Tijdens de fotosessie aan het meer van Bregenz, met op de achtergrond de bergen, geeft hij het spontaan toe : ‘Je mag het niet zeggen, maar het vakantiegevoel is hier nooit ver weg.’ Maar Regi Van Acker ís niet met vakantie.

De voorbije veertien maanden zette Regi Van Acker (48) Casino Bregenz naar zijn hand. Vorig seizoen behoedde hij de plaatselijke eersteklasser voor degradatie en nu, bij de winterstop, parkeerde hij de ploeg op een gedeelde vierde plaats. De beloning kwam uit Wenen : Van Acker is één van de drie genomineerden voor de titel Trainer van het Jaar. Verkiezing ergens in januari, zo precies weet hij het niet.

De sportieve successen van Bregenz – randje Zwitserland, randje Duitsland en voor het gros van de Oostenrijkers het snelst te bereiken via een ommetje langs München – doen wenkbrauwen fronsen in Oostenrijk. Bregenz, dat is Cultuur met een grote C. De Festpiele zijn wereldvermaard, het zomerfestival met zijn podium in het meer ! Zowel in 2003 als in 2004 : opvoeringen van West Side Story. Tickets amper te vinden. Bregenz ademt kunst uit. Aan de boulevard die het meer omarmt, is er nog het Kunsthaus van architect Peter Zumthor. Een opgemerkte, extraverte noot met een leuke bar voor de hippe few in dit voor de rest heel klassieke stadje met opvallend veel Italiaanse restaurantjes, een wat bizar ogende nachtclub boven het station, een mooi oud kerkje dat halverwege de berg staat, en een druk bezocht casino.

Bregenz wordt door Oostenrijk en West-Europa geïdentificeerd met kunst, met geld, met vakantie, met het meer. Niet met sport. De kabellift die de bezoekers boven het dal brengt, vervoert geen skiërs, want hier kom je nauwelijks boven de duizend meter uit en sneeuw ligt er alleen in de winter. Overigens schuift de sneeuwgrens elk jaar een stukje hoger op en in het dal vallen er amper vlokken. Weg is stilaan ook hier het cliché van een witte kerst.

Naar het voetbal kijk je hier vanuit een tribune met mooie brede houten planken, of vanuit het zwembad annex sauna met een wandelterras dat uitgeeft op het stadion. De meesten volgen de wedstrijd in badjas, al is er hier en daar wel één die in bloot bovenlijf toekijkt hoe Schwarz Weiss het er tegen GAK afbrengt. Gemoedelijk allemaal. In de achtergrond verdwijnen de bergen samen met het daglicht in de duisternis. Lichtjes pinken. Vakantiegevoel !

In dit stadje woont Regi Van Acker, op een appartement. Sinds nieuwjaar met zijn vrouw. De kinderen zijn 25 en 22, oud genoeg om in België alleen hun weg te zoeken. Voor hen staat Bregenz wél synoniem met vakantie. ’s Zomers wordt een bezoekje aan pa en ma gecombineerd met een verblijf aan het meer, ’s winters met een skivakantie. Lech en zijn pistes liggen op amper drie kwartier rijden. Om zich te ontspannen trekken Van Acker en zijn vrouw zelf twee keer per week de berg op. Een nieuwe passie.

Avond na avond staan de parkings aan het casino vol en aan de wagens en de dresscode in de stad te zien, is er poen. “De economie draait hier heel goed”, beaamt Van Acker. “Uiteraard hebben ze mee gedeeld in de klappen, maar op het sociale vlak kan je dit vergelijken met België. Alleen zijn ze nog iets gedisciplineerder. Ik heb geen flauw benul van wat er in Wenen gebeurt, maar hier heeft de politie nog wat te zeggen. Kinderen die ’s avonds om tien uur nog alleen op straat lopen, worden naar huis gestuurd.”

Veel aandacht voor milieu en gezondheid. Van Acker : “Iedereen doet wel iets van lichaamsbeweging. Dokters gaan sneller de alternatieve weg op. Geen antibiotica, veel natuurproducten, kruiden. Van onze fysiotherapeut dacht ik in het begin dat hij boeddhist was. Hij stak ijzerdraadjes in je handen. Vorig jaar zaten we in de shit en kreeg ik telefoontjes van hulpbiedende mensen. Ik ben een handoplegger en kan spelers opnieuw vertrouwen geven. Of van mental trainers. Moest ik naar lezingen van mensen die een boek hadden uitgebracht over alternatieve geneeskunde.”

Op 1 oktober was het een jaar geleden dat Regi Van Acker in Oostenrijk aankwam. “De eerste drie maanden waren moeilijk, omdat ik taal noch competitie kende. Hun dialect was niet zo gemakkelijk te verstaan. De coaching kon nog net in het Engels, maar voor alles wat erbij kwam kijken – tv, kranten, andere conversaties – was het een handicap. Ze vroegen me om zo snel mogelijk Duits te leren. Als je dat dan doet, wat voor Vlamingen vrij normaal is, en je beantwoordt hun vragen na enkele weken al in hun taal, zetten ze zúlke ogen. Wauw, fantastisch ! Hij spreekt al Duits.

Alles is er toch iets minder professioneel dan in België, stelde Van Acker ook vast. Als er Engels of Frans moet worden gesproken in de club, halen ze hem er toch liever bij… “Anderzijds is deze club pas aan haar vijfde jaar in eerste klasse toe. Het zijn groeipijnen. Onze voorzitter, Hans Grill, is een mix tussen Eddy Wauters en Roger Lambrecht. Industrieel, rijk, twee villa’s, twee boten, speciaal man, bezeten van zijn club, 73 jaar oud. Als er een fax binnen rolt, is hij de eerste om de secretaresse te vragen wat er aan de hand is. Dan schiet hij recht, klaar voor actie.”

Bregenz is een ploeg die zich doorgaans in de onderste helft van de rangschikking ophield. Van Acker : “Ze vroegen zich in Oostenrijk altijd wat af wat wij eigenlijk in de competitie kwamen zoeken. Dat is nu helemaal weg, dit seizoen nemen ze ons wel au sérieux. Die nominatie voor Trainer van het Jaar is daar een gevolg van : volgens de Oostenrijkers kan het niet dat Bregenz meespeelt voor de vierde plaats.”

Dat proces zette hij vorig seizoen al in gang, denkt Van Acker. “Ons seizoen loopt in kwartjes. Alles samen speel je vier keer tegen elkaar : tegen elke ploeg twee keer uit en twee keer thuis. In het laatste kwart van vorig seizoen hebben we maar één keer verloren. Vervolgens heb ik in de zomer de kern gereduceerd van 27 tot 19 spelers en er twee mensen aan toegevoegd : Gunther Schepens en Vladimir Vuk, die centraal snelheid in de verdediging moest brengen. Met die gasten zijn we dan serieus beginnen werken.”

Hij zegt er zijn ei kwijt te kunnen. “Voor ik tekende,” vertelt Regi Van Acker, “had ik ze een weekend geobserveerd. Er zat kwaliteit in de ploeg. Geen gedoe met lange ballen, maar proberen de combinatie te zoeken. Dat trok me aan. Wel een gebrek aan competitiegeest, allemaal mannen van tiktak, draaien en keren, nóg een mooie beweging. Bijzonder bizar was dat we onderin stonden en toch de topschutter van de competitie in onze rangen hadden. In de statistieken waren wij de ploeg die de meeste kansen afdwong, maar tegelijk ook de meeste kansen toestond. Dat is ook wel het Oostenrijks voetbal : Admira en Pasching spelen vrij defensief en speculeren op de counter, maar bij de anderen is het toch vaak voetballen en laten voetballen.”

Urenlange verplaatsingen met de bus, bijgevolg stramme spieren in de uitwedstrijden, het hoeft dus niet te verbazen dat Bregenz eerder een thuisreputatie heeft. Van Acker : “Ploegen komen niet graag naar hier. Ook zij zien op tegen de verplaatsing, al zijn wij ook gewoon góéd natuurlijk. Maar dat heb ik moeten leren : de trainingen doseren, want die busreizen slopen je. Mijn eerste analyse van het Oostenrijkse voetbal was : een uur goed, maar daarna pijlsnel bergaf. In het begin trainde ik wat harder, om te laten voelen dat ik hier was én om dat niveauverlies weg te werken. Maar iedereen kreeg spierpijn. En al snel kwamen er signalen dat ik op die manier niet te veel spelers zou overhouden.”

Nu lukt het beter. “En dan komt uit wat ik vorig seizoen al dacht : als ik ze fysiek wat meer in orde krijg en we leren wat compacter te spelen, zullen we vooruitgaan. Daarom de keuze voor Gunther Schepens en ik moet zeggen : Gunther doet het schitterend. En dan is er veel mogelijk in Oostenrijk. Er zijn hier maar tien ploegen, maar ze hebben wel evenveel Europese tickets te verdelen als België. Als je hier dus iets kan neerzetten, speel je elk jaar Europees.”

In 2008 organiseert Oostenrijk samen met Zwitserland het EK. Langzaam voelt Regi Van Acker dat er wat in beweging komt. “ORF, de nationale zender, zendt elke zondagmiddag een wedstrijd live uit. En Première, de betaal-tv, doet het ook geregeld. Allemaal met 2008 in het achterhoofd, als promotie van het voetbal. De trainers moeten ook geregeld naar Wenen, waar ze soms keihard discussiëren. Met hun jeugd doen ze het evenmin slecht, de û19 werden derde op het EK. Maar het is wat daarná komt wat telt, zeg ik dan. Hun probleem is dat ze hier te lang Duitsland hebben verafgood.”

Per provincie zijn er goed uitgeruste opleidingscentra, zegt Van Acker. “Qua infrastructuur zijn ze echt wel aan het pushen. Er is ook een trainer aangesteld die jongens die al eens voor een nationale ploeg werden geselecteerd, training wil geven. Maar dan zie je… (lacht). Die jongen kwam in Wenen uitleggen wat hij ging doen. Bleek hij nog een student te zijn, die de trainingen wilde gebruiken voor zijn thesis. Zie je ? Ze willen wel moderniseren, maar tegelijk ben je onderdeel van een proefproject. Ik vroeg hem : ‘Als mijn spelers vermoeid zijn door die extra trainingen, ga jij mijn premies dan betalen ?’ Neen, was zijn antwoord, maar weet je wat hij dan zei ? ‘Als ik ze beter maak, ga jij míj dan premies betalen ?'”

Nog zoiets. “Op een dag kwamen ze me zeggen : ‘Overmorgen is het skidag, trainer.’ Sponsors, vrouwen, kinderen en spelers, allemaal de bus op, naar het skigebied. In België krijg je dat niet uitgelegd, hé. Omdat ik niet ski, heb ik daar wat op het terras gezeten, gewandeld, iets gedronken. Skiën is voor hen… normaal. Onlangs was er een afdaling in Canada. Door het tijdsverschil viel het begin van de tv-uitzending samen met het einde van onze wedstrijd. Dus vroeg ORF de scheidsrechter om een paar minuten vroeger te beginnen, want op het aanvangsuur in Canada hadden ze geen invloed… Aan die cultuur moet je je aanpassen, dus dénk ik er niet aan om het te verbieden.”

Hij past zich aan. “Je voelt het overal : Vorarlberg is een beetje een verstoten provincie en compenseert dat met een West-Vlaamse mentaliteit. Schaffen, schaffen. Op café betaalt elk het zijne. Vond ik ook zo raar. Idem als je gaat eten. Eens ze je mogen, kan je ontzettend op hen rekenen. De voorzitter bedankt me constant, lyrisch doen ze hier over ‘de beste heenronde ooit’. Eigenlijk voel ik me een beetje zoals in Kortrijk : beperkte middelen, elk jaar je beste spelers laten gaan, maar toch steeds betere resultaten halen.”

Wat hij ook een aangename ontdekking vindt, is een competitie met tien clubs. ” Eddy Wauters zei me altijd : als je in de trainersvakbond gaat, moet je alles doen om dat tegen te houden. Zoveel clubs minder betekent zoveel jobs minder. Ik maak het hier nu mee en ik zeg : zelfs met tien punten voorsprong ben je niet gerust. Ik vind het veel boeiender zo.”

Maar geen Oostenrijk in de Champions League, geen Oostenrijk op het EK. Is het dan wel zoveel beter ? Regi Van Acker : “Ik spreek niet over het niveau, wel over de spektakelwaarde van de wedstrijden en de spanning. Vorig seizoen in de winterstop stond Ried tien punten voor ons : het is gezakt ! In België kan dat nooit. Maar qua niveau spelen andere dingen mee. Oostenrijk is geen voetballand, daarvoor heeft het te diep gezeten. En de wintersporten zullen hier altijd voorrang krijgen.”

door Peter T’Kint

‘Ze doen hier lyrisch over ‘de beste heenronde ooit’.’

‘De voorzitter is een mix tussen Eddy Wauters en Roger Lambrecht.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content