Zaterdag neemt de blonde middenvelder van Westerlo het in het Kuipje op tegen zijn ex-club Sint-Truiden. Wij polsten naar zijn verwachtingen.

1 Hoe speciaal is de wedstrijd tegen Sint-Truiden nog voor jou ?

Tom Van Imschoot : “Ik heb er tien jaar gespeeld, dus het doet me wel iets. Maar als ik naar de opstelling van hun uitmatch tegen Brussels kijk, dan tel ik nog maar twee spelers met wie ik gevoetbald heb. Van de medische en de technische staf ken ik natuurlijk wel nog veel mensen en met trainer Thomas Caers heb ik nog in de ploeg gestaan, maar ik denk dat het logisch is dat dat speciale gevoel elk jaar wat kleiner wordt.”

2 Zowel Westerlo als Sint-Truiden zijn clubs met eerder bescheiden ambities en een gemoedelijke sfeer. Heb je zo’n warme omgeving nodig ?

“Dat weet ik niet, omdat ik nog niet bij een grotere club gespeeld heb. Maar het is een feit dat ik me bij Westerlo op mijn gemak voel en dat er meestal weinig druk is. Bij STVV was er toch iets meer druk. De supporters waren daar heviger en kritischer. Hier zijn het rustigere mensen, die niet meteen fluiten als je een slechte pass geeft.”

3 Wat is het verschil tussen het Westerlo van dit seizoen en van vorig seizoen ?

“Ik denk dat we vooral in de breedte sterker geworden zijn. Vorig jaar hadden we misschien dertien volwaardige spelers, terwijl nu toch bijna elke positie dubbel bezet is. Vorig seizoen viel Jaja Coelho plots weg en moest er telkens heel wat geschoven worden. Ik denk dat we dat nu met de transfers redelijk goed hebben opgevangen. Peter Utaka lijkt herboren nu hij honderd procent fit is en Patrick Ogunsoto blijkt een goede aankoop met een neus voor goals. En dan heb je ook nog eens een Bart Van den Eede op de bank. De organisatie die er vorig jaar stond, is er bovendien nog altijd.”

4 Een terugval zoals vorig seizoen zullen we nu niet zien ?

“Dat hoopt de club uiteraard. Onze vorige heenronde was misschien uitzonderlijk. Nu moet het onze ambitie zijn om een gans seizoen op een bepaald niveau te acteren. Het is moeilijk te voorspellen waar je dan uitkomt. De competitie is nog maar vier speel-dagen ver en je kan ploegen nog niet echt inschatten. Het hangt ook van zoveel factoren af : gekwetsten, geschorsten en vorm. Maar onze doelstelling voor dit seizoen blijft sowieso om beter te doen dan de negende plaats van vorig jaar.”

5 Zijn jullie bij Westerlo niet te braaf en hebben jullie niet te weinig ambitie ?

“Misschien naar buiten uit wel, ja, we proberen altijd rustig te blijven en niet te hoog van de toren te blazen. Maar ik denk dat iedereen binnenin toch wel de stille ambitie heeft om naar boven te kijken. Je moet jezelf echter geen onnodige druk opleggen.”

6 Spelen jullie anders sinds de komst van de nieuwe goalgetter Patrick Ogunsoto ?

“Het systeem is anders. Vorig jaar speelden we met één spits en één man er echt achter, terwijl we nu opteren voor twee spitsen. Wim Mennes en ik proberen nu ook wat meer bij hen aan te sluiten. Maar qua spelstijl denk ik niet dat we echt anders spelen. Hier heerst een zekere voetbalcultuur waarbij altijd uitgegaan wordt van een goede organisatie en veel voetballend vermogen. Ook met een snelle man als Patrick voorin proberen we de opbouw te verzorgen.”

7 Wat is er voor jou veranderd sinds het vertrek van Chris Janssens ?

” Chris Janssens was meer iemand die vaak mee naar voor trok, in de zestien kwam en daar de centers ging afronden. Wim is voetballend sterker en ik denk dat we nu ook voor meer verrassing kunnen zorgen door afwisselend diep te gaan. Voorlopig loopt dat zeer lekker. Zelf kan ik misschien meer voor de goal komen en een doelpuntje meepikken, want dat gebeurde vorig jaar wellicht te weinig. Ik scoorde maar één keer. Dat is toch het punt waarop ik dit jaar wil verbeteren : meer infiltreren, meer in de zestien komen. Dan zal de balans aan het eind van dit jaar al positiever zijn.”

8 Je bent een nuttige speler die door zijn dienende rol niet zo vaak in de schijnwerpers staat. Hoe moeilijk is dat ?

“Dat klopt wel, maar dat is een beetje eigen aan de positie van verdedigende middenvelder. Weet je, het is een huizenhoog cliché, maar voetbal is een teamsport en een ploeg rendeert pas als iedereen individueel rendeert en omgekeerd. Als de ploeg niet rendeert, voel je dat individueel ook. Kijk naar Westerlo vorig jaar : iedereen speelde een goede eerste ronde en dan kom je wel mee in de picture. In de terugronde vond ik dat mijn niveau ook nog degelijk was, maar met de ploeg ging het dan minder en dan verdwijn je toch mee uit beeld. Ik heb ook niet echt de behoefte om in de picture te staan. Dat kan je misschien helpen om te groeien, maar als ik mijn ambities wil bereiken, zal ik het wel op mijn manier doen. Het ligt nu eenmaal niet in mijn aard om straffe uitspraken te doen. Ik denk trouwens dat de mensen hier wel weten wat ik waard ben en dat is het voornaamste. Ik heb in het tussenseizoen mijn contract verlengd met drie jaar met een optie voor nog een jaar, wat toch ook een teken van vertrouwen is.”

9 Bij STVV speelde je op links, bij Westerlo centraal op het middenveld. Wat gaat jou het best af ?

“( resoluut) Ik speel het liefst en het best centraal op het middenveld. Bij Sint-Truiden wisten ze dat ook. Maar je komt dan uit de jeugd, tja… Ik merk bij veel ploegen dat het vertrouwen in de jeugd geen honderd procent is. Ze wisten daar ook wat ik kon, maar ik heb ginds nooit het volledige vertrouwen gevoeld. Dat is hier in Westerlo helemaal anders. Ik heb vorig jaar op mijn centrale positie 33 wedstrijden gespeeld. Dan voel je toch dat ze je hier redelijk belangrijk vinden.”

10 Met Nico Van Kerckhoven en Ronny Gaspercic heb je een serieuze brok ervaring in je rug. Kunnen zij je spel nog iets bijbrengen ?

“Natuurlijk. Ze waken erover dat we zeker in positie blijven. Af en toe wil je nog wel eens gaan als het niet moet en dan roepen zij je wel tot de orde. Belangrijk, want de centrale as bepaalt alles. In de voorbereiding en ook na een wedstrijd wordt er toch wel regelmatig met die gasten gesproken en dan zeggen ze dat we dingen eens op een bepaalde manier moeten proberen en waar we nog op moeten letten. Daar steek ik heel wat van op.”

BJORN BORGT