met vrienden van een amateurclub in Rijeka. Toen de trainingen in Brugge herbegonnen, voelde ik me goed. Fysiek goed en goed in het hoofd.”

Hoe goed is goed ?

“Ik schat dat ik momenteel zo’n 75 à 80 procent uit mijn mogelijkheden haal. Ik word nog progressiemarge gewaar, het groeien naar die ideale vorm gebeurt onvermijdelijk met horten en stoten. Ik moet ook nog groeien in mijn rol in de ploeg. Het systeem van Club Brugge is veeleisend voor aanvallers. Afhaken, naar de flanken uitzwermen, de eerste verdedigingslinie optrekken, dat hoort er hier allemaal bij. Het is werken geblazen. Van een aanvaller van Club Brugge wordt verwacht dat hij meer doet dan alleen maar scoren. Dat is anders dan ik gewend ben. Des te beter, zo kan ik me als voetballer verbeteren. Ik leer hier veel bij. Daar kan ik alleen maar blij mee zijn. Want doelpunten maken, dat kan iedereen.”

Het seizoen is nog vers. Toch staat er in de balans van Club Brugge al een grote ontgoocheling genoteerd : de uitschakeling voor de Champions League.

“Dat klopt. Als je dan die Groep F van de Champions League bekijkt, de groep waarin we terechtgekomen zouden zijn : dat doet pijn. Van wedstrijden tegen Celtic Glasgow, Barcelona en AC Milan droomt elke voetballer. Ik keek ongelooflijk naar die Champions League uit. Dat is het ideale uitstalraam. Het is the place to be van het Europese voetbal. Doodjammer dat we het moeten missen. Ook voor de club. Goed, we moeten ons nu maar fixeren op de Uefacup. Over de loting moeten we niet mopperen. Met Châteauroux treffen we een Franse tweedeklasser. Als we daar niet voorbij raken, heeft het zelfs geen zin om ook maar Europese ambities te hébben.”

Anderlecht plaatste zich wel voor de Champions League. Geeft dat geen kwaliteitsverschil tussen Anderlecht en Club Brugge aan ?

“Wel, daar zal de nationale competitie het antwoord op brengen, niet ? Het is duidelijk dat Anderlecht en Club Brugge om de landstitel zullen strijden. Zelf ben ik ervan overtuigd dat Club Brugge kampioen wordt. In vergelijking met Anderlecht beschikken we over een bredere spelerskern. De spelers van Club zijn ook meer complementair dan bij Anderlecht. Dit gezegd zijnde, Anderlecht heeft zijn kwalificatie voor de Champions League helemaal verdiend met modern voetbal.”

De realistische aanpak zie je zelden bij Club Brugge terug. Terwijl Anderlecht beredeneerd kan voetballen en op de counter durft te mikken, kruipt er geregeld een dosis offensieve naïviteit in het spel van Club.

“Daar ben ik het niet mee eens. Kijk, we hebben onze kansen op de kwalificatie in onze uitwedstrijd tegen Shakhtar Donetsk verspeeld. Donetsk is een goede ploeg, maar die 4-1 van de heenwedstrijd weerspiegelt zeker niet het verschil in kwaliteit tussen de twee ploegen. Als we met een 2-1 uit Oekraïne waren teruggekeerd, ben ik er zeker van dat we doorgaan.”

Dat bedoelen we net. In plaats van 2-1 werd het 4-1.

“Oké, maar dat is niet het gevolg van een naïeve tactiek, zoals jij suggereert. Iedereen heeft kunnen zien dat er in Donetsk individuele fouten begaan werden.”

Trond Sollied zweert bij een 4-3-3. Bevalt dat systeem je ?

“Toch wel. Ik heb nog nooit gewerkt onder een coach die zoveel op automatismen werkt als Trond Sollied. Hij heeft zijn systeem en hij houdt zich daaraan. Wat is daar mis mee ? In Engeland zie je bijna niets anders dan 4-4-2 : geen enkele ploeg past daar de veldbezetting aan omdat ze eens tegen een nederlaag is aangebotst. Ik denk dat een 4-3-3 het beste systeem is voor een Belgische ploeg die op de landstitel jaagt. Het is een tactiek die offensief voetbal garandeert. Een ploeg als Club Brugge krijgt doorlopend te maken met tegenstanders die een muur optrekken. Als je die muur wil slopen, moet je aanvallen. Voor mij is het nieuw. In Kroatië speelde ik in een 4-4-2 of een 3-5-2 en in Engeland werd ik gebruikt als diepe spits. Maar bij Brugge spelen ze nu al vijf jaar met 4-3-3. Dat kun je er ook aan zien : de spelers vinden elkaar blindelings. Natuurlijk vraagt die tactiek een zekere aanpassing van mij. Dat lijkt me louter een kwestie van tijd. Het voordeel is alvast dat het gevaar niet van één aanvaller komt.”

Het Brugse publiek keert zich wel stilaan tegen Sollied.

“Brugge heeft fantastische supporters. In de wedstrijd tegen Lierse werden ze ongeduldig omdat dat verlossende doelpunt uitbleef. Uiteindelijk hebben we gewonnen en dat telt. Stress en druk horen nu eenmaal bij een club met ambities. Een ploeg met ambitie heeft automatisch veeleisende supporters.”

door Pierre Bilic

‘Als een speler niet tevreden is, moet de club zijn contract aanpassen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content