Het Russische Katusha gaat er prat op de rijkste wielerploeg ter wereld te zijn, maar de jonge sprinter Kenny Dehaes beleefde er een nachtmerrie.

De deur van het huis waar Kenny Dehaes (24) woont, wordt voor ons geopend door zijn geliefde, Romina, de dochter van ex-renner Walter Planckaert. Haar vriend is nog aan het fietsen, deelt ze vriendelijk mee. De trainingstochten die Dehaes op de heuvelachtige wegen van de Brabantse Pijl maakt, durven dezer dagen wel eens uit te lopen. Dat was het voorbije halfjaar vaak anders, zal Dehaes bij zijn thuiskomst toegeven. “Ik vroeg me dan soms af waarom ik vier uur moest trainen als ik al na twee uur kon afdraaien naar huis.”

Dehaes, die doorgaat voor een sprinttalent, reed zich vorig jaar in de kijker dankzij ritwinst in de Ronde van België, de Vierdaagse van Duinkerken en een vijfde plaats in Gent-Wevelgem. De Rodenaar versierde zo een lucratieve promotie naar de Russische miljoenenploeg Katusha. Een grote sprong in het onbekende, waarop een keiharde landing zou volgen. Zijn omgeving zag Dehaes wegkwijnen, Katusha was hem liever kwijt dan rijk.

Na een trieste soap van een halfjaar heeft Dehaes deze zomer opnieuw in België onderdak gevonden, bij Silence-Lotto. Sinds 1 juli is hij verlost van Katusha en het verstikkende juk van Andrei Tchmil. Of meneer Tchmil, zoals de welopgevoede Dehaes hem nog steeds noemt. Al is zijn respect voor de mens achter de vroegere wielerkampioen volledig weggeëbd.

Waarom botste het met Tchmil?

Kenny Dehaes: “We hebben eigenlijk nooit echt een gesprek gehad. Hij is twee of drie keer naar een ploegvergadering in België gekomen, telkens om mij volledig af te breken. Bij voorkeur in de aanloop naar een klassieker, wat niet bepaald de beste manier is om renners te motiveren. Aan de vooravond van de E3-Prijs heeft hij me opnieuw stevig aangepakt. Er werd met ontslag gedreigd. Vanaf toen had ik het gevoel dat Katusha van me af wilde.”

Tchmil vond dat je de verwachtingen niet kon inlossen.

“Welke verwachtingen? Ik wist niet op voorhand welke wedstrijden ik mocht rijden of wat mijn taak was. Dan is het wel moeilijk om doelen te stellen. Ik heb het zelfs in de krant moeten lezen dat Tchmil mij met de beste renners in de voorjaarsklassiekers had willen zien wedijveren. Ik zie mezelf niet meespelen voor de overwinning in de Ronde van Vlaanderen. Misschien over enkele jaren, maar nu zeker nog niet. Ik ben in de eerste plaats een spurter.”

Nochtans, een spurter moet voor overwinningen zorgen. Bij Katusha won je niet één keer.

“Ik kon moeilijk aan gevestigde waarden als McEwen, Steegmans of Napolitano vragen om voor mij de sprint aan te trekken. Dus stelde ik mij in hun dienst als het op een massaspurt uitdraaide. Van de renners kreeg ik appreciatie, van de ploegleiding echter niet. Het was nooit goed genoeg. Ik heb er geen enkel probleem mee om de spurt aan te trekken voor iemand anders, maar dan mag de ploeg niet verlangen dat ik zelf ook nog in de prijzen rijd. Ik had ook geen ervaring in dit werk en kreeg geen leertijd.”

Gepest door de leiding

Wanneer werd je ideaalbeeld van Katusha voor het eerst doorprikt?

“Dat was al bij de ploegvoorstelling in Moskou eind december. We trokken met de ploeg op stage naar Italië, oorspronkelijk voor tien dagen, maar we keerden pas na zestien dagen terug naar huis. Het was ook lang onduidelijk wie vanuit Italië mee moest naar Moskou en wie niet. Uiteindelijk kwam ik terug thuis op kerstavond om 22 uur. De Spanjaarden van onze ploeg hebben Kerstmis moeten vieren op een luchthaven.”

Hoe was de sfeer onder de renners?

“Heel goed, zeker onder de Belgen met McEwen daarbij. Dat was het probleem niet. Ik bewaar de beste herinnering aan de eerste koers van Katusha, in Australië. McEwen won er voor tienduizenden toeschouwers. Op Majorca boekten we drie ritzeges in vijf dagen. Eenmaal het Vlaamse voorjaar begon, sloeg de houding van de ploegleiding om. Dan was het plezante eraf. In Kuurne-Brussel-Kuurne kwam ik ten val net voor de Oude Kwaremont, waar de wedstrijd traditioneel openbreekt. Ik had schaafwonden, mijn schoenen en een wiel waren stuk. ‘Dat is geen excuus’, kreeg ik te horen van Tchmil.

“Plots moest ik ook alle voorjaarsklassiekers rijden, de hele rij, wat ik nooit eerder deed. Ik heb meermaals gevraagd om sommige wedstrijden te mogen overslaan. Het antwoord was telkens negatief: we hadden niet genoeg renners. Dat voor de rijkste wielerploeg ter wereld. Dan klopt er toch iets niet.

“Tchmil weet niet wat ik kan en niet kan. Zijn kennis van zijn eigen renners is erg gebrekkig. De Oostenrijker Pfannberger liep tegen de dopinglamp, maar het management van Katusha was er niet van op de hoogte dat hij eerder al eens een schorsing uitzat voor epogebruik. Als je renners aanneemt, moet je ze toch screenen?”

Als gevolg van Pfannbergers positieve plas moesten jullie een strenge antidopingclausule ondertekenen. Jij en Steegmans hebben dat geweigerd.

“We moesten de ploeg vijf keer ons brutojaarloon terugbetalen als we in opspraak kwamen. Ik heb niets te verbergen, maar word ik geflikt, dan mag ik mijn hele leven lang afbetalen. Dat zag ik niet zitten, al heb ik de clausule uiteindelijk wel ondertekend, voor een vijftal dagen, omdat ik anders mijn ontslagbrief niet kreeg.”

Was die clausule de spreekwoordelijke

druppel voor jou?

“Het was alles bij elkaar. De kritiek, de rompslomp, het werd me allemaal te veel. In Nokere Koerse kwam ik ten val in de sprint. Ik ging mij wassen in de kleedkamer en wat bleek toen ik terugkwam? Onze mobilhome was al met de Russische renners terug naar het hotel vertrokken. Jef Braeckevelt, onze sportdirecteur, wist niet eens dat ik gevallen was. Ik heb mijn been moeten laten verzorgen bij Topsport Vlaanderen. Nog een geluk ook dat mijn auto aan de aankomst stond.

“Ik was eerst van plan mijn jaar nog vol te maken bij Katusha. Maar ik kwam in een negatieve spiraal terecht. De druk werd steeds groter, de kritiek heviger. Begin juni heb ik besloten om de ploeg te verlaten. Mijn persoonlijke manager heeft de juridische regels uitgezocht. Het teammanagement heeft direct ten volle meegewerkt. De ontslagprocedure verliep vlot, dat moet ik hen wel nageven … ( lacht)

“Daags nadat mijn ontslag een feit was, stond het al in de krant. Gelekt vanuit de ploeg waarschijnlijk. Ik was weg, maar had op dat moment nog geen nieuwe ploeg. Dat vond ik best wel vervelend. Gelukkig was mijn overstap naar Silence-Lotto daarna vlug beklonken.”

Was het anders gelopen indien Oleg Tinkov als manager aan boord was gebleven?

“Ik denk het wel. Volgens mij wilde hij een ploeg rond McEwen bouwen. Ik vermoed dat Robbie, Steegmans en ik de enige renners waren die via meneer Tinkov getransfereerd waren. Tchmil moest die contracten overnemen. Ook Steegmans werd door de leiding gepest. Waarschijnlijk vond Tchmil dat hij te veel geld moest neerleggen voor ons. Daar zijn wij niet schuldig aan. Dat had hij maar duidelijk moeten maken op het moment dat hij de leiding overnam.”

Volle goesting

Hoe diep heb je de afgelopen maanden mentaal gezeten?

“Ik stond op de rand van een depressie. In mijn hoofd heb ik het enorm moeilijk gehad. Mijn zelfvertrouwen was zoek. Het fysieke werd bijzaak, want ik voelde me niet goed in mijn vel. Zelfs mensen die me niet van nabij kennen, zeiden me dat ik rondreed als een dood vogeltje en er onverschillig uitzag. Mijn trainingen begonnen eronder te lijden. Losrijden vond ik niet meer nodig. Ik heb mij juist op tijd kunnen herpakken door Katusha te verlaten.”

Daarvoor heb je de hulp ingeroepen van een mental coach.

“Ik ben ermee begonnen nadat ik in de krant Tchmils vlammende kritiek had gelezen aan mijn adres. Ik moest op zoek naar mezelf. Mijn coach gaf me de opdracht om in een boek een paar kleine dingen op te schrijven waaraan ik me kon optrekken. Het hielp om de dingen van me af te schrijven. Ik leerde opnieuw het positieve te zien. Hij gaf me ook tips om te leren omgaan met een grote baas die me midden in een groep in een vreemde taal van top tot teen begint af te breken.”

Weet je nu al, na ruim een maand, wat het verschil is bij Silence-Lotto?

“Alles is anders dan bij Katusha. Tijdens de Tour heb ik de kermiskoers van Ninove gewonnen. Cretskens en Gardeyn zijn spontaan voor mij beginnen te rijden. We hadden aan een paar woorden genoeg om elkaar te begrijpen. Vanuit de Tour kreeg ik een berichtje van Marc Sergeant om mij te feliciteren met mijn zege.

“Enkele dagen voor de Ronde van Denemarken, vorige week mijn eerste internationale wedstrijd voor mijn nieuwe werkgever, kreeg ik een telefoontje van Marc Wauters om te vragen hoe het met mij ging en of mijn materiaal in orde was. Ik ken al mijn programma tot bijna het einde van het seizoen. Toen ik bij Katusha reed, heb ik in zes maanden tijd hooguit twee telefoontjes van de ploegleiding gekregen.”

Financieel heb je wel zwaar moeten inleveren.

“Bij Topsport Vlaanderen verdiende ik ongeveer het minimumloon. Katusha betaalde me het vijf- of zesvoudige. Maar wat ben je met veel geld als je niet gelukkig bent? Die Russen mogen hun centen voor mijn part daar steken waar de zon nooit schijnt. Ik wilde opnieuw met volle goesting naar de koers kunnen gaan. Het is aan mij om mijn prijs weer de hoogte in te jagen.”

Kom je op een manier ook sterker uit dit avontuur?

“Het antwoord hierop moet nog blijken. Al heb ik wel het gevoel dat ik wat harder ben geworden en sommige dingen vlotter van me kan afzetten. Toch ben ik waarschijnlijk nog altijd te braaf.”

Je hebt je overstap op 1 juli naar Si-lence-Lotto laten vereeuwigen met een tatoeage?

“Ik heb een tatoeage laten plaatsen op 1 juli, maar de keuze van het moment was puur toevallig. Op mijn voorarm staat nu in Romeinse cijfers mijn geboortedatum, 10-11-84. Mijn andere arm houd ik nog vrij voor als ik eens een klassieker win. Dan laat ik die datum erop tatoeëren.”

Wanneer mag dit dan zijn?

“Parijs-Brussel is de koers van mijn dromen. Ik rijd er bijna altijd goed. De wedstrijd passeert ook bijna aan onze deur. Als ik het niveau haal van mijn septembermaand van twee jaar geleden, zal ik proberen om er eens uit te pakken.”

door benedict vanclooster

Tchmils kennis van zijn eigen renners is erg gebrekkig.

We moesten de ploeg vijf keer ons brutojaarloon terugbetalen als we in opspraak kwamen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content