Morgen begint het wereldkampioenschap rally in Monte Carlo. Onze landgenoot Thierry Neuville, vorig seizoen tweede in de eindstand, moet bij Hyundai zijn ambities terugschroeven, maar denkt aan zijn carrière op lange termijn.

Sankt Vith, 6.30 uur ’s morgens. Met de ogen nog vol mist passeren we op enkele honderden meters van het huis van Thierry Neuville. Het is echter driehonderd kilometer verder, in Alzenau Unter Franken, dicht bij Frankfurt, dat we afgesproken hebben met de rallyrijder.

In de hoofdzetel van Hyundai Motorsport werkt iedereen koortsachtig aan de auto waarmee de vicewereldkampioen van 2013 aan het nieuwe seizoen zal beginnen. “Het zal wellicht velen verbazen dat hier 120 mensen fulltime aan de slag zijn om de wagen op punt te krijgen”, zegt Neuville. “En dan heb ik het nog niet eens over het werk dat verricht wordt in Korea of bij de onderaannemers. Dat ritme moet je kunnen verteren. Ik heb in een bedrijf gewerkt. Dat was vakantie in vergelijking hiermee. Maar ik klaag niet: ik heb er altijd van gedroomd om dit te kunnen doen.”

Tussen juli en december vorig jaar heeft de nieuwe wagen, de Hyundai i20 WRC, meer dan 75.000 kilometers afgelegd tijdens vijftien proefsessies. Er werd getest op de wegen dicht bij het atelier in Alzenau, maar ook in het Finse Rovaniemi en op het parcours van Monte Carlo. De avond voor ons interview zijn meer dan driehonderd journalisten naar Offenbach afgezakt om kennis te maken met de auto. Of die competitief zal zijn, is echter nog een vraagteken. De Koreaanse renstal maakt dit jaar immers zijn comeback in een wereld waarin hij tot nu toe niet echt uitgeblonken heeft.

Dat wist Neuville heel goed toen hij eind vorig seizoen koos voor dit avontuur ondanks andere voorstellen. Zo kon hij onder andere net zo goed een jaartje langer in het M-Sportteam gebleven zijn, aan het stuur van de Ford die hem zo veel succes opleverde.

Hoe word je het liefst aangesproken: als vicewereldkampioen of als de revelatie van het jaar 2013?

Thierry Neuville: “Vicewereldkampioen vind ik wel mooi omdat België er geen meer gehad heeft sinds Jacky Ickx in 1970. En Jacky is toch een legende! Hij heeft veel voor de autosport in ons land gedaan en ik ben er trots op dat ik op mijn 25e al een van zijn belangrijkste wapenfeiten geëvenaard heb.”

Je lijkt de enige te zijn die niet verrast is met je tweede plaats van vorig seizoen.

“Dat is waar. In het begin van het seizoen waren we ons nog niet echt bewust van onze mogelijkheden, maar na de rally van Duitsland hebben we onze focus verlegd. We hadden immers in de gaten dat, als iedereen zijn werk goed deed, we die tweede plaats konden pakken.”

Je tweede helft van het seizoen was veel regelmatiger. Hoe kwam dat?

“We hadden meer ervaring, zaten meer in het ritme en er waren meer automatismen. En aangezien we met die tweede plaats in het achterhoofd zaten, hebben we alleen versneld wanneer het moest.”

Wel spijtig dat je geen enkele rally kon winnen…

“Dat is spijtig, maar om de reden die ik net vermeld heb, zijn we tijdens de vijf of zes laatste manches ook niet echt voor de overwinning gegaan. Alleen in Duitsland hebben we risico’s genomen en daar strandden we op 2,8 seconden van de leider. Het was erop of eronder.”

In Frankrijk stond je na twee dagen wel aan de leiding.

“Ik had vijftien seconden voorsprong op Ogier en Loeb toen ik een trottoirband raakte en lek reed. Ik week gewoon tien à vijftien centimeter te veel uit. Pech kan je dat niet noemen, het is onderdeel van een leerproces. In rally is het nooit een kwestie van pech, het lukt gewoon of het lukt niet. Als je excuses begint in te roepen, kan je geen progressie boeken. Ik ben heel veeleisend voor mezelf en voor Nicolas (Gilsoul, zijn navigator), ook al doe ik mijn job graag.”

Te defensief

Sommigen zeggen dat er na Ogier een grote leegte gaapt. Wat vind je daarvan?

“Dat klopt niet echt. In bepaalde rally’s was het wel heel moeilijk om dichter bij hem te raken. Soms door de omstandigheden: minder testritten, minder technische informatie,… Maar er zijn ook rally’s geweest dat we hem, ondanks zijn ervaring, pijn konden doen en zelfs sneller waren. Hij heeft vooral in het begin van het seizoen het verschil gemaakt. In vijf of zes rally’s pakte ik toch meer punten dan hij, terwijl hij kon rekenen op een ploegmaat om zich tussen ons te wringen en ik alleen moest opboksen tegen drie Volkswagens.”

Op basis van je statistieken vorig seizoen vonden bepaalde volgers dat je te defensief reed.

“Ik kan hen geen ongelijk geven, maar het omgekeerde is ook waar: het is een strategie die gewerkt heeft. Na een leerproces van een jaar was het doel om de wagen naar zijn best mogelijke ranking te brengen. En in bepaalde rally’s hebben we toch ook vrij offensief gereden. Maar een carrière, die moet je beheren. Er zijn genoeg voorbeelden uit het verleden van rijders die dat niet gedaan hebben.”

Wat heb je nog te kort om op het niveau van Ogier of Loeb te komen?

“Een beetje ervaring. Ogier is 29, ik 25. Ik wil aantonen dat ik even goed, zelfs beter kan doen dan hij. Zeker nu ik kan rekenen op Hyundai om aan een mooi verhaal te beginnen. Maar dat zal tijd vragen.”

Had je verwacht dat je keuze voor de Koreanen zo becommentarieerd zou worden?

“Iedereen heeft zijn mening en dat is maar beter ook: het is gratis reclame! Maar ik laat me daardoor helemaal niet uit evenwicht brengen: ik heb mijn hart gevolgd.”

Irriteert het je niet dat er over die transfer meer gepraat werd dan over je tweede plaats in het wereldkampioenschap?

“Ik denk niet dat het zo erg was. Op mijn tweede plaats heb ik toch heel veel positieve feedback gekregen, veel meer dan ik gehoopt had. Ik voelde me echt gewaardeerd, en niet alleen in mijn streek of in België.”

Maar leg nu eens uit waarom je van renstal veranderd bent.

“Als ik al van mijn zesde aan rally doe, dan is het om een officiële rijder te worden. Deze renstal is jong, heeft ambitie en wil iets creëren. Ik heb zin om vanaf het begin deel uit te maken van dat avontuur. Ik hou wel van uitdagingen. Als ik geen vertrouwen zou hebben in mezelf, zou ik die keuze nooit gemaakt hebben. Je moet over de capaciteiten beschikken en ik denk dat Nicolas en ik die hebben. We hebben niet voor de gemakkelijkste weg gekozen maar we krijgen hier de nodige tijd om iets op te bouwen. En in de autosport zijn de mensen die zo’n kans krijgen op één hand te tellen. Dus als het werkt, ben ik bereid om hier tien jaar te blijven.”

Geen deadline

Waar ben je bang voor dit seizoen?

“Ik weet uiteraard wel dat ik in 2014 minder podiumplaatsen zal behalen, zeker in het begin. En als je jong en ambitieus bent, is dat wel een beetje vervelend. Maar soms moet je eerst een stap terugzetten om uiteindelijk verder te raken.”

Wanneer moet de auto competitief zijn voor jou?

“Daar hebben we geen deadline op geplakt. Het doel voor 2014 is om zo veel mogelijk kilometers af te leggen en om met de wagen de finish te halen om de automatismen op die manier aan te scherpen. Zo kan het hele team zich aanpassen aan het ritme van een wereldkampioenschap. Pas op, dat betekent niet dat we later op het jaar geen podiumplaatsen willen behalen.”

Er wordt gezegd dat een van de redenen voor je overstap de belangrijke technische middelen bij Hyundai Motorsport zijn. Hoe uit zich dat?

“Als je het atelier van Alzenau bekijkt, merk je dat die mensen vooruit willen en ambitieus zijn. Elke keer als ik hier kom, zet ik grote ogen op.”

Waarom heb je het voorstel van Citroën naast je neergelegd?

“Citroën legt zich toe op het WTCC (World Touring Car Championship – racen met tourwagens, nvdr). Voor de Fransen is rally geen prioriteit. Als ik voor hen gekozen had, zou ik ter plaatse blijven trappelen.”

Yves Matton, de baas van M-Sport, zegt dat je een voorzichtige keuze gemaakt hebt.

“Hij is verplicht om dat te zeggen, maar hij weet dat het niet waar is. Als ik getwijfeld had, zou ik een auto gekozen hebben die op punt stond en die op mijn lijf geschreven was. Hier wil ik een nieuwe wagen ontwikkelen die in staat is om in de toekomst rally’s te winnen.”

Ontwikkelen, maar ook afstellen. Kan je dat laatste ook?

“Dat is de grootste uitdaging. Er kruipt veel werk in en het vergt enorm veel inspanningen van heel het team. Maar ik kan dat, ja!”

Je krijgt hier de garantie dat je de eerste rijder bent. Speelde dat ook een rol?

“Dat geeft je toch bepaalde voordelen, ja. Je voelt dat heel het team achter je staat en dat je alleen maar aan je eigen ding moet denken. Dat heb ik nooit gekend, hoewel ik moet toegeven dat heel het team van M-Sport afgelopen seizoen na enkele rally’s ook volledig mijn kaart getrokken heeft. Dat heeft me geen extra druk gegeven, nee. Het voelde meer aan als een beloning.”

Vizier op 2015

En toch, het seizoen beginnen in de wetenschap dat de ambities beperkt zijn, dat moet wringen.

“Het belangrijkste is om een doel te hebben. Dat is dit seizoen inderdaad niet om wereldkampioen te worden, daar denken we zelfs niet aan. En als dat toch zou gebeuren, zouden onze critici daar vast een goeie verklaring voor vinden. Zelf mik ik niet op een klassement. Ik zal al tevreden zijn als we genoeg informatie vergaren met het oog op 2015. Want dan gaan we de lat zeker hoger leggen.”

We leven in een tijd dat alles snel gaat. Is kiezen voor de lange termijn dan niet atypisch?

“Ik ken erg veel rijders. De meesten dromen ervan om een langdurig contract te krijgen.

“Het is een logische keuze geweest. Ik heb altijd contracten van korte duur gehad zodat ik vaak niet wist of ik het jaar erop nog zou kunnen rijden.”

DOOR PATRICE SINTZEN – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Soms moet je eerst een stap terugzetten om uiteindelijk verder te raken.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content