Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

‘I cannot fail.’ Het is de tantra van Jean-Marc Jaumin. De Speler van het Jaar voegde de daad bij het woord en loodste zijn Oostende naar een elfde landstitel.

Het doek is gevallen over het basketbalseizoen : Telindus Oostende is kampioen en Bergen bekerwinnaar. Geheel volgens de logica zorgden de sterkste twee ploegen van onze competitie voor een beklijvende finalereeks. Niet altijd even oogstrelend basketbal, maar zeer agressief, fysiek en mentaal zwaar. Drie van de vier duels eindigden op een thriller die met amper twee puntjes verschil beslecht werd (94-76, 78-80, 70-72 en 78-80). De beslissende partij afgelopen weekend in de broeierige Mons Arena was tekenend voor de hele eindstrijd : spelers die over de reclamepanelen duiken, opstootjes, technische fouten, scheidsrechters die geviseerd werden, striemende fluitconcerten. Maar uiteindelijk een completer en uitgekookter Oostende dat zegevierde. In grote mate te danken aan de generaal van de ploeg : good oldJean-Marc Jaumin (36). Net nog voor de derde maal in zijn carrière uitgeroepen tot Speler van het Jaar en de beslissende factor in de race naar de titel. Zelfs Niksa Bavcevic, de coach van Bergen die anders weinig lof overheeft voor zijn tegenstanders, roemde hem. Ook Gerrit Major, backup guard van Bergen, beaamde dat. “De sleutel in deze finale was Jaumin,” vindt Major, “hij heeft ons pijn gedaan en Oostende naar de titel gestuwd.” Jaumin leidde zijn ploeg met maturiteit en efficiëntie (25 punten, 4 rebounds, 5 assists in wedstrijd vier) naar een elfde landstitel.

Allemaal peis en vree aan de kust zou je denken, maar vergeten we niet dat vlak voor de play-offs de club het bericht lanceerde dat ze volgend seizoen niet meer op zijn aanvoerder rekent. Oostende speelt immers voor de ULEB-beker en vreest dat dat te veel wordt voor Jaumins blessuregevoelige lichaam.

Begrijp je die redenering ?

Jean-Marc Jaumin : “Ergens wel, maar aan de andere kant ben ik dit seizoen amper geblesseerd geweest. Weet je wat het probleem was ? Ze kenden mijn plannen niet. Zou ik doorgaan of stoppen ? Pas na de verkiezing van Speler van het Jaar hakte ik de knoop door dat ik er nog een jaartje bij doe. Net op het moment dat zij dat bericht hadden gelanceerd. Een spijtige timing. Zelf zou ik er liefst nog een jaar Oostende bij willen doen. Ik zie me trouwens voor geen andere Belgische club meer spelen.”

Je tekende hier vorige zomer een contract voor één seizoen, maar je kreeg wel de belofte na je carrière in de staf van Oostende opgenomen te worden. Klopt dat ?

“Ja, maar wanneer je dan zo’n sterk seizoen speelt, denk je niet aan stoppen. Ik loop nog steeds heel gemotiveerd rond, elke ochtend vertrek ik met volle goesting naar de training. Voorlopig kan ik me geen leven zonder basketbal voorstellen.”

Eind vorig seizoen dacht je ook al aan stoppen, maar je vrouw praatte je om.

“Bij Bergen was ik eerst drie maanden geblesseerd en meteen daarna nog eens anderhalve maand. Met Lieven Maesschalk werkte ik een maand aan een comeback. Toen ik terugkeerde bij Bergen, voelde ik me beresterk. Van de zeventien resterende matchen wonnen we er veertien. Na die prestatie was ik er zeker van dat ik er nog minstens een jaar bij zou doen. Toen Oostende me een voorstel deed, twijfelde ik dan ook geen moment. Het is de club die me de kans bood een profcarrière uit te bouwen en van Europa te proeven. Ik beleefde er negen mooie jaren en daarna vertrok ik naar Spanje. Een beetje in onmin met Rudolf Vanmoerkerke, maar bon … Na Spanje wilde ik terug naar Oostende, maar Bergen speelde korter op de bal.”

Charleroi polste je ook al eens na je tweede seizoen Málaga.

“Klopt. Maar ik wilde in Spanje blijven. Ik beleefde nog avonturen bij Madrid en Gran Canaria, om dan uiteindelijk de grootste stommiteit in mijn loopbaan te begaan : naar België terugkeren. Niet dat ik mijn keuze voor Bergen betreur, maar ik keerde terug omdat ik dacht dat dat beter was voor de evolutie van mijn kind. Maar we waren nog geen week hier of mijn dochtertje vroeg al wanneer we weer naar Spanje gingen. Achteraf bekeken had ik langer in het buitenland moeten blijven. Spanje was de top. Voor Real Madrid spelen, dezelfde club als mijn grote idool Drazen Petrovic, was altijd al mijn grote droom. Ik kwam er in een ploeg terecht met Sasha Djordjevic, Zan Tabak, Dragan Tarlac, Alberto Herreros en als coach Sergio Scariolo. Op dat moment besef je dat allemaal nauwelijks. Tijdens het kerstdiner bijvoorbeeld, zat ik aan dezelfde tafel als de voetballers, ingedeeld bij de Franstaligen, met Claude Makélélé en Zinédine Zidane. Ik raakte zwaar onder de indruk van Zidane : zo nederig en down to earth.”

Oostende en Bergen stonden beiden in de finale, je huidige club tegen je ex-club, kunnen we daaruit besluiten dat beide teams een goede zaak deden aan jouw transfer ?

“Moeilijk te zeggen. Toen ik vier jaar geleden bij Bergen arriveerde, zetten ze een eerste stap vooruit, nu volgde de logische tweede stap. Een club met die mogelijkheden kan het zich niet veroorloven te stagneren.”

Wat vind je van Omar Cook, hun Amerikaanse spelverdeler ?

“Een zeer sterke guard, die zeker niet te lang in de Belgische competitie zal blijven. Hij heeft het mij in de finales zeer lastig gemaakt, maar ik ben er zeker van dat hij het ook behoorlijk lastig had met mij, hoor. Voor Cook is het eigenlijk nog moeilijker, want hij moet tegen twee guards opboksen. Oostende is niet enkel Jaumin, hé, ook Sam Van Rossom loopt hier rond. Wanneer ik op de bank zit, komt een fitte Van Rossom de tegenstander afbeulen.”

Een spelverdeler draagt veel verantwoordelijkheid, hij kan over een match beslissen. In de derde wedstrijd speelde jij in de laatste seconden de bal kwijt, waardoor Oostende de kans miste om thuis kampioen te spelen. Spookt dat lang door je hoofd ?

“Ik heb die nacht geen oog dichtgedaan. Na elke wedstrijd speel ik in mijn hoofd de film van de avond af. Vorige woensdag probeerde ik iets en het mislukte … Tja, dat kan gebeuren. Over het hele seizoen bekeken mogen ze bij de club niet klagen over mijn beslissingen. Die woensdag kende de hele ploeg een offday, enkel Veselin Petrovic speelde op niveau.”

Jullie leken inderdaad heel nerveus. Heeft dat deels te maken met de onervarenheid van jullie coach ?

“Ach, we speelden gewoon een slechte wedstrijd. En toch verliezen we maar met twee puntjes. Weet je, Niksa Bavcevic gaf zodanig veel commentaar op de scheidsrechters, dat dát het nieuws domineerde. Daardoor zette hij ook de scheidsrechters onder druk. Volgens hem zorgde de arbitrage voor onze 2-0-voorsprong. Maar in de derde wedstrijd, die Bergen won, hoorde je niets van Bavcevic. Ik vind dat Bavcevic zwaar uit de bocht ging door al voor de play-offs over de arbitrage te klagen. Dat doe je niet. In feite zocht hij daarmee al excuses voor als het mis zou lopen voor Bergen. Terwijl we de eerste match wonnen met bijna twintig punten verschil, ga je dat ook op scheidsrechters steken ?”

Volgens jou is de theoretische voorbereiding van Oostende zeer sterk. Tijdens deze finales tegen Bergen gebeuren er dan weinig onverwachte bewegingen voor jou ?

“Dat klopt. Elke tactiek die door hen wordt toegepast, kennen we op voorhand en vice versa. Daardoor is het erg moeilijk om openingen te vinden. Na zoveel onderlinge confrontaties heb je weinig geheimen voor elkaar, dan komt het aan op dat kleine extraatje aan improvisatie. Details beslissen over winst.”

Als we de insiders mogen geloven, heeft Oostende niet één, maar twee headcoaches. Michailo Uvalin en jij.

Uvalin tekent zijn ideeën uit en hij beslist. Maar het kan zijn dat ik tijdens de wedstrijd de jongens bijeenroep om een ideetje van mij te bespreken. Ik doe dat al twintig jaar zo. Niet enkel nu bij Uvalin.”

Sportief directeur Philip Debaere verklaarde dat Uvalin naargelang het seizoen vorderde, leerde luisteren naar zijn anciens.

“In het begin van het seizoen luisterde hij naar niemand. Wanneer je iets voorstelde, deed hij net het omgekeerde. Hij wilde zijn autoriteit manifesteren. Na een tijdje hielden wij gewoon onze mond. Ik ontken niet dat onze samenwerking in het begin stroef liep. Maar goed, hij is de coach, dus hij hoeft niet naar onze raad te luisteren en ik had geen zin om daarover te ruziën.”

Wie zijn ‘wij’ ? Dennis Wucherer en jij ?

“Neeneen. De patroons, dat zijn Johan Vande Lanotte en Uvalin. ( lachje) Maar Dennis is ook iemand met veel ervaring, die al kampioen speelde en meer dan honderd keer (123, nvdr) voor de Duitse nationale ploeg uitkwam. We kijken tijdens de match vaak naar mekaar en proberen samen beslissingen te nemen.”

Wanneer veranderde Uvalin zijn attitude ?

“De laatste maanden. Eerst zei hij nog : misschien kunnen we het zo ook doen. Dat was al een begin. Nu is onze relatie goed, maar de coaching blijft zijn verantwoordelijkheid. Wanneer hij niet akkoord gaat met een opinie van ons, zal hij ze ook niet toepassen.”

Dan moet jij, iemand met een uitgesproken persoonlijkheid, toch vaak op je tong bijten ?

“Als ik al eens mijn frustraties de vrije loop laat, is dat enkel thuis tegen mijn vrouw. De coach doet de wedstrijdvoorbereiding of de videobespreking, ik kom daar nooit tussen. Enkel tijdens de wedstrijd kan dat al eens veranderen. Dat is een kwestie van onderling vertrouwen. Als we winnen, wat kan hij dan zeggen ?”

Voor het seizoen al verklaarde jij dat dit Oostende een titel zou pakken. Waar baseerde jij je op ?

“Op mijn voorbereiding. Ik heb me zelden zo fit gevoeld als toen. Jammer genoeg kende ik vlak voor de competitiestart een inzinking. Ik kon een maand niet meetrainen. Ik verloor een paar keer het bewustzijn tijdens trainingen en wedstrijden. Een maand lang onderging ik zware testen om naar een oorzaak te zoeken. Ik was zeer op mijn hoede, je leest genoeg over topsporters die tijdens hun sport door een hartaanval getroffen worden. Even dacht ik : ik stop er beter mee. Maar het onderzoek bracht niets aan het licht en ik mocht opnieuw spelen.”

Wel vreemd dat men niets vond …

“Ik heb daar mijn mening over. Over wat er echt gebeurd is. Ik kan dat niet hardop zeggen omdat er geen bewijs bestaat. Volgens mij was het gewoon une connerie.”

Van de club ?

“Ik kan niets zeggen. Maar soit, ik moest dus een maand toekijken bij de trainingen en Oostende begon ook te twijfelen over mijn toekomst bij de club. Een goed begin was anders. Toch wonnen we onze eerste vijf wedstrijden, waardoor ik me een beetje kon verstoppen.”

Je bent 36 intussen, ik neem aan dat je nu wel anders moet leven om fit aan een partij te verschijnen ?

“Dat ik Speler van het Jaar werd, is de verdienste van een jaar hard werken, zo’n trofee komt niet uit de lucht vallen. In de topwedstrijden stond ik er altijd en ik stopte me nooit weg tegen de kleinere ploegen. Voor elk duel volg ik hetzelfde ritueel en bereid ik me even goed voor.”

Zoals ?

“Bijvoorbeeld mijn hoofd kaal scheren. Tot we verliezen en dan probeer ik weer iets anders. Ik loop ook niet onder ladders en van die dingen.”

Je leeft nog volledig in het teken van het basketbal ?

“Natuurlijk. Iedereen kijkt ook naar mij op. Ik moet het goede voorbeeld geven voor de jongeren en ik moet het voortouw nemen in de ploeg. I cannot fail. Ik moet altijd winnen en ik moet altijd de beste zijn.”

MATTHIAS STOCKMANS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content