Kristof De Ryck

Teelde jij als kleine jongen zelf groentjes?

“Nee, mijn broer deed dat wel. Ik kende op mijn achttiende het verschil niet tussen een prei en een selder. Steffen is vier jaar jonger. Hij was altijd diegene die tekende en knutselde, het fijnere werk. Ik ging fietsen, lopen en zwemmen. Als we met de BMX in het bos waren, vond Steffen het leuker om het parcours met springbergen te bouwen dan om zelf mee te koersen. Nu is hij kok.”

Welke tv-kok zie jij het liefste bezig?

Sergio Herman. Die zegt ‘schatje’ tegen elke vrouw en spreekt altijd over ‘geile gerechtjes’. ( lacht) Ik vind dat geweldig. Hij verkoopt het goed. Eigenlijk is vooral Chantal geïnteresseerd in kookprogramma’s. Ik vind die beter dan Mooi en Meedogenloos, maar volg toch nog liever series zoals Aspe en Witse.

“Zelf ben ik geen held in de keuken. Ik kan vooral heel goed aan de knoppen van de oven draaien en de lasagne erin zetten. Soms vraagt mijn vriendin wel om een stuk vlees te bakken. Dan voel ik mij een echte topchef, die doen ook alleen de finishing touch.”

Haal jij de velletjes van mandarijntjes?

“Bij mij steekt het niet zo nauw, maar ik pruts voor Chantal wel de velletjes van haar mandarijntjes. Dát is ware liefde, hé. ( lacht)

“Ik eet maar drie keer per week een banaan, een kiwi of een appelsien. Chantal zegt dikwijls dat ik meer fruit moet eten. Ik antwoord dan: ‘Ja, ja …'”

Met welke bekende schone zou je graag eens appels gaan plukken?

Svetlana Bolshakova vond mij wel nen toffen, die zei in de krant eens dat ik een kerel met pit ben. Ik heb haar nochtans nog nooit ontmoet. Hink-stap-springen is iets waar ik niet in thuis ben, ik volg eigenlijk weinig sporten. Op het einde van mijn carrière wil ik wel eens een marathon lopen en een triatlon doen, voor de ervaring, niet om een goede tijd neer te zetten. Ze zeggen dat een triatlon het lastigste van het lastigste is.

“Motorcross is ook een sport die mij lang boeide, tot Stefan Everts stopte. Mijn pa was vroeger motorcrosser. Toen ik mijn eerste communie deed, gaf hij me een Yamaha, een PW 80. Rond mijn elfde kreeg ik een Kawasaki, een 80cc, met grote wielen. Maar soms leek het alsof ik mijn pa moest opvolgen en dat stond me niet aan. De fiets interesseerde me ook altijd meer dan de motor. Ik heb nu wel nog een kleine pitbike. Na elk veldritseizoen haal ik die een keer of twee van stal om er in Lommel of Lille eens mee te gaan rijden. Chantal en ik kochten vorige zomer ook een oude Vespa, een van 1963. Als het goed weer is, doen we daarmee een toertje. Dat is keiplezant.”

Lag jij ooit al eens geklemd onder de zonnebank?

“Nee, dat is niks voor mij. Chantal zegt dat ik weer wit word en dat ik eens met haar mee moet, maar ik zal wel weer een kleurtje krijgen als we straks naar Mexico gaan. Dat wordt onze tweede grote reis, na Aruba. We liggen dan een deel van de tijd op het strand, maar er mag ook wat cultuur bij zijn. En ik huur graag eens een jeep om met een landkaart op verkenning te gaan. Volgend jaar wil ik nog één verre reis maken en dan wordt het tijd voor kleine Albertjes.”

Wat is de grappigste foto die er is uit jouw kindertijd?

( lacht) “Op een keer zit ik in mijn babystoel en bijt ik in een stokbrood van zeker anderhalve meter lang. Het lijkt alsof ik dat helemaal ga binnenspelen. Mijn mond hangt vol choco en zever. Er zijn er ook leuke van enkele carnavalsoptochten. Mijn ma maakte voor mijn broer en mij altijd hetzelfde kostuum. We gingen als clown, Zorro, Peter Pan of Power Ranger. Dat was leuk, ik heb een nauwe band met mijn ma en met Steffen. Hij zit nu nog in een carnavalsvereniging. Ik had beloofd dat ik zou meegaan in de stoet van Leuven als ik kampioen van België zou worden. Binnenkort moet ik mij dus in een ridderkostuum wringen.” KRISTOF DE RYCK

In deze rubriek komen dit seizoen Belgische sportfiguren uit verschillende disciplines aan bod.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content