Tweeënhalf jaar na een dubbele knieoperatie lijkt Thomas Buffel eindelijk helemaal terug. ‘Mijn speelstijl zal ik nooit volledig kunnen veranderen’, zegt hij. ‘Iedereen weet welk type speler ik ben en op welke positie ik carrière maakte.’

In voetbal kan het heel snel gaan, maakt Thomas Buffel zich zowel bij het begin als op het einde van het gesprek de bedenking. Tegen AA Gent begon hij het nieuwe voetbalseizoen zoals hij het vorige was ge-eindigd: in de dug-out. In de media werd hij toen ergens neergezet als ‘een laag gevallen vedette op de retour’, merkt hij op. Maar een week later viel er in de pers alweer te lezen dat hij nog altijd tot de beste vijf voetballers van het land behoort en dat Dick Advocaat straks dus best ook eens bij Cercle Brugge langsgaat.

Tussen de eerste en de tweede speeldag lagen zes bewogen dagen: het bestuur sprak met de trainer, de trainer sprak met de speler, de zaakwaarnemer van de speler sprak met het bestuur, de trainer bracht de speler aan de aftrap van de uitwedstrijd op Anderlecht en de speler leverde een uitstekende prestatie. Dé vraag luidt: waarom stelde trainer Glen De Boeck speler Thomas Buffel niet van bij de start van de Jupiler Pro League 2009/2010 op?

“Dat weet ik eigenlijk ook niet precies”, zegt Buffel. “Ik kende een goede voorbereiding, kreeg lovende commentaren en was helemaal klaar voor de competitiestart.

“Misschien kwam het omdat ik in de week voor de wedstrijd tegen AA Gent een dag niet trainde: ik voelde wat spanning in mijn liezen en de adductoren en dan is het beter dat ik het even wat rustiger aan doe om topfit te zijn in het weekend. Dat gebeurde vorig seizoen ook af en toe. Maar blijkbaar ben ik dan in de ogen van de staf juist niét speelklaar, want ik word niet opgesteld. Misschien is het daarom dat ik in de terugronde minder speelde dan voor mij nodig was om mijn allerbeste niveau weer te kunnen halen.

“Je moet ook weten dat bij Cercle Brugge het trainingsregime helemaal anders is dan ik eerder in mijn carrière gewoon ben geweest. Nooit voorheen deed ik zoveel duurlopen als hier. Zeker in combinatie met de oefeningen voor mijn knieën die ik daarnaast nog doe, vergt dat toch een hele aanpassing. Lieven Maesschalck begeleidt mij al mijn hele loopbaan op medisch vlak en zegt zelfs dat zoveel duurlopen voor mij eigenlijk niet zo goed is. Volgens hem is er voor mij meer te halen uit wat meer kort werk op snelheid en explosiviteit.

“Ik probeer mijn lichaam natuurlijk te geven wat nodig is om optimaal te kunnen presteren, maar ik moet er ook rekening mee houden dat Cercle Brugge nog geen echte topclub is waar alles al afgestemd kan worden op de individuele behoeften van elke kernspeler.”

Directer spelen

In Het Laatste Nieuws van 4 augustus zegt Glen De Boeck dat Thomas Buffel tegen AA Gent op de bank zat omdat hij Oleg Iachtchouk de betere oplossing vond op positie 10. Hij voegt eraan toe dat Buffel te veel uitwijkt naar de flanken en zijn acties meer aan de zestienmeterzone moet maken. Het kwam al enkele keren terug: de trainer wil dat hij directer voetbalt.

“Met een statische spits kán je geen direct voetbal spelen”, verantwoordt Buffel zich. “Dan moet je ervoor kiezen om een ander type aanvaller diep voorin te zetten: iemand die je veel sneller in de diepte kunt aanspelen. Ofwel moet je mij uitspelen zoals bij Feyenoord en de Rangers: als een echte schaduwspits. Dan ben ik diegene die moet ingespeeld worden, die over de statische diepe spits heen gaat en voor diepgang zorgt.

“Dus: ik kan directer voetballen, maar dan moet ik dieper spelen óf moet er voor mij een snelle spits staan. Nu is het meestal zo dat ik ver moet terugzakken op het middenveld. Bovendien ben ik een speler die als hij voelt dat er tachtig procent kans is dat een risicopass zal mislukken die bal niet zal trappen, maar de oplossing links of rechts zal zoeken. Misschien ligt daar de ruimte wél. Zo ben ik trouwens opgeleid. Maar blijkbaar wil de trainer dat ik die bal dan toch in de diepte speel.

“Ik gaf ook aan dat ik altijd wel een voetballer zal zijn die op positie 10 af en toe links of rechts de diepte zal ingaan en daar wel eens een actie zal maken. Misschien kiest de trainer er daarom voor om mij momenteel op de linkerkant te zetten. Ofwel speelt hij mij links of rechts uit om de zwaktes van de tegenstander op te zoeken. Maar heel de tijd van plaats wisselen, is evenmin ideaal: ook automatismen zijn belangrijk om het beste uit iemand te halen.”

Het is ook het verhaal van vorig seizoen: veel wissels, weinig houvast, onvoldoende rendement. De combinatie Thomas Buffel- Stijn De Smet werd zo een probleem in plaats van een meerwaarde. “Van bij het begin werd er een beetje een sfeer gecre- eerd als zou het niet klikken tussen ons en dat is tot het einde blijven sluimeren”, vindt Buffel. “Cercle liet toen na om die berichten meteen kordaat de kop in te drukken. Dat is jammer.

“Stijn en ik werden veel te veel tegen elkaar uitgespeeld. Als ik werd vervangen, kwam hij erin en als hij naar de kant moest, mocht ik van de bank af.

“Ach, ik ben het er mee eens dat ik in sommige situaties wat simpeler kon spelen, maar als het elftal niet draait en ik dan gewoon maar een balletje ga meetikken, krijg ik niet het gevoel dat ik er alles aan doe om de ploeg erbovenop te helpen. Dan onderneem ik iets, probeer ik de boel op sleeptouw te nemen en met een actie het verschil te maken.

“Mijn speelstijl zal ik nooit volledig kunnen veranderen. Zo is hij nu eenmaal, zo werd hij in het verleden naar waarde geschat en zo zal het ook in de toekomst zijn. Iedereen weet welk type speler ik ben en op welke positie ik carrière maakte.

“Als je zoals ik na een zware operatie anderhalf jaar weinig speelde, is het niet evident om meteen weer top te zijn in een elftal dat niet draait. Vergeet niet dat ook Tom De Sutter lang out was geweest en naar zijn beste vorm zocht en dat jongens die het jaar ervoor misschien op de toppen van de tenen liepen niet meteen weer hetzelfde niveau haalden. Na een buitengewoon seizoen met een vast systeem en een vaste ploeg was het voor spelers en trainers een leerproces om ook om te gaan met iets meer concurrentie.

“Gezónde concurrentie zou de beste stimulans moeten zijn voor een voetballer, maar Cercle Brugge is natuurlijk nog altijd Anderlecht niet: hier is het niet zo dat je eender wie op de bank kunt zetten zonder aan kwaliteit in te boeten. Waarschijnlijk daarom werd er deels gekozen voor een manier van coachen die erop gericht is spelers te ‘prikkelen’ om te proberen er toch nog wat meer uit te halen. Maar bij sommigen werkte dat duidelijk averechts.

“Mijn persoonlijke conclusie is: ik deed er alles voor wat binnen mijn mogelijkheden lag om een zo hoog mogelijk rendement te halen, maar je hebt niet altijd alles zelf in de hand. Ik probeer er niet te veel meer over na te denken. Als de resultaten niet goed zijn als je op de bank zit, haal je misschien wel een beetje jouw gelijk, maar ik kan niet ontkennen dat het af en toe toch ambetant is geweest. Nu wil ik met een positieve instelling vooruitkijken.”

Hoger spelen

Thomas Buffel is 28 jaar sinds 19 februari, de fleur van het tweede deel van zijn voetballoopbaan kan aanbreken. Hoelang blijft hij nog bij Cercle Brugge?

Eind dit seizoen loopt zijn tweejarig contract af, maar misschien gaat hij al vroeger weg. De transferperiode duurt nog tot dinsdag 1 september. Tenslotte was het de bedoeling om bij de vereniging waar hij opgroeide zijn carrière opnieuw te lanceren en na een jaar alweer te vertrekken. ‘Het huis van vertrouwen’ bleek niet het verwachte warme nest te zijn, maar met wat vertraging lijkt het moment nu toch gekomen om weer een stap hogerop te zetten.

“Het is momenteel rustig op de transfermarkt, maar als ik de kans krijg om mij te verbeteren, zal ik dat zeker doen”, zegt hij. “Ik voel mij weer klaar voor de top, maar niettemin ben ik nu gefocust op de competitie: als ik het allerbeste van mezelf geef, komt dat mij en Cercle ten goede.

“Ik wil niet te veel meer zoeken naar de redenen waarom het er vorig seizoen niet constant is uitgekomen, maar het is natuurlijk ook wel een feit dat ik gewend was om bij topclubs te voetballen en dat is toch nog net iets anders dan bij Cercle Brugge: dan speel je veel dichter bij het doel van de tegenstander. Als je van achteren uit niet in staat bent om druk naar voren te zetten, moet je ver terugzakken en dat is natuurlijk niet de aard van het beestje.”

Tussen de eerste en de tweede speeldag werden de transfermodaliteiten nog eens bekeken: hij kan heel gemakkelijk weg bij Cercle Brugge. “Er staat een clausule in mijn contract: omdat ik gratis ben gekomen, kan de transferprijs ook nooit hoog zijn. Alles samen ben ik eigenlijk een goedkope vogel.

“De bedoeling was inderdaad dat ik na één jaar alweer zou vertrekken, maar het is niet gebeurd omdat ik dus in de terugronde te weinig wedstrijden speelde. Er waren in het tussenseizoen geen interessante opties.

“We zien wel wat er nu nog gebeurt.”

Van 12 februari 2007 is het geleden dat hij een ingreep onderging aan beide knieën. Zowel aan de linker- als de rechterknie werd een door overbelasting en ontsteking verzwakt stukje pees weggesneden. “Ik voelde dat ik geremd werd,” vertelt hij, “ik koos voor een operatie om nog beter te worden dan ik op dat moment was.”

Ter herinnering: hij voetbalde toen voor Glasgow Rangers FC, Schotse topclub die hem in 2005 voor drie miljoen euro kocht bij Feyenoord. Buffel was op zestienjarige leeftijd bij Cercle Brugge vertrokken naar Rotterdam. Vóór zijn doorbraak in De Kuip speelde hij twee jaar bij satellietclub Excelsior in de eerste divisie. In zijn eerste twee seizoenen in de basis van Feyenoord scoorde hij 34 keer en werd hij een vaste waarde bij de nationale ploeg.

“Zes maanden na mijn dubbele knieoperatie voelde ik mij weer fit, maar het seizoen was al bezig, de ploeg draaide goed, zou zelfs de finale van de UEFA Cup bereiken, en ik geraakte er niet meer vast in”, vervolgt Buffel zijn verhaal. “Er kwam toen wat getouwtrek met geïnteresseerde clubs en ik bereikte een mondeling akkoord met Keulen, maar de Rangers deden moeilijk en de transfer ging niet door. Mijn contract liep nog een jaar, ik kon in Glasgow blijven, maar het liefste wou ik eindelijk weer eens lekker vrij kunnen voetballen. Zo is Cercle Brugge in beeld gekomen.”

Hij grijnst veelbetekenend. “In voetbal kan het snel gaan”, zegt hij. “Snel naar beneden, maar ook weer snel naar omhoog.”

door christian vandenabeele – beeld: michel gouverneur (reporters)

“Alles samen ben ik eigenlijk een goedkope vogel.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content