‘IK RIJD NIET MEER VOOR MIJN TOEKOMST, MAAR VOOR MIJN PALMARES’

© RED BULL CONTENT POOL

Tweevoudig vicewereldkampioen rally Thierry Neuville wil zo snel mogelijk nog een trapje hoger staan. ‘Voor het eerst beschik ik over een auto om mijn ambitie waar te maken.’

Thierry Neuville is vaak maar heel kort in het land. Zoals ook op deze donderdagochtend, vier dagen na zijn overwinning in de rally van Corsica. Het interview met de in Monaco wonende 28-jarige Belg vindt plaats op de luchthaven van Luik. Zoals het een snelle jongen betaamt, is Neuville vroeger dan het voorziene tijdstip op de afspraak. Hij is niet in Bierset om het vliegtuig te nemen, wel voor zijn nieuwste passie: met de helikopter vliegen, om even niet te denken aan het asfalt, de aardewegen en de sneeuw waarop hij zijn droom wil realiseren. ‘Aan het stuur van mijn rallywagen kick ik op snelheid, in de helikopter is het de controle die me boeit. In volle vlucht moet je heel wat zaken beheren: radiocommunicatie, veiligheid, navigatie. Dat vraagt veel concentratie, meer dan aan het stuur van een WRC. Dat fascineert me, want het kan me alleen maar beter maken tijdens een rally.’

Altijd maar willen bijleren om nog beter te worden, het is het enige leidmotief van Neuville, een topsporter die zijn bovengrens nog moet leren kennen.

VALSE START

Je begon voor het eerst als grote favoriet voor de wereldtitel aan het seizoen. Denk je dat je op je 28e tot volle rijpheid bent gekomen?

THIERRY NEUVILLE: ‘Het klopt dat ik voor het eerst over een auto beschik om mijn ambitie waar te maken, een auto die me in staat stelt om races te winnen en dus wereldkampioen te worden. Dat was de voorbije drie seizoenen niet het geval. In de autosport gaat het nu eenmaal zo: je kunt de beste piloot van de wereld zijn, maar als je geen competitieve wagen hebt, zul je er nooit komen. Dit seizoen is het hele team tot volle rijpheid gekomen, maar zelf heb ik niet de indruk dat ik als piloot een grote stap heb gezet.’

Met het verdwijnen van Volkswagen is Hyundai ontegensprekelijk de grote favoriet bij de constructeurs. Dat legt ook druk op jouw schouders. Verandert het iets aan de manier waarop je een race aanvat?

NEUVILLE: ‘Ik heb het debuut van Hyundai in de WRC meegemaakt. Dat is belangrijk, want daardoor heb ik het team in de richting kunnen duwen die ik wilde. Op mijn manier heb ik een invloed kunnen uitoefenen op de evolutie van de auto. Voor een piloot is het een groot voordeel dat hij kan werken in een sfeer van vertrouwen. Je merkt het aan Sébastien Ogier dit seizoen bij Ford. Het loopt allemaal niet zoals hij het wil. Hij begint te klagen en is plots veel minder competitief. Ons doel dit seizoen bij Hyundai is de wereldtitel bij de constructeurs, punt. Het team legt geen enkele druk op mij om wereldkampioen te worden, maar voor mij is het natuurlijk wel een persoonlijke ambitie. Ik leg mezelf daarbij ook geen extra druk op. Om wereldkampioen te worden moet je de meest regelmatige zijn. Je moet niet noodzakelijkerwijze elke manche vechten voor de overwinning.’

Je moet regelmatig zijn, en dus ook betrouwbaar. Dat bleek niet het geval in Monte Carlo en in Zweden, de eerste twee rally’s van het seizoen. Heeft je nieuwe statuut iets te maken met die valse start?

NEUVILLE: ‘Ik weet dat ik betrouwbaar kan zijn. Mijn twee titels van vicewereldkampioen zijn daar het beste bewijs van. Maar ik erken mijn gebreken, ik ben me ervan bewust dat ik af en toe dwaze dingen doe. Sommigen wijten dat aan de stress of aan een gebrek aan vertrouwen, maar dat was niet het geval bij het begin van het seizoen. In Monte Carlo kenden we gewoon pech. In Zweden maakte ik de fout om te voorzichtig te willen zijn. In plaats van in de buitenkant van de bocht uit te komen, raakte ik de binnenkant, waardoor mijn wiel afbrak. Die twee kleine fouten kwamen ons duur te staan. Anders zouden we nu ruim de leiding hebben in de WK-tussenstand. Het is vervelend, het is frustrerend, maar je moet het achter je kunnen laten en vooruitkijken. Mijn podiumplaats in Mexico en mijn overwinning in Corsica tonen aan dat ons dat gelukt is.’

FORMULE 1

Wat ging er door je hoofd toen in Zweden tijdens de laatste rit op zaterdag je wiel afbrak?

NEUVILLE: ‘Dat was uiteraard stevig balen, maar ik heb het ook meteen kunnen relativeren. Het moeilijkste in een carrière van een piloot is een plaats afdwingen en die ook behouden. Ik heb die plaats nu en ik geniet het vertrouwen van het team. Ik heb een mooi contract en rijd niet meer om mijn toekomst te verzekeren, maar voor mijn palmares. Dat maakt een groot verschil. Mijn leven hangt er niet meer van af. Ik heb een periode gekend waarin een slechte manche me mijn job kon kosten. In 2011 bijvoorbeeld, toen ik voor Peugeot België-Luxemburg deelnam aan het EK. Er was geen programma noch een budget op lange termijn. Op basis van mijn resultaten werd beslist of we nog zouden deelnemen aan de volgende rally. Ik kan je verzekeren dat je dan druk voelt. Finaal liep het goed af en kon ik tekenen bij Citroën in een WRC, maar het had er allemaal heel anders kunnen uitzien.

2011 was inderdaad het jaar waarin je internationaal naam maakte in de rallysport, maar als je jouw parcours bekijkt, dan lijkt het wel alsof het in de WRC even moeilijk is om door te stoten als in de formule 1.

NEUVILLE: ‘In de formule 1 denk ik dat het nog moeilijker is, maar je moet in deze wereld toch ook over voldoende financiële middelen beschikken om er te komen. Het is niet omdat je een handtekening zet dat het van vandaag op morgen gemakkelijk wordt. In 2012 kon ik bij Citroën leven van mijn beroep, maar in 2013 had ik zonder mijn Qatarese vriend Nasser Attiyah zelfs geen auto. Uiteindelijk werd ik vicewereldkampioen in een Ford, maar ik reed volledig gratis en ik moest zelfs links en rechts gaan bedelen om sponsors te vinden.’

Sindsdien ben je uitgegroeid tot een vaste waarde bij Hyundai, met een tweede titel van vicewereldkampioen vorig seizoen. Voel je zelf ook dat je statuut veranderd is?

NEUVILLE: ‘Je statuut evolueert naargelang de strijd die je levert op het terrein. In Monaco woon ik in hetzelfde appartementsgebouw als Andreas Mikkelsen. We hebben ons samen ontwikkeld als piloot en we hebben al enkele mooie duels uitgevochten. Andreas is een vriend, maar wel de enige in het circuit. Mijn relatie met de andere piloten is anders. Er bestaat tijdens de races altijd een zekere spanning, maar dat is normaal. Iedereen stelt zo zijn eigen grenzen. Sébastien Ogier bijvoorbeeld is bereid tot alles om te winnen. Hij durft je te denigreren vlak voor het vertrek wanneer je je banden aan het opwarmen bent met als enige doel je uit je concentratie te brengen. Ondertussen weet ik dat en mijd ik hem. Elke piloot gaat daar anders mee om. De Fin Jari-Matti Latvala verdraagt het bijvoorbeeld veel minder goed. Ik vind het gewoon jammer, want volgens mij moet je strijd leveren tijdens de race en niet vooraf of nadien. Eenmaal de wedstrijd voorbij is, is trouwens iedereen veel meer ontspannen. Zelfs Ogier, die niet dezelfde visie heeft als ik over competitie, maar naast de race super cool is. Persoonlijk denk ik dat je ook wereldkampioen kunt worden door correct te blijven, Ogier vindt dat blijkbaar niet.’

BLIND VERTROUWEN

Na je zeven opeenvolgende podiumplaatsen vorig seizoen staat jouw nummer 1-positie niet ter discussie bij Hyundai. Dat is in het verleden wel anders geweest.

NEUVILLE: ‘Ik heb altijd verlangd om volledig gesteund te worden door mijn team, zowel in goede als slechte momenten. Dat is dit seizoen zeker het geval en daardoor kan ik de verwachte resultaten neerzetten. Het klopt dat de situatie ooit anders was. Als ik nu vraag om iets aan te passen aan de auto, dan doen ze dat. In het verleden kreeg ik het verwijt dat een andere piloot met dezelfde wagen een beter resultaat haalde dan ik. Het is echter heel belangrijk dat de auto afgesteld is volgens de eigen stijl van de rijder.’

Je hebt ooit gezegd dat je liever aan het stuur sterft dan door van de trap te vallen. Je moet toch een beetje gek zijn om een gemotoriseerde sport te beoefenen?

NEUVILLE: ‘Volgens mij niet, want ik denk niet dat ik gek ben. Snel rijden maakt deel uit van mijn DNA. Ik voel geen gevaar wanneer ik achter het stuur zit. Het is pas als ik naast mijn broer of mijn copiloot Nicolas Gilsoul ga zitten dat ik echt een besef krijg van snelheid. Wij moeten er trouwens voor zorgen dat we ons rijbewijs niet verliezen. Dat is een verschil met F1-piloten die geen rijbewijs nodig hebben om te racen. Ik weet dus wat het is om 120 kilometer per uur te rijden op het rechterbaanvak.’

Nicolas Gilsoul is al meer dan vijf jaar je metgezel. Hoe creëer je een vertrouwensrelatie met je copiloot?

NEUVILLE: ‘We kennen elkaar al van in 2009, maar een vertrouwensrelatie bouw je niet van de ene dag op de andere op. Het klikte ook niet meteen. In 2010 heb ik het geprobeerd met een andere copiloot, maar een jaar later heb ik toch opnieuw voor Nicolas gekozen. Ik heb veel respect voor hem en we vertrouwen elkaar blindelings, maar het blijft een werkrelatie. Ik beschouw hem als mijn werknemer, want uiteindelijk beslis ik of ik doorga met hem of niet. Volledige gelijkheid tussen piloot en copiloot is onmogelijk. We kunnen ook geen echte vrienden zijn, want dat zou onze werkrelatie schaden.’

SPORTMAN VAN HET JAAR

Je herhaalt geregeld dat je dit seizoen de wereldtitel ambieert. Kun je je momenteel voorstellen dat Hyundai en jij zullen domineren zoals Citroën en Sébastien Loeb dat de voorbije jaren deden?

NEUVILLE: ‘Technisch gesproken wel. Ik ben 28 jaar en Sébastien Loeb werd voor het eerst wereldkampioen toen hij 30 was. Maar het probleem is dat de rallywereld veranderd is. Dus neen, ik verwacht geen dominantie zoals die van Loeb. Toen hij heerste, waren er maar twee fabrieksteams. Nu zijn er vier. Het circuit telt dubbel zoveel constructeurs die ook nog eens drie in plaats van twee auto’s inzetten. Dat maakt dat er nu twaalf tot zelfs veertien piloten in staat zijn om WK-manches te winnen. Wellicht hebben er maar zes of zeven genoeg ervaring om wereldkampioen te worden, maar dat blijft een verschil met enkele jaren geleden, toen Loeb het rijk voor zich alleen had. In 2006 en 2007 was hij écht alleenheerser. Hij heeft me later toevertrouwd dat hij aan elke rit van alle rally’s begon in de wetenschap dat hij zou winnen. Later, met de komst van Volkswagen, is dat wel veranderd.’

Hoe verklaar jij die vier opeenvolgende titels van Ogier?

NEUVILLE: ‘Zijn auto was gewoon veel beter dan de andere. (lacht) Serieus, dat was het grote verschil de voorbije jaren, maar dat neemt niet weg dat hij een supergoede piloot is, heel betrouwbaar en dus moeilijk te verslaan. Je merkt echter duidelijk dat het dit seizoen gemakkelijker is om vóór hem te eindigen dan de drie jongste jaren toen hij voor Volkswagen reed. Het is trouwens ook geen toeval dat twee Fransen al meer dan tien jaar op rij de wereldtitel pakten. Het Franse rallykampioenschap is een van de weinige die op twee ondergronden gereden worden: asfalt en aardewegen. Het Belgisch kampioenschap vindt volledig op asfalt plaats, Finnen kregen hun opleiding op aardewegen en Zweden zijn specialisten op ijs en sneeuw. Fransen zijn completer.’

Samen met Stoffel Vandoorne ben je op dit moment de vaandeldrager van de Belgische autosport. Vind je het een soort van erkenning dat je meer en meer op gelijke hoogte wordt geplaatst van andere sportende landgenoten als Greg Van Avermaet, Nafi Thiam, David Goffin, Philippe Gilbert, Thomas Pieters en de broers Borlée?

NEUVILLE: ‘Natuurlijk. Het is een grote eer om deel uit te maken van die geweldige generatie Belgische topsporters. Op de dag dat ik de rally van Corsica won, ging Greg Van Avermaet als eerste over de streep in Parijs-Roubaix, schakelde België Italië uit in de Daviscup tennis en werd Thomas Pieters vierde op de Masters, het meest prestigieuze golftoernooi ter wereld. Ik kreeg ook de indruk dat geen enkele van die prestaties eerst kwam in de hiërarchie. Elke prestatie werd naar waarde geschat en het resultaat van een hele armada Belgen werd in de verf gezet. Dat belooft voor de verkiezing van Sportman van het Jaar 2017.’

DOOR MARTIN GRIMBERGHS – FOTO’S RED BULL CONTENT POOL

‘Het is een grote eer om deel uit te maken van deze geweldige generatie Belgische topsporters.’ – THIERRY NEUVILLE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content