Tom De Sutter is nog altijd de spits van Cercle Brugge. Na zijn kruisbandoperatie in februari mag hij bijna weer het veld op. ‘Nu weet ik hoe een knie in elkaar zit’, zegt hij. ‘Het is te hopen dat ik niet op dezelfde manier moet leren hoe een enkel functioneert.’

Het is deze week vijf maanden geleden dat Tom De Sutter in Koblenz tijdens de vriendschappelijke belofte-interland tegen Duitsland de voorste kruisbanden van zijn rechterkniegewricht scheurde. Dat gebeurde toen hij tijdens de tweede helft opsprong om een tackle te ontwijken en bij het neerkomen op zijn rechtervoet door de knie ging.

Op 20 juli, na de stage van Cercle Brugge bij Blackburn Rovers, mag hij weer met de groep trainen. Getransfereerd naar het Nederlandse AZ is hij nog altijd niet, maar zijn honger naar de bal is er niet minder groot om. “Ik zit al een maand met het gevoel dat ik het veld op mag,” zegt hij, “maar ik weet ook dat ik moet oppassen dat ik in mijn revalidatie geen stap oversla, want voor hetzelfde geld is het dan weer van dat.”

Bloemen uit Alkmaar

Waarom is de transfer naar AZ nog niet doorgegaan?

Tom De Sutter: “Heel precies weet ik dat niet. AZ verzekerde mij nochtans meteen dat mijn blessure geen belemmering zou zijn om de transfer snel af te handelen. Twee dagen na mijn operatie kreeg ik bloemen uit Alkmaar en een paar weken later al ben ik er gaan praten. Ze hadden mij uitgenodigd en Cercle had mij de toestemming gegeven om op de invitatie in te gaan. Ik ben erheen gereden met mijn vriendin en met Didier Frenay ( zijn zaakwaarnemer, nvdr). We ontmoetten er de scouts die mij waren komen bekijken en Marcel Brands ( technisch directeur van AZ, nvdr), en ik sprak in de gang ook tien minuten met Louis van Gaal ( hoofdtrainer van AZ, nvdr). Ze leidden ons rond in het stadion, lichtten ons de werking van de club toe en gaven ons het gevoel dat ze de deal binnen een paar maanden zouden rondmaken. Maar blijkbaar willen ze nu toch eerst zien hoe ik uit mijn blessure kom.”

Je liet – zo vernamen we uit goede bron – Cercle op een bepaald moment voelen dat, als ze niet constructief zouden meewerken aan een transfer naar AZ, je desnoods alle legale middelen zou uitputten om toch te kunnen vertrekken.

“Dat was toen ik hoorde dat Cercle had gezegd: ‘Voor dat bedrag gaan we zelfs niet rond de tafel zitten.’ Ik weet ook dat ze mij niet gratis kunnen laten vertrekken, maar ze mogen niet vergeten dat ik hen in november een plezier deed door voor vier jaar bij te tekenen. Daardoor zette ik hen in een veel sterkere positie. Ze zeiden toen: ‘Komt er nu een ploeg, dan zal het niet 500.000 euro zijn, maar minstens één of anderhalf miljoen.’ Als ze dan drie miljoen euro vragen, moeten ze, volgens dezelfde redenering, mijn contract weer verdubbelen. Ze wisten dat ik heel graag naar AZ wou en hadden beloofd mij niet veel in de weg te zullen leggen.

“Maar oké, er zijn nog andere clubs geïnteresseerd, hoor ik. Als ze het zo kunnen uitspelen, is het ook goed. Ik maak mij er niet druk om. De trainer vroeg mij: ‘Als de transfer naar AZ niet doorgaat, zal je dan nog wel genoeg gemotiveerd zijn om bij Cercle te voetballen?’ Natuurlijk. Nooit eerder had ik zoveel honger om mij op het veld te bewijzen als nu. Zuiver op fysieke basis stond ik bij de start van de voorbereiding misschien wel nog nooit zo ver als dit seizoen. Ik wil graag op een hoger niveau spelen en AZ is een heel mooie club om die stap te zetten, maar ik heb tijd. Ik ben nog altijd maar 22 jaar.”

Wat is er in januari in die laatste nacht voor het sluiten van de transfermarkt precies gebeurd? AZ zou Cercle Brugge toen zeven miljoen euro geboden hebben en jou een vierjarig contract van vier miljoen euro netto.

“We hadden de heenwedstrijd van de kwartfinale van de beker van België tegen Standard met 4-1 gewonnen en omdat we ’s anderendaags ’s ochtends moesten trainen, bleef ik die nacht bij Frederik Boi slapen. Didier Frenay is daar toen rond halftwee nog komen praten omdat AZ inderdaad heel ver wou gaan om mij binnen te halen.

“Cercle, dat wel door de knieën gegaan zou zijn voor misschien wel zes à zeven miljoen euro, legde de beslissing bij mij. Ik zei: ‘Neen, ik doe het seizoen hier uit.’ Ik had de dag ervoor al overlegd met mijn ouders en mijn vriendin en we waren tot de conclusie gekomen dat het beter was om niet halsoverkop te vertrekken. Het was een heel aantrekkelijk voorstel, maar geld is voor mij momenteel nog ondergeschikt aan het sportieve belang en ik vond het niet opportuun om Cercle halverwege zo’n mooi seizoen te verlaten voor een team dat op dat moment veel minder goed draaide. Ik was ook van mening dat ik nog niet de leeftijd, de ervaring en de klasse bezat om zo’n ploeg op sleeptouw te nemen en dat ik die overstap maar beter na afloop van de competitie kon maken. Nu zitten Cercle en ik in een minder sterke positie ten opzichte van AZ, maar ik had nog geen seconde spijt van de beslissing die ik toen nam.”

Tom zit vast

De interland waarin je geblesseerd raakte, was twee dagen na een competitieduel op zondagavond. De wetenschap raadt af om voetballers 48 uur na een wedstrijd bloot te stellen aan nieuwe zware inspanningen. Was het om die reden niet onverantwoord van de bondscoach om spelers te selecteren uit de zondagwedstrijden? Cerclecoach Glen De Boeck beweert bovendien dat hij nationale beloftetrainer, François de Sart, gevraagd had om jou in Duitsland zeker niet meer dan één speelhelft op te stellen. Was jouw blessure niet te vermijden geweest?

“Ik neem in elk geval niemand iets kwalijk. Het was geen kwade wil.”

Hoe voelde je je die bewuste avond in Koblenz tijdens de rust?

“Ik gaf toen aan dat ik last had aan mijn schouder, dat er precies een spiertje niet goed zat en dat ik maar moeilijk kon ademen. De dokter onderzocht mij. ‘Tom zit toch wel vrij vast’, was zijn conclusie. ‘Nog een kwartiertje en hij mag gaan douchen’, zei de trainer. Na twaalf minuutjes was het gedaan.”

Heb je De Sart nadien nog gehoord?

“Tuurlijk, een keer of drie zelfs. Hij voelde zich een beetje schuldig, kreeg ik de indruk, maar hij is echt wel een heel goede man, die het beste met zijn spelers voor heeft.

“Ik denk wel dat er lessen getrokken zullen worden uit het voorval. Zoals onze trainer ( Glen De Boeck, nvdr) al zei, zou het goed zijn, mochten de bondscoaches zich nog meer informeren bij de mensen die in de clubs elke dag met de internationals werken en dus het best weten hoe zij zich voelen en hoe ze het best geprepareerd kunnen worden.”

Welke lessen trek je er zelf uit? Luisterde je niet te weinig naar je lichaam?

“Misschien wel. Drie matchen op tien dagen is te doen, maar vier op twaalf dagen is een groot verschil. Dat is te veel. Na de zware winterstage waren er misschien ook te weinig rustperiodes, omdat naast de competitiewedstrijden in het weekend ook direct al die midweekse bekerduels geprogrammeerd stonden.

“Bovendien ben ik iemand die niet goed kan doseren. De trainer moest er mij al vaak op wijzen: ‘Tom, doe die training nu eens rustig uit …’ Ik moet niet áltijd diep gaan, mij niet in élke wedstrijd kapot lopen.

“Vroeger is mij nog verweten dat ik een luie spits was, misschien omdat het in de jeugdreeksen iets te gemakkelijk ging. Nu zet ik mij soms te hard in en loop ik te veel, want ik ben niet iemand als Sergiy Serebrennikov die elke wedstrijd twintig kilometer kan lopen. Dat zit ook hier ( wijst naar zijn hoofd, nvdr), denk ik.

“Ik moet in die dingen nog veel sterker en slimmer worden. Ik ben van plan om binnenkort eens naar een sportpsycholoog te gaan, ook omdat ik altijd al iemand ben geweest die zijn concentratie niet lang kon volhouden. Misschien kent die wel middeltjes om negentig minuten geconcentreerd te blijven en altijd in jezelf te blijven geloven.”

Wat leerde je door de blessure en de revalidatie over jouw lichaam?

“Heel veel, bijvoorbeeld dat het heel belangrijk is om fysiek volledig in evenwicht te zijn. Als je op één been terechtkomt ( zoals bij de fase waarin hij geblesseerd raakte, nvdr) moeten alle rug- en buikspieren in balans zijn, want die moeten alles mooi recht houden en zijn daardoor ook essentieel voor de stabilisatie van de knie.

“Nu weet ik ook beter hoe een knie in elkaar zit. Het is te hopen dat ik nooit op dezelfde manier moet leren hoe een enkel functioneert ( grijnst). Eigenlijk zou het niet slecht zijn, mochten voetballers les krijgen in anatomie.

“Sindsdien doe ik mijn oefeningen veel bewuster. Ik ben er zeker van dat ik ook mentaal sterker uit die blessure zal komen. Mijn kijk is nog realistischer geworden, mijn aandacht bij wat ik goed wil doen, is vergroot en mijn geduld is toegenomen.”

Voetbal is relatief

Je begon het vorige seizoen op de invallersbank, maar zes maanden later heette je een topspeler te zijn voor wie België snel te klein zou worden. Ben je daar zelf ook al helemaal van overtuigd geraakt?

“Mede door de clubs die achter mij aan zitten, ben ik mij daarvan bewust geworden. De eerste vijf matchen van vorig seizoen waren niet goed, daarna speelde ik vrij constant op een vrij hoog niveau.”

Twee jaar geleden, nadat Cercle Brugge je bij derdeklasser KM Torhout 1992 had weggehaald, werd jou in Sport/ Voetbalmagazine de vraag gesteld welke topclub je op een dag het liefst voor jouw deur zou treffen. ‘Anderlecht natuurlijk’, antwoordde je. Hoe groot is de kans dat je er straks terechtkomt?

“Dat weet ik niet ( lacht). Ik ben Anderlechtsupporter in hart en nieren en heb er nog in de spionkop gestaan, maar volgens mij is dat nu niet de ideale stap. Momenteel staat daar iemand die twee keer een heel groot aandeel had in de landstitel en door de supporters op handen wordt gedragen ( Nicolás Frutos, nvdr).”

Als je binnen anderhalve maand scherp aan de competitie begint, hoe groot is dan de kans dat je eind augustus nog vertrekt?

“Ik weet het niet, we zien wel. Dan moet het in elk geval voor mij en voor Cercle een goede zaak zijn.”

Wat wordt dan jouw prijs?

“Ik zou het heel erg vinden, mochten ze mij voor 2 à 3 miljoen niet laten gaan.”

Volgens sportarts Chris Goossens blijft na een kruisbandoperatie één speler op de tien sukkelen. Houdt dat je bezig?

“Dan heb ik toch negentig procent kans dat ik er goed uit kom? Blijf ik sukkelen, dan moet ik daarmee leren leven. Misschien moet ik dan iets meer matchen missen. Ik ben mij ervan bewust dat het kan gebeuren, maar maak mij er niet druk om. Vroeger betekende een kruisbandoperatie het einde van de carrière. Er zijn mensen die in een rolstoel terechtkomen, ik kon na drie maanden al stappen en na vier maanden alweer lopen.

“Voetbal is heel relatief. Wat stelt mijn blessure nog voor als ik ze vergelijk met wat er vorig seizoen met François Sterchele en die jeugdkeeper van Cercle ( die verongelukte, nvdr) is gebeurd? Niets. Noppes.” S

door christian vandenabeele – beeld: christophe vander eecken (reporters)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content