Roger Lambrecht ziet meer mogelijkheden in Germinal Beerschot dan in Lokeren. En vergeet nooit : waar Lambrecht komt, heeft hij àlles te zeggen.

Als Roger Lambrecht een beter team wil dan Sporting Lokeren, moet hij toch twee keer nadenken vooraleer hij Germinal Beerschot overneemt. Want op het veld toonde Lokeren zich zaterdag in alle opzichten superieur aan de begeerde bruid uit Antwerpen. Alleen jammer dat zo weinig geïnteresseerden opdagen om een goed product te aanschouwen. Als voor zo’n beladen wedstrijd van zo’n niveau amper 4200 toeschouwers opdagen, zegt dat alles. Om meer volk te lokken naar de Durmestad, zijn al Lokerse Feesten nodig.

Lambrecht wéét dat ook, hij woont wel eens meer wedstrijden op Daknam bij. Lokeren zit aan zijn plafond. Het elftal zoals het zaterdag Germinal Beerschot voetballes gaf, is boven de club uitgegroeid. Stapt Lambrecht morgen op, dan moet Lokeren er zelfs niet aan denken om de aflopende contracten van de belangrijkste spelers te vernieuwen, want het kan die al niet meer betalen.

Lambrecht weet dat hij bij Lokeren zijn grote droom niet kan realiseren : meedoen voor een prijs, alle thuiswedstrijden voor 10.000 kijkers spelen en tegelijk een sluitend budget maken. Hij wil wel proberen daar in Antwerpen wel in te slagen, maar alleen als ex-GBA-voorzitter Jos Verhaegen mee in de boot stapt. Want Verhaegen kent de ins en de outs én de verborgen kamertjes in het huis.

Echt achterover vielen ze bij Lokeren niet toen Lambrecht zijn interesse voor de Antwerpse club liet merken. Eerder probeerde hij al samen te gaan met Gent, Aalst en Beveren. Bij Aalst bedankte hij ervoor om de immense schuldenlast over te nemen. Ook bij Beveren en Gent was dat een van de struikelblokken, al lijkt Gent nog altijd de meest aangewezen natuurlijke partner voor Lokeren. Maar in Gent willen ze Lambrechts neus niet in hun zaken zien.

Want waar Lambrecht komt, heeft hij alles te zeggen. Hij wil dat ook zo houden. Daarom reageerde Lokeren niet toen het als eerste hoorde dat Arsenal een Belgische club zocht waar het zijn jong Afrikaans talent kon laten proefstomen. Want waarom zou men zichzelf aan een buitenlandse club verkopen als Lambrecht met de hulp van Willy Verhoost via Satellite Abidjan net hetzelfde kan doen, maar dan in eigen beheer ? Dus trok Arsenal naar Beveren, werkte daar 1,5 miljoen euro schuld weg, maar is er wel baas.

In Lokeren is alleen Lambrecht baas. Niet dat zijn keuzes altijd goed uitdraaien. Lambrecht is er nog altijd niet goed van dat hij zich liet overhalen om twee spelers bij RC Zuid-West te stallen en door te betalen en in ruil daar een voetballer weg te halen, de Kroaat Alen Mrzlecki. Dat kostte hem een half miljoen euro en levert niets op. Ziek is hij ervan.

Ook de fusie met SK Sint-Niklaas leverde hooguit een lange naam op. Lambrecht had wel oor voor de plannen van politicus Freddy Willockx, die zich inspande om een Wase fusie rond te krijgen als alternatief voor het failliet van zijn ploeg. Want Lambrechts hoofdzetel van zijn bandencentrales bevindt zich in het industriepark in Sint-Niklaas. Misschien wilden andere bedrijven daar makkelijker sponsor worden als Lokeren en Sint-Niklaas voetballend zouden samengaan. Het lukte niet.

Fil Laureys, geboren en getogen Lokerenaar, voormalig fruithandelaar, eerst actief bij Racing en enig overgebleven bestuurslid van de oude Sportinggroep, zag nooit heil in een grote Wase club. “Omdat Lokerenaars geen Waaslanders zijn. Wij zijn Durmejongens. Wij voelen ons geen Waaslanders. Een Lokerenaar heeft altijd met Gent geleefd. De kinderen gaan daar naar de grote scholen, vrouwen gingen daar winkelen. Sint-Niklaas vonden wij de stad van de dikkenekken. Er zijn geen tien supporters meegekomen na de fusie.”

Nu Willockx Red Star Haasdonk overhaalde om in Sint-Niklaas te komen voetballen en in derde klasse de naam te veranderen in Red Star Sint-Niklaas, blijft van de Sporting Lokeren Sint-Niklaas Waasland enkel nog de hoofding op het briefpapier en het nieuwe logo over.

Berusten in die nederlaag doet Lambrecht niet, ook al wordt hij straks 71. Met Lambrecht in de buurt moet het vooruitgaan. Zelf is hij honderd procent een selfmade man, die zijn eerste bandencentrale in Berchem opstartte en er ondertussen na een aantal overnames in Wallonië al bijna veertig heeft over heel België. Tien jaar geleden was hij ook aandeelhouder in de Vlaamse Luchtvaartmaatschappij. Zijn zaak, met hoofdzetel in Sint-Niklaas, wordt geleid door zijn drie zonen, waarvan één, Dirk Lambrecht, ook interesse heeft in voetbal en bij de werking van Sporting Lokeren betrokken is.

Voetballend debuteerde Roger Lambrecht als noeste verdediger en harde werker bij Standard Lokeren. Na zijn huwelijk verhuisde hij naar Antwerpen, waar hij eerst als verkoper voor Katoennatie werkte en later in een bandencentrale een gat in de markt vond. Toen hij terugkeerde naar de eigen streek en zich in Eksaarde vestigde, werd hij al snel voorzitter van de socioclub van Sporting Lokeren.

Tussen industrieel bouwpromotor Gaston Keppens, die de club overnam na het overlijden van Etienne Rogiers, en de bandenverkoper klikte het nooit. Toen al was Lambrecht één van de veertig leden van de vzw van Lokeren. Die vzw is nu teruggebracht tot tien, allemaal mensen die financieel participeren. Keppens, die zelf nooit geld in de club stopte, door de fans gemeden werd en een slecht beheerder genoemd werd, vertoonde zich na zijn ontslag nooit meer op het stadion en waarschuwde dat het ooit slecht zou aflopen met de club als Lambrecht Lokeren in de steek zou laten.

Maar zonder de komst van Lambrecht was het met Sporting en zijn beheerders slecht afgelopen. Toen de club in het seizoen 1994/95 tien speeldagen voor het einde op twee na laatste stond, nam Lambrecht met een intern voorbereide revolutie de fakkel over. Samen met de negen Vrienden van Sporting Lokeren bracht hij een half miljoen euro bijeen en betaalde daar zelf ruim een derde van. Zonder hem dreigde het failliet. Een aantal beheerders stond bij de banken persoonlijk borg voor de uitbetaling van de lonen. Met de verkoop van Nzelo Lembi aan Club Brugge kon het vernieuwde Lokeren schuldenvrij starten. Lambrecht schoot een deftig werkbudget voor.

Nog altijd is Lokeren schuldenvrij, al heeft het een jaarlijks exploitatieverlies van bijna een miljoen euro. Lambrecht vult die put niet. Laureys : “Maar hij kan het wel voorschieten en, met wat hij aan spelers verkoopt, terugwinnen. Lambrecht zei altijd : ik kom hier niet om mijn centen te verspelen. Het mag hem wel een paar miljoen frank per jaar kosten, hé. Dat is zijn drinkgeld. Hij wil zijn naam zien op de uitrustingen, ook al is er een andere shirtsponsor.”

Zonder Lambrecht valt Lokeren binnen de twee jaar terug op het niveau waar het voor zijn komst vertoefde. Bang dat hij zijn handen van de tricolores aftrekt, is Laureys niet.. “Hij gaf zijn woord dat hij Lokeren nooit in de steek laat. Hij houdt zich altijd aan zijn woord.”

Nochtans heeft Lokeren redenen genoeg om zich zorgen te maken. De dure contracten van de betere voetballers lopen dit jaar af. Zonder Lambrecht kan Lokeren die niet vernieuwen en verliest het een flink deel van zijn sportieve mogelijkheden. Het verouderde stadion beantwoordt helemaal niet aan de eisen die vanaf 2005 gesteld worden aan eersteklassers. Zonder de huidige voorzitter moet men er niet eens aan denken dat stadion te vernieuwen. Op de stad rekenen ze bij Lokeren al lang niet meer. Laureys : “Als de burgemeester op tv verklaart dat hij in zijn stad twee problemen heeft, de allochtonen en de eersteklasseclub, dan weet je als club wel waar je aan toe bent.”

Die koude oorlog met de stad is, naast het beperkte hinterland, de steen om de nek van Lokeren. Dat het met de stad niet klikt, lijkt onwaarschijnlijk. Want zowel de huidige coalitie als de club hebben liberale roots. Georges Anthuenis, vader van de huidige burgemeester Filip, dankt een deel van zijn populariteit wel aan de uitstraling van het voetbal via zijn jongere broer Aimé, was zelfs secretaris van een supportersvereniging, maar kon niet verkroppen dat die indertijd bij Sporting aan de kant werd gezet. Niet door Lambrecht, maar tijdens de periode-Keppens.

Natuurlijk is Lambrecht in zijn aanpak ook niet meteen de grootste diplomaat. Hij is geen vleier. Als er bijvoorbeeld verordeningen komen die bepalen dat het aantal toiletten opgevoerd moet worden, gaat hij ervan uit dat de stad dat in een stedelijk stadion op zich neemt. Omdat niemand zich kan voorstellen dat een huurder een huis moet bewonen zonder toilet. Maar de stad gaat ervan uit dat Sporting dat wel zal regelen, want anders kan er niet gevoetbald worden. Dat geeft wrevel.

Noodgedwongen investeerde Lambrecht zelf al 2,2 miljoen euro in verbouwingen en veiligheidsvoorzieningen. Een prijs die hij samen met het jaarlijkse tekort van bijna een miljoen euro recupereert door de verkoop van de betere spelers. Dat lukt aardig. Een rekensom leert dat Lambrecht de voorbije zeven jaar om en bij de 13 miljoen euro verdiende aan de verkoop van spelers. Geïnteresseerd om de stadiongronden, die nu te koop staan, op te kopen, is hij niet meer. Eigenlijk zou er beter een heel nieuw stadion gebouwd worden.

Het argument van de stad dat ze onlangs nog vier nieuwe jeugdvelden aan Sporting schonk, is geen bewijs dat de wind draait, want die schenking past in een akkoord waarbij de gemeente het oude terrein van Racing opkocht om te verkavelen, in ruil voor jeugdvelden. Dat oude Racingterrein werd ooit nog voor 300.000 frank aangekocht door Fil Laureys, die het aan zijn club schonk. Bovendien krijgt de club geen toegangsweg tot de nieuwe jeugdterreinen, die in een groene zone liggen, evenmin de toestemming om een kantine te bouwen.

Om toch de clubinkomsten te verhogen, brachten de Vrienden van Lokeren, samengevoegd in de vzw, bijna een miljoen euro samen voor de bouw van een feestzaal die aan het stadion vastgehecht werd. Commercieel manager Patrick Orlans moet met de nieuwe feestzaal een half miljoen euro per jaar extra sponsoring halen. De zaal zit bij elke thuiswedstrijd afgeladen vol. Commercieel is Orlans een hoofdvogel die Lambrecht afschoot. Ook Laureys wilde Orlans vijftien jaar geleden al eens naar Lokeren halen, maar stuitte toen op de tegenstand van andere beheerders. Lokeren haalde toen net geen miljoen euro aan sponsoring, plus hetzelfde bedrag voor shortsponsoring via toenmalig voorzitter Rogiers. Toen Lambrecht de zinkende boot op het droge hielp, bedroegen de inkomsten voor reclame nog amper 17.000 euro.

Als Lambrecht naar Germinal Beerschot gaat, neemt hij waarschijnlijk Patrick Orlans mee. Om hem ook daar uit te spelen op zijn kwaliteiten. Toen hij hem bij Aalst weghaalde, verwittigde Lambrecht Orlans dat hij hem zou weghouden van het sportieve en gebruiken waar hij goed in is. Hem zal nooit overkomen wat de vroegere bestuurders van Aalst of Willy Van den Wijngaert bij Mechelen overkomt : dat ze in eigen huis voor onaangename verrassingen komen te staan. Hij poseert niet met een supporterssjaal, het gaat hem om niet om het sentiment, maar om business. Elke dag gaat hij op de club langs en passeert hij op zijn bedrijf. Tegen medewerkers pocht hij er op zelfs te weten hoeveel rollen toiletpapier op Lokeren gebruikt worden. “Ge moet uwen boel kort houden”, is zijn devies. Niemand krijgt bij Lokeren de kans de rekeningen zelf te regelen, hij controleert alles zelf.

Als hij in Antwerpen belandt, gaan ze daar nog opschrikken, waarschuwen ze in Lokeren. Hij zal daar wel een paar kranen dichtdraaien.

door Geert Foutré

‘Ge moet uwen boel kort houden’, is het devies van Roger Lambrecht.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content