Jan Hauspie
Jan Hauspie Voormalig redacteur bij Sport/Voetbalmagazine.

De zoektocht naar een nieuwe trainer heeft Sint-Truiden niet alleen Henk Houwaart, maar ook een nieuwe sportief adviseur opgeleverd, waardoor de vraag zich opdringt : hoe zou het met Guy Mangelschots zijn ?

Er wordt merkwaardig angstvallig het zwijgen toe gedaan op Staaien, maar dat voorzitter Roland Duchâtelet zijn sportieve beslissingen tegenwoordig in grote mate van het oordeel van François Laureyssen laat afhangen, moet kennelijk een goed bewaard geheim blijven. Laureyssen, een jarenlange vriend van Duchâtelet, is sportief directeur van FC Újpest, de Hongaarse club waarmee STVV samenwerkt. Hij pendelt steeds vaker heen en weer tussen Boedapest en Sint-Truiden. Als een soort van ‘overkoepelend manager’, dacht Guy Mangelschots, maar nadat dit zo in S/VM had gestaan, legde Duchâtelet hem uit dat Laureyssen “gewoon” zijn persoonlijke sportief raadgever is. Hij is verbonden aan de voorzitter, maar – nuance – niet aan de club : zo staat het naar verluidt ook in het onlangs nieuw ingevoerde structuurplan.

“Aan zo’n plan was zeker behoefte,” zegt Mangelschots, “maar Duchâtelet is geen man van titeltjes. Hij hecht daar geen belang aan. Wat hij denkt dat de club ten goede kan komen, doet hij gewoon. In zijn bedrijven, zo heb ik altijd horen vertellen, heb je ook alleen maar vlakke besturen. Dat wil hij hier ook. STVV hééft trouwens geen bestuur. In veel clubs heb je een papieren bestuur : dan heb je er beter geen. Onze huidige mensen kunnen het nieuwe structuurplan voor tachtig procent invullen, maar met andere afspraken. François denkt met Roland mee in die structuur en in het sportieve beleid van de club, maar dat betekent niet dat hij Újpest loslaat. En de beslissingen worden nog altijd door onze voorzitter genomen.”

Mangelschots is precies twintig jaar bij Sint-Truiden. Eerst als trainer en sinds een tiental jaar als technisch directeur, een baan waarvoor hij in 1997 uit het onderwijs stapte – hij gaf les in het zesde leerjaar. Drie jaar geleden leek het of zijn dagen op STVV waren geteld. Duchâtelet, pas nieuw, trok Marc Wilmots aan en gaf hem in één klap álle sportieve bevoegdheden. Maar Wilmots werd ontslagen en Mangelschots in ere hersteld. Een vergelijkbaar scenario lijkt zich nu af te spelen, met Laureyssen als het nieuwe orakel en Mangelschots in een figurantenrol.

“Neen,” zegt Mangelschots, “want – met respect voor de mensen hier – als het over voetbal gaat, sta ik een beetje alleen. Ik ben blij dat ik nu bij iemand terechtkan die ook voetbal kent. En die voor hetzelfde doel werkt : Sint-Truiden beter maken. Ik voel me dus helemaal niet beschadigd. François en ik schieten goed met elkaar op, we maken elkaar niets wijs : wat dat betreft, hebben we elkaar gevonden. De onderhandelingen voor een nieuwe trainer hebben we samen gevoerd, met Roland erbij.”

Twee weken is Sint-Truiden in de ban van de zoektocht naar een nieuwe trainer geweest. Alles begon op die noodlottige maandag, na de nederlaag tegen Zulte Waregem (3-0), waarop bij de spelersraad door algemeen coördinatrice Anja Verweyen en commercieel manager Geert Smets naar het vertrouwen in Thomas Caers werd gepolst. Mangelschots zat in Hongarije. Hij woonde er ’s avonds de wedstrijd Újpest-Debrecen bij, vooral om de bezoekende spits, Ibrahim Sidibe, aan het werk te zien : een 26-jarige, linksvoetige Senegalees die hij vorig seizoen (goed voor vijftien goals toen) ook al volgde. “Ik kan toch op zondagavond geen ticket meer bestellen ? Wist ik veel dat de situatie zo zou escaleren.”

Mangelschots wil niemand verwijten maken en neemt de verdediging van zowel het secretariaat als de spelers op zich. Hoe het zou zijn gelopen, mocht hij in België zijn geweest, zegt hij niet te weten. “Het initiatief was goed bedoeld, maar het dreef op emotie, zo kort na de wedstrijd, en dat is nooit goed. Dat heb ik hen ook gezegd, toen ze mij in de loop van de voormiddag belden en zegden dat ze hun oor te luisteren wilden leggen bij de spelers. Op zich is daar niks mis mee. Na afloop is Thomas ingelicht : was hij in zijn wiek geschoten ? Ik weet het niet. In ieder geval heeft hij gereageerd, in mijn ogen te vlug, want óók te emotioneel. Toen men mij belde met wat de spelers hadden gezegd, heb ik hem daarover gebeld, maar hij wist het al. Ik heb niks meer aan zijn beslissing kunnen veranderen.”

Spelersraad

Om het hele voorval beter te begrijpen, zegt Mangelschots, is het ook goed te weten dat de spelersraad pas sinds enkele maanden is opgericht. Dan mag je hem ook reden van bestaan geven en dus interpelleren. Dat de spelers dat hebben aangegrepen om voor de derde keer op rij hun trainer buiten te werken, vindt Mangelschots te ver gaan, al erkent hij de laagdrempeligheid in zijn club wel als een stuk van het probleem. “We mogen de schuld niet bij de spelers leggen. We zijn een open club, dat klopt, waar spelers gemakkelijk overal kunnen binnenlopen, maar het is niet waar dat ze meer macht hebben omdat ze hun grieven gemakkelijk kwijt kunnen. Als ik vind dat het neen is, hebben ze dat van mij ook altijd te horen gekregen.”

Grootmoedig steekt de technisch directeur de hand in eigen boezem. “De fout die we met onze laatste drie trainers hebben gemaakt, en die vooral ík me moet aanrekenen, is dat we voor een jonge, onervaren spelersgroep enthousiaste maar onervaren trainers hebben gezet. Marc was onervaren, Herman Vermeulen en Thomas ook. Voor een onervaren groep werkt dat waarschijnlijk niet, bedenk ik me achteraf. Voor een ervaren groep misschien wel, want ervaren spelers corrigeren zichzélf. Dat is dus iets anders dan zeggen over die trainers : ze kunnen het niet.”

Ook hier is er de uitzondering om het vermoeden te bevestigen : Jacky Mathijssen, recht vanuit het doel in het trainersvak gestapt, maar met succes. “We hadden deels een ervaren groep toen,” zegt Mangelschots, “maar ook een trainer die achteraf écht een trainer bleek te zijn. Hij heeft weinig moeten leren. Wij zijn altijd een club geweest waar jonge mensen kansen krijgen, als speler en als trainer. Waarschijnlijk, moeten we nu toegeven, lukt dat niet. Ik zeg : waarschijnlijk, want helemaal zeker weet je dat niet.”

Grote stappen vooruit

Drieënhalf jaar is Roland Duchâtelet nu op Sint-Truiden. In die tijd speelde de ploeg alleen maar degradatievoetbal en met Henk Houwaart zijn ze ze aan hun vierde trainer toe. De politicus/bedrijfsleider hielp STVV aan zijn licentie en bouwde een nieuwe tribune, maar zijn sportieve beleidskeuzes zijn op z’n zachtst gezegd discutabel gebleken.

Mangelschots : “Als je naar de rangschikking kijkt, zeg ik : je hebt gelijk. Kijk je naar de invulling van het elftal, heb je geen gelijk. We hebben gróte stappen vooruit gezet qua kwaliteit in het elftal. Waarom denk je dat het publiek al het hele seizoen achter ons is blijven staan ? Omdat we onder Thomas veel goed voetbal hebben laten zien, wat ze hier niet gewoon zijn. Maar de omschakeling van het voetbal dat we in het verleden brachten – móésten brengen ook, wegens onze financiële beperkingen – naar dít voetbal, daar gaat tijd over. Het is onze bedoeling om steeds meer kwaliteit binnen te brengen. Het is ook de betrachting van de voorzitter om nóg meer kwaliteit te halen. Dat kost wel iets, maar dat heeft hij ervoor over. Doordat we Mbonabucya tot het einde van het seizoen kwijt zijn, gaan we er mogelijk een aanvaller bij nemen ( vandaar het scouten van Debrecen-spits Ibrahim Sidibe, nvdr).”

Het streven naar kwaliteit op het veld heeft ook consequenties voor heel de club, merkt Mangelschots op. “Dan moet ook in je structuur kwaliteit de norm zijn. Bevoegdheden moeten duidelijker afgelijnd worden. Dat is gebeurd met het nieuwe structuurplan. Dat de een op het terrein van de ander komt, zal waarschijnlijk niet meer kunnen in de toekomst.”

In dat sportieve kwaliteitsstreven heeft STVV ook een evenwicht moeten vinden tussen zijn Haspengouwse roots en het onder Wilmots gehuldigde adagium ‘de wereld ons dorp’. Mangelschots : “We kwamen van een bestuur met mensen die zelf investeerden in de club en met die investeringen niet verder konden reiken dan Haspengouw. Dan ben je beperkt als je kwaliteit in je groep wil brengen. Daarna zijn Duchâtelet en Wilmots gekomen. Wilmots heeft ons de ogen geopend en duidelijk gemaakt dat je verder moet kijken. Je kunt in je eigen omgeving niet alle kwaliteiten vinden voor een ploeg in de eerste klasse. De keuze van zijn spelers was misschien niet gelukkig, maar de mogelijkheden die we nu hebben, zijn niet die van drie jaar geleden. Ik denk dat we in de opbouw naar een betere ploeg nu wél de juiste weg hebben gevonden. Ook daar heb je tijd voor nodig, want Roland is niet degene die zomaar met geld gooit.”

Niet gaan lopen

“Ik ben niet iemand die veel vooruitkijkt”, filosofeert Mangelschots ten slotte over zichzelf. “Wat komt, komt ; en wat er is, is er. Ik kom nog altijd even graag naar de club. Ik ben er niet mee bezig hoelang het nog duurt, maar ik begrijp dat men over vernieuwing praat. Tien of vijf jaar geleden zou ik dat niet begrepen hebben.”

Drie jaar geleden ook nog niet, toen Duchâtelet hem al eens aan de kant schoof, toen voor Wilmots. “Dat was moeilijk, ja. Omdat het zo plots kwam, ik stond machteloos. Niemand had mij erover gesproken. Niemand had ook verwacht dat Marc alles naar zich toe zou trekken. Ik heb het aanvaard, maar ik ben graag teruggekomen omdat ik zag dat het niet ging. Zo ben ik : als het moeilijk is, ga ik niet lopen. Integendeel, dan span ik me nog meer in omdat ik weet dat ik dan het best presteer. Zoals nu. Ik blijf nog altijd zeggen dat Marc, als hij zich goed had omringd, wél kans op slagen had gehad. Maar hij is te veel beïnvloed geweest, vooral door zijn hulptrainer Kovacs.”

En nu is er dus Laureyssen. “Ik heb geen moeite een stap opzij te zetten als het goed is voor de club. Ik zeg niet dat het geen pijn zou doen, maar ik wil alleen dat als ik stop … Kijk, soms lijkt het alsof ik alles afsla wat de club vooruit zou kunnen helpen. Wat een dwaasheid ! Ik kén de verhalen, dat ik me zou vastklampen aan mijn functie. Ik wéét welke onzin er wordt verteld, maar ik lig er niet wakker van. Voor mezelf weet ik dat het niet waar is. Dat volstaat.”

Na enkele ogenblikken van stilte : “Ik heb voor STVV altijd alles gedaan : ik heb er véél voor opgeofferd en ik ben véél afgemaakt, door véél mensen. Mocht dat intern zijn gebeurd, dan was ik al lang weg. Want ik ben ook nog eens degene die andere mensen uit de wind zet. Ook zaken waar ik niks mee te maken had, heb ik gedragen, en soms nóg. Ik probeer mensen altijd te begrijpen en uit de wind te zetten. Is dat verkeerd ? Op school was ik net dezelfde : ik kwam altijd op voor mijn collega-leerkrachten. Dus, wie kan mij pijn doen ? Alleen de mensen van de club zelf. Al jaren staan dezelfde mensen te schreeuwen dat het een schande is dat ik er nog ben : ik heb er nooit op gereageerd. Moet ik mij opjagen voor zulke mensen ? Duchâtelet heeft ze aangepakt op de vorige supportersvergadering : toen waren ze klein, hoor. ‘Jullie zijn geen supporters’, zei hij. Kijk, dat doet Roland dan weer wél : hij komt op voor zijn mensen.”

JAN HAUSPIE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content