Zijn 21e verjaardag viert hij sowieso in volle EK. In geen tijd heeft Jason Denayer, die al vijf keer met de Rode Duivels aantrad, zich een reputatie bijeen gevoetbald.

Ze zijn met vier, of nee: met zes. Ze, dat zijn de copains van Jason Denayer. De jongens met wie hij van zijn dertiende tot zijn zeventiende optrok nabij het Anneessensplein, dicht bij het Brusselse Zuidstation. Jason weet hoe belangrijk zijn maten voor hem zijn, om raad te geven over zijn nieuwe kapsel, maar ook gewoon om zich goed te voelen. Met hen gaat hij op vakantie naar Marbella of Dubai, met hen geeft hij dit interview in het Sheratonhotel, aan de Europese kant van Istanbul. Jason is een gezelschapsmens, die ervan houdt zich met vrienden te ontspannen na de fel bewogen derby tegen Fenerbahçe, goed voor duels op het scherp van de snee tegen Robin van Persie en Nani, in een seizoen waar Besiktas Turks kampioen werd en Galatasaray niet eens op het podium eindigt.

Jason, is de derby in Istanbul de meest heftige match die je ooit gespeeld hebt?

JASON DENAYER: ‘Alleen al die sfeer is helemaal gek. Zelfs als je je voorhoudt dat het een wedstrijd is zoals een andere, is het er een om vingers en duimen bij af te likken. Men had me gewaarschuwd dat het geen wedstrijd als een andere was. Dat er geschopt en getackeld zou worden, zonder dat de scheidsrechter daarom zou fluiten. In dat soort wedstrijd kan je makkelijk vijf, zes fouten maken zonder een kaart te krijgen, omdat het zo hoort. Het is meer dan zomaar een match, en dat niet alleen qua sfeer in de tribunes. Ook tussen de spelers gaat het er gespannen aan toe. Als verdediger een paar schoppen mogen uitdelen zonder een kaart te krijgen, is ook eens leuk. Ik heb in Schotland al een derby voor de beker meegemaakt met Celtic tegen Glasgow Rangers, maar dat viel toch niet te vergelijken met deze derby.’

Je vond het plezant, maar misschien toch ook een beetje stresserend?

DENAYER:’Sinds ik klein ben, ben ik iemand die met twee per uur leeft. Soms is dat een handicap, maar in het voetbal is dat geen slechte eigenschap. (grijnst) Voor ik het veld op stapte, zat ik in de kleedkamer met mijn koptelefoon wat boodschapjes te versturen. Plots voel ik hoe iemand me op de schouder tikt: Muslera, onze keeper. Ik kijk op en zie hoe heel de kleedkamer naar me kijkt en vraagt: ‘Jason, besef je wel dat we binnen twee minuten naar buiten gaan om de derby te spelen? Een van dé derby’s ter wereld?’ Het is niet dat ik de adrenaline niet voel voor zo’n match. Alleen komt die bij mij maar in de gang op weg van de kleedkamer naar het veld. Daar klopt mijn hart wel even sneller, maar ook niet langer dan een paar seconden. Behalve één keer. Toen ik het veld betrad in het Stade de France, waar ik voor het eerst met de Rode Duivels speelde. Daar duurde het net iets langer. Daar besefte ik dat dat weleens een belangrijke match voor mij kon zijn, en dat ik er maar beter volop tegenaan ging. Maar zodra de scheidsrechter de match op gang floot, werd het ook daar een spel. Het klopt dat ik de taken moet uitvoeren die me opgedragen zijn, maar tot nu belette dat me nooit om me te amuseren op het veld.’

Voetbal is misschien maar een spel, maar het leven van een profvoetballer is toch vooral vaak een eenzaam bestaan. Hoe gaat dat voor jou, hier in Istanbul?

DENAYER: ‘Ik ben een vleeseter, dus stoort het me niet om elke dag vlees te eten. Je voelt wel goed het belang van de geschiedenis op een plek als Istanbul. Je eet in chique paleizen, maar uiteindelijk ben ik een voetballer die veel tijd doorbrengt op zijn PlayStation. (lacht) Uitgaan is een ramp. Als je met de wagen gaat, weet je van tevoren dat je muurvast zal zitten in een of meerdere files. Je moet je er van tevoren mentaal op instellen. Als het me te veel wordt, neem ik een chauffeur en installeer ik me op de achterbank. In Brussel rijd ik graag, maar hier niet.’

Glasgow, Manchester, nu Istanbul. Celtic, City en Galatasaray. Hoe blijf je met de voeten op de grond als je op je twintigste al voor drie mythische clubs gevoetbald hebt?

DENAYER:’Door op Facetime (videotelefonie, nvdr) vast te stellen dat de mensen die je belt zichzelf zijn gebleven en dezelfde onnozele opmerkingen maken. Als zij zich niet anders gaan gedragen, heb ik ook geen reden om iemand anders te worden. Waarom zou ik me moeten gedragen als een ster? Ik ben wie ik ben, en als ik weer eens in Brussel ben, ga ik daar waar ik opgegroeid ben: het Anneessensplein. Dan gaan we in training een pannenkoek eten en zijn we gewoon onszelf. Zij hier (wijst op zijn vrienden, nvdr) en mijn dichtste familie zijn het die me nog altijd ‘Jason van het park’ noemen als anderen het hebben over de ‘Jason van Manchester City’.’

NAAST LOMBAERTS

Galatasaray eindigt dit seizoen niet eens in de top vier en beleeft een van de dieptepunten in zijn geschiedenis, net nu jij er bent. Is het een verkeerde keuze geweest?

DENAYER:’Voor ik hier tekende, heb ik met Marc Wilmots gesproken. Hij wilde vooral dat ik voor een club zou kiezen waar ik zou spelen. Hij vond Galatasaray niet de beste keuze, zag me liever naar Bordeaux gaan, maar ik was helemaal weg van de professionele aanpak hier. Ik blijf het een goeie keuze vinden. Je leert altijd dingen bij, of het nu goed dan wel slecht gaat, ook al hebben vier blessures dit jaar me hier afgeremd. Ik ben wel tevreden over mijn prestaties wanneer ik fit was. Voetbal is een ploegsport, maar het is ook belangrijk dat je je ontwikkelt als individu. Ik ben hier graag, ik respecteer de supporters, maar ik voel me minder betrokken bij al wat rondom de club gebeurt dit jaar, omdat ik hier maar voor één jaar ben.’

Is dat niet ambetant, altijd maar op doorreis zijn?

DENAYER: ‘Soms wil ik het liefst een plek waar ik me thuis kan voelen. Na dit seizoen vertrek ik met vakantie, daarna ga ik terug naar Manchester maar ik weet nog niet of ik daar een appartement of een huis ga huren of dat me weer een andere bestemming wacht. Ik weet dat ik niet moet zeuren, dat ik in een geprivilegieerde positie zit, maar het zal een stuk eenvoudiger worden zodra ik iets meer weet over mijn toekomst.’

Wist je dat je door naar hier te komen rechtsachter zou worden?

DENAYER: ‘Nee. Dat gebeurde in de Champions Leaguewedstrijd tegen Atlético Madrid (Denayers allereerste match met Galatasaray, nvdr). De dag voordien speelden we een oefenmatch tussen het basisteam dat ’s anderendaags zou starten, en de invallers. Ik maakte deel uit van de tweede groep. Ik was daar niet blij mee, maar ik zweeg. Na de training kwam de coach me zeggen dat ik waarschijnlijk toch zou spelen. Die avond vroeg hij me of ik ooit als verdedigende middenvelder had gespeeld. Ik zei dat ik dat op de academie van Jean-Marc Guillou weleens gedaan had, maar in andere omstandigheden en op blote voeten. (lacht) Terwijl het hier om mijn allereerste match met mijn nieuwe club ging, en dan nog in de Champions League. De volgende dag voelde ik de twijfel bij de andere spelers, omdat ze me terecht als een centrale verdediger beschouwden. Daarop stelde een ervaren speler, Hakan Balta voor om zich op te offeren zodat ik op mijn normale plaats kon uitkomen. Tien minuten na rust wijzigt de trainer zijn tactiek, haalt Balta centraal naar achteren en schuift mij door naar de rechtsachter, een positie die ik één keer had bekleed, met Celtic. Dat ging goed, zo goed dat ik zelfs in de elf van de week van de Champions League stond. Daardoor ben ik lange tijd rechtsback gebleven, ondanks de trainerswissel (op 16 maart verving Jan Olde Riekerink, ex-AA Gent, Mustafa Denizli, die drie weken eerder ontslagen was, nvdr). De laatste weken stond ik dan wel weer centraal achterin.’

Viel dat mee, rechtsback spelen?

DENAYER: ‘Nee, omdat je dan meer moet lopen en omdat ik dat niet graag doe. Als centrale verdediger moet je vooral je positie houden, maar wat me hier overkomt, kan ook een voordeel zijn, als je naar het parcours van TobyAlderweireld en JanVertonghen kijkt. In hun club spelen ze niet op de plaats die ze in de nationale ploeg bezetten, en toch doen ze het heel goed. Ik denk wel dat de bondscoach me nog steeds als een centrale verdediger beschouwt, en dat hij een tweede rechtsback zal meenemen, een echte, net zoals op links Jordan Lukaku kandidaat is.’

Tegen Portugal was je net ziek geweest en zette Cristiano Ronaldo je een bruggetje. Hoe kijk je terug op die wedstrijd?

DENAYER:’Als je jaren in een park hebt gevoetbald, doet zo’n bruggetje als dat van Ronaldo je niets. Was het niet Ronaldo geweest, had niemand er iets over gezegd. De bondscoach was tijdens de rust wat geënerveerd, de rest van de spelers niet. Axel Witsel heeft iets gezegd, maar hij is geen kapitein die tegen iedereen gaat schreeuwen. De meeste internationals zijn topspelers bij hun club. Daar is het niet nodig om te gaan roepen en tieren opdat iedereen weet wat er niet werkt. Maar wees niet ongerust: er zijn er een paar die hun mond wel opendoen, op en naast het veld: Radja Nainggolan bijvoorbeeld, of Marouane Fellaini.’

Hoe was het om zonder opwarming in te vallen tegen Israël, toen Kompany uitviel?

DENAYER: ‘Ik zat rustig op de bank, tot die rode kaart voor Vincent valt. Ik hoor Wilmots zeggen: ‘Jason, lopen!’ Als invaller had ik niet verwacht te spelen, omdat je in zo’n belangrijke match nooit een verdediger laat invallen. Ik had ook een beetje te veel gegeten voor die match, en ik voelde me wat zwaar. Na vijf minuten opwarming moest ik erin, en ik wist dat het meteen goed moest zijn.’

Je hebt alleen nog maar met Nicolas Lombaerts gespeeld, achterin met de Duivels.

DENAYER🙁telt na) ‘Israël, Frankrijk, Wales, Italië, Portugal… Dat klopt. Het maakt mijn taak makkelijker, naast iemand die zo ervaren is en zo goed zijn verdediging stuurt. Ik kende Nicolas tevoren niet, maar dat is ook niet nodig om met iemand op het veld een goed duo te vormen.’

LIERSE

Uiteindelijk ben je maar bij toeval verdediger geworden.

DENAYER: ‘Dat klopt. Ik was nieuw op de academie. Het was de eerste week en elke dag werd er een extra selectie doorgevoerd zodat aan het eind van de week alleen de besten overbleven. Op vrijdag zat ik er helemaal door, dus liet ik me naar achteren zakken, om wat te rusten. Na die training komt Vincent Defour (assistent van Guillou, nvdr) me vragen wat ik wil: een mooie loopbaan of de absolute top. Ik heb hem gezegd dat ik dan maar verder zou doen als verdediger. Ik was toen dertien jaar en het kon me allemaal niet zo veel schelen. Uiteindelijk kan je zeggen dat ik centrale verdediger ben geworden omdat ik lui was. Soms loont dat dus.’

Op je zeventiende liet je alles achter om in Engeland te gaan leven. Was dat geen gok?

DENAYER: ‘Ik deed dat omdat ik problemen had bij Lierse. Eerst zou ik daar tekenen, maar aan dezelfde voorwaarden als alle andere jonge spelers. Ik wil niet arrogant klinken, maar ik zei hen dat ik niet aan dezelfde voorwaarden wilde tekenen als de anderen, omdat ik in alle eerlijkheid vond dat ik beter verdiende. Zij gaven niet toe, en ik heb toen mijn manager (Jesse De Preter, voormalige CEO van Lierse, nvdr) gevraagd om naar iets anders uit te kijken. Hij vroeg me om nog een week door te gaan en te doen alsof er niets aan de hand was. Een week later ben ik gaan testen bij Liverpool, en kort daarop bij Manchester City. Daar bleef ik een week. Daarna heb ik drie maanden gewacht op een antwoord, zonder trainen of spelen. Toen besefte ik het niet, maar nu denk ik daar wel eens aan terug dat mijn toekomst daar op het spel stond.’

Je wordt niet graag vergeleken met Vincent Kompany maar je maakt wel even snel progressie als hij.

DENAYER: ‘Ik ben de nieuwe Kompany niet. Alleen al omdat mijn moeder me een naam heeft gegeven, en dat is niet Kompany. Het is niet omdat we allebei in Brussel geboren zijn, half Congolees, opgeleid bij Anderlecht, halfbloed, verdediger en toebehorend aan City dat men ons moet vergelijken. Alhoewel… nu ik het allemaal optel: dat zijn wel veel overeenkomsten. Nu begin ik te snappen waarom iedereen die vraag stelt. Goed hé, van mij?’

DOOR MARTIN GRIMBERGHS IN ISTANBUL – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Ik had te veel gegeten voor de match tegen Israël.’ JASON DENAYER

‘Ik ben eigenlijk verdediger geworden omdat ik een beetje lui was.’ JASON DENAYER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content