Stel dat er een nieuw project is in een school in Denderleeuw ; de leerkrachten willen seksuele voorlichting voortaan laten geven door mensen naar wie de jongeren opkijken, voetballers bijvoorbeeld, en ze vragen jou om dat te komen doen. Wat zeg je ? “Als het zonder camera’s gebeurt, met plezier. Maar dan niet op een strenge manier, eerder ludiek, zodat er naast het educatieve aspect ook een beetje plaats is voor plezier. Ik heb trouwens nog lesgegeven, ik ben regent lichamelijke opvoeding en Engels. Ik heb dat anderhalf jaar gedaan.”
Kan jij jumpen ?
“Die vraag stelden mijn leerlingen ook. Toen kende ik het nog niet. Ze hebben het me dan eens getoond, en een goede vriend van me is daar ook vrij goed in. Mij lukt het ondertussen al een heel klein beetje, maar vraag me alstublieft nooit om het voor een groep te doen, want dan loopt het mis. Ook in een discotheek zal ik daar niet mee voor de dag komen. Als ik zoiets niet goed kan, laat ik het liever achterwege.”
Weet je ondertussen al wat ‘het stinkkot’ is in Denderleeuw ?
” (lacht) Ja, dat weet ik heel goed. Rendac, dat bedrijf dat slachtafval verwerkt. Wij trainen daar af en toe in de buurt. Dan begrijp je wel waar die naam vandaan komt.”
Altijd maar die mannen die voetbal programma’s presenteren ; Frank Raes, Filip Joos, Tom Coninx … Welke vrouw moeten ze daar dringend eens voor inschakelen ?
“Hoe heet die blonde ook alweer ? Die extraverte, die zotte …”
Tanja Dexters ?
“Juist ! Die zou dat goed kunnen, denk ik. Ze neemt geen blad voor de mond, dan zou je wel leuke televisie krijgen.”
Wat is je vreemdste hobby ?
“Mijn vrien- din zegt dat dat pokeren is. Ik weet niet of dat vreemd is, maar het is wel iets wat ik heel graag doe, zowel met vrienden als online. Op internet heb je van die gratis toernooitjes, super !”
Wat is de charme van pokeren ?
“Je kan bluffen, doen alsof je heel wat in je handen hebt terwijl je daar eigenlijk met niks zit. Er zit een mentaal luik in het spel, dat maakt het plezierig.”
Ben je een goed bluffer ?
“Af en toe wel, maar op de club begin ik het te vaak te doen. Ze krijgen me door.”
En hoe goed kan je liegen ?
“Eigenlijk niet zo goed. Ik heb de slechte eigenschap dat ik altijd begin te lachen als ik lieg, of toch zeker een glimlach op mijn gezicht heb. Ik heb dat trouwens ook als ik serieus moet zijn. Ik kan op momenten er heilig van overtuigd zijn dat ik gelijk heb over iets en dan wil ik dat in alle ernst ook echt benadrukken, maar als je op zulke momenten elke keer weer in de lach schiet, heb je een probleem.”
Hoe erg zou je het vinden als ik een vraag over je vader zou stellen ?
“Probeer eens, dan zal ik het ondervinden. Ik heb ermee leren leven dat mijn vader er altijd bij gesleurd wordt. In het begin vond ik dat niet erg, maar na een tijdje merk je dat veel mensen je aanspreken om vragen over je vader te stellen, en er zijn ook de vergelijkingen, dan is het niet meer zo plezierig.”
Noem één absoluut positief kantje en één absoluut negatief kantje van je pa.
“Zijn vakkennis is een pluspunt, die is zo extreem … En een minder element … (denkt na) hij had positiever kunnen zijn naar mij toe. Ik weet dat ik veel bijgeleerd heb doordat hij altijd de zaken aanhaalde die beter moesten – en ik leerde daar graag uit, ben daar dankbaar voor – maar ik ben iemand die ook wel opfleurt bij een complimentje.”
Ik bedoelde uiteraard een positief en negatief kantje van zijn uiterlijk.
“Qua uiterlijk ? ! (lacht) Ha ! Goh … (denkt na) Dat moet zowat de moeilijkste vraag zijn die ik ooit heb gekregen … (stilte) Laten we zeggen dat hij er voor zijn leeftijd nog redelijk jong uitziet. En anderzijds … Zijn neutrale blik is een strenge blik.”
Waar ben je vies van ?
“Ik ben nergens echt vies van, maar ik ben wel bang voor spinnen. Zet me daarmee niet in één kamer, want ik breek ze af. Dat trauma draag ik mee uit mijn jeugd. Toen waren er kleine spinnetjes op mijn kamer en die sprongen van de muur echt naar je toe, om je aan te vallen. En er was dus niemand die dat wilde geloven, hé !”
Wij geloven je, hoor. Je bent braaf. S
Kristof De Ryck
