Vrijdag wordt Jan Polak 27 jaar. Een kwalificatie tegen Bayern als verjaardagsgeschenk zit er niet meer in, maar stilaan ontdekt paars-wit wat de Tsjech echt kan.

Liefst 3,5 miljoen euro betaalde Anderlecht begin augustus voor de lang gezochte box-to-boxspeler. Daarmee was Jan Polak na Mbark Boussoufa Anderlechts duurste aankoop ooit. Eerst zag de Tsjechische international het niet zitten om naar Brussel te komen, maar toen Nürnbergs toenmalig trainer Hans Meyer hem op de bank zette, bedacht hij zich: “Nürnberg speelt de UEFA-beker, Anderlecht voetbalt elk jaar in de Champions League en doet ieder seizoen mee voor de titel. Ik vind het een uitdaging om te spelen bij een ploeg die elk jaar kampioen moet worden en straks met wat meeval in de Champions League zit”, verklaarde hij zijn keuze.

Met Polak had Anderlecht een leider gehaald, voorspelde Paul Courant die de komst van Polak mee hielp afronden. “Jan is iemand. Als die je een hand geeft, moet je ze goed vasthouden, of je bent ze kwijt.” Maar op het veld duurde het heel lang eer de middenvelder toonde waarvoor hij gehaald was. Was dit de man waar Anderlecht zo lang op gewacht had en waar het zo veel geld voor neerdokte? Fans en analisten vroegen het zich af.

De laatste maanden voetbalde Polak met sterke prestaties de vraagtekens achter zijn naam weg, al ging hij afgelopen donderdag met de rest van Anderlecht ten onder tegen een veel te sterk Bayern. Gevolgen voor de competitie zou die 0-5-pandoering voor Anderlecht niet hebben, voorspelde hij.

Jan Polak: “Waarom zouden we daar zwaar aan tillen? Ze waren gewoon een klasse beter. Wij moeten ons niet vergelijken met dit Bayern. Toen de scheidsrechter Wasilewksi uitsloot in plaats van Toni te straffen, werd het helemaal een onmogelijke opgave. Je kon zondag op Charleroi al zien dat dit ons geen mentale dreun gegeven heeft.”

Toen je voor Anderlecht tekende, verwachtte iedereen dat jij Anderlecht naar een hoger niveau zou tillen. Je kwam uit de Bundesliga, je was de box-to-box waar Anderlecht al zo lang naar zocht, maar het kwam er niet uit. Waarom duurde het zo lang eer we de echte Jan Polak zagen?

“Omdat ik meteen na mijn komst ziek werd. Maar je weet hoe dat gaat, als je als nieuwe speler ergens aankomt: ik wilde absoluut spelen. Ik dacht dat het een klein kwaaltje was dat vanzelf zou overgaan, zoals elke sporter wel eens meemaakt. Maar bij mij ging het zo niet. Ik was oververmoeid. Ik had er al last van voor de heenwedstrijd tegen Fenerbahçe. Eerst zou het een week duren, vervolgens werd het tien dagen. Daarna moest ik antibiotica nemen en een dag in mijn kamer blijven, alleen maar om te rusten. Het had allemaal te maken met de hectiek die bij mijn transfer kwam kijken. Vliegtuig op, vliegtuig af, dan op hotel. Dat zat in mijn lichaam. Als je antibiotica neemt, gaat je fysieke conditie erop achteruit. Een paar wedstrijden ging het iets beter, voelde ik me redelijk, maar in de meeste wedstrijden voelde ik me niet goed. Al bij al kon ik niet tonen wat ik kan, omdat ik niet over al mijn fysieke mogelijkheden beschikte. Niet de dokters gingen in de fout, maar ikzelf. Ik had moeten aanvaarden dat ik ziek was, dat ik een paar dagen rust had moeten nemen. Maar dat deed ik dus niet. Ik ben gewoon blijven doortrainen.”

Waarom?

“Omdat ik hier nieuw was. Iedereen was benieuwd naar wat ik het team kon bijbrengen. Ik wilde ook zo graag iets tonen. Het sportieve aspect laten primeren op mijn gezondheid was verkeerd. Maar nog eens: dat was mijn beslissing, niet die van de dokters.”

Hoelang heeft die ziekte je parten gespeeld?

“De ziekte op zichzelf was weg na de antibioticakuur. Maar omdat ik ben blijven doortrainen, bleef ik verzwakt tot in december. Het hield maar niet op: eerst die kwalificatiewedstrijden in de Champions League, dan de UEFA-bekercampagne. Als je altijd maar in het rood gaat, is je lichaam zo verzwakt dat je helemaal moet stoppen en dan weer van nul beginnen.”

Heb je met de trainer overlegd wat te doen?

“Nee, ik ging maar door. Normaal, als ik tiptop in orde ben, loop ik van de eerste tot de laatste minuut. Ik heb nu mijn les geleerd. Als het me ooit nog eens overkomt, mag ik niet dezelfde fout maken. Vorig jaar bij Nürnberg maakte ik namelijk iets soortgelijks mee. Ook toen heb ik daar niets over gezegd, bleef ik gewoon doorgaan. Met als gevolg dat ik amper het einde van de wedstrijd haalde. Eigenlijk kon ik maar een uur, maximaal 70 minuten aan. Dan was ik kapot. Ook door mijn manier van spelen. Ik ben niet het type dat zijn krachten spaart. Ik moet voluit kunnen gaan.”

De winterstop kwam voor jou dus net op tijd.

“In december deed ik acht dagen helemaal niets. In La Manga had ik weer pech. Eerst waren mijn kruisbanden wat uitgerokken, twee dagen later werd ik weer ziek. Plots was het trainingskamp voorbij, terwijl ik niets had kunnen doen. Toen heb ik tegen mezelf gezegd: beter dat je nu weer helemaal gezond bent. Dan maar een paar weken niet spelen en later sterker voor de dag komen dan verder sukkelen.”

Hadden je mindere prestaties ook te maken met het feit dat het bij Anderlecht minder liep?

“Anderlecht speelde maandenlang niet goed, dat klopt. Maar ik bracht ook te weinig. Als je je niet goed voelt, moet je simpel spelen, geen ingewikkelde dingen doen. Dat was een fout die ik beging. Ik maakte op het veld verkeerde keuzes. In plaats van de dingen simpel te houden, maakte ik het voor mezelf te moeilijk. Met als gevolg dat ik te veel verkeerde passes gaf. Wat je toen van me zag, was niet normaal. Na de meeste wedstrijden was ik absoluut niet tevreden over mezelf. In bijna elke wedstrijd kwam ik in de problemen.”

Heeft Frankie Vercauteren je ooit iets verweten?

“De trainer wist wat er aan de hand was. Het is niet zo dat hij me vaak bekritiseerde waar de anderen bij waren. Waarschijnlijk wist hij wel dat ik er vanzelf weer bovenop zou komen. Ik speelde bijna alles.”

Europese tweede klasse

Bij je komst vond je het een uitdaging om bij een club te spelen die elk jaar voor de titel streed en jaarlijks deelnam aan de Champions League. Zeven maanden later zitten jullie in de UEFA-beker en is Anderlecht geen titelkandidaat meer. Ben je erg ontgoocheld?

“Natuurlijk ben ik ontgoocheld dat we niet in de Champions League geraakten, maar wat we nu doen, is ook niet mis. Tegen Bordeaux zetten we goeie prestaties neer, tegen Bayern voetballen is iets wat elke speler wil. Dat was ook in Duitsland zo. Bayern is daar, meer nog dan Anderlecht in België, een reus. Voor iedere tegenstander is de match tegen Bayern een feestdag.”

Had je na de uitschakeling door Fenerbahçe spijt dat je voor Anderlecht had gekozen?

“Nee. De uitschakeling kwam hard aan, maar ik kan me daar snel over zetten. Nadien voetbalden we een tijd niet goed, nu zit er wel vooruitgang in. We kunnen niet tevreden zijn met wat we tot nu toe bereikten, maar de manier waarop we nu voetballen, stemt me wel tevreden.”

Was de Champions League te hoog gegrepen voor Anderlecht?

“Fenerbahçe was beter dan wij. Ze speelden goed en benutten hun kansen. Wij deden dat niet. We krégen ook niet zoveel kansen en voetbalden niet goed. Dat zij zich tegen ons kwalificeerden, was geen verrassing, dat was terecht. Dat zie je ook aan het parcours dat ze vervolgens aflegden in de Champions League. Dat ze zo ver geraakten, bewijst dat ze goed zijn. Het is niet zo dat ze hun parcours te danken hebben aan een zwakke groep.”

Wat is voor jou het verschil tussen Champions League en UEFA Cup?

“Ik denk dat het verschil vooral belangrijk is voor de club, die in de Champions League meer geld vangt. Als speler miste ik dit seizoen weinig. Ik bedoel: clubs als Bordeaux, Bayern, Tottenham en Getafe zijn toch tegenstanders van Champions Leagueniveau, die horen daar in feite thuis. Als ik tegen die ploegen op het veld sta, heb ik niet het gevoel dat ik Europees maar in tweede klasse speel.”

Hoe verklaar je dat Anderlecht tegen Getafe geen voet aan de grond krijgt terwijl het tegen Bordeaux wel een hoog niveau haalt?

“Omdat we voor Nieuwjaar gewoon slecht voetbalden en oorlog moesten maken om resultaten te halen. Nu tonen we dat we ook goed kunnen voetballen.”

Met de armen zwaaien

Anderlecht was voor Nieuwjaar nog maar de schim van het kampioenenteam van vorig jaar. Wat miste het team toen?

“Alles wat we nu wél tonen. Als je ons nu bezig ziet, laten we de bal goed en snel rondgaan, combineren we goed, zorgen voor meer voorwaartse pressing. In het begin verliep die balcirculatie eerder stroef, waardoor het spel stokte. In plaats van efficiënt te voetballen probeerden we aardigheden uit, dingen om het publiek te vermaken, maar die niets opleverden. Nu voetballen we wél efficiënt. Als je de bal in één, twee tijden maximaal doorspeelt, maak je ook meer ruimte voor de andere spelers en krijg je meer kansen. We bewegen ook veel meer en beter dan tevoren. Als je goed beweegt en weet waar je moet staan, hoef je niet zo veel te lopen.

Hoe komt het dat dat tevoren niet lukte? Dat lag toch niet alleen aan jou?

“Nee. Een paar goeie resultaten na mekaar helpen wel. Als je een paar keer wint, geeft dat een goed gevoel en weet je ook wat je de volgende keer moet doen.”

Speelde de trainerswissel een rol?

“Als de ploeg te ver onderin staat, kan het bestuur maar één ding doen: de trainer wisselen. Ook met Ariël Jacobs behielden we hetzelfde systeem tot de winterstop. Hij stelde aanvankelijk haast geen andere spelers op. Ik heb niet de indruk dat Vercauteren en Jacobs qua voetbal op een andere golflengte zaten. Pas toen er nieuwe spelers bijkwamen, werd een en ander bijgestuurd. Chatelle en Gillet passen goed bij ons systeem. Die hadden we nodig, omdat ze heel hard werken voor het team.”

Is de invloed van een trainer tijdens de wedstrijd dan niet van belang?

“Wat kan een trainer doen? Hooguit een tactiek voorstellen en als het niet lukt met de armen zwaaien langs de kant.”

Meer inschuiven

Sommige spelers voelen zich bevrijd omdat ze een beter contact hebben met de nieuwe trainer.

“Kan zijn. Ik vind: zelfs als je trainer een dictator is, moet je niet bang zijn van hem. Dat is toch ook maar een mens. Wat is het ergste wat hij je kan aandoen als je hem vertelt dat je met een probleem zit? Hij heeft je ook nodig, want je bent een van zijn spelers. Bang zijn voor een trainer en niet met hem durven praten, dat kan niet, vind ik. Als er iets met me was, zei ik dat ook gewoon tegen Vercauteren. Waarom zou ik dat niet gedaan hebben?”

Jij brengt veel meer in aanvallend opzicht dan een paar maanden geleden.

“Zoek er niet te veel achter. Ik toon meer omdat ik me beter in mijn vel voel. Dan durf ik ook meer inschuiven. Het is niet dat ik een andere tactische opdracht heb gekregen tegenover voorheen. Biglia speelt wel meer defensief, waardoor Gillet en ik om beurten kunnen inschuiven.”

Het is dus niet zo dat Jacobs je meer aanvallend laat spelen terwijl je bij Vercauteren in de eerste plaats een verdedigende functie had?

“Nee. Misschien voel ik, net als andere spelers, nu beter aan wanneer ik kan gaan en wanneer ik kan blijven.”

Je werd aangekondigd als leidersfiguur. Voel jij je belangrijk voor dit team?

“Ik weet niet hoe men in de club tegen me aankijkt, maar ik ben iemand die op het veld anderen kan helpen en beter maken. Als ik met mijn manier van voetballen, met mijn rust aan de bal, anderen kan helpen, doet me dat plezier. Ik speel altijd in functie van het team.”

Verraste de prestatie tegen Bordeaux jou?

“Niet onze prestatie verraste me, wel de hunne. Zij waren een beetje arrogant op het veld, zowel hier als ginder. Je voelde dat ze dachten dat hen niets kon overkomen. We hebben ze goed aangepakt, met korte pressing, waardoor ze hun normale spel niet konden ontwikkelen. We hebben met een beetje geluk gewonnen, maar de manier waarop zij hier voetbalden was niet wat wij hadden verwacht. Wij hebben tegen hen getoond dat we een team zijn. Zij waren dat tegen ons niet. Bij hen wilde iedereen zichzelf tonen, wat kunstjes opvoeren. Op het hoogste niveau is het heel belangrijk je als team te tonen, zoals Arsenal en Manchester United doen. Mekaar helpen, daar komt het op aan. Dat lukt nu bij ons. Het klopt dat zo’n zege een flinke mentale injectie geeft. Je beseft: we kunnen dat voetbal op het hoogste niveau aan, als we voor mekaar spelen.”

Wat mist Anderlecht dit jaar om mee te dingen voor de titel?

“Punten. We hebben voor de winterstop te veel met punten gemorst. Daardoor is het verschil met de andere ploegen wel erg groot. Ons voordeel is dat we niets te verliezen hebben. De druk ligt nu bij de teams die voor ons staan.”

Gesloten verdedigingen

In het buitenland wordt de Belgische competitie niet hoog aangeslagen. Ben je ontgoocheld over het niveau hier?

“Dat moet je vragen aan een buitenlander die niet bij ons, bij Club of Standard speelt. Tegen ons, en dat zal tegen Club en Standard niet anders zijn, speelt elke tegenstander anders dan gewoonlijk. Geven ze zich meer dan 100 procent, tot 120 procent. Voor ons is elke tegenstander een zware klip. Ik weet dus niet hoe sterk die ploegen in een gemiddelde competitiewedstrijd zijn. Misschien zijn er dan maar één of twee spelers goed en valt de rest tegen. Maar die indruk heb ik als speler van Anderlecht niet. Er wordt meer pressing gespeeld, aanvallend stelt het tegen ons allemaal niet zo veel voor, maar in Duitsland zijn het ook niet allemaal topwedstrijden, hoor. Je mag de Belgische competitie niet onderschatten.”

Kan je je voorstellen vier jaar in België te voetballen?

“Dat weet ik niet. In voetbal kan alles gebeuren, en het kan snel gaan. Kijk maar naar de manier waarop ik van Nürnberg naar hier ben gekomen. Je zal me dus geen uitspraken horen doen over de toekomst. Op dit moment ben ik tevreden met het niveau dat we nu halen, we spelen tegen sterke tegenstanders. Als ik volgend jaar hier blijf, zal ik dat niet als tijdverlies inschatten.”

Velen zijn verbaasd dat het ook goed liep zonder Hassan, vorig jaar toch de beste speler van Anderlecht.

Hassan heeft een erg druk programma achter de rug, met de Afrika Cup. Hij kan niet zomaar van de ene op de andere dag zijn plaats gewoon terug innemen. Als iedereen zijn werk doet, kan Anderlecht ook goed zijn, zelfs zonder Hassan en Boussoufa, al was het zonder hen tegen Genk niet goed.”

Was Anderlecht ingedommeld na de titel?

“Die indruk had ik niet. Iedereen waarschuwde me dat het extra moeilijk zou worden, dat we tegen gesloten verdedigingen zouden moeten spelen. Niemand zei me: het zal wel loslopen.”

Voor velen is Vlcek een verrassing, terwijl hij nooit in het buitenland speelde.

“Ik wist dat die ons diensten kon bewijzen. Hij heeft ervaring, in de Champions League en met de nationale ploeg. Ik vind wel dat hij nog meer moet of kan brengen.”

Wat?

“Scoren of assists geven.”

Wanneer zal dit seizoen voor Anderlecht volgens jou geslaagd zijn?

“Als we de beker winnen. In de competitie zijn we te veel punten kwijtgeraakt.”

Als jullie de beker winnen, grijp je weer naast de Champions League.

“Als we in de UEFA Cup wéér tegen tegenstanders van het niveau van dit jaar uitkomen, vind ik dat als speler ook interessant. Ik vind het niet erg om volgend seizoen weer tegen Tottenham, Rapid Wien en Bayern München te spelen. Al kan ik me voorstellen dat de club, die eerst aan de centen denkt, daar anders over denkt.” S

door geert foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content