Sinds zijn komst tweeënhalf jaar geleden heeft de Paraguayaanse verdediger van Club Brugge hier helemaal zijn draai gevonden. ‘Het is gewoon belachelijk hoe het verhaal dat mijn vrouw hier ongelukkig is ons blijft achtervolgen. ‘

Voor Antolin Alcaraz (27) kan de pret niet op. In een kerk in het centrum van Brugge heeft onze fotograaf hem net gevraagd om in een biechtstoel plaats te nemen, niet in het knielhokje, maar op de plaats van de priester. “Ik ben de bisschop”, grapt hij fluisterend terwijl hij in de heilige stoel wacht tot de fotograaf klaar is voor de shoot. Een oud dametje kijkt vanuit de verte meewarig toe in de voor het overige lege, maar daarom niet minder imposante kerk.

Een echt praktiserende gelovige is Antolin niet, maar de kerst vieren heeft hij altijd al gedaan, ook vroeger in Paraguay. “Kerstmis is een dag waar bij ons iedereen naar uitkeek, omdat heel de familie – ook familieleden die niet naast de deur woonden – dan bijeenkwam. Er wordt een groot feestmaal bereid en iedereen koopt cadeautjes. Eigenlijk is het net als hier. Het is ondertussen al negen jaar geleden dat ik met de kerst nog eens in Paraguay was. In het begin was dat erg lastig voor mijn ouders, maar gelukkig is de technologie er ondertussen met rasse schreden op vooruitgegaan en kan ik via mijn pc toch een beetje aanwezig zijn.”

Wat is voor jou de zin van Kerstmis?

Antolin Alcaraz: “Geven. Niet in materiële, maar in sentimentele zin. Het mooiste wat je kunt doen, is iemand anders blij maken. Daarvoor ben je ook op de wereld, denk ik. Het gaat met Kerstmis niet om de cadeautjes, maar om het samen zijn met de familie, het samen delen van een moment, het gelukkig maken van anderen.”

Hoe ga je straks de kerst vieren?

“Met mijn vrouw Evangelina en zoontje Valentino ga ik naar een Spaans restaurant hier in Brugge. Valvino, de Spaanse eigenaar, is een vriend van me.”

Kun je daar ook Paraguayaans eten?

( lacht) “Neen, alleen Spaans: tapas, paella… Sommige typisch Paraguayaanse etenswaren, zoals de chipas ( broodjes op basis van maïsmeel, nvdr) of de sopa paraguaya ( soort cake gebaseerd op maïsmeel, varkensvet, kaas en melk, nvdr) mis ik, maar als ik in Paraguay ben, haal ik mijn achterstand wel in, hoor.”

Je bent opgegroeid in Paraguay en hebt daarna in Argentinië, Italië en Portugal gewoond. Je bent getrouwd met een Argentijnse en je zoontje is geboren in België. Weet je nog waar je ’thuis’ is?

“Mijn thuis zal altijd het huis van mijn ouders zijn, omdat ik daar groot geworden ben. Maar voor een voetballer die zoveel gereisd heeft als ik, is zijn thuis ook waar hij gaat. In elk land begin je van nul en bouw je als het ware een nieuwe thuis. Die thuis, die vertrouwde omgeving en de gewoontes die je uiteindelijk verworven hebt dan telkens ook weer achterlaten, is zwaar. Maar goed, dan sta je in een ander land en begin je weer opnieuw. Dat is ook mooi, hoor.

“Ik hou er eigenlijk wel van om me los te maken uit een vertrouwde omgeving. Een vertrouwde omgeving wordt al snel een machine: altijd dezelfde mensen, dezelfde handelingen. ’s Morgens opstaan en al perfect weten wat je die dag gaat doen. En de dag erna. En daarna. Routine, sleur. Dat heeft voor mij geen zin. Op dat vlak ben ik nogal avontuurlijk aangelegd. Ik besef wel dat veel mensen zich goed voelen in hun vertrouwde omgeving. Dat zij niet de behoefte hebben om de routine te doorbreken. Zij zijn graag op hun gemak. Maar ik wil niet te veel op mijn gemak zijn.

“Waarom? Omdat je het leven moet leven, vind ik. En dat houdt voor mij in: nieuwe ervaringen opdoen.”

Je vader is heel zijn leven bouwvakker geweest. Ga je dan, met al die ervaringen op je rug, je ouders niet anders bekijken?

“Neen, helemaal niet. Ik bekijk hen nog steeds op dezelfde manier. Ook mijn gevoelens voor hen zijn niet veranderd. De afstand heeft onze relatie zelfs intenser gemaakt. Ik heb veel contact met hen. Het enige minpunt is natuurlijk dat je daar niet naast hen in de zetel kunt gaan zitten.”

Fouten & vergissingen

Het boek De alchemist van de Braziliaan Paulo Coelho is in Latijns-Amerika erg populair. Het gaat over de jonge herder Santiago die de wereld rondtrekt op zoek naar een schat, om uiteindelijk te ontdekken dat die schat – figuurlijk dan – gewoon thuis ligt. Heb je dat boek ook gelezen?

“Ja, dat is bij ons op school verplichte lectuur.

“Wat ik uit dat boek veeleer onthouden heb, is dat je als mens een innerlijke kracht hebt om dingen te veranderen en dat je die kracht ook moet aanwenden. Dat je niet moet wachten tot er iets verandert. Je moet het zelf doen.”

Je moet je verantwoordelijkheid opnemen.

“Ja, ik denk dat je zelf verantwoordelijk bent voor wat er met je gebeurt. De meeste mensen steken meestal de schuld op anderen, omdat ze hun verantwoordelijkheid niet kunnen of willen opnemen.”

Een andere boodschap in De alchemist is dat het mooie aan een reis niet de bestemming is, maar de reis op zich. Akkoord?

“Wat telt, is hoe je de reis beleeft en wat je onderweg doet. Je daden hebben gevolgen, op korte en op lange termijn. Het is belangrijk dat je je daarvan bewust bent. De situatie waarin je je vandaag bevindt, is een gevolg van wat je in het verleden gedaan hebt. En wat je vandaag doet, zal gevolgen hebben voor je toekomst. Daar moet je je van bewust zijn.”

Maar vaak kun je niet alle gevolgen van je handelingen overzien. Soms heeft een handeling een gevolg waarvan je je vooraf niet bewust was.

( lacht) “Dat maakt het leven nu net zo mooi! Anders zouden we allemaal voorgeprogrammeerde machines zijn. Dat er nu en dan een onbekend element of een verrassing in ons leven opduikt, maakt het juist de moeite waard.”

Er wordt wel eens gezegd dat er twee soorten mensen zijn: denkers en doeners. Ben jij een denker of een doener?

“Ik ben veeleer een doener. Maar doen en denken gaan eigenlijk altijd samen. Je denkt toch eerst voor je iets doet.”

Soms doet iemand wel eens iets zonder nadenken, nee?

“Nee, ik denk niet dat dat bestaat. Al is het maar een duizendste van een seconde, er gaat altijd wel een gedachte door je heen vóór je iets doet. Je lichaam volgt je hoofd.”

Dus aan een elleboog in het gezicht van de tegenstander gaat altijd een gedachte vooraf?

“Dat hangt ervan af. Het kan zelfbescherming zijn of een instinctieve reactie van je lichaam. Het mag echter nooit de intentie zijn. Als je een kwartier rondloopt met de gedachte om je elleboog in iemands gezicht te planten, ben je niet goed bezig. Voetbal is een spel, geen oorlog, hé.”

Over oorlog gesproken, wat is jouw standpunt over Witsel-Wasilewski?

“Ik denk dat het niet de bedoeling van Witsel was om hem zo te raken. Ik heb al veel ergere en gevaarlijkere tackles gezien op een voetbalveld, die gelukkig zonder gevolgen bleven. En dan spreekt niemand daarover.”

En blijven die drieste acties dus ook onbestraft. Vind je dat een speler op basis van videobeelden achteraf nog gestraft kan worden?

“Ik vind dat het gebruik van te veel technologische hulpmiddelen nadelig is voor scheidsrechters én voor spelers. Details worden zo onnodig uitvergroot. Als iemand iets ergs doet – iets wat niet op een voetbalveld thuishoort – en als hij dan daarna op basis van videobeelden gestraft wordt, vind ik dat natuurlijk terecht. Maar voor het overige horen vergissingen van scheidsrechters en fouten van spelers er gewoon bij! De fout, de vergissing moet je niet proberen te bannen uit het voetbal. Als je daaraan probeert te raken, raak je aan de essentie van het spelletje.

“Trouwens, waar zouden de supporters op café over praten? Waarover zouden vrienden na de wedstrijd met elkaar discussiëren? De mensen die op een voetbalveld staan, zijn niet perfect. Ze maken fouten, net als iedereen. Accepteer dat.”

Maar moet je dat ook accepteren in het geval van Thierry Henry, als het gaat om de kwalificatie voor het WK?

“Natuurlijk. Dat hoort erbij.”

Het experiment met de vijf scheidsrechters in de Europa League vind je dan ook maar niks?

“De twee extra scheidsrechters hinderen alleen maar de keepers. Die drang om alles te controleren, vind ik te ver gaan. Voetbal is, net als het leven, onvoorspelbaar. En dat maakt het ook zo mooi. Op de dag dat alles gecontroleerd kan worden in het voetbal, kun je beter met robots spelen.” ( lacht)

Concentratie

Enig idee hoe het komt dat je zo snel bekritiseerd wordt in België?

“Goh, journalisten doen ook gewoon hun werk. Iedereen heeft zijn eigen standpunt. Sommigen vinden je goed, anderen vinden je slecht. Dat zal nooit een invloed hebben op mijn manier van spelen. Ik lig daar niet wakker van.

“Kijk, ik ken mezelf genoeg om te kunnen zeggen of kritiek terecht is of niet. Als ze terecht is, heb ik er helemaal geen moeite mee om ze te aanvaarden. Is de kritiek onterecht, dan raakt ze me niet.”

En als veel mensen dezelfde kritiek uiten, die in jouw ogen onterecht is?

“Ieder zijn mening. ( geagiteerd) Het enige wat ik weet, is dat ze tien wedstrijden lang positief over me zijn en als ik dan één wedstrijd minder goed speel, ben ik plots de slechtste verdediger ter wereld. Dan klopt er iets niet. Kijk, mijn intentie is altijd om te handelen in het voordeel van de ploeg. Als ik een foute pass geef, de bal verlies of een risico neem, heeft dat niks te maken met een gebrek aan concentratie. Op zulke momenten besef ik maar al te goed dat ik mezelf en mijn ploegmaats in de problemen breng. Dus dat is nooit mijn bedoeling, maar soms draait het gewoon zo uit.”

Zoals wanneer je tegen Standard de bal aan Jovanovic gaf waarna hij kon scoren.

“Nee, ik gáf de bal niet aan Jovanovic. Mijn intentie was om de bal ver weg te trappen, maar dat pakte verkeerd uit.

“En bovendien: er stond niemand bij Jovanovic. Hoe kwam dat?

“Men houdt altijd alleen rekening met het einde van een actie: de bal die van mijn voet in zijn voet terechtkomt waarna hij een doelpunt maakt. Maar wat ging daar allemaal aan vooraf? Waar is de actie begonnen en hadden we onderweg niks kunnen doen om die actie te doen stokken? Je moet de context bekijken. Men ziet alleen Alcaraz die de mist in gaat en Jovanovic die daarop scoort. Dus het is de fout van Alcaraz.”

Eind november zei Luc Devroe in Extra Time dat de ideale combinatie centraal in de verdediging Hoefkens-Alcaraz of Hoefkens-Donk is. Niet Alcaraz-Donk, omdat jullie allebei spelers zijn die af en toe wat minder geconcentreerd zijn. Ga je daarmee akkoord?

( verrast) “Dat is zijn mening, niet de mijne. Vorig seizoen zei hij dat in ieder geval niet over mij. ( lacht)

“Eind november zei hij dat? Dat was dus na de wedstrijd tegen Germinal Beerschot ( waarin Club met 1-2 verloor en Alcaraz over de bal heen gleed waardoor MacDonald de 0-1 kon scoren, nvdr). Waarom zegt hij dat ná de wedstrijden tegen Standard en Germinal Beerschot en niet ervóór? Ik denk niet dat hij dat dacht vóór die wedstrijden. Vooraleer je zoiets zegt, moet je toch even nadenken. Maar nogmaals: ieder zijn mening.”

Paraguay

In november speelde je een beresterke vriendschappelijke wedstrijd met Paraguay tegen Nederland (0-0). Je hield eerst Dirk Kuyt en dan Klaas-Jan Huntelaar aan de ketting. Hoe voelt dat?

( grijnst) “Fijn, heel fijn. Maar of ik nu tegen Kuyt speel of tegen de spits van Lokeren, dat maakt me in principe niet uit.”

Ben je nu zeker van je plaats in de nationale ploeg?

“Zeker ben ik nooit. Noch bij de nationale ploeg, noch bij Club Brugge. Het zou natuurlijk mooi zijn om het WK mee te maken, maar ik probeer daar niet te veel aan te denken.”

Ben je trots dat je voor Paraguay mag spelen?

“Zeker. In een club vertegenwoordig je 35.000 of 40.000 supporters. Als je bij de nationale ploeg speelt, vertegenwoordig je miljoenen mensen.”

Begrijp je dan dat er in België spelers zijn die zeggen: ‘Ik wens niet meer uit te komen voor de nationale ploeg. ‘?

( twijfelt) “Als je kunt spelen voor de nationale ploeg, moet je dat doen, vind ik. Wat is er hoger dan de eer van je land verdedigen?”

Dus je begrijpt je ploegmaat Stijn Stijnen niet?

“Dát is nog iets anders. Hij heeft een bepaald probleem met de nationale ploeg en wil daarom niet meer gaan. Dat wil niet zeggen dat hij daarom de kleuren van zijn land niet wil verdedigen.”

Hardnekkig gerucht

Je zit nu al 2,5 jaar bij Club. Hoe voel je je hier?

“Ik kan zeggen dat ik me hier thuis voel. Ik ken mijn weg hier, heb vrienden.”

Ben je tevreden over de manier waarop de mensen je hier 2,5 jaar geleden ontvangen hebben?

“Ja. Iedereen – zowel binnen als buiten de club – is altijd heel goed voor me geweest. In de eerste plaats denk ik aan Greet, de vrouw van de huidige voorzitter ( Pol Jonckheere, nvdr). Ze heeft ons altijd heel goed geholpen. En ook Valvino, de Spanjaard van het restaurant, is een grote steun geweest.”

Je contract loopt nog een half jaar, tot juni 2010. Hoe ziet je toekomst eruit?

“Dat weet ik nog niet.”

Waar hangt dat van af?

“Alles hangt af van de contractvoorstellen die ik krijg. Uiteraard ga ik eerst eens mijn oor te luisteren leggen bij Club Brugge. Dat is mijn prioriteit.”

Toch blijft het hardnekkige gerucht dat je vrouw Evangelina zich niet goed voelt in België.

( zucht) “Ik begin het een beetje beu te worden om daar telkens mee geconfronteerd te worden. Een journalist heeft ons ooit het volgende gevraagd: ‘Als jij en je vrouw zouden kunnen kiezen tussen Club Brugge en een Spaanse club, wat zouden jullie kiezen?’ Daarop antwoordde mijn vrouw: ‘Een Spaanse club. ‘ Waarom? Omwille van het voetbalniveau, het salaris, het weer, de taal,… Dat wil echter niet zeggen dat wij weg willen uit België of dat wij hier niet graag wonen. Het is gewoon belachelijk hoe dat verhaal ons blijft achtervolgen.

“Iedereen lijkt blijkbaar te denken dat ik zal weggaan bij Club omdat ik hier niet gelukkig ben. Als ik hier niet gelukkig zou zijn, hoe komt het dan dat ik hier al 2,5 jaar zit?

“Als ik wegga bij Club Brugge, is het om professionele redenen en om niks anders. En dat bedoel ik niet zozeer financieel, maar in de zin van: progressie maken als voetballer. Je wilt als voetballer het hoogst mogelijke bereiken.”

Ben je verliefd op België?

“Ik ben verliefd op mijn vrouw. ( lacht) Verliefd op België niet, maar ik woon hier heel graag.”

door steve van herpe – beelden: jelle vermeersch

Het mooiste wat je kunt doen, is iemand anders blij maken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier