De eerste echte buitenlandse scoutingopdracht van Georges Leekens was op niveau: hij trok naar het WK in Zuid-Afrika om Duitsland twee keer live aan het werk te zien. Tussendoor dompelde de nieuwe bondscoach zich onder in de WK-sfeer.

Lachend loopt Georges Leekens door de chique lobby van het Sandton Sun Hotel in Johannesburg, het tweede duurste hotel van de stad. Hij is voor vijf dagen in Zuid-Afrika neergestreken om Duitsland twee keer te scouten en geniet van de sfeer en de beleving rond dit mega-evenement. Geen dagelijkse trainingen meer bij KV Kortrijk of Lokeren, maar vanop afstand meedraaien in de mallemolen van het internationale topvoetbal. Geen vriendschappelijke partijen tegen Maldegem of Wilrijk, maar in futuristische stadions kijken hoe Duitsland speelt tegen eerst Servië en dan Ghana.

Georges Leekens loopt door Sandton, het bruisende hart van Johannesburg, ver weg van de sloppenwijken of andere tekenen van armoede. Dure limousines rijden op en neer, hier frequenteert de bovenlaag van de Zuid-Afrikaanse bevolking elkaar, hier ook klopt het economische hart van deze drie en een half miljoen inwoners tellende metropool. Leekens poseert voor het standbeeld van Nelson Mandela, de redder van het vaderland, in een multiculturele sfeer. Hij verbaast zich over de uitgelatenheid van de mensen, de oprechte blijdschap waarvoor dit toernooi zorgt. En hij trekt zich voor dit interview terug in een van de vele etablissementen waar de WK-koorts constant aanwezig is. Af en toe weerklinkt het geluid van de onvermijdelijke vuvuzela, in de achtergrond wordt er gezongen, op straat gedanst. Dit is het WK op Afrikaanse bodem, op 10.000 kilometer van huis.

Maar toch dwalen de gedachten van Leekens voortdurend naar de Rode Duivels, waarmee hij op 2 september aan de EK-campagne begint. Met een thuiswedstrijd tegen Duitsland. Hij had het liever anders gezien.

Georges Leekens: “Wat valt op tijdens dit WK? Infiltrerende middenvelders zijn even belangrijk als scorende spitsen. En: de ruimte ligt op de vleugels. De meeste ploegen pakken uit met een soort 4-2-3-1, wat wij vroeger 4-5-1 noemden. Telkens weer is er die aandacht voor organisatie, telkens weer zie je twee verdedigende middenvelders, twee buffers voor de defensie. Zelfs Brazilië speelt met meer volk achter dan voor de bal. Argentinië is eigenlijk de enige uitzondering. Omdat Lionel Messi daar natuurlijk het verschil maakt. Het is onvoorstelbaar hoe die speelt: altijd de diepte zoeken, de actie rechtdoor, altijd gevaar creëren, zelden een balletje in de breedte en telkens weer snelheid in het spel brengen. En wat me ook heel erg opvalt: iedere ploeg is op een dusdanige manier gescout dat ze nog nauwelijks geheimen hebben voor elkaar. Het is een van de redenen waarom dit WK zo moeizaam begon. Het scoutingsysteem moet ook in de nationale ploeg worden geperfectioneerd.”

Het is een van de zaken die je wil veranderen?

“We hebben nog veel stappen te nemen. Dick Advocaat heeft een bepaalde lijn getrokken. Duidelijke afspraken, de spelers wisten waaraan zich te houden. Natuurlijk moet dat zo blijven. Maar je kunt voor een nog professioneler kader zorgen. In de communicatie bijvoorbeeld. Je hebt met één perschef te weinig, er moeten er twee komen. Maar ook nog op tal van andere vlakken. Op iedere positie moeten de beste mensen zitten. Ik ben iemand die alleen maar met toppers werkt.”

Kijken en luisteren

Waarom wou je eerst alleen bondscoach worden in een duobaan met Lokeren en ben je nadien van idee veranderd?

“Dat had met financiën te maken. Maar uiteindelijk zijn we er wel uitgeraakt. Natuurlijk zou dat heel moeilijk geweest zijn, Lokeren trainen en de nationale ploeg. Zeker op de manier dat ik werk. Ik wil op alles controle uitoefenen, ik wil een professioneel kader scheppen zodat de voorwaarden om te presteren zeker aanwezig zijn. Dat kost tijd. Los daarvan is het een samenloop van omstandigheden die in dit vak je toekomst bepaalt. Want laten we wel wezen: ik ben nu bondscoach omdat Dick Advocaat een aanbod van de Russische federatie heeft gekregen en omdat Erik Gerets niet wilde.”

Anders zat je nu bij Lokeren.

“Er waren nog meer aanbiedingen. Germinal Beerschot bijvoorbeeld, daar was het een kwestie van geld. En buitenlandse clubs, ik hoef ze allemaal niet op te noemen. Ik stel vast dat ik goed in de markt lig. Dat is niet onlogisch: je hebt meer ervaring, je gaat je concentreren op de essentie van je werk. En dat is: hoe krijg ik rentabiliteit in mijn elftal? En je verdiept je niet meer in details. Ik heb dat vroeger te vaak gedaan, vitten op kleine dingen, en ik zie sommige jonge trainers nog dezelfde fouten maken. Ik heb vroeger vaak energie gestoken in dingen waarvan ik nu denk: hoe kon je dat nu doen? Je moet niet ieder gevecht willen aangaan. Ik was 37 jaar toen ik trainer van Anderlecht werd en toen zei Constant Vanden Stock me eens: je bent een van de beste trainers die ik heb gehad, maar je moet leren kijken en luisteren.”

En zes maanden later lag je buiten.

“Toch heb ik vaak aan die woorden moeten terugdenken. Eigenlijk heb ik in het buitenland het vak geleerd, het is toch daar dat je je visie verruimt, dat je leert wat belangrijk is en wat niet. Zo kan je je als trainer vormen. Van de andere kant: dat iemand als bondscoach mag terugkeren, dat is toch niet zo vaak gebeurd. Dat betekent dat ik het nog niet zo slecht heb gedaan in mijn vorige periode. Natuurlijk zijn er wat dingen verkeerd gelopen. Ik heb toen ook de fout gemaakt om na het WK van 1998 niet te vertrekken. Nadien kwam het ontslag er dan wel. Dat heeft problemen opgeleverd, fricties met Michel D’Hooghe bijvoorbeeld, die hebben lang aangesleept, negen jaar om precies te zijn. Gelukkig zijn die een paar maanden geleden bijgelegd. Ik vind: je moet ook niet in het verleden blijven leven, je moet dingen van je kunnen afzetten. Soms vragen ze me wel eens: hoe komt het dat er zo veel oudere trainers in België zonder werk zitten? Misschien heeft dat te maken met het feit dat ze het verleden niet kunnen loslaten. Ik hoor vaak veel verbittering, veel frustratie. Terwijl je dynamiek moet uitstralen. Met die dynamiek ga ik nu aan het werk bij de nationale ploeg. Met heel duidelijke afspraken. Ook in de manier van voetballen.”

Mentale sterkte

Waar ga je de accenten leggen?

“Waar moet je naar streven? Dat je een wedstrijd domineert maar dat je intussen ook over die wedstrijd in de lengteas controle kan uitoefenen. Zowel offensief als defensief. Je hebt daar functionele spelers nodig. Een Marouane Fellaini bijvoorbeeld, die is zeer belangrijk. Het zou onzinnig zijn om in die lengteas druk te leggen op iemand als Romelu Lukaku. Die staat normaal voor een moeilijk tweede jaar, hij moet nog veel leren. In de manier waarop hij een bal aanneemt bijvoorbeeld. Althans, op internationaal niveau. Gelukkig is Lukaku een nuchtere jongen. Hij zegt niet veel en luistert goed. Er zijn er anderen. Die meer praten dan presteren. Nietemin: als we alles verwachten van Lukaku, dan gaan we hem vermoorden. Kijk, in wezen draait het toch maar om één zaak: rendement. Daar ga ik naar kijken. Naar rendement en niet naar namen. En naar mentale sterkte. Vooral dat laatste is zeer belangrijk. Ik zag in de wedstrijd tegen Bulgarije bij die achterstand te snel een paar koppen naar beneden gaan. Dat kan niet. Ik ga op grond van die mentale sterkte ook selecteren. Spelers zullen hun verantwoordelijkheid moeten opnemen. Ik wil diepgang, ik wil mentaliteit. En als het moet niet alleen overschakelen op techniek, daar zijn we toch niet de besten in. En: controlevermogen op het middenveld, infiltratie, een diepe spits die gaten trekt voor de lopende mensen. Ik zie heel graag diepgang, die moet er ook langs de buitenkant zijn. En ik ben ook zeer benieuwd naar de complementariteit van een aantal spelers. Wat zie je vaak in deze ploeg? Als er fouten worden gemaakt, dan vallen ze op, dan worden ze heel vaak afgestraft. Dat kan natuurlijk niet. Fouten mogen niet gezien worden.”

Dat klinkt mooi. Maar is het met deze groep realiseerbaar?

“Je moet ernaar streven. Kijk, ik probeer heel kritisch naar dit WK te kijken. Ik ben niet diep betrokken, maar oppervlakkig betrokken. Maar dat betekent niet dat ik de evolutie van het voetbal niet zie. En dan merk je toch alleen maar: het draait om complementariteit. Brazilië brengt dat op een perfecte manier in de praktijk. Ze zijn beter zonder Ronaldinho dan met hem. Het zijn niet de beste spelers die de beste ploeg vormen. Kijk naar Engeland, ze hebben met Steven Gerrard en Frank Lampard de beste spelers uit de competitie in hun ploeg. Ik wil geen kritiek uitoefenen op Fabio Capello, maar je moet de vraag durven stellen: kan dat wel? Hoe dan ook is één zaak duidelijk: onze ploeg heeft veel talent. Het is dus aan mij om daar rendement uit te halen.”

Hebben we echt wel zo veel talent? Veel van die spelers zijn intussen al 24, 25 jaar. Het dreigen eeuwige beloften te worden.

“Ik denk dat ze zichzelf te veel onder druk hebben gezet. Ze zijn blij dat ze talent hebben maar dat is niet de enige factor om op internationaal niveau mee te draaien. Want je moet de zaken zeggen zoals ze zijn: wij zijn niet op het WK. We moeten top zijn: fysiek, qua wedstrijdintelligentie en mentaal, ik kan dat laatste niet genoeg benadrukken. En ik wil ook spelers die elkaar aansturen, die elkaar coachen. Heel algemeen hoor ik soms ook te veel gezaag, daar zijn voetballers goed in. Zoals op het WK ook weer bleek: aanvankelijk was het door die nieuwe bal dat de wedstrijden zo slecht waren. Terwijl je toch al weken met die bal hebt getraind. Tenminste, dat mag je veronderstellen.”

Geen eenvoudige keuzes

Is het ook geen probleem dat we veel goede spelers hebben voor dezelfde positie: centraal in het middenveld, centraal achteraan ook.

“Dat is zo. Maar kijk naar alle ploegen, al deze posities zijn goed bezet.”

Het zijn gemakkelijke posities.

“Nee, dat denk ik niet, al heb ik dat vroeger tegen Gerets eens gezegd: de slimme staan in het centrum en de anderen langs de buitenkant. ( lacht) Het systeem is natuurlijk essentieel: de nummer zes wordt belangrijk, de backs worden belangrijk. En de nummer tien is voorbij. Dat is tegenwoordig de man die komt of naar de buitenkant gaat. Een type zoals die Duitser, Mesut Özil, dat is een moderne nummer tien. Het belangrijkste is en blijft: hoe krijgen we controle over de wedstrijd? Wij gaan niemand wegdrukken, dat hebben we nog nooit gedaan. Op grote momenten hadden we wel dat realisme: de tegenstander laten voetballen zoals wij dat graag hebben, lateraal. Het is eenvoudig weergegeven, maar de keuzes zullen niet zo eenvoudig zijn.”

De EK-kwalificatie begint wel zeer moeilijk met een thuiswedstrijd tegen Duitsland.

“En nadien gaan we naar Turkije. Vier dagen later. Het Turkije van Guus Hiddink. Dat is op zijn minst even belangrijk. Kijk, ik moet leven met het programma zoals het is gemaakt. Ik had drie weken voor die match tegen Duitsland liever thuis tegen Finland gespeeld dan uit. Natuurlijk wordt het zeer moeilijk tegen Duitsland, straks komt Michael Ballack terug, die geeft de ploeg een meerwaarde. Als ik nu zou zeggen dat we tegen Duitsland zomaar gaan winnen, dan maak ik mezelf ongeloofwaardig. Maar als Duitsland een mindere dag heeft en wij een goeie, dan hebben we kans. Maar de Duitsers hebben veel talent, mensen die nu nog altijd durven roepen dat ze teren op kracht en loopvermogen hebben het voetbal toch niet goed gevolgd. Op het WK zag je aanvankelijk dat jonge spelers een boost kregen omdat Ballack er niet bij was. Dat valt me op: die jonge gasten bij Duitsland zijn zeer matuur. Dat is een kwestie van ingesteldheid. Neem een Hollander van 21 jaar en een Belg van dezelfde leeftijd en je ziet ook een groot verschil. Van de andere kant: er zit een grote samenhorigheid in de Belgische ploeg. Dat was volgens mij toch de grote winst van deze wedstrijd tegen Bulgarije, die puur sportief overbodig was: iedereen die wilde komen, die kwam. Thomas Vermaelen die niet kon spelen en toch drie dagen bij de ploeg bleef bijvoorbeeld. Hij wilde zien en voelen wat er gebeurt. Dat is ooit anders geweest. Ik wil in ieder geval met deze groep doorgaan.”

We hebben geen duidelijke nummer één. Is een terugkeer van Stijn Stijnen een optie?

(ontwijkend) “Ik zal wat de doelman betreft de knoop voor de wedstrijd tegen Duitsland doorhakken. Er zijn wat mogelijkheden. Ik vind het bijvoorbeeld goed dat Simon Mignolet nu in Engeland gaat voetballen, een andere manier van spelen, dat zal zijn ontwikkeling ten goed komen.”

Maar je hebt nog niet op de vraag geantwoord: is een terugkeer van Stijnen een optie?

“Op dit moment niet. Maar ik sluit niets uit.”

Een jobhopper

Intussen is deze job ongeveer je 20e in 26 jaar. Je zou bij Kortrijk blijven, je had je akkoord gegeven aan Lokeren en plots word je bondscoach. Iedereen zegt: typisch Leekens.

“En ze zeggen: Leekens is een jobhopper. Kijk, als ik me ergens niet meer goed voel, dan ben ik weg. En soms weet ik al in januari: ik houd het op het einde van het seizoen voor bekeken. Omdat ik zaken zie die me ergeren. Alleen ga ik daarover niet in detail treden. Dat doe ik nooit. En ik ga zulke dingen op dat moment ook niet vertellen. Dat is niet in het belang van de club en niet in het belang van de spelers.”

Maar het is toch niet normaal dat je zo vaak verandert. Er moet in jou veel rusteloosheid zitten.

“Ik ben een avonturier, dat steek ik niet weg. Maar ik ben nu gekalmeerd. Je merkt dat toch ook aan mij. Ik vind ook dat ik nu veel meer mijn emoties toon. En ik merk dat de mensen dat wel appreciëren. Ik wil deze taak nu echt tot een goed einde brengen. Mijn doel is: de Rode Duivels voor het WK van 2014 in Brazilië kwalificeren.”

Dat is over vier jaar Georges, een eeuwigheid voor jou?

( lacht) “Pas op, ik heb geen contract voor vier jaar. Wel twee seizoenen met een optie voor nog eens twee seizoenen.

Zo kennen we je weer. Trouwens, komt er binnenkort echt nog een perschef, zoals in de meeste andere landen die het belang van een goeie communicatie al lang onderkennen? Dat zou pas revolutionair zijn.

“Wel, laten we misschien eerst aan de EK-kwalificatie beginnen.”

door jacques sys en françois colin

Vroeger stak ik vaak energie in dingen waarvan ik nu zeg: hoe kon je dat nu doen?

Ik wil dat spelers hun verantwoordelijk-heid nemen. Ze moeten niet zagen.

Het belangrijkste is en blijft: hoe krijgen we controle over de wedstrijd?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content