Vanavond wil Francky Dury zich met Zulte Waregem plaatsen voor de finale van de beker van België.

De media-aandacht.” Francky Dury moet niet lang nadenken over het verschil tussen Zulte Waregem trainen in de tweede klasse en dezelfde job in eerste. “In de eerste klasse wordt elke uitspraak uitvergroot. De pers is altijd aanwezig. Vorig jaar voetbalden we op een zaterdagavond op Dessel. Na de wedstrijd keerden we met de bus terug, maandagochtend ging ik naar mijn werk en hoorde van die wedstrijd niets meer. Dat is nu wel even anders. Na Standard-Zulte Waregem vroeg ik me af : is dit wel de wereld waar ik wil in leven ? Begrijp me niet verkeerd : ik ben hard genoeg om in deze wereld overeind te blijven. Maar het Belgische eersteklassevoetbal zit met een flinke dosis negatieve zaken. We kunnen niet meer mee, met de nationale ploeg en Europees, er is de omkoopaffaire, we hebben het moeilijk om goed voetbal te brengen. Ik mis positieve impulsen in het voetbal. Ik had gedacht dat iedereen in de eerste klasse zich zou engageren om goed voetbal te brengen. Maar wat stel ik vandaag vast ? Dat veel trainers zich bij het begin van het seizoen engageren om goed te voetballen maar dat het na de transfers van januari echt knokken wordt om te overleven.”

Is dat niet begrijpelijk ?

Francky Dury :“Natuurlijk heb je kandidaat-degradanten die overschakelen naar agressief, geëngageerd voetbal. Het Lierse van Trost en het Sint-Truiden van Caers lieten op mij een stevige indruk. Spelen die het hele jaar zo, dan belanden ze nooit onderaan. Ik stel vast dat wij het moeilijker hebben om positief te voetballen en onze wil door te drukken tegen die staartploegen dan tegen de top. Dat we tegen de laatste vier achttien punten verliezen, leert me dat ik in de toekomst moet proberen meer kracht binnen te halen voor die momenten dat we het niet meer voetballend kunnen oplossen. Ik meende dat we ons goed voetbal langer zouden aanhouden. We haalden in de terugronde evenveel punten als in de heenronde, maar ik vond ons toen beter voetballen.”

Is dat zo belangrijk ?

“Ik heb in mijn eerste jaar een andere kijk op de eerste klasse dan trainers die er al twintig jaar inzitten.”

Hoe bedoel je ?

“Ik dacht dat er in de eerste klasse…”

… beter gevoetbald zou worden ?

“Ja. Dat verrast me. Het is abnormaal dat een ploeg met een semiprofstatuut zo ver bovenaan staat. Ik vond het niet normaal dat wij zo vlot ons eigen spel konden spelen. Vanaf de eerste speeldag op Gent konden we vrank en vrij voetballen zoals we wilden. Qua veldbezetting hebben wij ons bijna nooit moeten aanpassen. Dat verraste mij. Ik had verwacht geconfronteerd te worden met meer moeilijkheden op het veld, zeker eens de anderen ons systeem doorhadden. Maar we staan toch al gans het seizoen in de top vijf. Sterker nog : door de bekercampagne hebben we al veel punten verloren. Dit jaar verlegden we al drie keer onze grenzen. Een trainer moet een psycholoog zijn die de kunst beheerst haalbare doelen te stellen. Vooraf was dat : bovenaan de rechterkolom met goed voetbal, dan onderaan de linkerkolom. Nu vind ik dat we voor een plaats in de top zes moeten gaan én voor een finaleplaats in de beker.”

In december zei je nog dat een vierde plaats niet haalbaar was voor Zulte Waregem.

“Dat we achter Anderlecht, Club en Standard staan, is logisch. Dat we al zowat een heel seizoen voor Genk staan, is ongelofelijk.”

Waarom wordt in de eerste klasse niet beter gevoetbald ? Omdat de ingesteldheid verkeerd is, of door een gebrek aan kwaliteit ?

“Zeker het laatste. Ik zie te veel tweederangsvoetballers in de Belgische eersteklassers die de kwaliteit van ons voetbal niet omhoog duwen en de doorstroming van onze jeugdspelers beletten. Dat is geen kritiek aan de topploegen, want die willen Europa in. De andere ploegen zouden zich meer moeten engageren om met eigen spelers de competitie in te gaan. Nu krijgt zo’n opgeleid product op zijn achttiende geen kans meer bij een eersteklasser. Ik heb hier wat spelers die na hun opleiding in eerste via derde en vierde klasse bij ons belandden : D’Haemers, Minne, Dupré. Niemand kan ontkennen dat zij eigenlijk drie, vier jaar verloren hebben.”

Misschien draaien ze mee omdat het niveau in eerste zo sterk gedaald is.

“Wie is daar verantwoordelijk voor ? Nederland heeft vier bondscoaches op het WK, Ajax en PSV haken pas nu Europees af. In België moeten we ons meer engageren, via bijeenkomsten met trainers, via de bond. Ik heb soms de indruk dat heel veel trainers geheimzinnig doen. Ik mis een stuk openheid. Onlangs riep de bond de trainers samen. Geweldig idee. Ik dacht : daar ga ik eens horen welke de ideeën zijn voor de toekomst. Maar wat stel ik vast ? De tafel is te klein, de vertaler was die dag toevallig met vakantie. Hoe kan dat, als er maar één keer vergaderd wordt ? Kan je dan geen dag prikken dat die man wél beschikbaar is ? Toen het gesprek op gang leek te komen, zeiden de organisatoren : tot de volgende keer. Intussen hoor ik al zes maanden niets meer. Het eten was goed, maar moesten we daarvoor naar Brussel komen ? Ik mis een stuk engagement bij de bond om beter voetbal te brengen. Ik denk dat veel trainers een betere en meer open communicatie vragen.”

Wat heb je dit jaar zelf in de eerste klasse geleerd ?

“Als je een vast systeem hebt, met goeie automatismen bij balbezit en balverlies, kan je heel hoog eindigen. Daarom ben ik niet bang voor volgend seizoen.”

In het begin speel je thuis 0-0 tegen La Louvière en geef je nadien toe dat je geen antwoord vond op hun systeem.

“Het is aan de ploeg die echt wil winnen om een oplossing te vinden. Maar ik heb nog meer respect voor de prestatie van Gent. Ferrera had met La Louvière zijn pionnen perfect gezet, ik vond er geen oplossing voor, maar ze probeerden niet echt te winnen. Gent wel. Ik heb hier ploegen pure mandekking zien toepassen, waar wij dan een oplossing tegen vonden waardoor we makkelijk wonnen. Vaak was ik verrast over het gemak waarmee dat ons, nieuwkomer, lukte.”

Welke aanpak overweegt ?

“De typisch Belgische aanpak. Ik zie heel weinig ploegen die echt voluit gaan om te winnen. Te veel ploegen spelen om niet te verliezen en winnen daardoor af en toe. Ze laten het initiatief aan de tegenstander. Wij gingen naar Genk, Standard en Club om te winnen, ik ga met die intentie naar Anderlecht. Een trainer bepaalt hoe zijn ploeg speelt. Ik hoorde hier twee trainers op de persconferentie zeggen : ‘We hebben Zulte Waregem bewust aan de bal gelaten. ‘ Dat heb ik nog nooit gezegd tegen mijn spelers. Want ik wil altijd de bal hebben. Goed voetbal staat altijd garant voor resultaten. Dat bewees Lokeren toch nog met Muslin ?”

Waarom staat Beveren dan onderaan ?

“Omdat Beveren niet sterk is in de zestien meter. Wij hebben met Ibrahim, Sergeant, Meert, D’Haemers wel mensen die daar dominant zijn. Ik heb soms de indruk dat heel veel trainers onder zware druk staan, dat zij niet meer weten welk concept te kiezen. Niets is voor een trainer dodelijker dan te twijfelen aan je veldbezetting. Een speler voelt het als een trainer bang wordt.”

Jij hebt makkelijk praten. Ga jij niet twijfelen als je volgend jaar voorlaatste staat ?

“Neen. In de laatste acht jaar was ik niet meer uit de eerste vijf. Een trainer of ploeg die bang is, krijgt slaag. Toen we voor de beker naar Westerlo gingen, stonden we bij de rust 1-0 achter. Op weg naar de kleedkamer riep Chris Janssens : ‘We pakken die mannen !’ Ik zag mijn spelers in de kleedkamer wegzakken, ook al stonden we nog 3-1 voor in de totaalstand. Daar zag ik nog eens dat een ploeg die er voor gaat vaak beloond wordt. Ik wil met Zulte Waregem een meerwaarde vormen in de eerste klasse. Ook als ik volgend jaar veertiende sta met rotvoetbal wil ik mezelf niet verloochenen. Ik zal nooit achteruit kruipen. Ik wil met mijn team garant staan voor offensief voetbal en daar wijk ik voor geen millimeter vanaf. Ik hanteer nog altijd dezelfde looplijnen als in derde klasse : toen met Frederik D’Hollander in de spits, nu met Salou.”

Sommige van je spelers zullen het succes van dit jaar aangrijpen om bij een grote club te belanden. Waarom overweeg jij dat niet ?

“Omdat ik nog maar 47 punten in eerste klasse heb. Dat vraagt om bevestiging. Ik heb nog een lange weg te gaan. Ik zie veel trainers die na een sterk half jaar elders hun kans grijpen, maar vervolgens omver vallen omdat ze plots hun identiteit kwijt raken. Ik heb mezelf nog altijd onder controle, kijk er naar uit om hier nog een paar jaar te werken. Omdat ik hier nog uitdagingen zie. Met Zulte Waregem proberen in de linkerkolom onder de top vier elk jaar goed voetbal te brengen, lijkt me een fantastische uitdaging. Dat sommige spelers het ijzer willen smeden als het heet is en liever vertrekken na dit seizoen, is hun goed recht. Ik heb het daar niet moeilijk mee.”

Is Salou rijp voor een topclub ?

“Salou is een Afrikaan die naar Europa kwam om het te maken. Hij boekte al veel vooruitgang, qua looplijnen, lopen naar de bal en van de bal weg, de bal bijhouden. Het is een jongen met een schitterende attitude, die nog een ruime progressiemarge heeft. Elke stap die hij zette – van derde naar tweede en eerste – verteerde hij vlot. Tegen Standard was hij goed, op Genk en tegen Club ook. Tegen sterke verdedigers speelde hij goed. Waarom zou hij die kans niet grijpen ?”

Kan je spelers makkelijk in de hand houden nu ze gek gebeld worden door managers ?

“In het begin van het seizoen was het hier veel rustiger, nu zie ik meer managers. Bij Anderlecht wordt alles goed afgeschermd. Daar raak je niet zomaar bij Kompany. Hier kan iedereen bij Ibrahim. In de eerste ronde liepen de managers hier in de gang van de kleedkamer naar het spelershome. Daarom gaf ik na de match tegen Lierse een signaal dat het zo niet meer verder kon. Ik zou het spijtig vinden als mijn spelers door die aandacht minder presteren en daardoor niet alleen de club schaden maar ook in extremis hun eigen kans op een mooie transfer missen.”

Kan je Dupré nog managen als hij leest dat Standard hem wil als rechtsback ?

“Ik heb met zijn makelaar gebeld, ik heb jaren heel veel energie gestoken om Dupré te krijgen waar hij staat. Dupré is de beste rechtsback van België. Hij heeft een ongelofelijke offensieve inbreng, geen enkele rechtsback speelt meer voetbal dan hij.”

Hoeveel spelers worden jou aangeboden ?

“In januari nog werd ik zot gebeld door makelaars die fantastische spelers in de aanbieding hadden. Maar wij hebben zo’n uitgebreid scoutingsnetwerk dat we quasi nooit meer bij een makelaar moeten aankloppen om naar een bepaald type speler te vragen. Zo lang ik hier ben, draaien we niet in dat makelaarscircuit mee en behoudt Zulte Waregem zijn identiteit. Wij willen een regionale, herkenbare club zijn. Noord-Frankrijk hoort bij de regio, spelers als Tankary kenden we, maar ik denk niet dat we hier ooit een onbekende buitenlander gaan halen. We zullen ook nooit anders voetballen.”

Is Gunter Thiebaut de opvolger voor Salou Ibrahim ?

“Toen wij vierde werden en Heusden-Zolder promoveerde, vond ik Thiebaut de beste spits in tweede. Toen konden we hem niet halen, hij vertrok naar Saarbrücken. Het is heel moeilijk om in januari binnen te komen in een gesmeerd geheel. Gunter rendeert beter in een tweespitsensysteem, maar ik zie hem hoe langer hoe meer het ritme krijgen dat Zulte Waregem wil. Toen hij hier kwam, had hij dat ritme niet in de benen. Intussen is hij ook goed geïntegreerd in de groep. Iemand die niet gedreven is of zichzelf beter vindt dan de anderen krijgt hier nooit een kans. Ik wil hier niemand die denkt dat hij meer is dan een ander.”

Je schuift straks wel een eindje op richting profstatuut. Volgend seizoen trainen jullie om drie uur, jij zelf gaat parttime aan de slag bij de politie.

“Ik voel dat het niet meer anders kan. Vooral qua rust en verzorging hadden mijn spelers te weinig tijd. ’s Morgens verlieten ze het huis om zeven uur, ’s avonds gingen we in het donker en de kou aan de slag wanneer de andere eersteklassespelers thuis komen. Vooral bij midweekvoetbal zaten we krap. De eerste signalen kreeg ik in december toen we Club klopten en drie dagen later op Westerlo een half uur geen bal raakten. Altijd was de tweede wedstrijd in één week een stuk minder. Dat heeft te maken met vermoeidheid. Daarom vroeg ik om parttime te kunnen werken zodat ik hier om één uur kan zijn in plaats van om half zes. Ik verwacht dat ook mijn spelers overschakelen op parttime werk. Wie voltijds wil blijven werken, zal ik aanraden om van club te veranderen. Ik kan geen uitzonderingen toestaan, anders moeten we om half zes trainen in plaats van om drie uur. Qua arbeidsuren verandert er niets, we blijven bij een gemiddelde van twaalf uur, nauwelijks minder dan de echte profploegen.”

Vanavond spelen jullie voor een finaleplaats tegen Standard na een wel erg bewogen heenmatch. Je bood nadien zelfs je excuses aan.

“Ik ben niet kwaad op Conceição. Wel omwille van de zaak-Ibrahim. Dat was pure compensatie. Plus : meteen na de match duwt iemand een microfoon onder Meerts neus, die spontaan maar naïef in de val trapt en alles vertelt. Pieter Merlier beging dezelfde fout na de thuismatch in de competitie tegen Standard, toen hij zei dat hij de seconden aan het tellen was. Pieter Merlier moet niet tellen, hij moet keepen. Maar dat is nu typisch Zulte Waregem : een groep gewone jongens die zich amuseert in eerste klasse.

“Ik heb het moeilijk met mensen die dader zijn en zich plots als slachtoffer voordoen. Ineens was Stijn Meert de dader en Conceição het slachtoffer. Als ik lees dat Meert de familie van Conceição beledigd heeft, snap ik dat niet. Conceição, die alleen Portugees praat, voelt zich beledigd door iets wat hij Meert in het West-Vlaams hoorde zeggen ? Komaan, zeg.”

Eerder stuurde je uit solidariteit een berichtje naar collega’s die ontslagen zijn. Hoe voel je je dan wanneer je hoort wat Paul Put allemaal uitspookte ?

“Ik ben daar niet goed van geweest. Ik zou me schamen als mijn naam ooit vernoemd wordt in zo’n affaire. Mensen die zoiets doen, kunnen nooit meer een verantwoordelijke functie krijgen in het voetbal. Ik vind dat je daarin heel hard moet zijn. Wat Conceição tegen Meert doet, is een reactie, een momentopname. Daar moet je helpend mee omgaan. De feiten in ‘de zaak’ gebeurden met voorbedachten rade. Wie daarbij betrokken is, is voorgoed mijn respect kwijt.”

Heeft een jaar media-aandacht je veranderd ?

“Ik zal, net als mijn spelers, voorzichtiger worden in mijn reacties, maar ik zal altijd zeggen wat ik meen. Ik ben geen acteur. Ik ken collega’s die na een nederlaag blijven zeuren over hoeveel geblesseerden en geschorsten ze hebben.”

Jij geeft wel eens toe : ‘Vandaag waren we niet goed. ‘

“Ook naar de pers toe moet je niet rond de pot draaien. Ik doe dat ook niet tegen mijn spelers als we de match analyseren. Na onze thuisnederlaag tegen Lierse heb ik tegen Trost gezegd : ‘Drink een pint en geniet.’ Waarom niet ? Toen ik na een wedstrijd toegaf dat ik me niet goed voelde bij wat er gebeurde, waarschuwde een kennis me : ‘Je mocht dat niet zeggen, ze gaan denken dat Francky Dury niet sterk genoeg is voor dat wereldje.’ Welnu : ik ben wél sterk genoeg, maar als ik me bij iets niet goed voel, geef ik dat gewoon aan. Mourinho doet dat misschien niet, die is altijd zo koel. Het is niet omdat hij een toptrainer is dat iedereen zich op dezelfde manier moet gedragen.”

GEERT FOUTRé

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content