De keuze van Anderlecht voor Davy Roef, zijn opmerkelijke overgang naar Oostende, de affaire-Vanden Borre. In zijn eerste interview als speler van KVO gaat Silvio Proto geen enkel onderwerp uit de weg.

KV Oostende heeft er met Silvio Proto een attractie bij. Eentje die niet vies is om de mouwen op te stropen. Terwijl zijn ploegmaats druk in de weer zijn met hun kaiserbroodjes en pistolets, zeult Proto plichtsbewust met een deel van het spelersmateriaal. De topclub in spe heeft zo te zien niets van zijn gemoedelijkheid verloren. Meer had Proto niet nodig om zich meteen thuis te voelen aan de kust. ‘Het gaat er bijzonder familiair aan toe’, vertelt Proto, die door een supporter de bijnaam Proctopus kreeg. Een samentrekking van Proto en octopus. ‘De sportief directeur schuift zelfs mee aan tafel voor een boterham. C’est chouette. Ik moet zeggen dat ik in een leuke en leergierige groep ben terechtgekomen. Ik werd ook meteen aanvaard.’

Het heeft lang geduurd voor je transfer helemaal rond was. Heb je getwijfeld over een goede afloop?

SILVIO PROTO: ‘Voor het eerst in jaren vertrok ik op vakantie zonder te weten waar ik het volgende seizoen zou spelen. Voor een vrijgezel die op een paar uur zijn spullen bijeen kan rapen, is een beetje werkonzekerheid geen probleem. Maar ik heb een een vrouw en drie kinderen waar ik rekening mee moet houden. Mijn drie zonen hebben er gelukkig geen last van ondervonden. Ze zijn nog te klein om alles te begrijpen. Tot nu toe associeerden ze mij alleen met Anderlecht. Laatst zei een van mijn zonen: ‘Hoe zit het papa, wanneer herbegin je bij Anderlecht?’ Ze beseffen niet dat ik al met Oostende aan de voorbereiding ben begonnen.’

Wat charmeerde je zo aan het project van Oostende?

PROTO: ‘Ik ben in een project gestapt waar ik rustig mee kan groeien met de club. Al is geleidelijkheid niet aan Marc Coucke besteed. Hij wil altijd meer: mochten we dit seizoen derde eindigen, dan zou hij het seizoen daarop mikken op de tweede plaats. En dan de eerste. Zo gaat Coucke te werk. Je moet maar een blik werpen op zijn indrukwekkende parcours in de zakenwereld om te beseffen hoe ambitieus hij is. Tegelijkertijd is hij heel bescheiden. Zijn eenvoud heeft mij verbluft. De sportieve uitdaging en de figuur van Coucke hebben mij uiteindelijk in de richting van Oostende geduwd.’

Volgens Coucke zou je enkele jaren geleden de telefoon niet hebben opgenomen voor hem.

PROTO: ‘Drie jaar geleden stond Oostende bij wijze van spreken niet op de voetbalkaart. Intussen heeft de club zich sterk ontwikkeld. Vorig seizoen heb ik met Anderlecht vier keer tegen Oostende gevoetbald en het waren telkens lastige matchen. We hebben amper van hen gewonnen. Ik kom dus niet bij een ploeg terecht waar geen kwaliteit is. Integendeel. Ik was aangenaam verrast over de trainingsintensiteit. Met Yves Vanderhaeghe die er fel bovenop zit, maar tegelijk veel met de jongens praat, moeten we minstens even goed doen als vorig seizoen. Als we eenmaal in play-off 1 zitten, kan het alle kanten op.’

OUDE ZAAG

In een van je eerste interviews vertelde je dat je zou proberen om de nummer één te worden bij Oostende. Is dat geen valse bescheidenheid?

PROTO: ‘Oostende heeft een serieuze inspanning voor mij gedaan, dus ik vermoed dat het niet hun bedoeling is om mij op de bank te zetten. Maar dat is geen garantie op een goed seizoen. Als ik niet presteer, dan staan Wouter Biebauw, Didier Ovono en Jean Chopin, de vierde doelman, klaar om mijn plaats in te nemen. Ze zullen mij tot het uiterste drijven en zo heb ik het graag.’

Je kon naar Mainz en Olympiacos. Ga je binnen vier jaar niet denken: verdomme, was ik maar naar het buitenland getrokken?

PROTO: ‘Non! Een buitenlands avontuur is nooit een doel op zich geweest in mijn carrière. Voor mij telt een ding: het welzijn van mijn vrouw en kinderen. Zouden zij gelukkig geweest zijn in een vreemd land? Dat denk ik niet. In België wel. We kunnen in Waterloo blijven wonen, de kinderen hoeven hun schoolvriendjes niet op te geven en mijn vrouw kan haar master in de psychologie afmaken. Noem mij maar een voetballer van de oude stempel. Ik ga mijn leven niet overhoop halen om elders 1000 euro meer te verdienen. Daar heb ik ook een deel van mijn populariteit aan te danken: de supporters weten dat ik financieel interessante aanbiedingen heb afgewimpeld om bij Anderlecht te blijven.’

Was het niet raar om na elf seizoenen de deur van een andere kleedkamer open te zwaaien?

PROTO: ‘Ik dacht: oké, hier begint voor mij een nieuw avontuur. Ik vergelijk het met een nieuw stuk speelgoed: je opent de verpakking en dan tast je voorzichtig de contouren af. Ik voel wel dat de jongeren mij anders bekijken omdat ik van het ‘grote’ Anderlecht kom. Dat dwingt respect af. Omgekeerd heb ik ook voor die jongens respect, hoor. Het moet van de twee kanten komen. De voorbije jaren heb ik een ding geleerd bij Anderlecht: je moet iedereen aanvaarden zoals hij is. Dat is de beste manier om een hechte groep te smeden.’

Als aanvoerder moet je dus bepaalde zaken door de vingers zien.

PROTO: ‘Ik wil niet als een oude zaag klinken, maar de kleedkamermentaliteit is wel degelijk veranderd. Dat heeft te maken met de samenstelling van een vestiaire. Vroeger had je drie jongeren in de groep, nu telt een kern hooguit drie oudere spelers. Natuurlijk gaan de oudjes elkaar dan spontaan opzoeken. Bij Oostende zat de feeling meteen goed met mannen als Franck Berrier, Kévin Vandendriessche en Biebauw. Mij betrekken in een gesprek over het nieuwste PlayStationspelletje heeft geen zin. Maar in sommige jonkies zie ik wel een jongere versie terug van mezelf. Met dat verschil dat ik in mijn jonge jaren nooit een uitgaanstype ben geweest. Ik ben al zestien jaar samen met mijn vrouw Barbara. Ik heb nooit de discotheken afgeschuimd om meisjes op te pikken.’

Net als bij Anderlecht wordt van jou verwacht dat je de groep op sleeptouw neemt.

PROTO: ‘Ik zal doen wat de trainer mij opdraagt. Vindt hij dat ik mij op de achtergrond moet houden, dan zal ik dat doen. Wil hij mij meer verantwoordelijkheid zien nemen, mij ook goed. Mijn precieze rol zal tijdens het seizoen duidelijk worden. Als nieuwkomer heb je sowieso geen recht om de aanvoerdersband op te eisen. Ik kan een leider zijn zonder een stuk textiel rond mijn arm te dragen. Je wordt als leidersfiguur geboren, je kan het niet leren.’

ANDERLECHT

Heb je bij Anderlecht het afscheid gekregen dat je wilde?

PROTO: ‘Het mislopen van de titel was een smetje, maar ik ben met opgeheven hoofd bij Anderlecht kunnen vertrekken. Ik heb er het maximale uitgehaald, niemand zal mij ooit iets kunnen verwijten. Ik putte vooral energie uit de afwijzende gevoelens van mensen die mij kwaad wilden berokkenen. Voor hen heb ik mij elke dag op training uitgesloofd, puur om hen de mond te snoeren. Op het einde is mij dat ook gelukt. De hommage die ik in mijn laatste wedstrijd kreeg tegen Zulte Waregem was onvergetelijk. Op zo’n moment – wanneer het publiek zijn oprechte appreciatie toont – kan je door een muur gaan.’

Je hebt het over die enkelingen die jou nu en dan uitfloten?

PROTO: ‘Ik heb dat groepje fluiters op zijn plaats gezet, sommige hebben zelfs hun mening over mij moeten bijstellen. Vanwaar die negativiteit komt? Wellicht door mijn imago van dikkenek. (haalt de schouders op) Maar dat is op niets gebaseerd. Ik heb de strijd al lang gestaakt tegen dat soort verzinsels, het is tijdverlies om bij iedereen in de smaak te willen vallen. Er zal wel altijd iemand ’s morgens opstaan met de gedachte: Silvio is een onnozelaar.’

Begrijp je de logica achter de beslissing van het Anderlechtbestuur om je te laten vertrekken? Roef, die 22 jaar is, heeft de toekomst voor zich. Jij bent er al 33.

PROTO: ‘Ik snap dat Anderlecht de groep wil verjongen en dat ze Davy Roef willen lanceren. Maar je mag niet vergeten dat ik net mijn beste seizoen in jaren achter de rug had. Daarom waren veel mensen verrast dat Anderlecht mij liet gaan. Dat is inherent aan het voetbal: soms treden er mechanismen in werking die je niet begrijpt. Mijn houdbaarheidsdatum op Anderlecht was blijkbaar verstreken. Bij deze wens ik Davy en Anderlecht veel succes toe. Ik heb er vrede mee, er is niets van blijven hangen. De dag na de laatste competitiematch ben ik drie weken op vakantie vertrokken en alles was vergeten.’

Heb jij niet hetzelfde meegemaakt in jouw eerste seizoen bij Anderlecht in 2005? Je kreeg toen de voorkeur op de acht jaar oudere Daniel Zítka.

PROTO: ‘De context was totaal anders. Destijds werd ik niet voorgetrokken door het bestuur of de trainer. Zítka en ik zijn op gelijke voet aan het seizoen begonnen, net zoals dat afgelopen seizoen het geval was met Roef en ik. Frank Vercauteren was niet het type dat cadeautjes uitdeelde. Ik heb toen mijn plaats op het veld afgedwongen. Zonder die zware blessure aan mijn kruisbanden zou Zítka niet meer gespeeld hebben. Het hoofdstuk met Zítka vat goed mijn doortocht bij Anderlecht samen: ik moest mij elke keer opnieuw bewijzen.’

BONDGENOOT

Was het op mentaal vlak een slopend seizoen voor jou? Je hebt na een wedstrijd vaak op je tong moeten bijten.

PROTO: ‘Jullie kennen mij intussen. Na een nederlaag kan het soms hevig borrelen bij mij en dan kan ik fel uit de hoek komen. Ik zeg de dingen rechtuit, zo ben ik nu eenmaal. Binnenskamers – ook door mijn ploegmaats – werd mij wel eens verweten dat ik een speler te hard had aangepakt. Maar ik heb niet het gevoel dat ik de grens van het toelaatbare heb overschreden met mijn verklaringen. Ik kan iedereen recht in de ogen kijken bij Anderlecht. Ik heb niemand een dolk in de rug gestoken, niet vorig seizoen en ook niet de jaren daarvoor.’

Je discours was hetzelfde voor de pers als in de kleedkamer?

PROTO: ‘Voilà! Ik zet geen masker op wanneer ik met de pers praat. Het is toch makkelijker om met kritiek om te gaan als iemand het recht in je gezicht zegt, dan wanneer je het de dag erna in de krant moet lezen?’

Hoe moeilijk was het om na een verloren wedstrijd de klappen op te vangen voor je ploegmaats?

PROTO: ‘Het was mijn taak als aanvoerder om de groep in bescherming te nemen. Ik deed het dus gewoon zonder mij daar vragen bij te stellen. Een ongeschreven regel zegt ook dat je het te allen tijde voor de trainer moet opnemen. De aanvoerder is de eerste bondgenoot van de trainer, niet? Daarom kreeg Besnik tot het einde mijn onvoorwaardelijke steun.’

Kom je achteraf gezien ook tot de conclusie dat de groep kwaliteit miste om kampioen te spelen?

PROTO: ‘Club Brugge is de terechte kampioen, daar valt geen speld tussen te krijgen. Ik weet van een paar mensen van Club Brugge hoe zij de play-offs hebben aangepakt. Hun titel was geen toevalstreffer. Neem nu de titelmatch in Jan Breydel. Weet je wat er die dag is gebeurd? Wij wilden winnen, maar zij iets meer. Ze hebben voor de wedstrijd geen show zitten verkopen in de spelerstunnel, ze hebben op het veld getoond wie de beste ploeg van België was. Met wat meeval hadden we die eerste plaats kunnen pakken, maar dan zou het een kleine hold-up zijn geweest. Met de groep van vorig seizoen hebben we eigenlijk een meer dan bevredigend seizoen gedraaid.’

GRATUITE KRITIEK

Was de kleedkamer van Anderlecht pakweg vijf jaar geleden gemakkelijker beheersbaar dan nu?

PROTO: ‘Vijf jaar geleden hadden we incidenten zoals afgelopen seizoen op dezelfde manier aangepakt. Luister: ik heb met heel mijn ziel voor Anderlecht gewerkt. Ik vloog er elke dag met honderd per uur tegenaan, ik probeerde activiteiten te organiseren om de neuzen in dezelfde richting te krijgen. Als je het eindresultaat ziet, moet je concluderen dat het niet heeft gewerkt. Maar ik ga uit van een simpel basisprincipe: in een ploegsport draagt iedereen dezelfde verantwoordelijkheid. Of je nu 18, 20 of 40 jaar bent. Ook het bestuur mag zich de tweede plaats aanrekenen.’

Maar jij kreeg de zwartepiet toegeschoven.

PROTO: ‘Het heeft mij niet gekwetst. Echt waar. Journalisten die gratuite kritiek uiten, hebben maar een doel: hun gazetten verkopen. Ik begrijp dat een verhaal met Silvio Proto in de hoofdrol beter verkoopt dan een artikel over een andere speler. Maar ik ben niet rancuneus. Diezelfde journalisten mogen mij gerust bellen om een hapje te eten en het uit te praten. Als je bij Anderlecht voetbalt, moet je leren leven met terechte én onterechte kritiek. It’s part of the job. Sommige spelers van Anderlecht verdragen de afkeuring van supporters en de pers minder goed, maar ze zullen het moeten leren. Ik probeer de zaken vanuit het juiste perspectief te bekijken. Het is niet met de supporters of met de journalisten dat je je oude dag zal slijten. Wat telt op het einde van de dag? Niet die negentig minuten onder de schijnwerpers, wel dat je familie het goed heeft.’

Heb je het met iedereen kunnen bijleggen op je laatste werkdag bij Anderlecht?

PROTO: ‘Ik was niemand een uitleg schuldig… Probeer één speler van Anderlecht te vinden die mij iets kwalijk kan nemen. Zelfs uit de mond van Anthony zal je niets verkeerds horen. Ik was niet tegen Anthony! Tijdens een meeting hebben Herman Van Holsbeeck en Roger Vanden Stock mij op de man af gevraagd of we Anthony terug in de groep wilden opnemen. Ik heb hen gezegd: ‘Doe gerust. Als hij ons naar de titel trapt, wil ik zelfs twintig procent van mijn loon aan hem afstaan.’ Alle aanwezigen zullen dit kunnen bevestigen.’

Waarom werd jij met de vinger gewezen? Je was volgens iedereen de persoon die de terugkeer van Anthony blokkeerde.

PROTO: ‘Niemand kent de waarheid over het bewuste incident. Wat er in de kleedkamer is gebeurd, heeft nog niet in de krant gestaan. Maar geloof mij vrij: wat Anthony heeft gedaan, was er ver over. Was het aan mij om naar buiten te brengen wat hij had uitgespookt? Nee. Het ligt niet in mijn aard om iemand zwart te maken. Dat niemand de ware toedracht heeft gelekt, is in het voordeel van Anthony uitgedraaid. (denkt na) Misschien is het beter zo. Ik ben blij voor hem dat hij een nieuwe kans krijgt bij Anderlecht. Ik heb er geen enkele baat bij om hem alle miserie van de wereld toe te wensen.’

DOOR ALAIN ELIASY – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Bij Anderlecht moest ik mij elke keer opnieuw bewijzen.’ SILVIO PROTO

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content