Na tien jaar Anderlecht koos Olivier Doll voor Lokeren. ‘Streep eronder’, mijdt hij de polemiek. ‘Ik wil alleen goeie herinneringen overhouden aan Anderlecht.

Met een Franstalige krant geniet Olivier Doll (31) in een hoekje van de middagpauze. Voorlopig nog een beetje alleen : aan het ene tafeltje kaarten de IJslanders na, aan een ander troepen de Afrikanen samen. Een paar jongens doden de tijd met tv-kijken.

Zijn oude bekenden, ex-ploegmaats bij Anderlecht, liggen in de lappenmand. Filip DeWilde brak een voetbeentje op de eerste training, Zvonko Milojevic revalideert van een knieletsel en Sven Van der Jeugt, ook ex-Anderlecht, verkaste naar Gent. En dus is het nog wat aanpassen. “De groep is nog niet compleet, er ontbreken wat Afrikanen. De nieuwelingen zijn Brazilianen, maar mijn Portugees laat voorlopig wat te wensen over. ( Grijnst) Ik denk dat Filip zal moeten bijspringen. Fysiek voel ik me goed. Ik hoop dat ik een seizoen kan volmaken zonder veel blessures.”

Zijn grootste zorg op dit moment is waar hij moet wonen. Zij huis in het Luikse is geen optie. “Dan moet ik over Antwerpen rijden en zoiets doe je beter niet.” Om sneller in Brussel te geraken, huurde hij tien jaar lang een appartement in Waterloo, maar dat is ook niet te doen. “Ik heb in juni eens geprobeerd om ’s ochtends naar Lokeren te rijden. Ruim anderhalf uur deed ik er altijd over. Dat is dus onbegonnen werk. In de komende dagen, en zeker voor september, moet ik een oplossing vinden. Gent is een uitwijkmogelijkheid, maar daar ken ik niemand. Misschien dat we iets aan zee huren, dat is ook maar zeventig kilometer.”

Zijn naam werd de voorbije weken gekoppeld aan een reeks ploegen : Brussels, Bergen, Keulen, Japan zelfs. “Al die aanbiedingen waren concreet, maar soms anders ingevuld, qua duur, qua eisen. De keuze ging in eerste instantie tussen iets uitproberen in het buitenland, of mijn carrière voortzetten in België. Toen het buitenland te vaag bleef, heb ik gekozen voor België en vervolgens voor een club die in mijn ogen de beste mogelijkheden bood. Lokeren is volgens de informatie die ik kreeg een gezonde club die niet te veel zotheden doet en waar de mensen op tijd worden betaald. Ik heb me op dat vlak geïnformeerd, ja, dat lijkt me normaal. Dat, plus de gezonde mentaliteit in de groep en het contract voor drie jaar dat ik kreeg, gaf de doorslag. In principe vertrek je hier een beetje minder in het onbekende dan bij een nieuwkomer als Brussels.”

Tien jaar draaide hij mee op Anderlecht en in de top van eerste klasse, hem maak je niks meer wijs. “Wat bij een club als Lokeren van enorm belang is, is de start. Na vijf, zes wedstrijden zullen we al weten in welke richting we moeten kijken. Lukt de start, dan zal er enthousiasme en vertrouwen zijn. Mislukt hij, dan zal het een seizoen van knokken worden. Vertrouwen is iets wat snel komt, maar wat ook weer snel verdwijnt.”

De voorzitter legt de lat hoog en droomt al van een plaats in de topdrie. Doll nuanceert : “In mijn ogen heeft Lokeren de kwaliteiten om mee te draaien achter de topdrie, -vier. Afhankelijk van een goed of een normaal seizoen, zie ik deze ploeg tussen plaats vijf en elf eindigen. Je mag ambities hebben, maar je moet er ook over waken dat je geen onmogelijk in te lossen verwachtingen creëert bij de mensen. In één wedstrijd kunnen we tegen iedereen stunten, maar om dat een seizoen lang vol te houden, daarvoor is de kern kwalitatief misschien net niet goed genoeg. Wat ze van mij verwachten ? Dat vraag je beter aan de trainer. Wat ervaring, agressiviteit, duelkracht – mijn kwaliteiten kortom.”

Lierse haalde vorig jaar twee spelers weg bij Anderlecht in een poging om de groep op te waarderen. Dat lukte van geen kanten, Bertrand Crasson en Gilles De Bilde oogstten er alleen kritiek. Hoe zal Doll daarmee omgaan ? “Als je van Anderlecht komt, heb je een naam en verwacht men dingen van je. Wanneer het niet goed gaat, zijn zulke jongens vaak als eersten kop van Jut. Met die kritiek zal ik kunnen leven. Zaak is om voor jezelf uit te maken of de kritiek terecht is. Is dat niet zo, dan mag je hem naast je neerleggen. Mensen moeten ook inzien dat het niet is omdat je van Anderlecht of Brugge komt, dat je bij een andere club direct alle problemen zal kunnen wegnemen. Een topspits of een topspelverdeler kan misschien de zaak naar zich toetrekken, maar een andere voetballer niet.

“Lierse mocht van Bertrand geen mirakels verwachten en Lokeren mag dat van mij evenmin. De kritiek op Bertrand was in de tweede ronde veel minder, omdat men ging inzien dat er misschien wel wat te veel van hem werd verwacht. Bertrand nam daar ook wat afstand van. Hij wist goed genoeg dat de problemen van Lierse niet bij hem of bij Gilles lagen en dat het makkelijker was voor sommigen die nog een rekening te vereffenen hadden, om het daar te zoeken, dan op zoek te gaan naar de echte oorzaken.”

Doll zegt zijn verantwoordelijkheid te zullen opnemen. Als hij zelf slecht is, mag de supporter of de waarnemer hem dat zeggen. “Daar kan ik tegen. Maar als Lokeren zijn start zou missen, is dat niet alleen mijn fout. Uit onze onderlinge duels weet ik dat Lokeren het de laatste jaren Anderlecht niet te moeilijk maakte. Ik ga proberen dat te veranderen, maar op mijn eentje kan ik dat niet.”

Hij hoopt alleen dat het lichaam meewil. “Als mijn spieren wat volgen, ben ik een goede verdediger, denk ik. Op dat vlak kan mijn transfer een voordeel vormen, hier zal ik iets minder belast worden. Je kan de trainingen hier misschien iets makkelijker doseren en wat wegvalt, zijn de midweekwedstrijden. Lokeren speelt geen Europees en zal een andere cadans hebben qua trainingen. Anderzijds geloof ik niet dat ik me kan inhouden op training. Om goed te spelen, moet ik aan honderd procent kunnen trainen.”

Hij ontkent dat zijn lichaam niet bestand is tegen topsport. “Wat ik in de zomer moet doen, is bezig blijven. Als ik twee, drie weken niks doe, is het een catastrofe bij de hervatting. Daarom ben ik vaak gaan lopen. Maar chronisch is het niet. Ik heb spierproblemen gekend en het heeft misschien iets te lang geduurd voor men erachter was welke preventieve maatregelen ik kon nemen. Elk probleem werd genezen, maar preventief gebeurde er niks. Pas een goeie twee jaar geleden heb ik een machine ontdekt waarop je de krachttraining via elektronische weg kon limiteren. Dat soort apparatuur hadden ze niet op Anderlecht, maar wel in het Erasmusziekenhuis. Dus ging ik daar langs. Ik voelde me daar veel beter bij. Het nulrisico op blessures bestaat niet, maar ik kon ze daardoor wel verminderen. Volgens mij kan mijn lichaam nog een paar jaar de belasting aan. En de geest is ook nog fris genoeg.”

Tijdens de winterstage met Anderlecht op Maspalomas kreeg Doll te horen dat er voor hem geen contractverlenging inzat. Ontgoocheld ? “Eerlijk gezegd : neen. Ik verwachtte het nieuws omdat ik heel goed kon begrijpen dat ze na al die jaren en na de probleempjes die ik had, een andere richting zouden inslagen. Een jongere met talent moet zijn kans krijgen. Wat ik wel jammer vond, is dat ik zes maanden heb verloren, van januari tot juni, voor niks. Ik had in de winterstop een aanbieding van Lokeren en uit het buitenland, maar íemand, Hugo Broos of wie dan ook, heeft daarop gezegd dat ze me in de tweede ronde nog nodig hadden. Dat bleek niet meer het geval. Ik wil nu geen polemiek meer. Sinds mijn vertrek probeerden bepaalde mensen al om me dingen te laten zeggen, maar ik heb daar geen zin in. Omdat ik ze niet denk. Ik was het niet eens met de gang van zaken en heb dat tegen hen die het aanging gezegd. Voor de rest : streep eronder. Ik wil alleen goeie herinneringen overhouden aan Anderlecht.”

Hij kwam hij niet meer in aanmerking voor een afscheidswedstrijd omdat hij weigerde reservewedstrijden te spelen. Doll zucht : “Eigenlijk klopt dat niet. Ik heb op drie speeldagen van het einde gevraagd of ze in die wedstrijden nog op me rekenden. Herman Van Holsbeeck zei dat hij me begreep. Hadden ze me verplicht, ik had het gedaan. Maar ze hebben me niet verplicht, ik kreeg er ook geen boete voor. Nee, ik wil hier geen polemiek opstarten. Ik was het niet eens met wat me overkwam, maar je kunt het in het leven niet altijd eens zijn met iedereen. Ik wens Anderlecht veel succes. Als er geen interne problemen zijn, heeft het nog steeds de beste kern van België.”

Vréést hij die interne problemen ? “Neen, maar je weet nooit. Een kwalificatie voor de Champions League zal de ploeg veel vertrouwen geven, maar wat als dat straks niet het geval is ? Ik denk dat dé tegenstander van Anderlecht misschien wel eens de eigen kern zou kunnen zijn. Wat een teleurstelling zou een niet-kwalificatie voor die grote hoop spelers niet zijn. En niet iedereen zal dan nog aan spelen kunnen toekomen.”

door Peter T’Kint

‘Lierse mocht van Bertrand geen mirakels verwachten. Lokeren mag dat van mij evenmin.’

‘Dé tegenstander van Anderlecht zou wel eens de eigen kern kunnen zijn.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content