Toen Jürgen Baatzsch als sponsor van Union begon, flirtte de club met degradatie naar bevordering. Tegenwoordig is de Duitser meerderheidsaandeelhouder en vormen de Brusselaars de revelatie in play-off 2. Een ontmoeting met de voorzitter.
De zon schijnt over het Dudenpark en ook Jürgen Baatzsch straalt. De voorzitter van Union is een gelukkig man, enkele dagen eerder heeft zijn ploeg in play-off 2 de maat genomen van KV Mechelen (3-0). ‘Onze spelers waren zeer gemotiveerd om zich te tonen’, zegt hij. ‘Het is een voordeel dat wij niet de ambitie hebben om play-off 2 te winnen. Elk positief resultaat is meegenomen voor ons. Het doel dit seizoen was het behoud en als je ziet dat rode lantaarn Lommel nu alles begint te winnen, dan is het een opluchting dat we geen play-downs moeten spelen.’
U bent voorzitter van Union sinds 2015. Hoe bent u dat geworden?
JÜRGEN BAATZSCH: ‘Eind 2012 werd ik uitgenodigd door een bankier met wie ik dagelijks zaken doe op de beurs. Hij is supporter van Union en had me al vaak voorgesteld om eens naar een match van Union te komen kijken. Ik zei altijd dat het me niet interesseerde, maar uiteindelijk heb ik toch toegezegd en ontdekte ik de sfeer op Union. Het beviel me en ik besloot daarop om sponsor te worden. Nadien vroeg men mij om toe te treden tot het bestuur. Daar stelde ik vast dat er heel wat moest veranderen, zeker qua personeel, en dat kon ik alleen maar doen als ik meerderheidsaandeelhouder werd.’
U bent Duitser en woont al lange tijd in België. Hoe verklaart u dat er zo veel buitenlanders in Belgische clubs investeren?
BAATZSCH: ‘Niet lang geleden stond België nog aan de kop van de FIFA-ranking. De Rode Duivels zijn wat mij betreft in staat om een WK te winnen. En er is de geografisch gunstige ligging. Bovendien is het hier gemakkelijker om te investeren dan in Duitsland of Frankrijk. Ben je in België eigenaar van een eersteklasseclub, dan kun je met relatief beperkte middelen de Europa League halen. In Frankrijk zou je dat 30 tot 50 miljoen euro kosten.’
Als u morgen vertrekt, overleeft Union dan?
BAATZSCH: ‘Ik denk het wel. We voerden onlangs nog een kapitaalsverhoging door. De eigen middelen zijn positief. Weet je, er geld aan overhouden is alleen mogelijk vanaf eerste klasse. Dan kun je spelers duurder verkopen. De tv-rechten zijn nu al beter: voor play-off 2 krijgen we 200.000 euro boven op de 500.000 van bij het begin van het seizoen.’
Dus is 1A op termijn de ambitie?
BAATZSCH: ‘Ja. Maar dan zou ik graag een bijkomende investeerder hebben, want je moet realistisch zijn: naar 1A gaan vereist serieuze versterkingen met salarissen die twee, drie keer zo hoog liggen als nu. Een te mijden voorbeeld is Patro Eisden, dat één jaar voor ons naar tweede klasse steeg. Ze hadden een te laag budget, 700.000 euro, konden goeie spelers niet betalen en verloren dus veel. Je kunt natuurlijk eens geluk hebben, of een goeie trainer, of gunstige omstandigheden waardoor je resultaten boekt, maar dat werkt niet op de lange termijn. Om naar 1A te stijgen moet je een solide basis hebben en zelfs dan kun je in de problemen komen. Kijk naar Dortmund dat even op de laatste plaats in de Bundesliga verzeilde. Dat is voetbal.’
THUIS EN OP HOTEL
Met Anderlecht zit er al een Brusselse club in 1A. Is er plaats voor twee?
BAATZSCH: ‘Natuurlijk. Anderlecht heeft, volgens wat ik gehoord heb, voornamelijk supporters uit Vlaanderen. Brussel heeft genoeg inwoners voor twee of drie profclubs. En wanneer we binnenkort een stadion hebben dat aan de normen voldoet…’
Ja, hoe zit het daarmee? Union speelt nu al bijna een jaar in het Koning Boudewijnstadion en de werken aan het Mariënstadion zijn nog altijd niet begonnen.
BAATZSCH: ‘Blijkbaar hebben we meer vergunningen nodig dan voorzien. Het belangrijkste is dat het budget er is en de aannemer gekozen is. De rest is een kwestie van tijd. We hopen dat Union tegen 1 november in het vernieuwde Mariënstadion kan spelen voor de 120e verjaardag van de club. Maar de bond wil niet dat er tijdens het seizoen van thuishaven veranderd wordt, dus zullen we de volledige competitie 2017/18 nog afwerken op de Heizel. Uiteraard zou het gunstig zijn om zo snel mogelijk weer thuis te zijn, daar hebben we meer toeschouwers en minder kosten.’
Spelen in het Koning Boudewijnstadion, is dat duur?
BAATZSCH: ‘De stad Brussel heeft een vriendenprijsje gemaakt en daar ben ik dankbaar om. We kunnen er ook meer toeschouwers ontvangen, tegen Standard hopen we op 10.000 man. Dat is dan weer een voordeel. Ik wil vooral aan de licentievoorwaarden voldoen. Nadien keren we wel terug naar het Dudenpark.’
Marc Grosjean, jullie coach, zei dat het een handicap was om op de Heizel te spelen.
BAATZSCH: ‘Stel je voor dat je een gezellig huis hebt, maar dat je verbouwingen doet en op hotel moet gaan… Dat is net hetzelfde. We hebben getoond dat we ook buiten ons historische stadion resultaten kunnen neerzetten, al hadden we daar zeker enkele punten meer gehaald.’
Die enorme lege tribunes die je op tv ziet, dat is toch niet fijn voor het imago?
BAATZSCH: ‘Dat klopt, en dat bemoeilijkt ook het verwerven van een fanbasis. Op Facebook is het aantal volgers verdriedubbeld en het werk is nog niet af. Ik heb Union uit de prullenmand gevist en nu de club weer opgeblonken is, komen de mensen kijken. Dat is niet iets wat je van de ene dag op de andere doet. Zelfs Red Bull Leipzig is met 3000 toeschouwers begonnen en nu hebben ze er 40.000.’
Tegen KV Mechelen hadden jullie ook maar 3000 toeschouwers. Een ontgoocheling?
BAATZSCH: ‘Eerlijk gezegd: ja. Maar goed, de supporters gaan niet graag naar daar. Ik weet niet waarom, maar ze schijnen iets tegen het Boudewijnstadion te hebben. Wij zijn een club uit Sint-Gillis en we zijn er nog niet echt in geslaagd om fans aan te trekken van andere delen van Brussel. Dat vraagt wat tijd. Met de nodige resultaten en versterkingen komen die wel.’
OP HET NIVEAU VAN 1A
Wat vindt u van de huidige formule van 1B?
BAATZSCH: ‘Het niveau is voortreffelijk. Er is druk om te winnen, want één overwinning kan alles veranderen. Ik zie soms fantastische goals en ik denk dat de ploegen van 1B het niveau hebben van de staartploegen in 1A. Mijn idee is dat het wel beter zou zijn om naar twee reeksen van 12 clubs te gaan. Of als ze aan 16 ploegen in 1A willen vasthouden, naar een verhouding 16-10 of 16-12. Hoe wil je anders supporters aantrekken? De mensen willen weleens andere ploegen aan het werk zien, niet vier keer per jaar dezelfde.’
Wat is jullie doel volgend seizoen? Opnieuw play-off 2 halen?
BAATZSCH: ‘Ik denk het wel, ja. Of als we erin slagen om nog een grote sponsor aan te trekken, waarom dan niet hoger mikken? Als we kunnen promoveren, zullen we dat niet laten, ook al wordt het dan een zware strijd. Maar dat is sport.’
DOOR JULES MONNIER – FOTO’S BELGAIMAGE
‘Brussel heeft genoeg inwoners voor twee of drie profclubs.’ JÜRGEN BAATZSCH
