Anderlecht maakt zich stilaan op voor play-off 1, maar hoopt ook in de Europa League tegen Hamburg nog door te stoten. Rechtsback Guillaume Gillet is er klaar voor. ‘Ik werd er dit seizoen nog geen enkele keer afgelopen.’

Na afloop van de campagne 2008/09 stonden er acht treffers op de teller van Guillaume Gillet, nu zijn dat er nog maar twee. Is de Luikenaar aan een minder seizoen bezig? Absoluut niet. Zijn terugval in offensieve efficiëntie heeft een heel andere verklaring. De eerste goal van Gillet in dit seizoen dateert van 31 augustus 2009 – Gillet scoorde toen tegen Standard. Jawel, dat gebeurde dus in de wedstrijd van de schande waarin Axel Witsel het been van Marcin Wasilewski brak. De blessure van de Pool had rechtstreekse gevolgen voor Gillet. Hij werd een post achteruit geschoven: van middenvelder naar rechtsback.

Verre getuige

Aanvankelijk stond je weigerachtig tegenover die positie van rechtsback. Heeft dat ongenoegen ondertussen plaatsgemaakt voor een bepaalde mate van tevredenheid?

Guillaume Gillet: “In het begin kon ik er moeilijk mee om. Ik had automatismen als middenvelder gekweekt, het was of ik ineens van nul af aan moest herbeginnen. Daar baalde ik soms van, er waren beslist momenten van ontmoediging omdat niet alles verliep zoals ik het had gewenst. Velen geloofden dat ik de boel opzettelijk belazerde en dat ik de trainer op die manier duidelijk wilde maken dat mijn beste positie niet rechts achteraan lag. Er volgde toen een open gesprek met de trainer.

“Het probleem was dat ik die nieuwe positie niet goed aanvoelde, dat ik er weer vertrouwd mee moest raken – in Gent werd ik weliswaar ook enkele maanden als rechtsback uitgespeeld, maar te weinig om in die positie routine te verwerven.

“De match in Club Brugge vormde het absolute dieptepunt. We slikten toen vier goals en achteraf zei ik tegen mezelf: dit nooit meer. Maar nadien zetten we dan die fantastische serie neer van 37 punten op 39. Helaas werd die reeks onderbroken door de uitschuiver tegen Sint-Truiden.”

Vóór die uitschuiver tegen Sint-Truiden was Anderlecht thuis tegen Club Brugge wel door het oog van de naald gekropen. In die wedstrijd speelde je opnieuw op het middenveld. Allicht met de bedoeling om te beletten dat Club Brugge daar een numerieke meerderheid kreeg?

“Dat klopt. We begonnen die match met een 4-3-3, net als Club Brugge. Met dat verschil dat de Brugse aanvallers ijverig terugzakten om hun middenveld te versterken. Ivan Perisic, Dorege Kouemaha en Nabil Dirar kwamen daar beurtelings een handje toesteken. Waardoor we effectief telkens tegen een numerieke meerderheid moesten opboksen. Om het evenwicht te herstellen, vroeg de coach me een plaats op te schuiven en daar Jonathan Blondel aan banden te leggen. Ik denk dat ik daar aardig in geslaagd ben.

“Vroeger kickte ik op doelpunten. Nadien haalde ik voldoening uit beslissende voorzetten. En tegenwoordig voel ik me een soort van verre getuige. Maar je zult me niet horen klagen. Tegenwoordig trakteer ik mezelf op tackles. En die verschaffen me ook veel genoegdoening. Een goed uitgevoerde tackle kan voor het team van goudwaarde blijken. Een slecht uitgevoerde tackle is dan weer vooral jammer voor de tegenstander: die krijgt dan jouw voet tegen zijn scheenbeen.”

Slidings lijken wel een specialiteit van jou. Vreemd voor een voetballer die zich bijna heel zijn carrière offensief mocht uitleven.

“Ik kan me alvast niet herinneren dat ik slidings of tackles uitvoerde bij de jeugdploegen van Luik of Eupen. Daar bleef ik gewoon de hele wedstrijd rechtop staan. Georges Leekens heeft dat erin gepompt toen ik bij Gent speelde. Leekens onderwierp al zijn spelers aan hetzelfde regime: verdedigers, middenvelders, aanvallers. Hij vertelde ook altijd trots dat hij zelfs Kalu-sha Bwalya had leren tackelen in de periode dat hij als jonge trainer aan de slag was bij Cercle Brugge. Leekens zei: het is dankzij mij dat Kalusha in de jaren tachig tot beste speler van Afrika werd bekroond. En dat we dus maar beter het goede voorbeeld van Kalusha konden volgen.” (lacht)

Leekens werd als voetballer dan ook niet voor niets Mac The Knife genoemd. Hij was de eerste die je tot rechtsback converteerde. Eerder had hij bij Gent hetzelfde gedaan met Sandy Martens.

“Leekens heeft me altijd beschouwd als een speler die zijn beste rendement haalde indien hij van ver kon komen en dan kon infiltreren. Daarom posteerde hij me graag op die rechtsback.”

Baalde je toen ook?

“Nee, toen niet. Wat wil je, ik kwam toen net uit de tweede klasse, ik was al blij dat ik onmiddellijk een vaste stek in het team kreeg. Bij Anderlecht waren de omstandigheden anders. Ik had een goed seizoen als middenvelder achter de rug, het klikte prima met Jan Polák en Lucas Biglia. Voor mij was er geen enkele reden om het vertrouwen in dat trio op te blazen. Maar de blessure van Wasyl heeft alles omgegooid. Dat zijn dingen die gebeuren. Kijk naar Bouba Saréen Cheikhou Kouyaté. Zouden die evenveel speeltijd hebben gekregen zonder de knieblessure van Polák?

“Op de rechtsback werden er na het uitvallen van Wasilewski drie spelers uitgeprobeerd: Nemanja Rnic, Ondrej Mazuch en ikzelf. De keuze is op mij gevallen.”

Voel je jezelf evolueren in die positie?

“Ik mag niet klagen. Natuurlijk verloopt alles nog niet perfect. Met sommige ballen in mijn rug ondervind ik nog altijd problemen. En met snelle aanvallers zoals Dirar en Sherjill McDonald heb ik het ook niet onder de markt. Niet dat die sneller lopen dan ik. Ik werd er dit seizoen nog geen enkele keer afgelopen. Maar met een beter positiespel zou ik nog meer kunnen beletten dat razendsnelle aanvallers gelanceerd worden. Zulke spelers moet je voordien afremmen en neutraliseren.

“Nog een persoonlijk aandachtspunt: de technische staf vraagt me geregeld om slechts in uiterste noodsituaties naar een tackle terug te grijpen. Terecht. Een speler die een tackle uitvoert, ligt op de grond en wordt bijgevolg bijzonder kwetsbaar. Lukt zijn tackle niet, dan is hij uitgeschakeld.”

Titel

Van rechtermiddenvelder naar rechtsback: wat betekent dat voor de nationale ploeg? Of denk je daar niet aan?

“Jawel, daar ben ik wel degelijk mee bezig. Nu ik als back mijn strepen heb verdiend bij Anderlecht, ambieer ik die positie ook bij de Rode Duivels. Ik weet dat er met Sepp De Roover, Gill Swerts en Steve Colpaert stevige concurrentie is, maar waarom zou men op me neerkijken? In de kwalificaties voor het EK van 2012 is Duitsland een van de tegenstanders. Dat zijn wedstrijden waar ik nu al naar uitkijk.”

Is dit het beste Anderlecht waarbij je hebt gespeeld?

“De ploeg met Ahmed Hassan was ook niet slecht. Maar er zit meer solidariteit in het huidige team. Meer olé olé ook. Logisch, met al die jongeren in de kern. Natuurlijk, goede resultaten brengen ambiance mee. Succes genereert nu eenmaal plezier.”

Dit jaar gaat Anderlecht hoe dan ook resoluut voor de titel.

“Als je in het jaar 2000 je 25e landstitel uit de geschiedenis van de club pakt, dan is het de normaalste zaak van de wereld dat je in het jaar 2010 mikt op een 30e kampioenstitel. Maar de afloop blijft onzeker, zelfs met de voorsprong die we nu hebben. Zonder die play-offs zouden we nu stilaan de champagne in de koelkast mogen zetten. De nieuwe formule valt dit seizoen zeker niet in ons voordeel uit.”

Manager

Stel dat Anderlecht die titel pakt. Aan wie draag je hem dan op?

“Aan Yves Baré, mijn manager die momenteel zwaar ziek is. Hij begeleidt me al van bij het begin van mijn loopbaan en een kampioenstitel zou een mooie manier zijn om hem te bedanken. Bij mijn overgang naar Anderlecht, in januari 2008, had hij zijn zakken kunnen vullen door een transfer naar Dynamo Moskou te regelen. Baré koos echter voor Anderlecht: voor mij veel interessanter op sportief vlak, voor hem veel minder interessant in financieel opzicht. Dat gebaar zal ik nooit vergeten.

“Baré deed voordien al hetzelfde voor Eric Deflandre. Toen die vertrok bij Germinal Ekeren, stuurde hij hem naar Club Brugge, terwijl ook een transfer naar Laval tot de mogelijkheden behoorde. En daar zou Yves een pak meer poen aan hebben verdiend. Chapeau voor Baré.”

Deflandre was en is ook een rechtsback.

“Ja, en Yves Baré eveneens. Het is duidelijk: ik zit in de juiste school.” (lacht)

door bruno govers – beelden: reporters

De nieuwe formule valt zeker niet in ons voordeel uit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier