‘Het best presteer ik bij clubs waar ze me blindelings vertrouwen.’ Bij Zulte Waregem en ondanks twee zware blessures bewijst Cédric Roussel (28) dat ze hem voorbarig hadden afgeschreven als topvoetballer.

Internationaal stunten, nationaal stuntelen. Zulte Waregem toont zich dit seizoen een ploeg met twee gezichten. De Europese overwintering staat al een tijdje vast, maar intussen raken de West-Vlamingen niet weg uit de onderste regionen van de rangschikking. Al maken bij Zulte Waregem kennelijk weinig mensen zich zorgen over de ongunstige positionering op nationaal niveau. Ook de spits Cédric Roussel ziet de bui niet hangen.

Europees briljant, in de nationale competitie bleek : hoe gaan jullie om met die tweeslachtigheid ?

Cédric Roussel : “Onze Europese prestaties bewijzen dat we in de rangschikking van de Belgische competitie niet op onze plaats staan. Dat slechte klassement mag ook het mirakelgehalte van onze Europese prestaties niet minimaliseren. Oké, een dosis geluk is er altijd wel mee gemoeid. Neem Lokomotiv Moskou. Voor hetzelfde geld hadden we ginds 3-0, 4-0 in onze valies gekregen. Met heel veel geluk houden we het daar op 2-0 en in de blessuretijd maken we er 2-1 van, zodat dat ineens een ander verhaal wordt. In de terugwedstrijd, min of meer hetzelfde scenario. Na tien minuten hadden we 0-2 achter kunnen staan, maar we winnen die match met 2-0. Eerlijk gezegd denk ik dat die Russen ons wat onderschat hebben, maar dat is niet ons probleem. Nu kan je de uitschakeling van Lokomitiv Moskou misschien toeval noemen, maar we hebben het wel bevestigd in de wedstrijden tegen Austria Wenen en Sparta Praag. Ik bedoel, je kunt één keer geluk hebben, maar als het geluk zich herhaalt, is het geen kwestie van geluk meer. Natuurlijk beweer ik hier niet dat Zulte Waregem een Europese topclub is. Het verschil met de Europese topclubs is dat zij het desgevallend nog kunnen halen met hier en daar een speler die onder zijn niveau blijft, en dat wij stuk voor stuk ons topniveau moeten bereiken om tot een resultaat te kunnen komen. Maar onmogelijk is het niet, anders zaten we nu niet meer in de UEFA Cup.”

Niets valt meer op dan een stunt op de Europese scène. Dat zijn de zaken die jullie straks aan de kleinkinderen vertellen.

“Zo is dat. Europa ontdekt ons. De match tegen de Tsjechen werd uitgezonden door Eurosport France. De Fransen waren nieuwsgierig naar die ploeg die zulke sterke Europese prestaties neerzette.”

Op het tandvlees

Bestaat er een verband tussen de vermoeidheid na Europese wedstrijden en de haperingen in de Belgische competitie ?

“Misschien. Het is duidelijk dat we thuiswedstrijden hebben verloren die we normaal niet zouden verliezen. Tegen Brussels en Cercle Brugge, bijvoorbeeld. Nu ja, een voetballer speelt altijd liever wedstrijden dan dat hij traint. De werkweek is zoveel aangenamer met drie wedstrijden.”

Ook voor de semiprofessionele voetballers ?

“Voor sommigen veroorzaakt het problemen voor de organisatie van hun werk, maar er zit toch ook een tiental voltijdse profs in deze groep.”

Is het een zware handicap om slechts semiprofessioneel met voetbal bezig te zijn ?

“Ik weet het niet. Een job naast het voetbal kan voor sommigen een gelegenheid zijn om eens aan iets anders dan voetbal te denken. Natuurlijk, als de wedstrijden zich opstapelen, komt er een moment dat de semiprofs op het einde van hun bobijntje zijn. Naar wat ik hoorde vertellen, zaten ze op het einde van vorig seizoen allemaal op hun tandvlees en hebben ze zich nog één keer kunnen opladen om de beker van België te winnen.

“De trainer gaat zeer goed met die situatie om. Na een Europese wedstrijd legt hij nooit druk op ons. Hij vraagt ons wel om ons te concentreren op de beker van België. Tegen La Louvière was dat alvast niet lastig. Francky Dury beweert ook nog altijd dat we tegen de winterstop in de top tien van het klassement kunnen staan. Voor het seizoen vroeg hij ons om één Europese stunt te realiseren. En kijk, we zitten nu al aan twee, drie.”

Honderd gram bij, vijf kilo af

Bij je terugkeer uit blessure speelde je tegen Bergen, je ex-club. Dat was bijna symbolisch. Was het een geschenk van de trainer ?

“Ik heb het in ieder geval zo ervaren. Francky Dury en ik praten veel met elkaar. Dat ik voor de uitwedstrijd tegen Bergen werd geselecteerd, heb ik als een mirakel beschouwd. Toen ik geblesseerd uitviel, had men gerekend op een afwezigheid van twee maanden en ik was nog maar een maand out. In mentaal opzicht heeft die vroege terugkeer me enorm geholpen. Ik voel me zeer gewaardeerd en gesteund bij Zulte Waregem.”

Je beste prestaties heb je geleverd bij clubs waar een familiale sfeer heerst. Misschien ben je daar gevoeliger voor dan je zelf wil toegeven.

“Misschien, ja. Als ik te strak word gehouden, voel ik me slecht op mijn gemak. Volgens mij is het mogelijk om een mooie carrière uit te bouwen zonder honderd procent professioneel voor het voetbal te leven. Ik moet me kunnen amuseren. De sfeer bij Zulte Waregem leent zich daartoe. Er is geen enkele druk. Twee uur voor de wedstrijden zitten we nog te kaarten en ik vind dat schitterend.”

Is dat vergelijkbaar met wat je in Engeland hebt meegemaakt ?

“Daar bemoeit men zich niet met het privéleven van een voetballer. Het enige dat telt, zijn de prestaties op het veld. In het begin heb ik er afgezien, want de intensiteit van de trainingen valt niet te vergelijken met wat in België gebruikelijk is.

“Weet je, tijdens mijn hele passage in Engeland werd ik niet één keer gewogen. Bij Standard werd ik iedere dag gewogen. Veel Engelse voetballers hebben last van een beetje overgewicht, maar als ze daar tijdens de match niet onder te lijden hebben, wat is dan het punt ? Elke dag herhaalden ze op stages bij Standard : ‘Pas op, dat mag je niet eten, want dan kom je honderd gram bij.’ Zo’n regime, dat is niets voor mij. Dit seizoen gunden ze me bij Zulte Waregem een grote vrijheid op het gebied van voeding en ik ben vijf kilo vermagerd. Ik ken mijn lichaam, ik weet wat ik moet doen om mijn conditie op punt te krijgen. Ik heb niemand nodig om me dat te vertellen. Mijn beste seizoenen heb ik gespeeld bij clubs waar ze me blindelings vertrouwden.”

Samengevat : bij Coventry, Bergen en Zulte Waregem ?

“En bij mijn eerste seizoen in Genk. Ik maakte toen vijftien doelpunten. Dan kwam René Vandereycken. Van bij het begin zei hij dat Kevin Vandenbergh en ik niet complementair waren. Dat was al een eerste signaal. Natuurlijk ben ik te vlug vertrokken. Ik had moeten doorbijten. Twee of drie maanden later hoorde ik dat Genk zocht naar een type speler zoals ik. Maar ik kwam uit een seizoen waarin ik me tot beste doelschutter van de club had gekroond en waarin ik weer was opgevist voor de nationale ploeg. Vandaar dat ik die verwijdering uit het elftal niet goed verteerde.”

Bizarre verhalen

Toen Standard vorig seizoen als gevolg van de blessure van Igor De Camargo driftig op zoek ging naar een doelschutter, vroegen velen zich af waarom ze niet aan jou dachten. Vroeg jij je dat ook af ?

“Ze hebben me in elk geval geen verklaring gegeven. Ze kwamen met bizarre verhalen aandraven, bij wijze van excuus. Zoals het feit dat ik niet in Luik woonde en dat de verplaatsingen me vermoeiden. Toen ik mijn contract bij Standard tekende, vroeg ik om een appartement in Luik, maar dat werd me geweigerd. Ze gaven me liever een kilometervergoeding.”

Soms wordt een voetballer opzijgezet vanwege een meningsverschil met een manager. Of omdat hij weigert bij te tekenen wanneer hij einde contract is.

“Dat klopt, maar dat was bij mij niet het geval. Ik weet dat de openhartigheid van mijn verklaringen bepaalde personen bij Standard irriteerde. Wat wil je ? Ik ben niet van het hypocriete soort. Je moet niet van mij verwachten dat ik ga mouwvegen. Als iets me niet bevalt, dan zeg ik het. Kennelijk werd dat op Sclessin niet bijster gewaardeerd.”

Men vertelt dat het eigenlijk Sergio Conceição was die de ploeg opstelde, en dat hij jou liever niet in het team zag.

“Ik heb dat verhaal ook gehoord, maar dat durf ik toch niet te geloven. Wanneer SergioConceição en ik elkaar ontmoeten, omarmen we elkaar. Akkoord, we deelden niet altijd dezelfde mening. Ik vind dat je niet altijd gelijk hebt omdat je een grote naam hebt. Soms zei ik hem hoe ik over bepaalde dingen dacht. Maar er bestond geen enkel probleem tussen ons.

“Die periode bij Standard blijft hoe dan ook een zwart gat in mijn carrière. Ik weet nog altijd niet wat er gebeurd is. In mijn eerste halve seizoen maakte ik zes goals in negen wedstrijden. Ik vertrok met een gerust gemoed op vakantie. Maar van bij het hervatten van de training werd ik gewaar dat ze niet meer op me rekenden. En ik kreeg een slag in mijn gezicht toen ik vernam dat Sambegou Bangoura voor de eerste match in de ploeg stond, terwijl die sinds juni afwezig was geweest en pas in augustus weer boven water was gekomen. Ik heb nooit meer een kans gekregen. Ja, één keer, toen we thuis met 1-3 verloren tegen Beveren en de hele ploeg een offday kende. Daarna belandde ik in de vergeetput. In februari-maart drong het tot me door dat ik Standard moest verlaten. Ik besefte : hoezeer ik me ook inspande of hoe vaak ik ook scoorde bij de invallers, het zou niets aan mijn situatie veranderen. Ik zag anderen niet of nauwelijks trainen en toch stonden ze in de ploeg. Op een moment heb ik de armen laten zakken. Gelukkig vond ik vlug een nieuwe ploeg. En kon ik vlug bewijzen dat ik niets van mijn kwaliteiten heb verloren.”

Bewusteloos van het veld

Niettemin dacht je er drie maanden geleden aan om een streep onder je carrière te trekken ?

“Ikzelf dacht er niet aan, anderen hebben er in mijn plaats aan gedacht. Na mijn hersenschudding in de tweede match van de competitie tegen Brussels waarschuwde de dokter mij dat dit slecht zou kunnen aflopen. Het was niet mijn eerste hersenschudding. De mensen in mijn omgeving stelden me vragen : ‘Wat ga je doen als je moet stoppen ?’ Ik had ook het gevoel dat de dokter me wilde zeggen : ‘Er is een risico, het is aan jou om te beslissen.’ Daarmee ben ik het niet eens. Ik heb een vrouw en een kind. Als er echt een risico is, is het aan de dokter om me te verbieden verder te voetballen.

“Het incident heeft mijn vrouw diep geraakt : ze zat in de tribune, ze zag me bewusteloos van het veld dragen en met spoed naar het ziekenhuis brengen.”

Vervolgens was er die knieblessure.

“Eigenlijk was dat nog erger. Die hersenschudding hield meer risico’s in voor het vervolg van mijn carrière, maar die knieblessure betekende dat ik opnieuw van nul moest herbeginnen. Het is dan dat je de steun van je familie en van je club moet voelen. Gelukkig heeft het me aan die steun niet ontbroken.”

DANIEL DEVOS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content