‘IK HOU VAN CRISISMOMENTEN’

© BELGAIMAGE - LUC CLAESSEN

Aan de vooravond van de play-off-finale in het volleybal, praatten we uitvoerig met Daniel Castellani over de kansen van Noliko Maaseik en over zijn passie voor het volleybal en het trainerschap. ‘Het is mijn taak om mezelf telkens opnieuw uit te vinden.’

Vijf jaar snakken ze er al naar, de supporters en het bestuur van Noliko Maaseik naar een nieuwe landstitel. Veertien keer pakte de recordkampioen de oppergaai, maar de afgelopen vier seizoenen moesten de Limburgers lijdzaam toekijken hoe Knack Roeselare één of meerdere maatjes te groot was. De man die voor de kentering moet zorgen, is Daniel Castellani, een 56-jarige Argentijn met een indrukwekkend palmares als speler en als coach.

Toen Castellani in januari vorig jaar het sportieve roer in handen nam, loodste hij Maaseik naar de eerste plaats in de play-offs en naar een eerste finale in drie jaar. Het thuisvoordeel bleek in de eindstrijd echter onvoldoende tegen het oppermachtige Roeselare. Met een bijna volledig nieuwe spelerkern, samengesteld door Castellani en technisch directeur Wout Wijsmans, bereikte Noliko dit seizoen voor het eerst sinds 2013 nog eens de bekerfinale en vanaf zaterdag mag het opnieuw voor de titel strijden tegen de eeuwige rivaal uit West-Vlaanderen.

Met dank aan Daniel Castellani? Absoluut, als we de Maaseikse entourage mogen geloven. Voorzitter Mathi Raedschelders noemde zijn trainer al ‘de witte merel’ die in navolging van Anders Kristiansson en Vital Heynen in het verleden eindelijk weer ‘gedreven en tactisch beslagen is en weet hoe hij de spelersgroep moet aanpakken’. Wijsmans liet voor de bekerfinale in dit magazine nog optekenen dat Castellani het soort trainer is ‘dat bij de absolute topclubs in Europa zit’. ‘Een coach van dergelijk kaliber vinden we wellicht nooit meer’, voegde hij eraan toe. Hoog tijd dus voor een uitgebreide kennismaking met Castellani en diens coachingfilosofie.

BEWAKER VAN DROMEN

Tactisch en technisch weten trainers van een bepaald niveau allemaal wel waar ze mee bezig zijn, vertelde Wijsmans ons, maar hij kwam tijdens zijn gelauwerde carrière geen enkele coach tegen die zo sterk was in zijn benadering naar de spelers. ‘In het huidige volleybal kun je tactisch nauwelijks nog iets uitvinden’, beaamt Castellani het eerste deel van Wijsmans’ woorden. ‘Topclubs spelen allemaal gelijkaardig. Onder meer door het onuitputtelijke aanbod via het internet is kennis vergaren tegenwoordig relatief gemakkelijk. Als we allemaal min of meer hetzelfde weten, wat maakt dan het verschil? Aanpak van de groep en het individu, persoonlijke relaties, motivatie en de toepassing van je kennis op het juiste moment.’

Je leert het vak al doende, gaat de Maaseikcoach verder. ‘Als ik mijn aantekeningen van jaren geleden herbekijk, zie ik zaken waarbij ik nu heel anders te werk ga. In mijn relatie met de spelers kopieerde ik als beginnende coach de houding van mijn gewezen trainers. Door te lezen en door met mijn vrouw, die psychologe is, samen te werken, evolueerde ik naar een meer humanistische benadering.’

Castellani legt uit: ‘Ik geloof sterk in persoonlijke relaties, in de ontwikkeling die mensen kunnen doormaken en in het respect voor anderen. Sommigen denken dat de speler ten dienste staat van de trainer. Voor mij is het omgekeerd. Als coach sta ik ten dienste van de speler zodat hij een betere mens en een betere volleyballer kan worden. Bij het begin vraag ik aan een speler wat hij wil bereiken, waarvan hij droomt. Wanneer ik dat weet, dan maak ik hem duidelijk dat ik zijn beste bondgenoot zal zijn om die droom waar te maken. Maar wanneer hij die droom loslaat, zal ik heel hard zijn. Niet omdat ik boos ben of een slechte relatie wil, maar omdat hij dan nooit zijn ambitie zal bereiken. In een zekere ben ik de bewaker van zijn dromen. Mooi, toch?’ (lachje)

Een bewaker die de teugels niet laat vieren, maar evenmin met ijzeren hand regeert. ‘Discipline is een noodzakelijk basisprincipe, maar het is geen instrument om tot succes te komen. Motivatie is het allerbelangrijkste. Het is niet zoals bij een olifant in het circus. Waarom danst die? Als jong dier hebben ze de grond onder zijn poten warm gemaakt waardoor hij die ophief. Op die manier heeft hij aangeleerd dat als zijn temmer op de grond slaat, hij maar beter zijn poten opheft. Het is een reflex. Hij voelt zich niet gelukkig omdat hij danst, hij doet het uit angst. Daar geloof ik niet in. Een speler moet geen aanwijzingen opvolgen omdat een coach langs de lijn staat te schreeuwen, hij moet dat doen omdat hij zélf gemotiveerd is.’

VEEL SLEUTELS

Een trainer die langs de lijn staat te schreeuwen zou bij de huidige generatie topsporters ook geen lang leven beschoren zijn, weet Castellani. ‘In de jaren zeventig en tachtig had dat bijvoorbeeld in het Oostblok nog het gewenste effect. Ondertussen is neurowetenschappelijk bewezen dat je op veel manieren kan bijleren, maar dat er bij intrinsieke motivatie in de hersenen chemische mechanismen in werking treden die het leerproces versnellen. Een coach die nu LeBron James of Lionel Messi afsnauwt, wordt na vijf minuten uit het raam gekieperd.’

Dat neemt niet weg dat Castellani veeleisend is voor zijn spelers. ‘Daarom is het heel belangrijk dat je als coach in het relationele maar ook qua trainingsopbouw en -oefeningen blijft evolueren. Het leven is zoals de technologie. Wat vijf jaar geleden modern was, is dat nu niet meer. Wat ben je met de recentste iPhone als je er alleen mee kan bellen, maar de nieuwste applicaties niet kan gebruiken? Het is mijn taak als coach om mezelf telkens opnieuw uit te vinden en zo te groeien. Net als het mijn opdracht is om bij elke speler die juiste intrinsieke motivatie te vinden. Eén sleutel en veel olie helpen niet om alle deuren te openen. Daarvoor heb je heel wat sleutels nodig. Het is een uitdaging waarvan ik hou.’

Die uitdaging gaat hij nu aan met een compleet ander team dan tijdens de vorige campagne. Afgelopen zomer haalde Castellani immers de bezem door de kern om met maar liefst tien nieuwe spelers aan het seizoen te beginnen. ‘Het ontbrak de ploeg aan evenwicht’, verklaart hij. ‘We hebben getracht om een meer uitgebalanceerd team uit te bouwen, met meer stabiliteit in de receptie en met een goede mix tussen getalenteerde jongeren en meer ervaren volleyballers.’

Voor ervaring en zekerheid in receptie zorgen Castellani’s twee landgenoten Nicolás Bruno en Facundo Santucci. ‘Aan de opslaglijn, aanvallend, verdedigend en in receptie: Bruno volleybalt op alle vlakken heel constant. Facundo brengt ook stabiliteit en organiseert het achterveld. Hij is een van onze leiders, net als Brano (spelverdeler Branislav Skladany, nvdr) dat is in aanvallend opzicht. Hij heeft veel controle, ziet wie er goed in de wedstrijd zit, wie er even op adem moet komen. In het midden speelde Martijn Colson een uitstekende eerste ronde en daarna begon Alejandro Vigil op volle sterkte te komen.’

Kortom, de trainer is tevreden over zijn nieuwkomers, en dan heeft hij het nog niet gehad over de spectaculairste. ‘Kamil Rychlicki is un talento increíble, een ongelooflijk talent. Bovendien boekt hij technisch vooruitgang en won hij dit seizoen al meer dan vijf kilo aan spiermassa. Hij doet me denken aan een combinatie tussen Bartosz Kurek en Mateusz Mika, twee wereldtoppers die ik als Pools bondscoach nog onder mijn hoede had toen ze eenzelfde leeftijd hadden als Kamil nu.’

FRUSTRATIE ALS OPPORTUNITEIT

Allemaal rozengeur en maneschijn was het ook weer niet dit seizoen in Maaseik. ‘We hebben ons deel van de blessurelast gehad. We waren zelfs verplicht om Wout weer te laten opdraven. Dat was vooraf natuurlijk niet de bedoeling, het was een plan C. (lacht) Maar we gaan hem nu wel blijven gebruiken, want zijn opslagkracht is een extra wapen. De jongste weken konden we weer met twaalf volwaardige spelers trainen en dan merk je meteen progressie. Met de komst van Ivan Raic als hoofdaanvaller hebben we nu ook de keuze tussen drie receptieaanvallers. Het team is daardoor dynamischer, want het geeft ons meer wisselmogelijkheden. Ik vermoed dat we ons topniveau zullen bereiken tijdens de finale.’

Zal het genoeg zijn om Roeselare te kloppen in de play-off-finale? ‘Om een aantal redenen blijven zij favoriet’, meent Castellani. ‘Ten eerste omdat hun spelersbudget veel hoger ligt dan het onze. Ze hebben een bredere kern en ze kunnen makkelijker spelers rust gunnen zonder kwaliteitsverlies. Daarnaast kunnen ze al verscheidene jaren met hetzelfde succesvolle team aantreden. Ze beschikken over automatismen en over ervaring. Ze weten wat het is om te winnen en vooral hóe je moet winnen.’

Waar de titelpretendenten elkaar in de competitie en de play-offs in evenwicht hielden – ze wonnen elk twee keer – moest Maaseik in de bekerfinale toch weer met 3-0 de duimen leggen. ‘Het gebrek aan ervaring speelde ons parten. Roeselare overklaste ons de hele wedstrijd, niet in het spel, maar in de manier waarop zij met de omstandigheden omgingen. Sommige van onze jongens hadden nog nooit in zo’n zaal met zo veel publiek gevolleybald.’

De coach haalt het positieve uit de nederlaag. ‘Frustratie is aanvankelijk een negatieve emotie, maar het is ook een opportuniteit om er sterker uit te komen. Dat houd ik een speler ook voor wanneer hij naast de ploeg valt. Ontgoocheling en verlies maken deel uit van een leerproces. Bij winst groeit het zelfbewustzijn, maar bij verlies kweek je karakter. De bekernederlaag was zonder enige twijfel een belangrijk groeimoment voor ons.’

GEEN LATIJNSE MANIER

Maar ook een moment van weer geen prijs. Voelt Castellani het ongeduld in Maaseik? ‘Je merkt het, maar niet op – hoe zal ik zeggen -een Latijnse manier (lacht), waarbij er op tafel wordt geslagen en luid misbaar wordt gemaakt. Dat ze al zo lang moeten wachten, zien de mensen meer als una motivación que una desesperación, als een extra motivatie, niet als iets om over te wanhopen.’

De druk om te presteren, om te winnen, is er. ‘Maar dat hoort bij mijn job’, besluit Castellani. ‘Ik hou trouwens van crisismomenten. De enige manier om met druk om te gaan, is hard werken, kwaliteitsvolle ideeën hebben en geduld uitoefenen. Spelers tools aanreiken om beter om te springen met bepaalde situaties, vind ik een van de boeiendste aspecten van het trainerschap.’

DOOR ROEL VAN DEN BROECK – FOTO’S BELGAIMAGE – LUC CLAESSEN

‘Discipline is een noodzakelijk basisprincipe, maar het is geen instrument om tot succes te komen. Motivatie is het allerbelangrijkste.’ – DANIEL CASTELLANI

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content