De talentrijke middenvelder kijkt sereen terug op de laatste twee gloriejaren, maar blikt ook met veel ambitie vooruit naar de toekomst.

De toekenning van de Gouden Schoen heeft voor journalisten een belangrijk voordeel: ze weten al alles over de voetballer die de onderscheiding heeft gekregen nog voor ze hem hebben ontmoet. Dat hij een individuele prijs viert in een pittazaak bijvoorbeeld en dat hij al zijn techniek op straat heeft geleerd. In welke winkels hij het liefst shopt, waar hij het liefst een glas gaat drinken en wat zijn hobby’s zijn. Er zijn al foto’s verschenen van zijn vrienden, zijn kinderspeelgoed, zijn familie, zijn auto en zijn vriendin. Het is voor ons dan ook geen verrassing dat Axel Witsel met ons afspreekt in La Cafétaria, een horecazaak in de Carréin Luik waar nog de voorpagina uithangt van de regionale krant die Standard feliciteert met zijn tweede opeenvolgende landstitel. In deze zaak, waarvan Siramana Dembele, de ex-speler en huidige T3 van Standard, mede-eigenaar is, komt Witsel zich tussen twee trainingen door graag ontspannen.

“Ik voel me hier echt thuis”, zegt de jonge middenvelder. “Ik beschouw Sira een beetje als mijn grote broer. Hij was de eerste die zich over me ontfermde toen ik prof werd. Hij wees me mijn plaats in de kleedkamer aan en gaf me mijn spullen. Dat schept voor altijd een band.” Witsel komt stipt op tijd aan in een paars T-shirt, met diamantjes in de oren en een nieuw kapsel. Witsel heet erg timide te zijn, maar heeft de jongste twee jaar goed leren omgaan met de media. Beleefd en vriendelijk antwoordt hij zonder omwegen op de vragen. In die twee jaar is hij geëvolueerd van jonge belofte tot een van de sterkhouders van het Belgische voetbal. En dat ging snel. In februari 2007 kreeg hij tegen Lierse zijn eerste basisplaats. Een maand later scoorde hij tegen Roeselare zijn eerste goal. In maart 2008 verdiende hij tegen Marokko zijn eerste cap als Rode Duivel, in januari 2009 kreeg hij de Gouden Schoen. En hij zette in twee jaar twee landstitels op zijn palmares.

“Als ik even achterom kijk, kan ik niet anders dan zeggen dat ik veel geluk heb gehad. Maar ik wil absoluut niet op mijn lauweren rusten. Ik heb nog een pak ambities die ik wil waarmaken.” Samen met Steven Defour staat Witsel symbool voor het nieuwe Standard, dat na een kwarteeuw wachten op een nieuwe bekroning nu al twee titels en twee supercups in de prijzenkast heeft staan en er een markante Europese campagne op heeft zitten. Witsel was ook de bepalende figuur van de spannende slotfase van de vorige competitie door zowel op de laatste speeldag in Gent als in de testwedstrijd een strafschop om te zetten. Zijn heldenstatus draagt hij echter met de nodige bescheidenheid. “Het klopt dat het nu soms wat moeilijker is om door de stad te wandelen. Vooral op woensdagnamiddag als de kinderen niet naar school moeten. Constant hangen de fans aan mijn mouw om een foto of een handtekening te vragen. Maar ik ben profvoetballer en neem dat er graag bij.”

Zowel voor de supporters als voor de media blijft hij vrij bereikbaar, maar hij trekt grenzen: zijn ouders houden mee een oogje in het zeil en hij heeft niemand verklapt waar hij onlangs met zijn vriendin naartoe is verhuisd. “Ik ben ook niet op alle vragen van kleine clubs ingegaan om in de afgelopen maanden de aftrap van hun wedstrijd te gaan geven.” Hij moest ook veel interviews geven aan diverse media. Zelfs aan een televisiestation uit Martinique. Het winnen van de Gouden Schoen verhoogde ook aanzienlijk zijn populariteit in Vlaanderen. “Ik wist echt niet dat men me in het noorden van het land ook zo naar waarde schatte. Van een communautair stemgedrag bij de verkiezing van de Gouden Schoen heb ik alleszins niets gemerkt. Ik heb trouwens nog altijd spijt dat ik op de avond van de uitreiking niet geprobeerd heb om een woordje in het Nederlands te zeggen. Ik wil ook binnenkort Nederlandse les volgen, al spreken alle Vlaamse journalisten mij aan in het Frans.”

Anelka’s vlinder

Axel Witsel graaft in het verleden: “Ik ben opgeleid in het straatvoetbal. Het gebeurde in de zomer vaak dat ik met vrienden in Vottem in een tent sliep. Als we dan om 2 uur ’s morgens wakker werden, aarzelden we niet om wat te voetballen. Het was al voetbal wat de klok sloeg. Door prof te worden is een en ander natuurlijk veranderd. Ik ben ook verhuisd, maar ik ga nog altijd om de twee dagen naar Vottem, waar al mijn vrienden wonen. Er vertrekken was uiteindelijk niet moeilijk, want ik had nood aan wat rust. Dat is ook de reden waarom ik niet meer thuis ben. Ik ben eigenlijk iemand die heel kalm en rustig is. Niet dat ik graag helemaal alleen mijn vrije dagen doorbreng, maar ik word toch ook niet constant gestoord.”

Herinneringen ophalen aan zijn debuut als prof gaat vanzelf. “De dag voor de match tegen Lierse riep Michel Preud’homme me bij zich in de kleedkamer. Op het bord stonden de namen van de spelers die ’s anderendaags aan de partij zouden beginnen. Ik zag meteen dat ik zou mogen starten. Normaal maakte de coach zijn ploeg nooit op voorhand bekend. Ik beschouwde het als een teken van vertrouwen, maar ik heb die avond toch slecht geslapen.” ( lacht)

Ook zijn eerste goal herinnert hij zich alsof het gisteren was. “Ik zie Milan Rapaic nog over de grond de pass versturen, die ik aan de eerste paal naar binnen devieerde. Ik moest me in de arm knijpen om te geloven dat ik in eerste klasse had gescoord.” Er zouden nog heel wat doelpunten volgen. Om ze te vieren maakt Witsel hetzelfde vlindergebaar als Nicolas Anelka. “Toen ik nog op school zat, keek ik enorm op naar Anelka omdat hij Fransman en Antilliaan is. Toen we tegen Anderlecht speelden in de halve finale van de beker had mijn vriend Nurhak me gezegd dat ik, als ik scoorde, moest doen zoals Anelka. Het is een beetje mijn handelsmerk geworden.”

En dan volgde uiteindelijk ook waar elk jongetje van droomt: de eerste selectie voor de nationale ploeg. “Mijn naam begon de ronde te doen, en dan begin je te hopen. Als het dan zover is, ben je heel blij, maar het is toch wat speciaal om daar ineens zelf bij te zijn en interviews te moeten geven op televisie. Als kleine jongen zapte ik altijd tussen de Belgische en Franse wedstrijden en ik bleef vaker naar die laatste kijken. Ik heb tenslotte Antilliaanse roots. Zelfs mijn vader, die toch een halve Fransman is, kijkt nu enkel nog naar de Belgische competitie. Dat is toch wel straf.”

Meer verbetenheid

Witsel won met Standard twee titels en de Gouden Schoen. Na het veroveren van de trofee had Witsel even een mindere periode die heel wat waarnemers toeschreven aan het nog onvoldoende kunnen omgaan met de druk van de media. “Daar heeft het niets mee te maken, want ik heb elk jaar een mindere periode, die gewoon te wijten is aan de opeenvolging van wedstrijden. Ik voel ook wel aan dat de mensen anders naar je kijken als je die trofee hebt gewonnen. Steven Defour had me nochtans gewaarschuwd: ‘Als je voor je prestatie een 6,5 krijgt van de analisten, wordt dat een 5,5 als je krek dezelfde wedstrijd speelt als Gouden Schoen’, vertelde hij me. Alles wordt uitvergroot, zoals ook bleek toen ik met de nationale ploeg een rode kaart kreeg. Mijn statuut is veranderd. Daar moet ik mee leren leven.”

Het komt er nu op aan een vervolg te breien aan de successen van de afgelopen twee jaar. “De Champions League is heel andere koek dan de UEFA Cup. Ik duim voor een loting waarin we ploegen als Real, Arsenal of Manchester kunnen treffen. We zouden niets te verliezen hebben. Toen ik vóór de wedstrijd tegen Everton vorig jaar verkondigde dat ik graag weg wilde, viel dat niet bij iedereen in even goede aarde. Daarom wil ik daar niet veel meer over zeggen. Het is hoe dan ook zo dat deelname aan de Champions League veel heeft veranderd. Eraan meedoen met Standard is emotioneel van een heel andere orde dan spelen met Manchester.”

In de pas gestarte competitie kondigt zich een nieuwe tweestrijd aan met Anderlecht, waarbij Standard volgens de meeste waarnemers toch de grote favoriet blijft, ook al startte het met haperingen en miste Witsel in de eerste competitiematch, thuis tegen STVV, tot twee keer toe een strafschop: “We moeten met nog meer inzet en verbetenheid spelen. We zouden misschien sterker zijn geweest als Oguchi Onyewu was gebleven, maar we kunnen nu eenmaal niet iedereen houden. Net zoals we erin geslaagd zijn de titel te veroveren zonder Marouane Fellaini, zullen we dat nu zonder de Amerikaan moeten proberen.”

Witsel komt ook nog even terug op de testwedstrijden. “De spelers van Anderlecht hadden geen zin in die matchen. Wie in de kranten verklaart dat hij eigenlijk naar een trouw moest of liever gaat shoppen dan het slot van de competitie mee te maken, is bang. Ik begreep dat niet. Je bent prof of je bent het niet. En als je als prof bijkomende wedstrijden moet spelen, dan zeur je daar toch niet over.”

Strafschoppen nemen

Witsel is aan de nieuwe competitie begonnen met drie kilogram meer spieren om nog steviger de duels te kunnen aangaan. “Na de winter had ik vorig seizoen een dipje, maar op het einde van de competitie raakte ik opnieuw in vorm. Mijn prestaties gingen weer in stijgende lijn. Daarom twijfelde ik ook niet om de penalty’s te trappen tegen Gent en Anderlecht. De week voordien was er dat kleine akkefietje geweest met Milan Jovanovic en nadien had de trainer gezegd dat ik de strafschoppen mocht nemen als ik me goed voelde. Natuurlijk heb je wat persoonlijkheid nodig om dat aan te kunnen. Maar als je geen strafschoppen durft te nemen op je 20e, zal je dat op je 30e ook niet durven.”

Na het zware seizoen kreeg hij samen met Defour en Dalmat van Laszlo Bölöni een extra weekje vakantie. “Dat vernamen we pas op de eerste dag van de training. Dat is wel raar omdat je niet weet hoe de teammaats zullen reageren. Ook als we naar Oostenrijk waren moeten gaan, zouden we dat gedaan hebben. Maar Marbella is natuurlijk chic. Het was leuk. We hebben veel van de zon genoten. Onze vriendinnen waren niet mee. Het was nog leuk dat Ryan Giggs met zijn hele gezin in hetzelfde hotel verbleef.”

door stéphane vande velde beelden: reporters

Ik duim voor een loting waarin we ploegen als Real, Arsenal of Manchester kunnen treffen.

Als je als prof bijkomende wedstrijden moet spelen, dan zeur je daar toch niet over.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content