Kort voor de aftrap van het wereldkampioenschap spraken we met een van de sleutelfiguren uit de basiself van Marc Wilmots.

De dag dat we in Sint-Petersburg zijn, regent het pijpenstelen. De stad is uit haar winterslaap ontwaakt, maar de restanten ervan zijn nog hier en daar aanwezig. We moeten enkele buitenwijken door voor we het trainingscentrum van Zenit bereiken, de club van Axel Witsel en Nicolas Lombaerts. Met Witsel spraken we over de nationale ploeg en het nakende WK.

Wat bevalt je aan onze nationale ploeg?

Axel Witsel: “Ondanks de hype en de druk die dat met zich meebrengt, hebben we veel plezier op training. Dat is een van onze sterktes.”

Met al het succes en het geld dat deze groep vergaart, hoe verklaar je dat niemand het hoog in de bol krijgt?

“Ten eerste omdat de coach erg veeleisend is en ons altijd met de voeten op de grond houdt. Ten tweede omdat wij gewoon zo zijn. We beseffen dat we ons wel gekwalificeerd hebben voor het WK maar dat we nog geen groot toernooi gespeeld hebben. We hebben eigenlijk nog niks bereikt met deze ploeg.”

De verwaandheid is dus voor na het WK?

(lacht) “Neen hoor, wij zullen nooit een dikke nek krijgen.”

Die nederigheid en eenvoud, is dat niet iets typisch Belgisch?

“Ja, je zou dat kunnen zeggen. Om grootse dingen te verwezenlijken moet je altijd in het achterhoofd houden waar je vandaan komt en de voetjes op de grond houden. Je kunt snel aan de top geraken in het voetbal, maar het kan ook snel weer bergaf gaan. Je kunt een mooie kwalificatiecampagne spelen en dan niets meer, als je zou denken dat je al alles bereikt hebt en bij de beste ploeg van de wereld speelt. Zo denken wij niet. We willen het goed doen op het WK, gewoon omdat het ons eerste grote toernooi is. We hebben honger en we willen even goed presteren als in de kwalificatiewedstrijden.”

Tussen 2008 en 2012 heeft jouw generatie het moeilijk gehad om aan de verwachtingen te voldoen. Was dat gewoon een kwestie van rijpheid?

“Ja. En van ervaring. We maakten nog fouten. En we hadden soms wat pech. Vandaag dwingen we het geluk af. Kijk maar naar onze wedstrijd in Servië. We zien twintig minuten af, waarin we zeker twee goals binnen hadden kunnen krijgen, en dan scoren we zelf bij de eerste de beste tegenaanval.”

Deze generatie gaat op haar top zijn in 2016, zegt men. Ben je het daarmee eens?

“Er zijn nog altijd een aantal punten waarop we beter kunnen worden. Ik verwijs nog eens naar die eerste twintig minuten in Servië of het wedstrijdbegin in Macedonië. Of nog een ander voorbeeld: telkens als we in een vriendschappelijke wedstrijd de druk wat lieten verslappen, heeft de tegenstander daarvan geprofiteerd. Dat is iets wat niet gebeurt bij een ploeg die de zaken van het begin tot het einde in de hand heeft. Sommige details moeten nog op punt gesteld worden. In de eerste plaats moeten we die winnaarscultuur verwerven.”

Valt het niveau van deze ploeg helemaal te reduceren tot de hoeveelheid talent?

“Ook door de automatismen. Die zijn belangrijk. We kennen elkaar al wat jaren. Dat verklaart waarom we zo goed overeenkomen en ook zo goed spelen. We weten perfect hoe iedereen reageert op het veld.”

Vandaar ook het gemak waarmee het Standardtrio – Defour, Fellaini en jij – elkaar begrijpt?

“We hebben een gezamenlijk verleden. In Schotland klikte het meteen weer, ook al hadden we een eeuwigheid niet samen gespeeld. Drie jaar met Marouane samen spelen volstond wel om elkaar op het veld blindelings te begrijpen. Dat blijft zo, ook al speelt hij op een andere manier en heeft hij niet het technische niveau van sommige anderen.”

Toen je naast hem in de ploeg stond bij Standard, dacht je toen dat hij ooit bij Manchester United zou spelen?

“Bij Standard had hij drie of vier grote kwaliteiten: de bal recupereren, die simpel afleggen, infiltreren en gevaarlijk zijn op stilliggende fases. Die kwaliteiten heeft hij uitstekend te gelde gemaakt en dat heeft hem een mooie transfer naar Everton opgeleverd. Soms moet je wat zelfkennis aan de dag leggen en je sterke punten uitspelen. Marouane heeft dat goed begrepen en heeft dat voortreffelijk gedaan.”

Aanpassen

Zijn er behalve de voormalige Standardspelers nog andere middenvelders van wie je de bewegingen meteen doorhebt?

Eden Hazard. En Nacer Chadli, die ken ik al heel lang. Onder ons: dat is een klasbak. We zijn samen op straat beginnen te voetballen toen we klein waren. We deden dan alsof we WK-matchen speelden. En nu, enkele jaren later, hebben we een heuse kwalificatiecampagne voor het WK gespeeld en is alles nog net hetzelfde tussen ons. Dat kun je niet uitleggen, dat is gewoon zo. We vinden elkaar ook zonder woorden.”

Jullie parcours verliep wel niet gelijk. Terwijl jij doorbrak bij Standard, werd hij weggestuurd van de Académie en ging hij naar de Nederlandse tweede klasse. Ben je altijd in hem blijven geloven?

“Altijd. Toen hij op zijn zeventiende van de Académie werd weggestuurd, is hij blijven vechten. Dat moet voor hem niet gemakkelijk geweest zijn. We speelden acht jaar samen en van de ene dag op de andere was het voor hem afgelopen terwijl hij mij zag slagen. Maar hij is de uitdaging aangegaan. Ik heb altijd zijn kwaliteiten gezien. Ik wist dat het niet anders kon dan dat ook hij zou slagen. Ik ben best trots op zijn parcours. Want van de Nederlandse tweede klasse via Twente naar Tottenham gaan, dat moet je toch maar doen. ”

Je noemde ook Hazard. Is dat de sterkste speler van deze groep?

“Ik denk het. Wat hem nu overkomt, verbaast me niet.”

Wat betekent de afwezigheid van Christian Benteke?

Christian is een aanvaller die graag afhaakt. Het was gemakkelijk om met hem te combineren. Romelu krijgt graag de bal in de voet om in de diepte te gaan, want hij is snel en sterk. Het is aan ons om ons aan te passen.”

Hoe zou je de flankspelers omschrijven?

“Eden Hazard en Dries Mertens lijken op elkaar: kwiek, snel, technisch sterk. Kevin De Bruyne is anders. Hij zal niet zo snel infiltreren. Hij loopt veel en kan zich aan elke positie aanpassen. Hij zal ook eerder voor de pass gaan, terwijl de andere twee eerder de versnelling en de dribbel zoeken. Kevin Mirallas lijkt meer op die twee.”

Lijkt De Bruyne het meest op jou?

“Wat betreft zijn vermogen om zich aan te passen wel, ja. Maar ik denk niet dat hij op de 6 zou kunnen spelen. (glimlacht) Hij heeft het postuur niet voor die positie. Hij verdedigt wel mee, maar ik denk niet dat hij dat echt graag doet.”

En jij? Doe jij dat graag?

(glimlacht) “Laten we zeggen dat ik het goed doe. Om nu te zeggen dat ik het graag doe…”

Nog een fenomeen in deze groep: Thibaut Courtois.

“Ook waar hij staat, verbaast me niet. Thibaut is momenteel de beste keeper van de wereld. Is dat overdreven? Nauwelijks. Hij behoort op zijn minst tot de top drie.”

Zijn er die een ticket voor Brazilië hebben weggegooid?

Mehdi Carcela misschien… Die niet zo’n goede keuze gemaakt heeft wat de nationale ploeg betreft. Had hij voor België in plaats van voor Marokko gekozen, dan was hij er nu misschien bij geweest. Ergens diep in zichzelf moet hij daar toch wat spijt van hebben.”

Van de 6 naar de 8

Wat heeft Wilmots veranderd aan deze groep?

“Hij heeft de teugels aangehaald. We komen niet meer te laat aan tafel of op besprekingen. Voor zijn komst gebeurde dat veel te vaak. Hij heeft ons ook weer die grinta bijgebracht die hijzelf als speler had, die wil om het goed te doen. En hij staat dicht bij zijn spelers, wat iedereen op zijn gemak stelt.”

Wilmots heeft van jou een sleutelspeler gemaakt. Hoe heeft hij jou je rol uitgelegd?

“We hebben niet echt een lang gesprek onder vier ogen gehad. Toen hij me op de 6 posteerde, heeft hij gewoon gezegd dat ik de patron op het veld moest zijn. En wat er ook gebeurt, in welke omstandigheden ook, het is aan mij om samen met Vincent Kompany met de rest te praten.”

Kompany is meer een kapitein die zijn stem laat horen?

“Hij is van nature een aanvoerder, ja. Ikzelf toon dat misschien meer door mijn spel dan met mijn stem. Dat is mijn manier om te communiceren. Ik ga ervan uit dat je niet altijd moet roepen, maar dat je je ook kunt laten gelden door je manier van spelen.”

Je hebt meer technische dan fysieke kwaliteiten. Hoe ben je dan zo’n goede verdedigende middenvelder kunnen worden?

“Ik denk daar niet over na. Ik kan me aan veel situaties en posities aanpassen. Dat is een van mijn sterke punten. Ik probeer het mezelf niet te moeilijk te maken, dat is van primordiaal belang als je omschakelt van een nummer 8 naar een nummer 6.”

Het zijn nochtans twee redelijk verschillende posities…

“Ik weet niet hoe ik dat moet uitleggen, dat gaat vanzelf bij mij. Ik kan mijn spel aanpassen naargelang van de positie waarop ik speel. Op de 6 blijf ik meer in positie, op de 8 heb ik meer vrijheid om naar voren te trekken.”

En bevalt die nieuwe rol als 6 bij de nationale ploeg je?

“Bij de nationale ploeg bevalt die rol me. Ik krijg veel ballen, ik word gevraagd om het spel te organiseren en dat lukt omdat ik vaak aan de bal kom. Maar in clubverband zou ik niet graag zo spelen.”

Waarom?

“Vooral door mijn ploegmaats. De spelers met wie ik samen speel bij de nationale ploeg, heb ik niet bij mijn club. De nationale ploeg, dat is een hoger niveau. De meeste spelers bezitten daar de kwaliteiten om voetbal te spelen, de bal over de grond te laten gaan en goed op te bouwen. Dat is ongetwijfeld ook de reden waarom Marc Wilmots begrepen heeft dat hij een nummer 6 nodig heeft die kan combineren. In mijn club zie ik mezelf meer als een 8, de positie waarin ik het seizoen bij Zenit heb uitgedaan, korter achter de spits.”

Wat voor een defensieve middenvelder ben je?

“Aangezien ik de eerste ben die een aanval of tegenaanval op gang brengt, speel ik op dezelfde manier als een Andrea Pirlo – al wil ik mezelf niet met hem vergelijken. Pirlo is altijd degene die de eerste pass geeft.”

Heb je soms geen zin om je wat meer in de kijker te spelen?

“Op mijn positie werk je in de schaduw. Dat is bijzonder nuttig werk, maar weinig mensen merken het op. Toch deert dat me niet. Ik heb geen behoefte om de ster van het elftal te zijn.”

Op tijd naar het buitenland

Wilmots is altijd achter zijn spelers blijven staan, ook al speelden sommigen maar weinig en…

(onderbreekt) “Het is met hen dat we ons geplaatst hebben, dat vergeet hij niet. Zij die de kwalificatie hebben afgedwongen, verdienen het om naar het WK te gaan. Bovendien kent iedereen wel eens een dipje in een seizoen. Je kunt niet om de drie dagen een wedstrijd afwerken zonder al eens een mindere periode te kennen. In die optiek is het geruststellend om te weten dat de coach je trouw is, want dat betekent dat hij echt ten volle achter iedereen blijft staan en dat hij je niet bij de minste dip uit de ploeg zet.”

Maar dat betekent toch ook dat het moeilijker wordt om bij de kern te geraken?

“Ja, omdat het niveau momenteel zo hoog ligt. Zeker voor wie in België voetbalt, wordt het moeilijk. Maar het is geen gesloten groep, dat bewijst de komst van Adnan Januzaj en Divock Origi.”

Als je zoiets zegt, drijf je de spelers die nog in België voetballen daarmee niet naar het buitenland?

“Je moet op het juiste moment vertrekken. Ik was 22 en ik had enkele goede seizoenen in eerste klasse gespeeld. Ik heb me niet gehaast. In België kun je je tonen, bewijzen dat je de kwaliteiten bezit, en wanneer je dan het gevoel hebt dat het moment daar is, dan moet je niet aarzelen.”

Jij hebt gekozen voor minder gerenommeerde competities. Ben je niet bang geweest dat je zo een nadeel zou hebben tegenover wie in Engeland, Duitsland, Spanje of Italië speelt?

“Daar breek ik me het hoofd niet over. Iedereen weet dat ik voor mijn transfer naar Zenit bijna bij Real Madrid zat. Uiteindelijk is dat niet doorgegaan en heb ik in Rusland getekend. Dat is het leven. Ik sta achter mijn keuzes en ik kijk niet achterom. Ik kom misschien minder in beeld, maar door de nationale ploeg kan ik me tonen aan mensen die de Russische competitie niet volgen.”

Ben je nog altijd dezelfde speler die je was bij Standard?

“Ik ben geëvolueerd. Ook als mens. Als je dicht bij huis speelt, dan blijft dat toch altijd een beetje thuis. Je familie is er en je vrienden. In het buitenland sta je er alleen voor. Ik heb me aan andere culturen moeten aanpassen. In Portugal gebeurde het de eerste weken op training dat ik in tien minuten maar twee ballen raakte, zo snel ging het allemaal. Ik sta dan wel bekend om mijn techniek, maar daar was iedereen nog beter dan ik. Nadien ben ik van een bij uitstek technisch kampioenschap naar een veel fysiekere competitie gegaan. Ik heb me dus al veel moeten aanpassen sinds ik bij Standard vertrokken ben. Maar in mijn hoofd ben ik nog altijd dezelfde voetballer als vroeger.”

Heb je veel getwijfeld?

“Ik herinner me mijn eerste wedstrijd in Rusland. Ik viel bij de rust in en we stonden 2-0 achter tegen Terek Grozny. Mijn eerste bal controleerde ik met de borst, waarop mijn tegenstander zijn voet in mijn buik plant en toebijt: ‘Welkom in Rusland.’ Enfin, de scheidsrechter had tenminste toch gefloten. (glimlacht) Ik dacht bij mezelf: wat is die zijn probleem? Maar het is ook op die manier dat je bijleert. Je moet er mentaal rustig bij blijven, niet meegaan in hun spel.”

DOOR STÉPHANE VANDE VELDE IN SINT-PETERSBURG – BEELDEN BELGAIMAGE

“We hebben eigenlijk nog niks bereikt met deze ploeg.”

“Thibaut Courtois is momenteel de beste keeper van de wereld.”

“We vormen geen gesloten groep, dat bewijst de komst van Januzaj en Origi.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content