Hij heeft het liever niet over zaken buiten het voetbal, maar wat er in de wereld gebeurt, laat hem niet onberoerd. Lior Refaelov over het succes van Brugge, de harde realiteit buiten het voetbal en zijn bekommernis om het geluk van zijn echtgenote: ‘Haar eigen leven leiden, dat gaat deugd doen.’

Het leek een leuk idee: voor we naar dit interview stapten, vroegen we op de redactie rond naar een persoonlijke top vijf van Israëlische voetballers in België. Op nummer een kwam niet geheel onverwacht Eli Ohana. Winnaar met KV Mechelen van Europacup II, zijn voorzet bij de enige goal in de finale tegen Ajax behoort tot het collectieve geheugen. Rond het nummer twee was er ook weinig discussie: Ronny Rosenthal. Van 1986 tot 1988 twee jaar in dienst van Club Brugge (15 goals in 43 matchen, kampioen en halvefinalist in de UEFA Cup), daarna voetballend voor Standard. Later zou hij nog indruk maken bij onder meer Liverpool. Voor het nummer drie was het nek aan nek. Voor de ene hoorde Elyaniv Barda daar, een ander vond dat Lior Refaelov in de buurt kwam van de man die nog steeds de beste buitenlandse doelpuntenmaker is voor KRC Genk. Barda werd met de Limburgers ook kampioen, iets waar Lior Refaelov nog op wacht. Vandaar drie en vier. Shalom Tikva (ex-Standard) eindigde op vijf.

Op Rosenthal na hebben ze bovenin wel wat gemeen. Hun artistieke kant, hun flegma, de lange haren, hun technische vaardigheden. Hun frêle lichaam ook, af en toe breekbaar. Zowel bij Barda als bij Refaelov ging veel tijd in België verloren door blessures. Maar daar wordt door Refaelov aan gewerkt. Hard aan gewerkt. Voor de traininga, na de training, de Brugse flankspits is de hele tijd bezig met blessurepreventie. Toen hij in augustus een hamstringletsel opliep (“de coach vraagt veel inspanningen van ons en dat eist veel van de spieren”) verplichtte Michel Preud’homme hem om elke dag van negen uur tot halfvijf op de club te zijn. Hij gromde wat, er zijn in de zomer leukere plaatsen dan de kelders van Jan Breydel, maar het harde werk wierp vruchten af. “Ik voel me nu sterk genoeg om drie wedstrijden per week te spelen. Spierletsels waren een van mijn problemen, ik moest sterker worden.”

Morgen spelen jullie in Turijn. Wat zijn de Europese ambities?

Lior Refaelov: “We zitten voor driekwart in de volgende ronde. In de kleedkamer hebben we met de coach bij de start van het seizoen de ambities afgelijnd. Het eerste doel was de titel. Het tweede ons kwalificeren voor de groepsfase in de Europa League en vervolgens voor de volgende ronde. Het derde was de beker. Tot nu zitten we op schema. Nu komt het erop aan die lijn door te trekken, dit is niet het moment om tevreden te zijn met de manier waarop we spelen. Wat we nu doen, is het resultaat van hard werk op training. En van de goeie kern. Soms maakt dat het moeilijk voor de coach, beslissingen nemen. Spelers die gewoon zijn bij de elf te horen, of minstens bij de achttien, zitten soms in de tribune. Je moet sterk zijn om dat te accepteren.”

Heb je er een uitleg voor waarom Club Europees bijna alles wint?

“Als ik erop terugkijk, waren we in bijna alle wedstrijden, uitgezonderd misschien thuis tegen Torino, de betere ploeg. Dan is winnen ergens logisch. Ietswaarin we nog vooruitgang moeten boeken, is winnen als we een keer niet de beste ploeg zijn. Was het een fiftyfiftywedstrijd, dan werd het voor ons ook vaak een gelijkspel. Dat moet de volgende stap zijn in onze ontwikkeling. Soms zie ik Anderlecht zeer slechte wedstrijden spelen en toch gaan ze met de punten naar huis. Dat moeten wij ook leren.”

Trainingsarbeid

De prestatie onlangs in Kopenhagen, was dat vertrouwen, de goeie flow?

“Het was ongetwijfeld een van mijn beste wedstrijden ooit, maar ik was nadien ook zo blij omdat het allemaal te maken had met het werk tijdens de week. In die match deden we exact hetzelfde als op training. Ik was de gelukkige, met de drie goals, maar in andere matchen zijn het anderen. De vierde goal tegen Westerlo, die ik aanbreng bij Nicolás Castillo: dat was een kopie van een beweging de dag voordien op training. Daarom is Michel een van de beste coaches met wie ik ooit werkte. Hij maakt van mij een betere speler.”

Wat heb je met de bal van die match gedaan?

“Meegenomen en bewaard. Ik ben geen speler van souvenirs, shirtjes interesseren me niet, maar een trofee, of deze bal, dat is iets speciaals. Iets om later eens naar te kijken.”

Conclusie: niet alleen een defensieve organisatie valt op punt te zetten, ook een offensieve. Waar speelt dan nog de individuele creativiteit?

“Defensief organiseren, daarvoor heb je misschien minder het grote talent nodig. Offensief heb je de visie van de spelers, gekoppeld aan de manier waarop de coach het wil. Wij hebben veel variaties waarop we tijdens de week oefenen. En elke week proberen we iets nieuws uit.”

Hoe belangrijk is scoren voor jou?

“Iedereen wil scoren, maar als ik een wedstrijd eindig, wil ik goed hebben gespeeld. Veel spitsen zitten daar niet mee, of ze nu drie keer een bal raken of vijftig keer maakt hen niet uit. Voor mij hoort daar ook altijd de vraag bij of ik de spelers rond me beter heb gemaakt. Víctor Vázquez is ook zo. Met hem loopt de wisselwerking fantastisch, zelfs blind. Nu de nieuwelingen aan het systeem aangepast geraken, worden we beter en beter. Ook defensief, op onze flank. Voor ThomasMeunier was het vorig seizoen een nieuwe positie, hij moest zich aanpassen. Toen hij werd opgeroepen voor de nationale ploeg was ik blij, want twee jaar geleden heb ik hem al gezegd dat hij als rechtsachter international kon worden. Als spits niet. Ik vind hem een moderne, zo eentje die alle topteams zoeken. Zijn droom is Manchester United. Ik heb hem al gezegd dat het een realiteit kan worden, als hij hard blijft werken.”

Is dat ook de les die jij trok?

“Toen ik jonger was, steunde ik vooral op mijn talent, ja. Maar met de tijd merk je dat je blessures krijgt als je niet tegelijk hard werkt. Je moet goed rusten, het leven van de sportman leiden, goed eten.”

Rotatie

Je bent hier sinds 2011. Is het kernwoord ook niet stabiliteit?

“Daar raak je aan de essentie. Stabiliteit. Voordien kregen we, als je het even gaat nakijken, elke zes maanden een nieuwe coach, een nieuw systeem, andere eisen. Stabiliteit was de sleutel, dat snapt nu iedereen binnen de club. Geen paniek als we verliezen of een slechte week hebben. De manier waarop we werken, is de goeie om de titel te halen.”

Hoe ga je om met rotatie?

“Noodzakelijk vind ik het niet altijd, maar als je op drie fronten wilt blijven strijden is het nodig. Altijd dezelfde elf, dan krijg je na een tijdje blessures. Bovendien zal iemand die na lange tijd bankzitten mag spelen, nooit zo scherp zijn als zij die veel op het veld hebben gestaan. Je mag nog zo goed trainen, het zal nooit hetzelfde zijn als een match. Het gaat niet om wat de spelers leuk vinden, maar om het belang van de ploeg.”

Gaat dat het hele seizoen duren, denk je?

“Ik denk dat de coach, binnen zijn rotatie, altijd wel zoekt naar het beste elftal en dat hij dat uiteindelijk in de play-offs of op het einde van het seizoen gaat gebruiken. Wat we nu doen, is zoeken naar de beste combinaties. Tot we één wedstrijd per week spelen, gaan we wel roteren, denk ik.”

Anderlecht op zondag. Veel geluk leverden die duels je tot dusver niet op. Weinig zeges, geen in Brussel, verscheidene gemist door blessures, nog niet gescoord tegen hen…

(grijnst) “Interessante wedstrijd.”

Waarom waren zij altijd de beste?

“Ik kan daar moeilijk de vinger op leggen. De meeste keren waren ze ook de betere op het veld. It’s a big game, ik hoop dat we ginder nog eens kunnen winnen. Dat zal wel lukken als we zelf ook een keer de beste zijn. Het niveauverschil is niet groot.”

Heeft de paars-witte basis niet meer talent?

“Dat denk ik niet! Ik weet het, praten is één, we moeten het ook tonen op het veld. Als je nu terugkijkt op het duel bij ons in de play-offs: hadden we toen gewonnen, we waren kampioen. Maar soms is voetbal zo… Ik denk dat ze in die wedstrijd niet één keer naar de goal schoten. Mathew Ryan moest geen bal pakken. Maar we verloren toch, via een owngoal. Zeer ongelukkig.”

Mental coach

Wat is de invloed van mental coach Rudy Heylen op jou?

“Ik babbel graag met hem, hij heeft een briljante geest. Hij kijkt anders naar de zaken, dat maakt soms het verschil als je een slechte dag hebt. Wij zoeken nu bijvoorbeeld geen schuldigen meer in de match als er iets fout loopt. Niet bij de ploegmaats, niet als de scheidsrechter een foutje maakt. We accepteren de dingen en gaan verder met ons spel. Dat is een goed teken. Je kunt de beslissingen of een foutje toch niet terugdraaien.”

Je tekende deze zomer een nieuw contract?

“Tot 2017. Ik zie geen reden om een ander huis te zoeken. Soms mis ik het weer in Israël en de vrienden, maar dat is logisch. Vorige zomer probeerde Maccabi Tel Aviv me terug te halen. Er kwam een zeer goed bod en geloof me: het niveau van onze competitie is goed, het stijgt. Dat zie je ook aan de prestaties van onze nationale ploeg. De voorzitter en Vincent Mannaert weten dat ik ginder een goed contract liet liggen, maar ik denk dat ik de goeie beslissing nam voor mijn carrière. Die titel pakken was het doel bij mijn aankomst hier en dat gaat gebeuren. We will do it.”

DOOR PETER T’KINT

“Ik heb in Israël met moslims samen gespeeld. Wij respecteerden elkaars tradities. Als we dat allemaal eens zouden kunnen…”

“Stabiliteit is de sleutel. De manier waarop we werken, is de goeie om de titel te halen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content