Dit weekend is het Allerheiligen en volgende week is het een half jaar geleden dat François Sterchele verongelukte. ‘De dood van mijn zoon weekte overal zoveel emoties los,’ zegt Marleen Boonen, ‘dat ik voel dat ik de herinnering aan hem moet vereeuwigen.’ Een moederhart spreekt.

Het ongeval ligt nog altijd vers in het geheugen, alsof het gisteren gebeurde. Ondertussen is het al bijna zes maanden geleden, maar François is alomtegenwoordig in mijn leven. Er is eigenlijk geen moment dat ik niet aan hem denk. François laat een immense leegte na, maar tegelijk geeft hij mij de kracht om voort te doen. Hij speelde maar drie jaar in de eerste klasse, maar hij beroerde ontzettend veel mensen. De dood van mijn zoon weekte overal zoveel emoties los dat ik voel dat ik de herinnering aan hem moet vereeuwigen.

“Momenteel ben ik met journalist Michel Matton een boek aan het maken dat eind januari gelijktijdig in een Franstalige en een Nederlandstalige versie zal verschijnen. Er is al de Coppa Sterchele en eind december zal er ook op het zaalvoetbaltoernooi van Edhem Sljivo in Marche-en-Famenne een dag gewijd worden aan François. Les amis de François. Club Brugge zal er ook zijn. Zelf ben ik bezig met twee grote projecten voor mei 2009, maar daar kan ik voorlopig niets over kwijt. En er is uiteraard Pavé 23, het restaurant dat François kort voor zijn dood kocht. Zijn broer Thibault studeert voor kok, hij zal het runnen. We zullen het inrichten met mooie foto’s van François.

“Een maand geleden opende ik een facebook van François op het internet en het is gek hoeveel personen daarop reageren. Vanochtend waren er weer 30 reacties. En in de brievenbus stak alweer een pakket met een dvd en een cd-rom met foto’s van François. Ook naar het kerkhof brengen mensen nog altijd van alles mee. Bloemen, kaarsen, brieven, sjaals, beertjes, tekeningen, knutselwerkjes.

“Ik dacht dat zoiets alleen voor zangers als Johnny Hallyday was weggelegd. Zijn populariteit raakt mij. Ik wist niet dat er fans waren voor wie François hun reden van bestaan was. Hoe is dat mogelijk? Ik vraag het mij af, want ik kon mij dat niet inbeelden.

“François liet niemand onverschillig. Hij was een geboren clown, een provocateur, van klein af hield hij ervan het volk te amuseren. Velen zeggen mij dat het onmogelijk was om boos op hem te zijn. Zijn pretogen ontwapenden je.

“Als kind al stond hij sterk in contact met anderen, hij hield van de chemie tussen mensen. Minderbedeelden stak hij vaak geld toe of hij trakteerde hen. François telde altijd al heel veel vrienden. Het was een jongen met veel charisma, hij straalde iets uit waar mensen van hielden. Levensvreugde. Hij wist niet wat stress was. Forceren deed hij nooit. Zijn naturel was groot. Hij leefde op intuïtie.”

De pijn

“Elke dag ga ik naar het kerkhof. Er is een part van mezelf verdwenen. Het is alsof er een stuk uit mijn hart is weggerukt. Marine en Thibault kunnen die leegte niet opvullen. Pijn is in de plaats gekomen van het deel dat er niet meer is. Alleen een moeder die zelf een kind verloor, kent dat lijden in het diepste van je wezen.

“Enkele jaren geleden verloor een vriendin van mij een kind. Toen ik zei dat ik haar begreep, werd ze boos. ‘Neen!’, riep ze. ‘Jij kunt dat niet begrijpen, want je hebt nog altijd jouw zoon.’ De dag dat François verongelukte, kwam ze naar mij toe. ‘Nu begrijp je het’, zei ze. ‘Nu voel je dezelfde pijn.’ Het is waar. Iedereen rond mij lijdt, maar de pijn van een moeder is een andere pijn. Voortaan maakt die pijn deel uit van mij.

“Marine en Thibault lijden ook enorm onder het verlies van hun broer, maar ze tonen het mij niet om mij niet nog meer te belasten. Marine is sterk, ze verwerkt veel innerlijk. Thibault spreekt er met een paar vrienden over, weet ik. Op zijn msn-adres staat te lezen: Mijn broer, ik mis jou enorm. Nu ben ik het die jouw plaats zal innemen als gezinshoofd. Ik zal het proberen zo goed te doen als jij. Toen ik dat las, was ik er even niet goed van. Thibault is 18 jaar. Zijn broer was zijn voorbeeld en zijn motor. Ik denk dat hij momenteel de centrale pion kwijt is die hem toeliet te groeien in zijn leven. Ik ga nog veel naar het voetbal kijken, François zette zijn passie voor het spel op mij over en die is er nog steeds, maar Thibault is daar nog niet klaar voor. Hij slaagt er zelfs niet in om naar een wedstrijd op tv te kijken.

“Omdat ik na een maand nog altijd met angsten zat, bezocht ik een psychiater met veel ervaring met de behandeling van moeders die een kind verloren. Ze zei dat ik nog altijd in de eerste fase van het rouwproces zat: ik weet dat François er niet meer is, maar ik slaag er niet in om het helemaal te accepteren.

“Het fysieke gemis overweegt momenteel nog. Ik zou hem willen omarmen, maar het kan niet meer. Elke dag raak ik hem aan op foto. Soms ben ik zijn stem kwijt en dan bekijk ik een dvd om hem weer te horen praten. Gelukkig ben ik in het bezit van zoveel souvenirs van François. Er zijn andere mensen die een kind verloren en helemaal niets hebben.

“Lichamelijk is François er niet meer, maar energetisch wel nog. Ik kan hem constant voelen, ik weet dat hij bij mij is. Ik spreek nog elke dag met Fra. Hij is het die mij drijft om vooruit te kijken. Hij wil niet dat ik als een plant leef, hij wil een gelukkige mama zien.

“Tijdens de derby tegen Cercle ging het op een bepaald moment helemaal niet goed voor Club. Ik zeg: ‘Fra, allee, nondedju, help hen. Je had ons toch beloofd dat je hen mee aan de titel zou helpen?! Zo praat ik dus soms ook tegen hem, dan telt Club Brugge een man extra: Çoike. ( glimlacht)”

De boodschap

“Ik vat nog altijd moeilijk de slaap. Vaak moet ik terugdenken aan het moment dat ik op de hoogte werd gebracht van het overlijden van François.

“Het was om vijf uur in de ochtend toen de politie van Ans op de porte-fenêtre van mijn kamer klopte. Eerst waren ze naar Alleur geweest. Sinds de zaterdag waren we verhuisd naar Momalle, maar onze adreswijziging was nog niet geregistreerd. Toen bleek dat we daar niet meer woonden, besloten ze om naar mijn ouders te rijden. Samen zijn ze dan naar hier gekomen.

“Toen ik merkte dat ze mijn papa moesten ondersteunen, dacht ik: olala, er is iemand iets overkomen. Maar ik dacht niet aan François. Helemaal niet! Ik opende de deur en mijn mama stamelde: ‘Fra … Fra …’ Ze weende en raakte niet uit haar woorden. ‘Fra … Fra heeft een ongeval gehad, chérie, hij …’ Ik zei: ‘En wat, en wat?! Wat is er?! Neen, mama, dit kan niet waar zijn. Zeg me niet dat hij dood is. Hij is niet dood, neen, neen, neen!’ Toen kwam het. ‘Toch wel,’ antwoordde ze, ‘hij is dood.’ Het leek alsof de aarde stopte met draaien en de tijd stil bleef staan.

“Ik kon het maar niet geloven. Dit moest een grap zijn. Ik stak de tv aan en in een speciale nieuwsflash van RTL zag ik een foto van François. Décès accidentel de François Sterchele. Pas toen drong tot mij door dat het echt gebeurd was.

“Iedereen is toen naar hier gekomen. Ook journalisten arriveerden al. Verschrikkelijk. De psychologe van de politie verbood mij voor een paar weken om tv te kijken en ook om kranten te lezen, omdat er in de media eender wat over François verteld zou worden. Ze zei dat ik de waarheid wel zou kennen als het rapport van het parket klaar was.

“Mijn ouders lieten snel een dokter komen om mij te kalmeren. Tot na de begrafenis zat ik onder de pillen, ik herinner mij daar eigenlijk niet zoveel meer van. Ik voelde mij altijd slaperig. Een dag of twee na de uitvaart ben ik gestopt met medicatie te nemen, omdat ik in de realiteit wou komen. Tenslotte heb ik nog twee andere kinderen voor wie ik er moet zijn. Ik moet verder.

“Soms gebeurt het nog dat ik zeg: ‘Het leven is wreed. Je zet een kind op de wereld, brengt het met de beste zorg groot, maar in een seconde slaat alles om zonder dat je daar iets aan te zeggen hebt.’ Dan reageert Thibault: ‘Mama, hou op, het was zijn lot. Zijn uur was gekomen, hij is in volle glorie vertrokken. Kijk naar de timing: net voor het einde van het seizoen.’ Ik geloof in lotsbestemming. Bij de geboorte is onze weg al getraceerd, misschien is zelfs onze dood al geprogrammeerd.”

De klap

“Hij reed 138 kilometer per uur en is tegen die boom terechtgekomen aan 110 à 120 kilometer per uur. Aan de remsporen te zien, is hij plots moeten uitwijken. Vlakbij is een natuurreservaat gelegen en langs de weg lag een dode fazant, maar autopsie wees uit dat die al eerder dood was. We zullen wellicht nooit weten waarvoor François is moeten zwenken. In elk geval: stond die boom daar niet of was hij ernaast gevlogen, dan leefde hij nu nog.

“Naar de plaats van het ongeval ben ik nog niet geweest en dat zal ik ook niet meer doen. Evenmin ben ik naar zijn stoffelijk overschot gaan kijken. Ik ken de details, het was François niet meer. De klap moet geweldig geweest zijn. Ik had verse kleren meegegeven, maar … het was onmogelijk om hem … aan te kleden … Niemand wilde dat ik hem zo zag. Op het parket kan ik in het dossier alle foto’s gaan bekijken, maar mijn advocaat raadde het mij af. Het is beter het beeld van François te behouden zoals ik hem voor het laatst zag. Zijn glimlach is het mooiste souvenir dat ik van mijn zoon kan bewaren.

“Het accident gebeurde op donderdag 8 mei. De zondag en de maandag ervoor was hij nog bij ons geweest. ’s Middags aten we op het terras en daarna gingen we de koopovereenkomst voor het restaurant tekenen. En toen zei hij plots dat hij een grote barbecue wou geven voor familie en vrienden. Iedereen die dicht bij hem stond, wou hij erbij. Ik belde rond en allemaal konden ze komen. ’s Anderendaags vertrok hij en ik zag hem nooit meer terug.

“Na het ongeluk dacht ik meteen: had hij onbewust een voorgevoel dat hem iets zou overkomen? Want het was toch bizar dat hij zo plotseling al zijn naasten rond zich wou verzamelen. Kan je zoiets op een bepaald niveau voelen? Mijn gevoel zegt mij ‘ja’.

“Als ik François nu vragen stel over het ongeval, laat hij mij weten dat hij het niet zag aankomen. Hij weet niet hoe het precies is gebeurd, het ging te snel.

“Hij accepteert zijn dood zelf ook nog niet. Het einde kwam zo brutaal dat hij er nog niet in geslaagd is het aardse leven los te laten en zijn weg hierboven te vinden. Hij zal maar in vrede gaan eens ik de grote projecten kan realiseren die hij nog wou verwezenlijken. Misschien zal ik mij dan ook serener voelen. Daarom gidst hij mij nu. Hij helpt ons om onze weg te vinden na zijn dood.”

Vader Sterchele

“François zei altijd: ‘Droom alsof je eeuwig zal leven, leef alsof je morgen zal sterven.’ Wat ik van zijn korte tijd op aarde onthoud, is dat hij van zijn leven een droom maakte en van zijn droom een realiteit. Toen hij zes jaar was en we hem vroegen wat hij later wou worden, zei hij: ‘Profvoetballer.’ Dan lachten wij eens. Maar voilà, het was zijn passie en hij is erin geslaagd die te realiseren. Het is prachtig als je dat kunt.

“Wie met de dood geconfronteerd wordt, kijkt anders tegen het leven aan. Vier jaar geleden werd bij mij kanker vastgesteld. Sindsdien ben ik niet meer dezelfde persoon. Om de futiliteiten van het leven maak ik mij niet meer druk. Klagen om drie keer niets, het is belachelijk. Met het verlies van mijn zoon er nog eens bovenop, leef ik elke dag alsof het mijn laatste is.

“Het was een zeldzame soort kanker en ik maakte weinig kans om te genezen. Ik onderging verscheidene operaties, de chemotherapie was zeer zwaar. Ik dacht dat ik ging sterven, maar ik vocht voor mijn kinderen. Fra zei toen: ‘Mama, laat ons niet alleen, wat zullen we doen zonder jou?! Laat ons alstublieft niet in de steek, mama!’ Toen ik op de hoogte werd gebracht van zijn dood, vloekte ik. ‘Maar nondedju, Fra, nu ben jij het die mij alleen laat. Ik had jou ook nodig, maar je laat mij vallen! ( stilte)

“Na mijn kanker zei François dat hij voor mij zou zorgen. Voorheen ging ik naast mijn job ook nog werken in een restaurant, omdat ik wou dat mijn kinderen niets tekortkwamen. Mijn ouders zorgden toen voor hen.

“Sinds de scheiding, toen François een jaar of twaalf was, zag hij nog maar zelden zijn vader. Hij sprak ook nooit over hem. In Brugge dachten ze zelfs dat de man dood was. Maar nu is hij er plots wel weer om zijn deel van de erfenis op te eisen. Tijdens de begrafenis dankte hij Patrick, de steward die hem in de wedstrijd tegen Westerlo gratis had binnengelaten. Iedereen vond dat misplaatst. Ik vind ook dat hij beter vergiffenis was komen vragen omdat hij zich zelden of nooit iets van zijn zoon had aangetrokken.”

Joke van de Velde

“François dronk die avond drie Martini’s, hij is om middernacht uit het café vertrokken. Hij was graag in Antwerpen, hij hield van de mentaliteit en telde er veel vrienden. Wellicht had hij er ooit een huis of een appartement gekocht.

“Wie François echt kent, weet dat hij wist wanneer hij wel en niet de bloemetjes buiten moest zetten. Voetbal was zijn grootste passie en hij wou hogerop. Zijn doel was om Club Brugge dit seizoen mee aan de landstitel te helpen en dan naar het buitenland te vertrekken. Het liefst wou hij naar Italië verhuizen, maar ook Spanje en Frankrijk spraken tot zijn verbeelding.

“Als hij dan eens met zijn vrienden doorzakte, was er met Alex altijd iemand bij die nuchter bleef om zij die te veel hadden gedronken veilig thuis te brengen. Aan sigaretten had François een hekel. Ik rook en daar hield hij niet van. Zijn grootste gebrek was dat hij nooit iets opruimde ( glimlacht). Daarom was het nodig dat ik af en toe eens ging kuisen in zijn appartement in Knokke.

“François was een jongen die met de voeten op de grond stond. Hij wist wat hij wilde, hij kende zijn prioriteiten. Zijn leven was gestructureerd. Hij had net een restaurant gekocht, hij was van plan om met een vriend zes appartementen te bouwen, hij gooide het geld niet door ramen en deuren. Sinds hij Joke van de Velde kende, sprak hij zelfs van kinderen. Ze waren nog maar veertien dagen samen, maar hij vertrouwde mij toe dat het met haar iets speciaals was. Hij sprak van een gevoel dat hij nooit eerder met iemand anders had gekend. Ook tegen Fabio Farina, zijn allerbeste vriend, praatte hij over kinderen en over huwen. Blijkbaar wou hij zich met Joke stabiliseren.

“Ondertussen beviel zijn zus Marine van Gauthier. Gauthier François. Magnifiek. Het vervult ons met vreugde, maar hij vervangt François niet. Het helpt wel om de continuïteit van het leven te zien: iemand gaat, iemand komt. Toen mijn grootvader aan moederszijde overleed, gaf ik het leven aan François. “Aan mijn eigen dood denk ik niet. Ik ben 45, misschien rest er mij nog 40 jaar. Ik leef van dag tot dag en probeer te profiteren van de momenten die het leven mij biedt. Toen François er was, beleefde ik fantastische momenten. François laat mij weten dat er ook nog fantastische momenten voor mij komen nu hij er niét meer is ( stilte, pinkt haar tranen weg).” S

door christian vandenabeele beelden: jelle vermeersch

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content