AA Gent speelde zaterdag 1-1 gelijk tegen Westerlo. Daar waar het in de voorbije wedstrijden gezien het aantal kansen nog aanspraak mocht maken op meer punten, kon het tegen Westerlo niet anders dan toegeven dat zelfs een punt amper te billijken viel. Gent voetbalde ongeïnspireerd en daar kon de aanwezigheid van twee kakelverse internationals in de ploeg niks aan veranderen. Guillaume Gillet is de ene, Christophe Grégoire de andere.

Toch nog verrast ?

Christophe Grégoire : “Neen, ik wachtte er eigenlijk al een jaartje op en ik werkte er ook voor. Toen ik destijds naar Anderlecht trok, zei iedereen al dat ik naar de nationale ploeg zou gaan. Ik ben daar blijven voor werken. Ik kende een goed seizoen onder Leekens en nu kende ik een goede start. Alleen ging het tegen Westerlo niet zo goed.”

Tegen Roeselare speelden jullie twee weken geleden de tegenstander nog helemaal zoek, tegen Westerlo ontbrak het jullie aan animo. Vanwaar die twee gezichten ?

“Beetje bij beetje voelde je het vertrouwen verminderen. We begonnen te overhaasten en gaven de bal te vaak aan de tegenstander. Het begon in het hoofd te werken : we kregen schrik voor de tegengoal. Iedereen was bang om die match te verliezen. In een goede dag kunnen we van iedereen winnen, maar we moeten die goede dag eens vinden. Hadden we onze vorige wedstrijden zoals tegen Roeselare gewonnen, dan waren we niet in die negatieve spiraal terecht gekomen. We hebben echt eens een overwinning nodig.”

Mist Gent centraal voorin geen sterke spits ?

Marcin en Dominique zijn uitstekende pivotspelers. In het begin van het seizoen hebben we genoeg kansen afgedwongen en gescoord. Dus we moeten niet beginnen er iemand als schuldige uit te gaan pikken.”

Je bent dit seizoen, als Foley niet speelt, kapitein van de ploeg, je zit aan twee assists en vijf doelpunten, je bent geselecteerd voor de nationale ploeg : heb je het gevoel dat je dit seizoen een belangrijke stap hebt gezet in je carrière ?

“Mwa, ik speel, vind ik, op het niveau waarop ik in het verleden ook al speelde. Ik heb nu alleen meer goals gemaakt.”

Je stond in het begin van de competitie links vooraan, de laatste tijd door blessures vaker links in het midden, waar je minder productief lijkt.

“Ik moet proberen me nu aan die positie aan te passen. Maar de trainer beslist waar ik sta.”

Van Trond Sollied bestaat de indruk dat hij de ploeg korter laat combineren dan tijdens zijn eerste passage in Gent. Klopt dat ?

“Hij vraagt ons af te wisselen tussen lange ballen en kort spelen. Maar tegen Westerlo hebben we te veel de lange bal gebruikt en de bal te weinig in de ploeg gehouden om kansen te creëren. Wij moesten achter hen lopen in plaats van zij achter ons. We hebben meer gelopen dan anders in een wedstrijd, terwijl we intelligent genoeg zouden moeten zijn om oplossingen te vinden. Sollied laat ons hoger spelen, maar tegen Westerlo kropen we te veel naar achteren.”

Er werd voorin soms te weinig druk gezet. Bij de eerste hoekschop van Westerlo, ging Bernd Thijs tekeer omdat Gunther Vanaudenaerde zomaar naar het strafschopgebied kon oprukken.

“Ja, iedereen moet zich aan zijn taken houden.”

En zeker onder Vandereycken bij de nationale ploeg.

“We zullen zien.”

Onder Georges Leekens moest je af en toe eens wakker geschud worden om mee te verdedigen.

“Dat was zijn manier om mij onder druk te zetten, maar als de bondscoach mij selecteert is het toch omdat hij zaken van mij ziet in wedstrijden.”

Succes.

raoul de groote

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content