Na een opgemerkt half seizoen in de basis bij Lierse keerde Sven Kums deze zomer terug naar de reserven van Anderlecht. De eerste ploeg blijft – voor hem en voor andere beloften – buiten bereik. En nu?

Wie hem vorig seizoen in de gaten hield bij Lierse zag het, en wie de cijfers erop naslaat, weet het ook: Sven Kums is een degelijke voetballer. Eén doelpunt en vier assists bij een ploeg die zeventiende eindigde, is niet onaardig voor een centrale middenvelder van negentien jaar. “Ik moet vooral aan mijn balrecuperatie werken en nog wat meer voor doel komen, want scoren lukt nog niet zo gemakkelijk. Maar wanneer ik de bal heb, ben ik op mijn best”, zegt hij.

Zijn opleiding kreeg Kums in Dilbeek en Anderlecht, dat hem na de winterstop uitleende aan Lierse. “Een half seizoen naar Lierse gaan was zeker een goeie stap. Ik heb gezien dat ik meekon in de eerste klasse, heb wat het fysieke betreft meer loopvermogen gekregen en ik ben beter geworden in de recuperatie.

“Ik dacht niet dat ik zo snel in de ploeg zou komen. De eerste week dat ik speelgerechtigd was, stond ik er al in. Ik dacht dat het moeilijker zou zijn om in de eerste klasse mijn spel te maken. Ik had verwacht dat er meer druk gezet zou worden, dat het nog sneller zou gaan. Dus ben ik daar met meer zelfvertrouwen weggegaan dan ik er gekomen ben. Ik had vooraf nooit gedacht dat ik zo veel de bal zou opeisen. Als Lierse in eerste was gebleven, zat ik daar misschien nog.”

Cynisch telefoontje

Maar hij zit weer bij Anderlecht en blijkt, net als andere jongeren, niet goed genoeg voor de A-kern. Jean Kindermans, technisch directeur van de jeugdopleiding van paars-wit in Neerpede, onderkent het probleem, maar ziet ook een oplossing: “Wat wij missen, is een platform waarop de jeugd door kan ontwikkelen. De beslissing om met Union samen te werken is vrij laat genomen en we moeten proberen nog andere eerste- en tweedeklassers te overtuigen. De stap naar de eerste ploeg is voor sommigen iets te groot en een tussenstap zou ideaal zijn. Van de beloftecompetitie werd heel wat verwacht, maar ze blijkt niet door alle clubs op dezelfde manier ingevuld te worden. Ik zag ons tegen Genk spelen en bij Genk speelden gasten als Vandooren, Kovalenko, Bolat, Vossen en Dahmane mee. Bij ons jongens geboren in ’91 of ’92. Dan kan je moeilijk van een evenwicht spreken. We moeten er eens over nadenken wat het ideale parcours is voor een achttienjarige die nog niet goed genoeg is voor ons eerste elftal. Iemand als Sven Kums zal nu moeten zien dat hij de kracht bewaart om enige tijd door te bijten.”

Sven Kums had nochtans naar FC Brussels gekund. “Goeie club, goeie sfeer, dicht bij huis”, zegt hij. “Ik zag dat volledig zitten. Maar er waren een paar complicaties tussen beide clubs.”

Dat – zo wordt gezegd – is toe te schrijven aan een telefoontje van Johan Vermeersch. Na de Champions League- uitschakeling tegen Fenerbahçe had de Brusselse voorzitter immers Anderlechtmanager Herman Van Holsbeeck gebeld om hem daarmee – hoe cynisch kan een mens zijn? – te feliciteren. Waarop de Anderlechtmanager hem bezwoer dat hij het mocht vergeten om de transfer van Sven Kums, over wie onderhandelingen gaande waren, af te ronden. “De transfer tussen Kums en Brussels is niet doorgegaan om een aantal redenen”, reageert Van Holsbeeck. “Daar gaan we niet mee naar buiten komen.”

Kums had ook naar KV Kortrijk gekund. Hij had er maar een contract voor drie seizoen te ondertekenen, maar hij weigerde. “Een driejarig contract waar ik niet onderuit kon, dat leek mij een beetje te lang”, legt hij uit. “In de tweede klasse komen scouts bovendien minder kijken dan in eerste. Had ik voor één jaar kunnen tekenen dan was ik direct gegaan. Ik heb daar geen spijt van, al heb ik het best moeilijk gehad omdat ik bij Lierse gewoon was om te spelen. Aan de ene kant is er ontgoocheling, maar aan de andere kant is het motto: blijven voortdoen. Om in de reserven te spelen moet je zeker een knop omdraaien.”

Geen Wasilewski

Met de -21 van Anderlecht is hij onlangs in Italië een toernooi gaan spelen, maar normaliter volgt hij alle trainingen met de eerste ploeg. Behalve als er de dag voor een wedstrijd specifiek getraind wordt.

“Ik weet dat ik geen Wasilewski zal worden, maar ik probeer er iets aan te doen. Ik ga vaak fitnessen met Gertjan Martens, die bij Union speelt. Ik zorg ervoor dat ik fysiek beter ontwikkeld raak en ik onderhoud ondertussen mijn conditie bij de reserven, maar ik hoop dat ik de volgende transferperiode een ploeg vind.”

Hij mikt hoog: eerste klasse. “Dat is zo. Ik leg de lat hoog, maar als ik nu naar de tweede klasse ga, zal het moeilijk worden om terug te komen. Ik wil mij eerst proberen te bewijzen in eerste. Als dat niet lukt, dán pas zal ik naar de tweede klasse gaan. Al ben ik mij ervan bewust dat het misschien niet zo zal gaan als bij Lierse, waar ik elke match heb gespeeld. Ik ga nu mijn laatste contractjaar in, daarna ben ik vrij en kan ik kijken wat ik doe. Het is mogelijk dat er straks geen eersteklasser komt, maar dan heb ik het toch geprobeerd.” S

door raoul de groote

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content