Zaterdag speelt Nathan Wounembaina met VC Euphony Asse-Lennik de bekerfinale tegen Maaseik. ‘Als kind bad ik elke dag tot God om ooit een groot volleyballer te worden. Ik denk dat hij ja heeft geantwoord.’

Die kan zoals Hij’ betekent zijn familienaam, legt Nathan Wounembaina uit. “God is voor mij heel belangrijk. Ik stam dan ook uit een gelovig nest. Mijn vader was heel zijn professionele leven predikant. In juni gaat hij met pensioen, maar we zullen blijven bidden. Dat ik vandaag mijn brood verdien met volleyballen dank ik in de eerste plaats aan God. Hij heeft mij een formidabele familie geschonken, een goede gezondheid en het talent om dit waar te maken. Ik hoop dat Hij ons zal bijstaan in de bekerfinale.”

De bekerfinale! Dat is waar ze bij VC Euphony Asse-Lennik al enkele weken naar toeleven. Ze rekenen daarvoor onder meer op de spectaculaire aanvallen van Wounembaina. De 25-jarige Kameroener en nieuwkomer bij Asse-Lennik beseft dat ze zaterdag voor een moeilijke opdracht staan, maar hij gelooft in de kansen van zijn ploeg. “In de competitie verloren we twee keer van Maaseik, 1-3 thuis en 3-0 op verplaatsing, maar uit de analyse van die wedstrijden hebben we geleerd het spel van onze tegenstander te lezen. Ik heb er veel vertrouwen in dat we het beter zullen doen dan in de competitie. Maaseik is nog niet klaar met ons.”

De bekerfinale halen was voor het seizoen dé grote ambitie van Asse-Lennik. Nu de Vlaams-Brabanders er staan, telt er maar één ding, zegt Wounembaina, “en dat is winnen. Je moet alles stap voor stap bekijken en daarom hebben we vooraf niet te hoog van de toren geblazen en keken we niet verder dan in de finale stáán. Dat was gezien de gunstige loting, met Roeselare en Maaseik in de andere tabelhelft, mogelijk, maar uiteraard nog geen evidentie. Nu we zover geraakt zijn, gaan we er alles aan doen om die beker ook te pakken.”

Om daarin te slagen zal Asse-Lennik vooral in receptie en blokkerend boven zijn ‘normale’ niveau moeten uitstijgen. “Daar wordt dagelijks hard aan gewerkt op training, want we weten dat we op die punten nog veel moeten verbeteren. Aanvallend zit het meestal wel goed en ook onze service draait in het merendeel van de wedstrijden heel behoorlijk. Aan de spelverdeling van Dirk ( Dirk-Jan van Gendt, nvdr) zal het evenmin liggen. Die is top.”

Ngaoundéré & Port de Douala

De top is ook waar Nathan Wounembaina van kindsbeen af van droomt in Ngaoundéré, de hoofdstad van de Kameroense provincie Adamaoua waar hij opgroeit in een kroostrijk gezin. “Elke dag bad ik tot God om ooit een groot volleyballer te worden. Ik denk dat hij ja heeft geantwoord. ( lachje) J’ai grandi dans le volley-ball. Mijn vader speelde recreatief en alle kinderen – we waren met negen, maar mijn oudste broer is al gestorven – zijn gevolgd. Een van mijn broers, Simon, schopte het ook ooit tot international. Ik ben zelf de jongste zoon van de familie, maar ik heb nog twee jongere zussen en de jongste volleybalt in eerste klasse in Kameroen.”

Hoewel volleybal altijd zijn voorkeur wegdraagt, beoefent de jonge Nathan ook andere sporten. “Tot mijn vijftiende voetbalde ik en basketballen deed ik zelfs tot mijn twintigste. Zowel volleybal als basketbal speelde ik in de collegeploeg, waarmee we in competitie traden met alle scholen van Ngaoundéré. De beste teams plaatsten zich voor een toernooi met ploegen uit heel het land.”

Bij zijn derde deelname aan dat toernooi – Wounembaina is dan twintig – wordt hij ontdekt door ereklasser Port de Douala. In Douala, de grootste stad van Kameroen en ook de geboorteplaats van voetballers Aloys Nong en nationale held Samuel Eto’o, begint zijn professionele volleybalcarrière. “Ik mocht er als hoofdaanvaller meteen een heel jaar spelen bij een van de beste clubs van het land.”

In 2006, na amper één seizoen bij Port de Douala, krijgt hij zelfs de kans om voor het eerst in het buitenland te gaan volleyballen. Het Algerijnse NRBBA bekijkt de videobeelden van Wounembaina, opgestuurd door een van zijn broers, en twijfelt niet. “Ze hebben me heel open en hartelijk ontvangen in Algerije, maar het niveau van de ploeg stelde me toch wat teleur. We konden uiteindelijk nog een vijfde plaats bemachtigen, maar meer zat er niet in.”

Ook bij de nationale ploeg van Kameroen ontdekken ze de kwaliteiten van Wounembaina. “Ik zat al eens in de voorselectie, maar pas na dat jaar in Algerije behoorde ik tot de definitieve selectie. Op de Afrikaanse landenbeker, die trouwens toen toevallig in Algerije plaatsvond, werden we vijfde. Op de laatste Afrikaanse landenbeker, afgelopen zomer, pakten we brons. We kwalificeerden ons ook voor het WK, waar we gecoacht zullen worden door Peter Nonnenbroich“, de gerenommeerde Duitse trainer die eerder onder andere in Frankrijk en Italië werkte en nadien als FIVB-instructeur in zowat de hele wereld trainingslessen gaf.

El-Geish & Asse-Lennik

Na één jaartje Algerije zet Wounembaina een volgende stap richting de verwezenlijking van zijn jongensdroom. Hij verhuist naar de Egyptische hoofdstad Caïro waar hij bij topclub El-Geish, eigendom van het leger, aan de slag gaat. “In mijn eerste jaar speelden we de bekerfinale en eindigden we als derde in de competitie, vorig seizoen werden we tweede. Voor het eerst werd ik er in clubverband als receptiehoekspeler uitgespeeld. Individuele prijzen bestonden niet in Egypte, anders – ik denk dat ik dat in alle bescheidenheid mag zeggen ( lachje) -had ik er wel eentje gewonnen. In die twee jaar ben ik ook harder geworden. De mentaliteit in Egypte was immers heel anders dan in Algerije, een beetje racistisch zelfs, ja.

Via zijn Nederlandse manager zocht Wounembaina in het tussenseizoen dan ook andere oorden op. “Een jaar geleden kreeg ik al aanbiedingen uit Spanje en Cyprus, maar ik lag nog onder contract bij El-Geish en ze wilden me niet laten gaan. Ditmaal meldde zich naast Asse-Lennik ook een club uit Dubai. Ik had daar wellicht meer geld verdiend, maar het sportieve heeft voor mij absoluut voorrang en op dat vlak heb ik het hier getroffen. Ook qua sfeer ben ik erop vooruitgegaan. Hoewel ik er stilaan aan gewend raak, mis ik mijn familie nog steeds, zeker als het zo koud is als de voorbije weken. ( lacht) Gelukkig hebben de ploegmaats me hier allemaal uitstekend geholpen om mijn integratie vlotter te laten verlopen.”

België is voor hem weer een trapje hoger, maar als het even kan, wil hij zijn opmars voortzetten. “Ik besef dat ik nog veel moet bijleren om hogerop te raken. Blokkerend en in receptie, in het bijzonder bij float services, moet ik nog veel progressie maken. Of dat volgend seizoen nog bij Asse-Lennik zal zijn, weet ik niet. Ik denk wel dat ze tevreden zijn over mij, maar ik ben niet gehaast om bij te tekenen. Eerst wil ik me volop concentreren op de bekerfinale. Wat daarna komt, zien we wel. Mijn doel is om het hoogst mogelijke te bereiken. Ooit wil ik de Champions League winnen, waarom niet? Ik leef mijn droom en die is nog lang niet voorbij.”

door roel van den broeck – beelden: bart vandenbroucke

“Ik besef dat ik nog veel moet bijleren, maar ooit wil ik de Champions League winnen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content