Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Mbark Boussoufa is een man met vele gedaantes. Publieksspeler, hangende spits, eigenwijze jongen, leerling en voorbeeldfiguur. Maar bovenal : de nieuwe chouchou van Anderlecht.

Tweede speeldag. RSC Anderlecht ontvangt Germinal Beerschot voor zijn eerste thuiswedstrijd van de nieuwe competitie. De partij is nog geen tien minuten ver en de kleine Mbark Boussoufa krijgt een lange bal toegespeeld, in één vloeiende beweging legt hij hem dood en kapt hij de opzittende Daniel Cruz uit. Het leer wordt haarfijn voor doel gelepeld, Lucas Biglia kopt net naast. In de tribunes van een uitverkocht Constant Vanden Stockstadion gaan de handen enthousiast op elkaar : Boussoufa, de duurste transfer ooit van paars-wit, mag zich nu al publiekslieveling noemen.

Dat bewijst ook de truitjesverkoop : maar liefst zeventig procent van de verkochte Anderlechtshirts draagt de naam van de Marokkaans-Nederlandse nieuwkomer. Met een ruime voorsprong op de tweede populairste, Lucas Biglia. Het doet hem wel wat, geeft Bous toe. “Bij AA Gent had ik ook het best verkochte shirtje,” glimlacht hij, “ik vind het een leuk gebaar van de fans. Ik merk ook wel dat ze me hier al enorm waarderen.” De actie in het begin van de partij tegen Germinal Beerschot vond hij trouwens zelf ook best mooi. “Achteraf zag ik die actie terug op Studio 1 en vond ik het zelf ook wel knap om naar te kijken. Op het veld doe je die bewegingen automatisch. Ik zie die bal komen en denk : als ik hem meteen klaar leg voor mijn rechter kap ik tegelijkertijd Cruz uit. Ik doe dat niet bewust voor het publiek.”

Acties maken, dat is wat Anderlecht van hem verlangt. Nét het omgekeerde van wat Georges Leekens hem bij AA Gent op het hart drukte. Daar werd Boussoufa van ‘een man van de acties’ omgeturnd tot ‘een speler die de ploeg doet draaien’. Boussoufa : “In dat eerste jaar bij Gent wilde ik mezelf erg hard bewijzen. Ik wilde tonen wat ik allemaal kon. Leekens heeft me doen inzien dat ik beter mijn momenten moet kiezen en niet élke bal moet opeisen. Het gevaar dient ook eens vanuit een andere hoek te komen. In de terugronde van vorig seizoen werkte dat bijzonder goed met Christophe Grégoire en Davy De Beule. Bij Anderlecht zal ik acties maken wanneer het nodig is, maar in de eerste plaats speel je altijd in het teambelang. Hier hoef ik de ploeg niet te laten draaien, hier gaat dat vanzelf. Ondertussen weet iedereen in België ook wat ik kan, nu komt het er gewoon op aan om me ook op de grote momenten te bewijzen.”

In de thuiswedstrijd tegen Germinal Beerschot viel het op dat dat Boussoufa zich meteen profileerde als publieksspeler, die de fans opzweept voor hij een corner moet trappen en zich mengt in akkefietjes op het terrein. Of ze zelf uitlokt. Zoals die strafschop of zoals de theatrale manier waarop hij Igor Lolo, die hoofd tegen hoofd met hem ging staan, een rode kaart probeerde aan te smeren. Is dat de impact van een vol Vanden Stockstadion ? Of zou hij dat in het Ottenstadion ook gedurfd hebben ? “Die ervaring komt met de jaren”, legt Boussoufa zijn provocerende gedrag uit. “Iemand die nog nooit voetbalde, zou zo niet kunnen vallen. Die zal bij een tackle proberen nog door te gaan om bij de bal te komen. Maar in het voetbal leer je alle aspecten onder de knie krijgen. Ik moet mijn gebrek aan gestalte met allerlei andere dingen compenseren : met loopvermogen, snelheid en leepheid in zulke duels.”

Hangende spits

“Bij Anderlecht voel ik me vrijer op het veld”, verrast Boussoufa wanneer we hem vragen naar de sportieve kennismaking met zijn nieuwe omgeving. “De druk op de ploeg is zwaarder dan bij Gent, maar de verantwoordelijkheid op mijn schouders is veel lichter. Hier kan de tegenstander het zich niet permitteren om zich volledig op mij te focussen. Vorig seizoen kreeg ik bijna constant twee mannetjes op mij gekleefd. Bij Gent kreeg ik het veel zwaarder te verduren. Gevaarlijke tackles, duwen, trekken of in mijn rug knijpen, het hoorde er allemaal bij.”

Wél vindt Boussoufa dat het spelpeil van Anderlecht voorlopig nog te wensen over laat : “Het voetbal moet beter. Slechter kan in ieder geval niet. Maar omdat we tot nu toe telkens met tien man vielen, konden we ons nog niet echt tonen. We moeten geduldiger en slimmer leren spelen.” Voor een hangende spits van het type als Boussoufa lijkt het alvast makkelijker voetballen met een balvaste targetman à la Nicolás Frutos dan met een spits zoals Mohammed Tchité, die zelf constant de diepte opzoekt. Het is wachten op de comeback van de Argentijnse toren. Boussoufa : “Ik speel sowieso heel graag met een balvaste spits voor mij. Dan kan ik makkelijker bijsluiten en hem bedienen. Net zoals met Dominic Foley vorig jaar. Maar vergeet niet dat deze ploeg nieuw is, dat vergt tijd. Voor de competitiestart wisten we dat we een goede ploeg hadden, maar twijfelden we aan onze karaktersterkte. Nu wonnen we onze twee competitiewedstrijden juist op karakter en níét met mooi voetbal. Het is belangrijk voor onszelf te weten dat we zo dus ook kunnen winnen.”

Discussie

Een karaktervoetballertje, zo typeren huidige en ex-ploegmaats hem. Los van zijn technische kwaliteiten – want enkel daarmee red je het niet – toont de prille twintiger zich een winnaar en gepassioneerd voetbaldier. Op jonge leeftijd dolde Boussoufa op de pleintjes in Amsterdam met de oudere straatvoetballertjes uit de buurt. Hij daagde ze uit met treiterende dribbels, vaak eindigend in een doodschop van jewelste op zijn frêle beentjes. Stap per stap besefte hij dat het anders moest. Na zijn verhuizing naar Chelsea, waar hij twee jaar lang alleen op een appartementje zat, leerde Boussoufa verantwoordelijkheid dragen. Hij filosofeerde uren over het spelletje dat hem groot zou maken. Nog steeds mengt Boussoufa zich graag in tactische discussies. Zoals vorig seizoen met Wouter Vrancken. “Ik denk graag na over voetbal”, zegt hij. “Na een wedstrijd speel ik in mijn hoofd de film af. En voor een wedstrijd sluit ik me helemaal af om geconcentreerd op het veld te komen. Met Bart Goor en Yves Vanderhaeghe spreek ik wel eens over de tactiek. Maar ik ben nieuw hier, dus dat moet nog groeien. Met Vrancken sprak ik bij Gent de dag voor de wedstrijd al af wat we zouden doen, afhankelijk van de tegenstander. Je traint er dan op en zo wordt het een automatisme.” Met Ahmed Hassan zagen we Boussoufa hevig discussiëren tijdens de rust van Anderlecht – Germinal Beerschot. “Hij was kwaad omdat hij niet genoeg ballen kreeg”, legt de Marokkaanse Nederlander uit. “Hij wilde zich wat laten afzakken, terwijl ik vond dat we moesten doen wat de trainer vroeg : hoog spelen.”

Doen wat de trainer vroeg … Het is ooit anders geweest. Mbark Boussoufa, zo bevestigen ook familieleden, was altijd al een eigenwijs jongetje. Koppig en gedreven. Was het daarom dat Danny Blind het destijds bij de prestigieuze A1-jeugd van Ajax Amsterdam niet zag zitten met hem ? Volgens Blind had Boussoufa een nefaste invloed op de groep. Vreemd, wanneer je bedenkt dat Leekens vorig seizoen en Frank Vercauteren nu juist de uitstekende groepsmentaliteit van de jonge Amsterdammer loven. Bram Verbist, de Belgische goalie die van 2000 tot 2002 bij de A1 van Ajax keepte, ziet alvast weinig verschillen tussen de Mbark van toen en nu. “Hij was toen een spontane kerel, die graag lachte en over een pak talent beschikte”, herinnert Verbist zich. “Mbark speelde bij de A2, een jongere categorie, maar mocht af en toe mee met de A1. Hij kende de pech dat daar al Steven Pienaar, Nigel De Jong, Wesley Sneijder en Rafael van der Vaart rondliepen. Blind had het niet begrepen op Mbark, ik zou eigenlijk niet weten waarom.”

Boussoufa is kort en krachtig over het onderwerp : “Als jonge gast kent iedereen wel eens een mindere dag, maar kom mij niet zeggen dat ik het hele jaar lastig deed. Blind haalde er schoolresultaten bij … Het was gewoon een smoes. Hij geloofde niet in me. Geen probleem, maar ga dan niet zeggen dat ik voor heibel in de groep zorgde. Maar over Blind wil ik niet te veel praten. Ook al is hij een grote voetballer geweest, ik heb me van kindsbeen af voorgenomen dat ik me in mijn leven door niets of niemand laat tegenhouden.”

Het leerproces

De Amsterdamse branie zat er van jongs af aan in, maar het is de eenzame tijd in Londen die hem maturiteit schonk. Boussoufa : “Ik geef toe dat ik daar volwassen ben geworden. Ik was drukte gewoon. Thuis, op de pleintjes in Amsterdam, met mijn vrienden en familie. En dan kom je in een grote stad als Londen plots in je eentje op een hotelkamer te zitten. Je leert omgaan met afbetalingen, rekeningen, dergelijke dingen. Natuurlijk bleef ik niet de hele dag op mijn kamertje zitten. Ik trok ook wel eens de stad in om iets leuks te doen. Maar discotheken waren daar niet bij. Daar was ik te jong voor. Ik trok er vaak op met Mario Melchiot, Winston Bogarde en Quincy Owusu-Abeyie (ex-Arsenal en tegenwoordig bij Spartak Moskou, nvdr. ).”

Bij Chelsea kreeg Mbark Boussoufa een zware aanvaring met de technisch directeur van de jeugdopleiding nadat hij een les Engels miste. Het bleek een sleutelmoment in zijn nog prille voetbalcarrière. “Mijn fout, dat zeker, want het was al de tweede maal dat ik niet opdaagde”, weet Boussoufa nog. “Ten eerste was ik moe en ten tweede sprak ik naar mijn mening al goed genoeg Engels. Ik liep dus al gefrustreerd rond in Londen en de volgende dag kreeg ik nog eens van de technisch directeur en de trainer op mijn nek. Dus schold ik iedereen verrot. De weg naar huis na die discussie duurde heel lang. Ik besefte dat zulke dingen niet meer mochten gebeuren in de toekomst. Misschien leefde ik toen nog wat te speels en onverantwoordelijk. Ik bevond me in een leerproces. Ik ga met volwassenen om, dat is niet hetzelfde als op school. Ik heb verantwoordelijkheden nu.”

Voorbeeldfiguur

Respect is een ander belangrijk woord in de persoonlijke koran van Mbark Boussoufa. Daarom weigerde hij het aanbod om bij zijn komst in Anderlecht het shirtnummer 21 van Pär Zetterberg over te nemen. Boussoufa : “Eerst vond ik het een eer, maar nadien dacht ik : nee, toch maar niet. Hij heeft al zoveel bewezen voor Anderlecht.” Respect is ook waarom hij de reactie van Zinedine Zidane in de finale van het WK veroordeelt, maar tegelijkertijd begrijpt. “Ik kom net als Zidane van de straat,” zegt hij, “soms moet je mensen laten weten dat er niet met je te sollen valt. Als iemand geen respect voor je toont, moet je reageren.” Zoals die ene keer dat hij als zeventienjarige bij Chelsea weigerde zijn plaats op de massagetafel aan Eidur Gudjohnsen af te staan, die hem vervolgens uitkafferde.

Mbark Boussoufa wil een voorbeeld zijn. Op en naast het veld. Een diepgelovige moslim ; vijf keer bidden per dag, de ramadan correct volgen en geen alcohol drinken. Net zoals Ahmed Hassan, die andere Noord-Afrikaanse nieuwkomer bij Anderlecht. Boussoufa : “Van meet af aan voelde ik een band met Hassan. De trainer merkte dat ook en deelde ons in dezelfde kamer in. We spreken allebei Arabisch en op de hotelkamer praten we wel eens over ons geloof. Ik probeer veel van hem te leren.”

En wanneer zal hij tevreden zijn met zijn eerste seizoen bij Anderlecht ? “Als we landskampioen worden,” antwoordt Boussoufa met uitgestreken gelaat. “Ik heb voor vier jaar getekend, dus ik zal hier nog wel even zijn. Ik kijk ernaar uit om nog verder te groeien en prijzen te pakken. Ik heb een duidelijke visie op mijn carrière, maar nu wil ik me eerst ten volle concentreren op Anderlecht en later zien we dan wel.”

MATTHIAS STOCKMANS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content