Wie Nicolás Frutos wil spreken moet daar ver voor reizen. Tot in Asunción, de hoofdstad van Paraguay, op vijftien uur rijden van Buenos Aires, waar het momenteel zomer is en bloedheet. De Argentijn heeft een en ander te vertellen. Een pittig gesprek met een ex-goleador uit de Jupiler League.

Hij rijdt met een Peugeot 308 Coupé Sport, draagt een officiële polo van de club en heeft nog altijd zijn tandpastaglimlach. Groot, blond, gebruind: Nicolás Frutos (33) is geen haar veranderd. Met een eenvoudige beweging opent hij voor ons de poort van het kleine maar gezellige Manuel Ferreirastadion. Je zou je zo in België wanen… Alleen: de poort is geblindeerd en vertoont sporen van geweld. “Ze werd enkele weken geleden geïnstalleerd na de rellen bij de laatste nederlaag.” We zijn dus wel degelijk in Paraguay. Bij Olimpia meer bepaald, de topclub van Asunción en de historische rivaal van Cerro Porteño. De club die de helft van de naoorlogse titels won, maar er in het nieuwe millennium veel minder van bakte. Eén titel in vijftien jaar, een gemiste seizoenstart en verbitterde supporters, die de eigen spelers het stadion uit joegen. “We gaan slecht om met de druk en dus zijn we voor enkele matchen uitgeweken naar het Estadio Defensores del Chaco.” Frutos vindt het jammer, maar het is niet anders. De tijden veranderen en de voetballers ook. Omdat de spelers de beledigingen van hun eigen supporters niet meer verdroegen, verkozen ze een verhuis naar de reusachtige en veel minder gezellige arena waar doorgaans de nationale ploeg haar wedstrijden afwerkt. Al bij al ziet Frutos er ook wel de voordelen van. Hij en zijn reserven beschikken nu over een ongebruikt biljart. Hier, verscholen tegen de spot en de kritiek, warmt Frutos zich in alle rust op voor de uitdagingen die nog in het verschiet liggen: Anderlecht en de Argentijnse nationale ploeg coachen.”

Wel, Nicolás, hoe is het leven in Paraguay?

Nicolás Frutos: “Super. Ik was al eens in Paraguay met mijn familie toen ik een jaar of zes, zeven was, maar eerlijk gezegd kende ik het land niet zo goed. Gezien het een buurland van Argentinië is, kun je er op tv bijna meer Argentijnse dan Paraguayaanse programma’s bekijken. Een beetje zoals België ten opzichte van Frankrijk: een klein land naast een groot. Het enige wat ik hier mis, is doelpunten maken en het publiek mijn naam horen scanderen. Voor de rest hou ik van wat ik nu doe.”

En wat doe je nu precies?

“De trainer van de ploeg is Nery Pumpido (wereldkampioen met Argentinië in 1986; hij werd vorige week wel ontslagen, nvdr). Het was dankzij hem dat ik op mijn negentiende prof ben kunnen worden bij Unión Santa Fe. Toen ik op mijn achtentwintigste mijn carrière heb stopgezet, heb ik hem verteld dat ik al enkele jaren bezig was met een project voor het opleiden van jongeren. Hij heeft de deuren voor mij geopend in Santa Fe. Nadien was hij het die me belde of ik niet hier bij hem wou komen werken, als trainer van de reserven. Ik hou me hier eveneens bezig met het analyseren van de aanstaande tegenstanders van de eerste ploeg. Het zijn lange dagen, dat kan ik je verzekeren: met de hitte hier beginnen we de eerste training van de dag al om zeven uur ’s ochtends, dat betekent dus dat ik moet opstaan om vijf uur.

Hoewel je de coach van de reserven bent, valt het op hoe betrokken je bent tijdens de wedstrijden van de eerste ploeg. Gisteren, bij de 4-1-overwinning van Olimpia tegen Sportivo San Lorenzo, heb je de helft van je nagels afgekloven, terwijl jullie zowat de hele match op voorsprong stonden.

“Weet je, het is lastig wanneer je zelf niet speelt. Ik weet nu dat het gemakkelijker is om op het veld te staan. Bovendien is het stresserend omdat je wel je mening kunt geven, maar je zelf geen keuzes mag maken. Niettemin is het een belangrijke ervaring voor mij in mijn ontwikkeling.”

België

Is het voor jou en je familie nog altijd een droom om terug te keren naar België?

“Mijn oudste dochter spreekt daar elke dag van. Ze voelt zich meer Belg dan jij en ik. Maar het is geen droom, neen, het is iets wat ik gewoon ga doen. Ik kom op een dag als trainer naar België, dat staat vast. Op een bepaald moment zal dat ervan komen, geen twijfel mogelijk.”

Het feit dat iemand als Besnik Hasi (43) vandaag de eerste ploeg van Anderlecht leidt, houdt dat je droom levendig om er zelf ooit hoofdcoach te worden?

“De drie keren dat ik recentelijk naar België ben teruggekeerd, heb ik telkens kunnen praten met Besnik. Het is een intelligente man, die veel nadenkt, die van tactiek houdt en heel hard werkt. Op het moment dat hij de job van hoofdcoach kreeg, was ik zeker dat het goed zou gaan. Maar inderdaad, in zekere zin geeft dat me dus hoop, want dat toont aan dat het bestuur vertrouwen schenkt aan jonge trainers. Ik ben ervan overtuigd dat mijn dag ook wel zal komen.”

Nog iemand die het goed doet – en met wie je nog samen gespeeld hebt – is Yves Vanderhaeghe. Is hij een voorbeeld voor jou?

“Ik heb ook nog getraind met Besnik, maar met Yves heb ik nog enkele maanden samen gespeeld, dat klopt. Yves is een harde werker, hij en Besnik doen me wat denken aan ‘Cholo’ Simeone bij Atlético Madrid. Ik hou wel van dat trainersprofiel. Ik wacht met ongeduld om mijn eigen stijl te tonen.”

Zou je het zien zitten om eerst je sporen te verdienen bij een andere club dan Anderlecht? Bij pakweg Charleroi?

“In Argentinië ben ik van Independiente, maar dat is niet hetzelfde als Anderlecht. Als ik een ander aanbod zou krijgen in Buenos Aires zou ik dat zeker in overweging nemen. In België ligt dat moeilijker. Ik zou niet kunnen doen wat Jonathan Legear heeft gedaan, naar Standard gaan, al is dat anders gezien hij een Luikenaar is. Standard en Club Brugge zijn uitgesloten voor mij. Als ik naar Charleroi zou gaan, dan zou Anderlecht me kunnen zeggen: ‘Vooruit, Nico, doe dat maar, geen probleem. En als het goed gaat, kun je nadien naar ons komen.’ Maar ik zou graag hier beginnen als trainer en als dat prima verloopt, dan zou ik naar mijn club kunnen gaan.”

Anderlecht

Het is wel opmerkelijk: vijf jaar nadat je gestopt bent met voetballen en je Anderlecht verliet, praat je nog altijd alsof je er onder contract ligt…

(onderbreekt) “Ja, maar elke morgen is het eerste wat ik doe de Belgische persberichten lezen op mijn smartphone. Zelfs nog voor ik een krant van hier opensla. Ik heb de apps van alle kranten op mijn android, zodat ik altijd op de hoogte blijf. En ik bekijk nog bijna alle wedstrijden van Anderlecht – als de internetverbinding het toelaat, dat is niet altijd zo simpel.”

Wat is dan jouw mening over Aleksandar Mitrovic?

“Ik vind dat een uitstekende voetballer. Ik denk dat Anderlecht met hem een gouden zaak heeft gedaan. Hij is nog maar twintig en nu al een geweldige aanvaller. Oké, hij mist wel kansen, maar je mag niet vergeten dat hij nog maar twintig is. Het belangrijkste op die leeftijd is dat je in staat bent om kansen te creëren. Over hem moeten ze zich geen zorgen maken, die eindigt ooit in een grote competitie.”

Heb je nog contact met het bestuur van Anderlecht?

“Niet veel, maar wel bij grote gelegenheden. Als Anderlecht kampioen wordt, stuur ik een berichtje, met Nieuwjaar ook. Toen Herman Van Holsbeeck zijn zestigste verjaardag vierde, heb ik hem ook een sms gestuurd. Iemand met wie ik nog dagelijks contact heb, is Gerard Witters, de verantwoordelijke van de scoutingcel in Zuid-Amerika. Soms bezorg ik hem informatie over spelers. Onlangs nog over Juan Ignacio Cavallaro. Anderlecht bracht drie jaar geleden een bod op hem uit, maar Unión Santa Fe wilde hem niet verkopen. Nu zit hij bij San Lorenzo en heeft hij de Copa Libertadores gewonnen. Hij is twintig jaar, misschien zien we hem op een dag in Anderlecht, al is zijn transferprijs natuurlijk niet meer dezelfde.”

Heb je al gehoord van Alexandre Van Damme?

“Ja, de patron! Enfin, nog niet, maar ik weet dat hij een van de mogelijke opvolgers is. Roger Vanden Stock heeft me aan hem voorgesteld toen ik nog in Anderlecht was. Ik hou van de mentaliteit van Roger, hij is altijd open. Hij is eenvoudig en verwelkomt graag nieuwe mensen die in het belang van zijn club willen werken. Ik denk dat het moeilijk zal zijn om even goed te doen als de familie Vanden Stock, maar het is niet onmogelijk. Ik ken Alexandre Van Damme niet zo heel goed, maar ik weet dat hij een geslaagd zakenman is en heel professioneel te werk gaat. Hij is jong en verstandig, dat kan een goeie zaak zijn voor Anderlecht. Het belangrijkste in het voetbal zijn uiteindelijk de resultaten. Ik heb resultaten behaald als speler en dat opent deuren. Nu moet ik mijn kwaliteiten als trainer bewijzen.”

‘Zelfs als hij geblesseerd was, speelde Nicolás Frutos en ik kreeg geen enkele uitleg.’ Die tackle komt van Luigi Pieroni. Had je soms de indruk dat je bij Anderlecht in een bevoorrechte positie zat?

“Was ik trainer en ik beschikte over een speler die hetzelfde doet als ik destijds heb gedaan, dan stelde ik die ook altijd op. Al was het maar voor vijf minuten. Dat is ook maar normaal, want het belangrijkste in het voetbal is scoren, en dat was wat ik het best deed, denk ik. Luigi Pieroni was een speler met veel kwaliteiten, net als Tom De Sutter, Cyril Théréau of Dmitri Boelikin. Er zijn veel spitsen, maar je moet onder druk kunnen spelen. Ik voelde me beter naarmate er meer druk was. Dat vond ik gemakkelijker. Maar er zijn er die denken aan die 25.000 fans die verwachten dat ze gaan scoren en die daardoor hun goede voetbal verliezen. Zo iemand kan dertig goals maken bij Mouscron, maar niet bij Anderlecht. Bij een transfer weet je dat niet op voorhand. Ik denk dat Nicolás Frutos de gave had om het best te spelen onder druk.”

Zoiets kan toch ook afhankelijk zijn van de relatie met de trainer?

“Neen, nooit. Dat kan ik je nu wel vertellen. Ik was zeer positief ingesteld in de kleedkamer, omdat ik altijd wilde winnen. Ik praatte graag, met iedereen. Ik hing de vedette niet uit. Ik heb nooit een chique auto gehad, ik heb nooit geld weggegooid aan onnozelheden. Het belangrijkste voor mij was winnen. Ik heb nooit een bevoorrechte relatie gehad met een trainer, want ze moesten me niet veel zeggen. Ze wisten wat ik wilde. Ze verwachtten gewoon dat ik dat ook waarmaakte.”

Is het omdat Gerard Witters je vriend is dat hij zegt dat, zonder je blessures, Maradona je zou hebben opgeroepen voor de nationale ploeg?

“Neen, dat klopt. (ernstig) Ik heb meermaals met Diego Maradona gesproken. Ik weet dat hij interesse had in iemand met mijn profiel… (lange stilte) Dat is het enige waar ik echt spijt van heb. Maar goed, wat als speler niet lukt, zal als trainer wel gebeuren. Op een dag coach ik Argentinië.”

Meen je dat echt? Denk je echt dat je op een dag bondscoach van Argentinië zult zijn?

“Ja, natuurlijk. Ik zeg nooit ofte nimmer iets waarin ik niet geloof. Het is als scoren: ik wist nooit of ik een wedstrijd zou winnen, maar ik wist altijd dat ik ging scoren. Dat is een kwestie van aanvoelen. Vandaag de dag heb ik dat nog altijd. Als ik speel, weet ik dat ik zonder probleem kan scoren. Vorig jaar mocht ik dat plezier nog beleven. Ik speelde vijftien minuten met een amateurclub die ik gesticht heb in Santa Fe zodat de mensen van de straat er zouden kunnen voetballen. Ik heb een geweldige goal gemaakt (hij beeldt een acrobatische retro uit), drie minuten nadat ik was ingevallen. Ik ben het nog niet kwijt, helemaal niet! Na de match heb ik wel mijn schoenen genomen, er aan elk van mijn dochtertjes een gegeven en gezegd: nu houdt papa er echt mee op!”

Biglia

Iemand die we de laatste jaren ook niet vaak meer zien op Anderlecht is dokter Juan Mendoza. Heb jij nog contact met hem?

“Natuurlijk. Ik heb hem gisteren nog gesproken. Hij werkt nu met Lionel Messi. Volgens mij komt hij niet meer op Anderlecht omdat hij gewoon geen tijd heeft. Juan zit in Mexico, in Italië, in Spanje, in Frankrijk, overal.”

Heb je er achteraf bekeken geen spijt van dat je deze man te veel vertrouwd hebt, tegen de medische staf van Anderlecht in?

“Je vraagt een moslim toch niet of hij twijfelt aan Allah? Of aan een katholiek of hij twijfelt aan God? Dat is hetzelfde. Je kunt de medische staf van Anderlecht niet vergelijken met Juan Mendoza, dat is zoals Nicolás Frutos vergelijken met Gabriel Batistuta. Het is iets heel anders, dat is gewoon zo. Ik denk niet dat ik ooit bij Anderlecht gespeeld zou hebben als ik Mendoza niet had ontmoet in Buenos Aires. Alle spelers van Argentinië zijn weleens langs geweest bij Mendoza. Alle clubs in Buenos Aires werken met hem.”

Waarvan leeft een voetballer van 33 die al vijf jaar met pensioen is?

“Dat is misschien het enige dat ik mis. Ik had graag iets langer de kost verdiend. Ik heb iets gekocht in Buenos Aires en Santa Fe, maar ik moet nog werken en een beetje rustiger leven dan vroeger. Waar ik spijt van heb, is dat ik nooit iets heb gekocht in Brussel, dat was zeker een vergissing. Maar vergeet niet dat ik mijn contract beëindigd heb in 2010, twee jaar voor het afliep. Bij Anderlecht weten ze dat. Ze weten ook dat ik mijn leven zou geven voor de club en dat ik morgen, als ze me zouden bellen om te gaan scouten in Brazilië, ik meteen vertrek op mijn eigen kosten, zonder probleem.”

Nog niet zo lang geleden gaf je toe dat een van de grootste teleurstellingen uit je voetballoopbaan is dat je geen contact meer hebt met Lucas Biglia? ‘Hij is zijn echte vrienden vergeten’, zei je. Is daar sindsdien verandering in gekomen?

“Neen, totaal niet. Ik ben nochtans iemand die problemen graag uitpraat, maar in dit geval is dat nog niet gelukt. Ik ben erg loyaal als vriend, maar dit begrijp ik toch echt niet. Ik heb er wel een mogelijke verklaring voor, maar ik ben daar ook niet zeker van en bovendien is dat iets in de privésfeer. Ik denk wel dat er mensen in zijn omgeving zijn die hem niet bepaald goede raad geven. Niet tegen mij gericht, hoor, gewoon in het algemeen. Ik hoor dat hij ook kwaadspreekt over Anderlecht en over Herman en dat is echt niet normaal, zo is Lucas niet. Er moet iemand zijn die hem die woorden in de mond legt.”

Biglia reageerde daarop door te zeggen: ‘Ik weet wie mijn echte vrienden zijn, ik ben iemand met klasse.’

“Het is een goeie jongen, dat is zeker waar. Maar hij mist persoonlijkheid, hij is heel erg beïnvloedbaar.”

Ondertussen doet het gerucht de ronde dat je hem bij Independiente ooit een klap verkocht hebt. Op de keper beschouwd zijn jullie karakters ook erg verschillend. Jij bent extravert en goedlachs, hij is verlegen en een binnenvetter.

“Dat is zo. Maar dat is geen kwestie van karakter. Lucas en ik sliepen samen, mijn dochtertje sliep bij hem en zijn vrouw in hun bed. We waren als vrienden echt heel close. Tja, dat zijn keuzes in het leven… Ik ga daar niet om janken, maar ik vind het triest.”

Franciscus

Welk gevoel had je toen je de wedstrijden van de Rode Duivels op het WK bekeek?

“Mooi, hé. Weet je, door vijf jaar bij Anderlecht te spelen, heb ik het gevoel deel uitgemaakt te hebben van de evolutie van het Belgische voetbal. Van de mentaliteit met name. En het besef dat ik een klein onderdeeltje ben geweest van de ontwikkeling van een voetbal dat nu tot het beste van de wereld behoort, dat vind ik voor mezelf belangrijk.”

Een slotwoordje over paus Franciscus. De Argentijnen zijn chauvinistisch en katholiek, jij moet dus wel zo fier als een pauw zijn, niet? Bovendien is de paus een supporter van San Lorenzo, waar jij van 2002 tot 2003 hebt gespeeld.

“Eerlijk waar: dat is iets buitengewoons voor ons. Ik ben katholiek – zij het niet praktiserend – maar dat valt met geen woorden te beschrijven. We hadden Maradona en Messi en nu hebben we de paus. Ik denk dat Argentijnen voorbestemd zijn om veel invloed te hebben in de wereld. En paus Franciscus heeft het charisma om te doen wat hij doet en om een spoor na te laten in de geschiedenis. In Argentinië zijn er mensen die weer naar de kerk gaan, iets wat ze voorheen niet meer deden. Dat is het effect van paus Franciscus.” ?

DOOR MARTIN GRIMBERGHS IN ASUNCIÓN

“Mijn dochter spreekt elke dag van een terugkeer naar België.”

“Op een dag coach ik de nationale ploeg van Argentinië.”

“Dat Lucas Biglia kwaadspreekt over Anderlecht is niet normaal, zo is hij niet. Er moet iemand zijn die hem die woorden in de mond legt.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content