Jean-François Gillet veroverde eerst de Serie A voor hij zijn plaats in doel bij de Rode Duivels innam.

Bari is de stad waar de overblijfselen van Sint-Nicolaas begraven liggen in de prachtige Sint-Nicolaasbasiliek. Maar Bari is net zo goed de stad waar onze nationale doelman aanbeden wordt voor de prachtige parades waarmee hij de Associazione Sportiva Bari al meermaals voor een nederlaag behoedde. Jean-François Gillet beleeft prachtige tijden bij Bari, na enkele jaren in de anonimiteit. Nu de ervaren doelman zijn plaats op de internationale scène heeft weten te bemachtigen, zal hij die niet gauw meer afstaan. Dat is maar goed ook, want de Rode Duivels zullen de beroepsernst en de positieve ingesteldheid van de ex-Standarddoelman goed kunnen gebruiken in de kwalificatiewedstrijden voor Euro 2012.

Was je verrast door de stijl van Dick Advocaat?

Jean-François Gillet: “Neen, alle grote trainers werken zoals hij. Hij heeft bij grote clubs gewerkt en kent het klappen van de zweep. Advocaat heeft een paar duidelijke, simpele regels opgelegd.”

Waren de regels niet duidelijk genoeg voor Vincent Kompany?

“Ik begrijp het verdriet van Vincent om zijn grootmoeder, maar de groep heeft de juiste beslissing genomen.”

De groep?

“De zaak-Kompany heeft de wedstrijd tegen Qatar in zekere zin overschaduwd. Wij als spelers konden ons daar niet mee bemoeien, dat was iets voor de bondscoach en de bondsmensen. En regels gelden voor iedereen.

“Toen Advocaat de nationale ploeg overnam, had ik nog maar twee wedstrijden gespeeld: tegen Spanje en Armenië. Ik had ook wel mijn ervaring van bij Bari, maar ondanks dat vertrok ik toch weer van nul. Toen Advocaat me opriep voor de wedstrijden tegen Turkije en Estland wist ik pas echt dat ik op de goede weg was.”

Jouw voorganger, Logan Bailly, deed het nochtans niet onaardig in doel.

“Neen, inderdaad. Daarom dat ik er ook geen moeite mee had dat Logan in doel stond. Hij schittert bij Mönchengladbach in de Bundesliga en dat zegt veel over zijn kwaliteiten. Ik wou natuurlijk zelf spelen, maar de keren dat hij titularis was, heb ik hem wel klaargestoomd voor de wedstrijd. Ik wou dat hij top was. Als de bankzitters niet mee voor een goede sfeer zorgen, kom je er nooit. Er is niets zo erg als een gedemotiveerde reservespeler. De nationale ploeg is altijd belangrijk, zelfs al speel je niet. We hebben de vicieuze cirkel doorbroken en wat belangrijker is: we hebben weer honger. Dat was tegen Turkije goed zichtbaar. Tegen Estland hervielen we even in ons oude spelpatroon, maar dat we uit die verlieswedstrijd geleerd hebben, maakten de vriendschappelijke wedstrijden tegen Hongarije en Qatar duidelijk.”

Tegen Hongarije en Qatar stond jij in doel.

“Ik had me daar niet echt aan verwacht, maar ik was wel klaar voor het geval dat… Ik moet toegeven dat ik geprikkeld was door mijn invallersrol tegen Turkije en Estland. Ik wil bij deze groep betrokken blijven omdat ik voel dat we aan het begin van een groot avontuur staan. Ik voel gewoon dat Advocaat en zijn technische staf ons zullen klaarstomen. Tegen dat de kwalificatiematchen voor Euro 2012 eraan komen, zal er een uitgebalanceerde en zelfverzekerde ploeg staan. Na de match tegen Hongarije maakte Logan mijn gezicht schoon, het hing vol modder en hij wilde niet dat ik zo voor de camera’s zou verschijnen. Dat zegt alles over onze vriendschap.”

Timing en lef

Mogen we jouw mooie prestaties met Bari en het debuut bij de Rode Duivels als een revanche op jouw criticasters beschouwen?

“Ik hou me niet bezig met revanchegevoelens. Ik ben blij met wat ik al bereikt heb en focus me op de toekomst. In 1996 mocht ik bij Standard – toen onder leiding van JosDaerden – proeven van de eerste ploeg. Ik boekte enorm veel vooruitgang op korte tijd dankzij Jovan Curcic, een geweldige keeperstrainer. Ik was derde in de hiërarchie na Gilbert Bodart en Peter Maes. Het seizoen daarop vond Aad de Mos de functie van keeperstrainer ineens overbodig…”

Wilde hij besparen?

“Daar heb ik echt geen idee van. Ik snapte die beslissing gewoon niet. Toen Luka Peruzovic het roer overnam, werd ik het nummer twee in de hiërarchie door blessures van Bodart of Maes. Met Tomislav Ivic veranderde de club plots van koers en werd Vedran Runje binnengehaald. Zijn talent stond niet ter discussie, maar door zijn komst werd ik wel weer derde doelman. Ik werd opnieuw geconfronteerd met de uitlatingen van De Mos. Ik was zogezegd te klein voor de top. In 1999 had ik twee aanbiedingen: Monza wilde me heel graag en dan was er nog een minder concreet aanbod uit Italië. Ik koos voor Monza en de Serie B.”

En je hebt het ongelijk van je criticasters bewezen, toch?

“Wat is het belangrijkste: 1m90 zijn of de bal pakken? Er zijn keepers van twee meter die nooit uit hun goal komen. Een bal komen plukken, is een kwestie van timing en lef. Ik ben inderdaad niet van de grootste (1m81, nvdr), maar elke keer dat iemand mij daarop wees, groeide mijn motivatie. Ik moet harder werken dan een ander om mijn lengte te compenseren, maar ik ben het levende bewijs dat je heus geen twee meter moet zijn om een goede doelman te zijn.”

Dat heb je in Italië wel bewezen…

“Ik speel nu al tien jaar in Italië en ik kan je verzekeren: dat is hard. Het is geen toeval dat Italië wereldkampioen is en dat er geregeld clubs uit het calcio ver doorstoten in de Champions League. Volgens mij is dat het gevolg van het harde werk dat er daar dag in dag uit geleverd wordt. Als je niet wil trainen tot je erbij neervalt, heb je niets te zoeken in de Serie A. Bij Bari willen we allemaal hard werken en daarom zijn we ook teruggekeerd in de Serie A.”

Een concurrent minder

Wie heeft jouw naam laten vallen bij de Rode Duivels?

Francky Vandendriessche, ook al is hij niet naar Italië afgezakt om mij te zien spelen. Maar dat heeft niemand ooit gedaan. In de loop der jaren is René Vandereycken wel naar Walter Baseggio en Anthony Vanden Borre komen kijken, maar niet naar mij. Ook al legde ik me neer bij die keuze, ik vond het tegelijkertijd jammer. Vandendriessche heeft me blijkbaar op tv aan het werk gezien in de match tegen Inter en hij heeft mijn naam laten vallen bij Frankie Vercauteren. Ik was uiteraard heel blij met mijn selectie.”

Ben je er altijd in blijven geloven dat je alsnog bij de Rode Duivels zou spelen?

“Ja, dat wel, ik speelde immers in de Serie A. Ik ben een trotse Belg en de nationale ploeg is voor mij heel belangrijk. Voor de match tegen Spanje blesseerde Stijn Stijnen zich en Silvio Proto bleef bij zijn hoogzwangere vrouw. Ook Yves Ma-Kalambay was geblesseerd en dus lag de weg open voor mij. Tegen Spanje kreeg ik een kans en die heb ik met beide handen gegrepen.”

Kenden de andere Rode Duivels je nog?

“Natuurlijk, ik werd met open armen ontvangen. Ik deel de kamer met Wesley Sonck, we kennen mekaar al jaren. Ook Daniel Van Buyten en Emile Mpenza ken ik goed, dus mij voorstellen was niet echt nodig. De andere spelers volgen de Serie A ook wel, net zoals ik van op een afstand de Belgische ‘malaise’ volgde. Ik had me al voorbereid op Franse en Nederlandse kliekjes, maar toen ik hier aankwam, bleek dat helemaal niet het geval te zijn…”

Wat zag je dan wel? Een bende jonge talenten die niet in staat waren om hun talent op de juiste manier te gebruiken?

“Dat wil ik niet gezegd hebben. In mijn ogen was de sfeer té ontspannen, een beetje gelaten zelfs. Zeker voor een wedstrijd zoals die tegen Spanje. Ook al ben je al uitgeschakeld, voor een match tegen de Europese kampioen moet je altijd de borst nat-maken. De voorbereiding op zo’n belangrijke wedstrijd begint niet de vrijdagavond. Zodra je met de nationale ploeg samenkomt, moet elke speler al met die wedstrijd in zijn hoofd zitten. Als we met Bari tegen Inter moeten spelen, denken we daar de hele week aan. Ik heb de gewoonte om mijn hele trainingsweek op die ene wedstrijd af te stemmen.”

Was het niet alles of niets voor jou tijdens je debuutmatch?

“Dat gevoel had ik niet. Ik wou mijn rol spelen en de ploeg helpen om een goede prestatie neer te zetten. Ik wist dat de nationale ploeg in een dipje zat en ik wilde als nieuwkomer een positief gevoel op de groep overbrengen. Tegen Spanje konden we veertig minuten lang het hoofd boven water houden.”

Schrikt die verantwoordelijkheid de huidige jonge garde een beetje af?

“Die jongeren lopen over van talent, maar op je 20e kun je gewoon nog niet alles weten en dus zou het niet slim zijn om alle druk op hun schouders te leggen. Ze moeten met raad en daad bijgestaan worden. Op het veld is er vaak nood aan rust en wanneer je 20 bent, reageer je sneller gefrustreerd als dingen niet lopen zoals het zou moeten. Het blijft een feit dat de jongeren nood hebben aan een paar oudere spelers. Wij moeten hen telkens een stukje van onze ervaring bijbrengen. Tegen Armenië leek het alsof we in de 75e minuut de match pas echt in handen namen. Hadden we de Armeniërs van bij het begin zo bij de keel gegrepen, hadden ze nooit van ons gewonnen. Dat bewijst voor mij dat ons probleem er een van psychologische aard was. Ik begreep de actie van Vercauteren dan ook. Hij heeft eerlijk gezegd wat hij dacht: hij had het gevoel dat hij de groep niet opnieuw op de rails kon krijgen en heeft zijn ontslag ingediend. Hem de zwartepiet toeschuiven, zou al te makkelijk zijn. De spelers zijn verantwoordelijk voor wat er gebeurd is tegen Spanje en Armenië. Gelukkig hebben we die bladzijde nu omgeslagen.”

door pierre bilic

Als je niet wilt trainen tot je erbij neervalt, heb je in Italië niets te zoeken.

Wat is het belangrijkste: 1m90 zijn of de bal pakken?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content