Zo woelig de baren in Mechelen, zo groot de moed van de trainer. ‘Ik probeer het, maar lukt het nog altijd ?’ Een gesprek met Stéphane Demol.

Met KV Mechelen is StéphaneDemol na KFC Turnhout en Verbroedering Geel aan zijn derde club toe als trainer. Derde club met financiële problemen ook. Want nadat Turnhout zich in de eindronde door de licentiecommissie gefnuikt zag en Geel uit financiële noodzaak alle zeilen bijzetten moest, valt nu ook KV Mechelen aan onrust ten prooi. Maar hoe labiel Malinwa ook mag zijn, het bureau van de trainer blijkt een oase van rust en orde. “Het mag niet te lang duren, natuurlijk. Ik kreeg hier bij Mechelen van iedereen rond de club positieve commentaren, maar als dat werk zo moeilijk, zo beïnvloed wordt door externe factoren, dan zal het op den duur niet goed meer kúnnen zijn. Dan ben ik tegen mijn eigen kar aan het rijden, dus ik hoop dat een en ander snel opgelost raakt.”

Hoe moeilijk werken is het met een groep die niet betaald wordt ?

Stéphane Demol : ’t Is niet moeilijk om ze proberen scherp te houden, want ik moet het voorbeeld geven, dus ik zal de allerlaatste zijn om de armen te laten zakken. Ik probeer het dus, maar lukt het nog altijd ? Dat is de vraag. De ene zet zich daar makkelijker over dan de andere, de ene heeft wat centen opzij gelegd, de andere niet. Alles is heel goed begonnen met zeven weken voorbereiding en een stage erin. Heel gretige groep, die ik op training nooit hebben moeten aansporen om meer te lopen of harder te trainen. Spelers die allemaal, ik zal niet zeggen nerveus, maar toch wel geconcentreerd waren en echt op die eerste wedstrijd in eerste klasse aan het wachten waren.

Tja, dan begint de competitie en komen de, toen nog, kleine probleempjes. We wisten vooraf allemaal dat er financiële problemen waren en ons was beloofd dat die zo vlug mogelijk opgelost gingen worden. Daar plakt wel geen termijn op, maar wij hoopten op het begin van de competitie. Dat bleek dus niet in orde. Toen hebben we de eerste vier wedstrijden wat apart gezet : twee thuiswedstrijden die normaal zes punten moesten kunnen opleveren, plus naar Anderlecht en naar Brugge. Met een match van de nationale ploeg ertussen dachten we dat er na die vijf weken een oplossing zou zijn. Sportief kregen we alle lof : thuis gewonnen tegen Charleroi, iets moois laten zien tegen Anderlecht, goed gespeeld maar verloren tegen Bergen omdat we onze kansen verzuimen af te maken, Brugge met tien man een half uur weggespeeld, op de paal gekopt, open doelkans gemist en in de laatste vier minuten pas twee doelpunten tegen gekregen. Van iedereen kregen we goede kritieken voor de gedurfde manier van spelen, voor de ommekeer op zo’n korte tijd.

Maar dan beginnen dus de problemen groter te worden, mensen die de club verlaten, spelers die in staking gaan en met Sint-Truiden, Lokeren en Lierse drie keer na mekaar tegen de nummers twee uit de competitie moeten spelen. Tegen Lierse waren we de eerste helft goed, op Sint-Truiden te slap en met te veel individuele fouten, en tegen Lokeren zegt PaulPut dat hij aan de rust Mechelen moest feliciteren omdat we hen vijfenveertig minuten volledig wegspeelden. Maar ja, dat is niet genoeg. Het begint stilaan een klein beetje niet naar naïef, maar naar niet genoeg te ruiken. Aanvallen en goed spelen, oké, maar dat is maar één onderdeel van het spel. Daar moet ook goed verdedigen bijkomen en geen flaters begaan.

Jullie hebben de meest gepasseerde verdediging.

Maar vergeet niet dat we wel al tegen de topploegen speelden : op Anderlecht, op Brugge en tegen de drie nummers twee, de ploegen die op dit moment in vorm zijn. Eén van die matchen hadden we toch moeten kunnen winnen. Nu komen er met Lommel, La Louvière, Beveren en Westerlo vier wedstrijden aan tegen ploegen die dicht bij ons staan. Dat zou een goeie maand moeten worden.

Onze betrachting was tweeledig : zeker in eerste klasse blijven én aanvallend voetbal brengen. Dat lukt op dit moment. Maar vijf keer op rij verliezen, dat zou gedaan moeten zijn. Ik ben dat niet gewoon en zeker niet van zoveel doelpunten te incasseren. Dat steekt mij wel wat tegen, maar dat is mijn werk. Het is niet alleen de spelersgroep die verliest, ook ik en de assistenten en de rest. Je zit allemaal samen in één zak. Iedereen heeft zijn deel van de verantwoordelijkheid.

En dan moet je vaststellen dat het collectief niet in staat is individuele fouten op te vangen.

Je moet aan een ploeg die uit tweede komt de tijd geven om zich aan te passen. We weten dat het een moeilijk seizoen gaat worden, maar de eerste vraag van de voorzitter was : je moet offensief spelen, want we hebben veel supporters en die mensen moeten blijven komen. En er moeten er liefst nog bij komen. Oké, wij proberen dat en daar krijgen wij lof voor. Maar die flaters moeten er dus uit. Ik had gehoopt dat dat leerproces iets sneller zou gaan. Over een maand, denk ik, zullen we pas echt een balans kunnen opmaken. Dan hebben we ook tegen de ploegen van ons niveau gespeeld. We moeten alleen zorgen dat we de kansen procentueel beter afwerken en dat we beter verdedigen. Je moet daarvoor je manier van spelen niet veranderen.

Wat zijn de problemen voorin ?

Ook daar geldt : minder flaters begaan. We beschikken op zesentwintig spelers over acht spitsen en ze hebben ongeveer allemaal al gespeeld, maar een echte topschutter is nog niet opgestaan. Komt het of komt het niet ? We hebben beslist om met deze groep minstens tot januari door te gaan en dat er dan eventueel enkele verdwijnen en er één of twee bijkomen. Daar is een maand geleden al over gepraat.

Ode Thompson, die je weigerde, kon daar niks aan toevoegen ?

Volgens mij niet. Je moet het in zijn algemeenheid bekijken. Sammy Greven is misschien de beste speler die we hebben. Die jongen was de hele voorbereiding super en moest de laatste week geopereerd worden, dus die zit nu na een paar matchen nog niet aan zijn beste niveau. DeJong komt terug, Amuzu moet nog terugkomen. Dat zijn mensen die we goed zullen kunnen gebruiken. Na die week rust omdat de nationale ploeg speelt, moeten we er een aantal kunnen recupereren en dat zal de concurrentie ten goede komen. Hopelijk komt het ook het niveau ten goede. In feite zitten de problemen in het geheel. De twee keepers… Willockx heeft twee wedstrijden niet echt goed gespeeld, Bégois is ook niet echt goed te noemen. Ik verwacht in de volgende wedstrijden dat sommigen gaan rechtstaan en doorbreken om de ploeg op sleeptouw te nemen. Oké, Viscaal doet dat verbaal wat, maar ik verwacht meer een leider die door prestaties het voorbeeld kan geven en het niveau opkrikt.

Wat gaf de doorslag om voor een 4-4-2 te kiezen ?

In het begin deden we het zo, maar we hebben ook al 4-3-3 gespeeld en op Sint-Truiden voor de eerste keer zelfs met een libero. Ik denk namelijk dat deze groep op dit moment nog niet genoeg maturiteit heeft om altijd op dezelfde manier te spelen. Kijk, er beginnen nu jongens uit te vallen en zij die in de plaats komen, hebben hun kwaliteiten en die liggen niet altijd in dat spelsysteem. Dus is het op dit moment bijna wekelijks wat schuiven.

Maar je blijft zoals de meeste trainers van jouw generatie wel voor verzorgd en offensief voetbal kiezen.

Ja, maar het hangt er ook vanaf in welke club je terechtkomt. Bij Turnhout heeft men mij gevraagd : kan je offensief voetbal brengen ? De voorgaande jaren was het daar altijd verdedigen met een libero, counteren, bijna geen volk meer… Ik heb twee maanden voor het einde een analyse gemaakt en zelf een paar spelers mogen kiezen. Met succes, want we hebben de meeste doelpunten van heel België – eerste, tweede, derde en vierde klasse samen – gemaakt, met drie topschutters in de topvier van tweede klasse. Bij Mechelen vroeg men het mij ook. En ja, ik wil dat ook wel proberen, maar natuurlijk ik zit hier met een ploeg die ik gekrégen heb.

Op dit ogenblik maken wij te veel individuele fouten. Dan zeg ik ook : over enkele weken zullen we moeten evalueren of die jongens maturiteit missen of talent. Zijn ze goed genoeg voor eerste klasse en gaan ze er week na week op vooruit, of zijn ze niét goed genoeg ? Misschien moeten we er aan de winterstop drie of vier laten gaan en er één goeie, transfervrije speler bij pakken. In het begin hebben we natuurlijk zo goed gespeeld dat iedereen riep : amai, dat is zeker geen degradatiekandidaat ! Maar dat was overdreven. Er is beter gespeeld dan verwacht en daardoor zijn sommigen in en rond de ploeg wat gaan zweven. Je moet realistisch blijven.

Er is sprake van hulp uit het buitenland, mogelijkerwijs een constructie met een soort van financieel én sportief controleur.

Ik heb dat ook in de krant gelezen.

Bij Beveren is gebleken dat zoiets voor trainers niet altijd de prettigste samenwerking oplevert.

Als het goed is voor KV Mechelen, is het voor mij ook goed. Maar zo is de afspraak hier niet met mij, het staat zo niet in onze overeenkomst, dus ik denk niet dat het zal gebeuren. Ik hoop alleen dat ik mijn werk hier goed zal afmaken : de club met redelijk goed voetbal in eerste klasse houden.

Wordt Standard je volgende club ?

Ik heb daar gespeeld, dus ik ken daar bijna iedereen. D’Onofrio is bijna tien jaar mijn persoonlijke zaakwaarnemer geweest en Preud’homme zit naast mij in de Heizelschool en we komen goed overeen. Maar dat is op dit ogenblik absoluut niet aan de orde.

Er zijn er die zeggen : Demol wil graag naar Zuid-Europa, dus moet hij eerst een serieuze eersteklasser trainen voor D’Onofrio hem naar ginder krijgt.

Dan ben je slecht ingelicht of je luistert naar de verkeerde mensen.

Bij clubs in moeilijkheden, zegt Emilio Ferrera, moet je te veel rekening houden met de tegenstander, waardoor je je eigen visie niet kan ontplooien, dus mag je daar niet te lang blijven.

Dit is mijn eerste jaar in eerste klasse. Ik heb bij Turnhout op dat niveau veel kunnen bewijzen, met het geluk dat ik een goeie ploeg had. En Geel hebben we gered en er vier jonge gasten van 18, 19 in het eerste elftal laten meespelen. Dus zowel gered áls jeugd ingezet. Wat niet altijd evident is, die twee samen doen. Hier in Mechelen zitten we ook met wat jeugd. ’t Is niet gemakkelijk dat je bij een van de mindere ploegen zit, maar ik voel me heel goed op mijn plaats in eerste klasse.

Raar, maar in Geel horen we dat ze je net verwijten geen jeugd op te stellen, maar spelers van een bepaalde makelaar.

Dat zijn zeveraars die u dat zeggen. Je bent slecht ingelicht en dat is nu al de tweede keer. Je kan aan één of twee mensen iets over mij vragen en die gaan honderd keer iets slecht zeggen, terwijl zeventig anderen iets goed zullen zeggen. Kijk, als je naar Moortgat ( de voorzitter, nvdr) luistert, kan er niks goed uitkomen. Neem alle wedstrijdverslagen en we zullen zien of ik jonge gasten opgesteld heb of niet.

Waarom klikte het niet ?

Omdat het niet klikte. Van de eerste of de tweede dag al niet. Dat was leerrijk, maar niet plezant. Het zal nog wel eens voorvallen in mijn leven, dat ik ergens terechtkom waar niet alles rozengeur en maneschijn is, en dan moet je erdoor. Turnhout was de hemel en Geel de hel om te werken, en dan heb ik het niet over mijn relatie met de spelers. Ik kan het niet bewijzen, maar ik voelde mij daar gewoon niet goed.

Vandaar dat dan ook verhalen de ronde doen over Demol die trainingen oversloeg en op stap ging in Geel.

Je moet oppassen, hé ! Ik ben nooit op stap geweest in Geel en ik heb nooit een training overgeslagen. Vraag het aan mijn hulptrainer. Het was zo dat het bestuur zich wou bemoeien met hoeveel trainingen ik moest geven, en dat wou ik niet. Dat is iets helemaal anders. Het bestuur wou dat ik ’s avonds trainingen gaf, terwijl ik vond dat we – het zijn profs – overdag moesten trainen. En trainingen gemist, ja, een paar keer omdat ik naar de trainersschool moest. Dat kan hier vanaf oktober op dinsdag en woensdag ook gebeuren. En in Geel op stap gaan, één keer : de laatste training voor nieuwjaar, toen zijn we met zes, zeven spelers op stap geweest. In Geel zelf ? De eenendertigste december hebben we met Goots, tot vier uur ’s nachts, met het bestuur erbij, onderhandeld over zijn contract.

En om het bijna potsierlijk te maken : ze zeggen zelfs dat je soms in de kleedkamer op de massagetafel bleef slapen.

Ik ben één keer in míjn kleedkamer blijven slapen, na die onderhandelingen met Goots, omdat we om halftien ’s anderendaags training hadden. Dan ben ik niet meer van Geel naar Beersel gereden en heb ik in een slaapzak op een veldbed geslapen. ’t Was te koud om in mijn auto te slapen.

Nu weet ik wel dat er een aantal mensen bij Geel helemaal niet opgezet waren met mij. Omdat… Kijk, ik ben één keer op een maandag naar een bestuursvergadering geweest en daar zat meer volk dan voor een wedstrijd. Ik vond dat erg, dat ik daar met twintig mensen erbij over het sportieve moest praten en dat een half uur nadien heel de stad wist wat er was gezegd. Daarom wilde ik niet meer gaan. Dat hebben ze mij altijd kwalijk genomen, maar ik vond dat niet erg omdat ik wist dat ik daar niet zou blijven.

Je hebt over je manier van werken eens gezegd : ik trek twee lijnen en daartussen laat ik mijn spelers de vrijheid…

… in de omgang. Maar op het veld of op training is er maar één lijn, daar duld ik niets anders. Sommigen voeren die orders tot in de details uit, anderen komen op sommige momenten tekort. Dan vraag je je af : is het een kwestie van nog jong zijn of zou hij het niet kunnen ? Ik ga niet veel in de kleedkamer, die is van hen. Als we twee keer trainen, ga ik ’s middags ook niet te veel in het spelershome. Ik vind : je moet hen veel vrijheid én verantwoordelijkheid geven. Iemand veel verantwoordelijkheid geven is voor mij een van de manieren om er het meest uit te halen. Iemand zeggen wat wel en wat niet te doen : daarmee krijg je nooit zijn volledig gamma aan kwaliteiten naar boven.

Ze vragen mij soms onbenulligheden die mij persoonlijk niet veel interesseren. Dan zeg ik : regel dat onder elkaar. Hun leven rond de trainingen en de matchen, ik wil dat ze daarin veel zelf regelen. Onlangs kwamen ze mij hier om twaalf uur vragen of ze zonder mij mochten beginnen te eten. Ik was een scoutingsverslag aan het lezen dat iemand mij tussen zijn werkuren kwam toelichten. Dan ben ik hier efkes meer nodig dan om twaalf uur met hen aan tafel te zitten.

Ligt je bureau er trouwens altijd zo opgeruimd bij ?

Altijd. Je mag nu naar mij thuis rijden, mijn bureau daar ligt nóg meer op orde dan hier. Ik ben zo. Ik denk dat je alleen maar los kan overkomen en leven, als alles in orde is. Anders heerst er chaos. Kom je los over en bén je ook zo, dat gaat niet. Ik kan mij permitteren van hier buiten te gaan en tegen iedereen te lachen en te zeveren, maar ik weet wel alles wat hier in staat ( wijst op bundeltje papieren, nvdr). Dit zijn de scoutingsverslagen van GBA : ik weet al alles. Als anderen mij daarover iets vertellen, luister ik, maar ik weet al alles. Hier : de trainingen, de boetes, mijn agenda, waar ik alles stipt in bijhoud… Ik wil graag het beeld van iemand die lacht en met iedereen goed staat – hoewel ik weet dat dat niet kan – maar mijn werk moet goed gedaan zijn. Programma’s, wedstrijdverslagen, blad per blad, dag per dag, dat is allemaal perfect in orde.

Krijgen mensen door dat soms nonchalante imago eigenlijk niet het verkeerde beeld ?

Ik wil zeker niet als een dikkenek overkomen, maar als men zuiver mijn werk beoordeelt…

Succes.

door Raoul De Groote

‘Het begint hier naar ‘niet genoeg’ te ruiken.’

‘Er is beter gespeeld dan verwacht en daardoor zijn sommigen in en rond de ploeg wat gaan zweven.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content