Een basisplaats heeft Wesley Sonck bij Club niet meer, maar het gevecht om die terug te winnen, heeft hij nog niet opgegeven.

Na het interview klampt het bejaarde echtpaar aan het tafeltje verder Wesley Sonck aan. “Wesley, wij bewonderen je. Elke week kijken we uit of je er bij Club bij bent.” Sonck (31) lacht: “Ik ook.”

In zijn geboortestad en woonplaats Ninove kent hij iedereen en kent iedereen hem. Toevallig draagt hij ook een training met de groen-zwarte stadskleuren, tevens de kleuren van de plaatselijke voetbalclub VK Ninove, waar hij zijn voetballoopbaan begon en waar hij nog wel eens gaat kijken. “Omdat mijn broer daar speelt.” Bij de Oost-Vlaamse eersteprovincialer kreeg Kevin Sonck voor volgend seizoen geen nieuw contract. Dat ligt Wesley op de maag. Want met het geld dat door zijn buitenlandse transfers terugvloeide naar de opleidingsvergoeding werd de club een aantal jaren geleden schuldenvrij. “Niemand heeft me daar ooit voor bedankt. Als ik ga kijken, betaal ik net als iedereen zes euro.” Intussen heeft Kevin met reeksgenoot Eendracht Appelterre al een nieuwe club. Zover is Wesley nog niet. Club Brugge deed hem wel een nieuw voorstel, maar de spits aarzelt.

Wesley Sonck: “Ik heb er lang op moeten wachten, op dat voorstel. Langer dan ik gedacht had.”

Wat vond je ervan?

“Het zag er goed uit, wat ik logisch vond na mijn vorig seizoen. In de 40 matchen die ik speelde, scoorde ik 22 goals. Voor Club was ik heel belangrijk, samen met Stijnen. Maar ik heb bepaalde voorwaarden, en aan die voorwaarden is nog niet voldaan. Dat vind ik heel jammer. Iedereen mag weten dat ik graag bij Club ben en daar heel graag wil blijven, maar zoals het er nu uitziet, is dat bijna onmogelijk. Omdat het maar om een contract voor één jaar gaat, plus een optie voor nog een seizoen. Ik voel me goed in Brugge, maar als ik niet meer zekerheid krijg, moet ik misschien iets anders zoeken, terwijl ik het misschien niet wil. Ik had gedacht om tot het einde van mijn carrière bij Club te blijven, als ik het niveau in de toekomst kan aanhouden. Dat ik geen contract voor twee jaar kreeg, vind ik spijtig, omdat Club toch zou moeten weten wat het aan mij heeft, zelfs in deze situatie. Van alle aanvallers heb ik misschien het minste gespeeld, maar heb ik het beste rendement.

“Misschien komen we er nog uit.”

Wat zou jij aan Wesley Sonck voorstellen, als jij Luc Devroe was?

“Ik zou rekening houden met ervaring en statistieken. Veel mensen hadden twijfels toen ik bij Club tekende. Het eerste jaar had ik blessurepech, vorig jaar was ik topfit en had ik een superseizoen. Dat vind ik persoonlijk toch. Club heeft er niets mee gehaald. Dit jaar hebben we een betere ploeg, met nieuwe, goeie spelers, al loopt het sinds de jaarwisseling minder.”

Je had beter dit jaar een superseizoen gehad.

“De eerste wedstrijd stond ik tot mijn verbazing al niet in de ploeg. Keuze van de trainer. Daar moet je je soms bij neerleggen, maar dat heb ik nog niet gedaan. Ik heb nog altijd mijn kwaliteiten.”

Waar is het verkeerd gelopen?

“Dat weet ik niet, dat moet je aan de trainer vragen. Als trainer zou ik ook een visie hebben op hoe ik wil spelen. Dat zal bij hem ook het geval zijn.”

Heeft hij je uitleg gegeven waarom je niet speelde?

“Ja. Zijn uitleg houdt ook steek, maar als ik het anders zie dan hij, ben ik met die uitleg niets. Ik vind het wel goed zoals hij zijn keuzes toelicht. Hij is heel open tegenover de spelers, daar moet ik hem wel een compliment voor geven.”

Hij heeft Club toch veranderd.

“Dat is zo. Wat ook veranderd is, is dat er vier goeie spelers zijn gekomen die Club beter maken. Wat ik niet snap, is dat spelers die vorig jaar zo beslissend waren voor Club, zoals Akpala en ik, nauwelijks nog spelen. Ik dacht dat wij, samen met die nieuwkomers, nog beter zouden doen. Hoefkens, Kouemaha, Perisic en Donk zijn stuk voor stuk aanwinsten, maar we staan wél een straat achter op Anderlecht. Qua efficiëntie vind ik ons dit jaar niet beter, qua voetbal wel.

“Pas op: bepaalde dingen die Koster bijgebracht heeft, vind ik goed. Sommige tactische keuzes. Lef ook, om risico te nemen als je achter staat of gelijk staat. Knap vond ik ook dat hij zijn 4-3-3 omzette in 4-4-2 omdat die 4-3-3 heel slecht was.”

Omdat jullie niet de geschikte buitenspelers hebben?

“Wie heeft die wel in België, op Anderlecht na?”

Dus is Koster een goeie trainer?

“Ja, wat is dat, een goeie of een slechte trainer?”

Wat is voor jou een goeie trainer?

“Iemand die prijzen haalt en die mij persoonlijk beter maakt. Een goeie trainer kan ook een trainer zijn die niet bij een topclub werkt. Leekens bijvoorbeeld maakt altijd iets van zijn ploegen, dat moet wel een goeie trainer zijn. Die moet een manier van werken hebben die overal aanslaat.”

Straks hangt Kortrijk aan de lijn …

“Hela, ik heb nog ambitie, ik voetbal nog aan de top. Ik speel nog bij de nationale ploeg, hé. Voor Advocaat ben ik wél nog goed genoeg. Dat geeft me een goed gevoel, omdat ik weet dat ik dat niveau nog aankan. Anders zou Advocaat me toch niet selecteren? Maar ik vind het wel raar dat ik als international niet speel bij mijn club.”

Zelfkritiek

Kan je je voorstellen dat je de komende jaren ergens gaat uitbollen?

“Nee, dat zit niet in mij. Ik ben een winnaar op training. Het is al beter dan vroeger, maar ik kan nog altijd niet tegen mijn verlies. Er komt misschien een moment dat ik niet goed genoeg meer zal zijn voor de top, maar zover is het nog niet. Kijk naar Bart Goor: niet goed genoeg meer voor Anderlecht, maar die bloeit bij Germinal Beerschot weer open.

“Men zegt: als je 17 bent en je kunt het, moet je op het veld staan. Dat is zo. Maar ik vind: als je 37 bent en je kunt het, moet je ook op het veld staan.”

Doe jij aan zelfkritiek?

“Natuurlijk. Wat ik beter had kunnen doen, is altijd de eerste vraag die ik mezelf stel. Als ik er niet uit kom, vraag ik het aan iemand anders. Op Sint-Truiden bijvoorbeeld vond ik mezelf archi-slecht.”

Als je kritisch bent voor jezelf, waarom ben je dan na de voorbereiding naast de ploeg gevallen?

“Daar heb ik geen verklaring voor gevonden. Ik heb dat nooit begrepen. Ik heb me er daarna terug in gevochten. Daarna was ik tien dagen geblesseerd, vervolgens zat ik weer op de bank. Maar dat ik niet startte na zo’n goed seizoen, dat snapte ik niet.”

Je voorbereiding was wel barslecht.

“Iederéén bij Club had een barslechte voorbereiding. Mijn voorbereiding op vorig seizoen was ook niet goed, maar toen de competitie begon, stond ik er wel. In de voorbereiding speelde Zulte Waregem ons op een hoopje, maar de eerste vijf maanden waren we waarschijnlijk wel de best voetballende ploeg in competitie. Waar dient een voorbereiding voor? Om conditie en matchritme op te doen.”

Je valt er dan naast: wat doe je dan? Uitleg vragen of op de bank zitten en je mond houden?

“Dat laatste. Dat zou ik vroeger niet gedaan hebben. Dat is ouder worden. Ik heb in Duitsland zo veel meegemaakt dat niemand me nog kan kwetsen. In twee en een half jaar had ik daar vier trainers en kwamen en gingen er meer dan 30 spelers. Het verhaal van wat verkeerd liep, is bekend. Ik moest een conversatie onder zes ogen in het Duits voortzetten tegen de Nederlandse trainer opdat zijn assistent die twee dagen in dienst was mee zou kunnen volgen. Maar mijn Duits was niet goed genoeg om te zeggen wat me op dat moment stoorde.’Als je nu niet verder gaat in het Duits, is onze conversatie gedaan’, zei hij. Ik heb vier maanden niets meer tegen hem gezegd, maar ik heb wel elke dag mijn best gedaan op training.”

Nu maak je je niet meer druk als je niet speelt?

“Nee. Veel mensen vinden het raar dat ik zo stil blijf als ik niet speel. Die vragen zich waarschijnlijk af: wat is er met Wesley gebeurd? Lastig als ik niet mag spelen ben ik alleen nog de dag van de match zelf.

“Tegen Standard moet ik na zes weken zonder één speelminuut ineens in de ploeg omdat het niet draait en na drie minuten ligt de bal al in het mandje. Dat doe je niet als je er niet alles aan doet om top te zijn. Voor ik inviel, had ik al een gevoel dat ik zou scoren. Ik wou het nog efkens laten zien, maar super vond ik mezelf niet. Als je ineens moet spelen op dat niveau, zit je na een kwartier buiten adem. Want je wil alles forceren. Plots mocht ik ook tegen Valencia spelen, wat ik niet verwacht had.”

Twee van de vier nieuwe spelers die je als aanwinsten omschrijft, Kouemaha en Perisic, spelen op jouw posities.

“Bij de nationale ploeg speelde ik het laatste jaar als diepste spits. Als je goeie aanvoer krijgt van de buitenkant of van het middenveld, maakt het niet uit waar je staat. Maar ik speel liever met twee spitsen, omdat ik in dat systeem opgegroeid ben en daarmee de beste resultaten heb behaald.”

Wat heeft Kouemaha meer dan jij?

“Hij is sterker, maar technisch is hij niet beter. Het voetbal wordt fysieker, dan is het met zo’n lichaam makkelijker om iemand opzij te zetten. Kouemaha, dat is een boom die daar staat. Wat hij moet doen, doet hij ook heel goed. Hij heeft dat afgedwongen, door te scoren en door in de wedstrijden waarin hij niet scoort toch bepalend te zijn. Hij verdient ook om te spelen.”

Waar zou jij dan moeten staan?

“Achter of naast hem.”

Maar achter hem kiest Koster voor een middenvelder, Perisic.

“Of Dirar. Perisic is geen spits, dat is een nummer tien, die kan infiltreren. Maar waarom zou ik daar niet bij kunnen staan?”

Je zegt dat je graag wil blijven. Wat heb je met Club?

“Een goed gevoel. Ik kan met iedereen goed opschieten. Precies omdat ik me bij Club goed voel, wilde ik niet weg tijdens de winterstop. Waarom weggaan als je je ergens goed voelt?”

Omdat je weinig speelt, bijvoorbeeld.

“Vluchten om te vluchten, dat is niet goed. Ik ben blij dat ik het niet gedaan heb.”

Wat doe je straks?

“Ik bekijk het gewoon, ik ben vrij, iedereen mag met mij praten.”

Die onzekerheid gaat niet op je prestaties wegen?

“Integendeel! Elke minuut die ik mag spelen, wil ik nog eens laten zien dat ze hier op mij kunnen rekenen.”

Lukaku

Je bent aan het bouwen in Ninove. Duidt dat erop dat je niet meer naar het buitenland wil?

“Dat heeft er niets mee te maken. We bouwen omdat we zot worden met drie kinderen in een klein appartement.”

Heb je aanbiedingen op dit moment?

“Eén aanbieding is er geweest. Binnen- of buitenland, dat zeg ik niet. Vorig jaar hebben er ik-weet-niet-hoeveel ploegen gebeld voor mij, maar ik wou gewoon bij Club blijven. Ik heb daar ook nog geen seconde spijt van gehad.”

Zijn er keuzes in je carrière waar je wel spijt van hebt?

“Ja. Ik had nooit mogen weggaan bij Ajax. Daar had ik geduldiger moeten zijn, ook al speelde ik niet altijd. Ik ga niet zeggen dat ik kon wat anderen daar konden. Als je mijn naam naast die van Sneijder, Van der Vaart, Ibrahimovic zet, ken ik mijn plaats. Maar ik had toen geen geduld, en het project van Dick Advocaat bij Mönchengladbach beviel me. Alleen is hij snel opgestapt. Dick was gewoon rechtuit, geen gezever. Een heel goeie mens, maar hij kan hard zijn op het veld. Dat heb ik graag. Iedereen denkt dat ik hard ben voor anderen, maar ik ben misschien nog harder voor mezelf.”

Mensen schrokken bijvoorbeeld van wat je over Lukaku zei.

“Maar dat was uit zijn context getrokken. De vraag was: ‘Heb je nog tips voor Lukaku?’ Dus zei ik: ‘Hij zou, als hij van zijn kracht nog meer gebruik zou maken, op internationaal niveau …’ Ach, wat een kinderachtig gedoe allemaal! Ik vraag me soms af: waarom doen journalisten dat? Is dat om wat onrust te stoken, om te doen alsof ik die gast niet graag heb? Wat Lukaku presteert op die leeftijd is ongelofelijk. Dat heb ik hem ook gezegd. ‘Als je zo verder doet, ga je een grote carrière tegemoet.’ Ook op training straalde hij kracht en snelheid uit. Ik heb daar bewondering voor. Op zijn leeftijd speelde ik nog bij de scholieren van Molenbeek, maar die gast sjot er al veertien binnen in eerste klasse en Europees!”

Zal jij alles uit je carrière gehaald hebben?

“Tot nu toe heb ik er meer uitgehaald dan ik dacht dat erin zat, maar was ik bij Ajax geduldiger geweest, had het nog mooier kunnen zijn. Het geheim is dat je in jezelf moet geloven. Natuurlijk krijg je onderweg duwtjes. Ik kan zo vijf trainers opnoemen die belangrijk waren tijdens mijn carrière, te beginnen met Daniel Renders die me liet debuteren bij RWDM. Van mensen die in mij geloofden, heb ik het vertrouwen nooit beschaamd.”

Heb jij dat nodig?

“Iedereen heeft vertrouwen nodig. Hoe beter je je voelt, hoe beter je presteert. Woede of frustratie is geen goeie stimulator. Dat kan één keer werken, maar niet op termijn.”

Waarom zou Koster jou dat vertrouwen niet geven, als hij denkt dat hij daarmee zijn elftal beter maakt?

“Dat moet je hem zelf vragen.”

In principe stelt een trainer toch zijn beste spelers op?

“Niet altijd. Hij moet het beste team vormen, dat bestaat niet altijd uit de beste spelers van een club.”

Hoe lang ga jij door?

“Ik wou dat ik kon spelen zoals Marc Degryse – die altijd een voorbeeld is geweest voor mij – tot zijn 37e deed, een beetje teruggetrokken met een vrije rol. Als je ouder wordt, zie je veel dingen sneller. Je snelheid bot af, maar wat telt, is je balcontrole. Je mag zo snel zijn als je wil, als je eerste controle niet goed is, brengt je snelheid je niets bij.”

Tien miljoen euro

Heeft tien jaar topvoetbal jou veranderd?

“Nee. Ik ga nooit verloochenen waar ik vandaan kom. Ik ben opgegroeid in een café. Of de rijkste dan wel de armste burger van Ninove me aanspreekt, voor mij is iedereen gelijk.”

Mooie socialistische gedachte. Ben je nog van plan om ooit opnieuw in de politiek te gaan?

“Nee. Dat was een vergissing. Ik heb dat gedaan om iemand een plezier te doen.”

Wat heb je daaruit geleerd?

“Dat ik dat niet meer moet doen. Maar ja, ik kwam net piepen van de schoolbanken.”

Wat zou je nog eens willen meemaken in je carrière?

“Eigenlijk heb ik, voor iemand van mijn niveau, alles meegemaakt. Toen ik naar Brugge kwam, was dat om weer aan de top te spelen en Europees te voetballen. Europees voetballen, daar krijg ik niet genoeg van. Valencia was te sterk, die Spanjaarden zijn echt niet normaal. Dat is topvoetbal, mooi om naar te kijken. In Spanje of Engeland voetballen had ik wel eens gewild. Er waren momenten in mijn carrière dat ik dat zeker had aangekund. Niet bij de absolute topploegen, maar daaronder.”

Heb je aanbiedingen uit die landen gehad?

“Jawel, maar nooit concreet genoeg. Toen ik bij Genk zat, zag Betis Sevilla wel iets in mij, maar Genk vroeg toen tien miljoen euro.”

En nu …

“… ben ik gratis.”

Ze moeten jou nog wel betalen.

“Ja. Maar dat moet niet superveel zijn.”

door geert foutré

Op Lukaku’s leeftijd speelde ik nog bij de scholieren van Molenbeek. Iedereen denkt dat ik hard ben voor anderen, maar ik ben misschien nog harder voor mezelf.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content