De trainer van Standard vertelt over zichzelf en wat hij al verwezenlijkt heeft.
Weet je, ik heb echt niets te verbergen, hoor”, zegt Guy Luzon (37). “Ik heb er geen probleem mee dat al onze trainingen openbaar zijn. Ik heb genoeg zelfvertrouwen om niemand te vrezen.”
We zijn in Hoenderloo, in Nederland, om de nieuwe trainer van Standard te interviewen, iemand zonder twijfels, overtuigd dat hij zal slagen op Sclessin. Ambitieus of arrogant, dat is nog maar de vraag. Eén uur lang sprak hij met ons, in het Hebreeuws, met zijn T3 als tolk.
Hoe komt een Israëlische coach, die buiten zijn land weinig bekend is, bij Standard terecht?
Guy Luzon: “Ik heb altijd al in Europa willen werken en ik wist dat dat me door hard te werken zou lukken.”
Wanneer heeft Standard je gecontacteerd?
“Dat moet tussen mij en de club blijven. Ik denk dat de mensen van Standard overtuigd raakten toen ze me de beloften van Israël zagen trainen. De overwinning tegen België (4-1 in oktober 2012, nvdr) heeft ook zeker geholpen.”
Hoe heeft Standard je overtuigd om naar hier te komen?
“Ze hebben me niet moeten overtuigen. Standard is een prestigieuze club en geniet ook aanzien in Israël. Bovendien volgde ik de Belgische competitie. Ik had nog andere opties, maar toen Standard aanklopte, hoefde ik niet na te denken.”
Je begon te coachen op je 26e. Wat vond men daar in Israël van?
“Iedereen zei dat ik te jong was voor eerste klasse en dat ik op dat niveau niet lang zou overleven. Ik kwam op de zevende speeldag terecht bij Maccabi Petach Tikwa, de rode lantaarn op dat moment. Ik zei dat ik met die ploeg, die altijd in de rechterkolom stond, Europees voetbal zou halen. Het eerste jaar eindigde ik als achtste, dan als zesde, dan als derde, waardoor de club voor het eerst de Europa League in mocht. Daar haalden we de poulefase, als eerste Israëlische club ooit. Ik was toen amper 30. Toen zwegen de critici wel.”
En dan kreeg je een aanbod van Hapoel Tel Aviv…
“… waarmee ik óók de poulefase van de Europa League haalde! Nadien vertrok ik naar Bnei Jahoedi, dat nog nooit een Europese match had kunnen winnen. Met mij wonnen ze er zes op een rij, zonder tegengoal! Alleen PSV wist ons met 1-0 te verslaan in de barrages voor de Europa League. Zowel met Maccabi Petach Tikwa als met Bnei Jahoedi heb ik geschiedenis geschreven!”
Je somt wel je successen op, maar je vergeet te vermelden dat je bij Hapoel na amper tien wedstrijden ontslagen werd.
“Twaalf jaar lang heb ik successen geboekt, waarom het dan hebben over die tien matchen? Dat maakt nog niet één procent van mijn carrière uit. Wat er bij Hapoel gebeurd is, is eenvoudig: ik was naïef en ze hebben onze beste drie spelers verkocht. Ik zei: oké, ik ga toch de handschoen opnemen. Nu zou ik dat niet meer doen. Zelfs José Mourinho had dat niet voor elkaar gekregen.”
Dat was nochtans je enige passage bij een grote club…
“Een grote club zonder spelers is een lege schelp.”
De Israëlische pers
Na Bnei Jehoeda ging je de nationale beloften coachen. Waarom?
“Ik had nood aan iets anders. Ook met de beloften heb ik het goed gedaan. Vóór mij hadden ze nog nooit een punt gepakt of zelfs gescoord op een eindronde. Iedereen dacht voor het EK dat het weer zo zou zijn, maar we klopten Engeland en speelden gelijk tegen Noorwegen. We deden het beter dan Engeland, Duitsland of Rusland. Ongezien was dat en het zal ook nooit meer gebeuren. Daar durf ik op te wedden.”
Hoe komt het dan dat de Israëlische pers je op de korrel nam?
“Gewoon omdat sommige journalisten overtuigd waren dat ik met mijn hoofd niet op het EK zat maar al bij Standard.”
Dat is al?
“Het kwam allemaal van één bron. Een website had aangekondigd dat ik bij Standard had getekend. De andere media dachten dat ik die informatie zelf aan die site had gegeven – wat niet zo was – en uit jaloezie begonnen ze me aan te vallen. Pff, kijk naar mijn resultaten: vijf officiële matchen met de nationale beloften, drie overwinningen, een gelijkspel, een nederlaag. Ik krijg vaak kritiek, omdat ik iemand de waarheid in zijn gezicht zeg en soms doet dat pijn. Maar dat hindert me niet bij mijn werk. Ik lees geen kranten en ik luister niet naar wat ze over mij vertellen.”
Over het algemeen heeft de Israëlische pers het toch niet zo op jou begrepen. Hoe verklaar je dat?
“Ik heb met niemand een probleem. Of lijkt jou dat anders?”
Ik ben niet van de Israëlische pers…
“Vertel het mij dan wanneer mijn tijd bij Standard erop zit.”
Speelde het feit dat je de neef bent van de bondsvoorzitter van Israël in je nadeel?
“Als ik coach, dan lees ik niks en hoor ik niks, dan doe ik mijn werk. Als ik geluisterd had naar alles wat men al verteld heeft, dan was ik allang met dit beroep gestopt.”
Is het voor jou moeilijker dan voor een andere trainer?
“Misschien. Maar ik ga beter met druk om. Ik heb die ook nodig.”
Ver van Israël en je criticasters kunnen werken, geeft je dat zuurstof?
“Neen, waarom? Ik ben hier niet gekomen voor een gezondheidswandeling.”
Emoties en filosofie
Wat is jouw voetbalfilosofie?
“In de verdediging speel ik in zone. Aanvallend wil ik zo veel mogelijk spelers in de zestien hebben, die slim bewegen om de tegenstander te verrassen.”
Wie zijn je voorbeelden als trainer?
“Ik bewonder de voortdurende zegehonger van Alex Ferguson. Ik hou van de weg die Pep Guardiola uitgestippeld heeft bij Barcelona. En Mourinho vanwege zijn zegehonger en ook vanwege dat tikkeltje krankzinnigheid. Hij kan spelers doen geloven dat ze de beste van de wereld zijn.”
Ben je vaak emotioneel?
“Ja. Voetbal roept emoties op.”
Je voorzitter beweert nochtans dat men te allen tijde koelbloedig moet blijven.
“Zegt hij dat? De voorzitter is de voorzitter en ik ben de trainer. Iedereen heeft zijn eigen persoonlijkheid. Ik kan nooit jou worden en jij zult nooit mij zijn.”
Je hebt de laatste drie jaar veel gereisd. Wat heb je geleerd?
“Ik kijk rond en ik onthoud wat past binnen mijn filosofie. Ik ben naar Lorient geweest, naar Bilbao, Bremen, Chelsea, Barcelona, Manchester City… Bij Lorient was ik geïnteresseerd in hun spelsysteem met veel passes en in de sterke persoonlijkheid van de coach. Bij Bremen hield ik van de trainingen gebaseerd op diepgang. In Bilbao wilde ik Marcelo Bielsa ontmoeten, een ietwat gekke trainer met een aparte visie. Hij heeft vernieuwende ideeën wat trainen betreft. En de meeste genieën zijn een beetje gek…”
Kies je altijd voor een 4-4-2?
“Doorgaans houd ik me tactisch aan die 4-4-2, omdat het een offensief en goed georganiseerd systeem is.”
Een 4-5-1 is tegenwoordig wel meer in de mode…
“De tactiek die anderen kiezen interesseert me niet. Ik ben geen volger maar een leider. In elk geval hangt het niet van de coach af of een systeem werkt, maar van de spelers. Als ik de spelers niet had voor een 4-4-2, dan zou ik dat systeem niet gebruiken. Gelukkig is de kern van Standard geknipt voor een 4-4-2.”
Mikken op de top drie
Je staat dicht bij je spelers. Is dat doordat je zo jong bent?
“Ik ben ook jong in mijn hoofd. Ik weet dus precies hoe spelers denken en daardoor kan ik beter met hen communiceren.”
Heb je een favoriet type speler?
“Ik kijk eerst naar het karakter. Ik wil positieve mensen die onder druk kunnen presteren. Een beetje techniek is ook nodig, want een voetballer zonder techniek is niet echt een voetballer. Een goede pass naar een slechte speler wordt een slechte pass. Een speler moet ook snel kunnen denken. De beste spelers ter wereld zijn degenen die snel kunnen denken.”
Sta je door je eigen impulsiviteit dichter bij impulsieve spelers?
“Ja, ik begrijp hen heel goed. Ik vind het gemakkelijk om met moeilijke karakters om te gaan.”
Men zegt dat je voortdurend met voetbal in het hoofd zit…
“Dat klopt. Mijn leven, dat is voetbal. Buiten mijn familie is er alleen maar voetbal. Dat is mijn passie, mijn liefde, niet mijn job. Al zou ik 70 zijn en geld genoeg hebben, dan nog zou ik in het voetbal blijven werken. En wie houdt van wat hij doet, heeft meer kans op succes.”
Is je carrière als trainer een revanche voor je te vroeg geëindigde loopbaan als speler?
“Ik ben gestopt als speler omdat ik niet de beste kon zijn. Ik wil de beste zijn of niets. Middelmatig is niet genoeg, voor mij staat dat gelijk met slecht. Naar Standard komen voor een middelmatig seizoen, dat dient nergens toe. Je moet altijd zo hoog mogelijk mikken.”
De Belgische competitie verschilt van de Israëlische…
(onderbreekt) “Maar iemand die kan zingen kan dat toch overal! (stilte) Het grote verschil tussen beide competities zit in de kwaliteit van de spelers. Een ploeg als Standard zou in Israël gemakkelijk kampioen spelen.”
Welk doel heb je met Standard?
“Winnen, een blok vormen, ons honderd procent geven. Los van het resultaat.”
Maar je weet ook dat als je achtste wordt met een ploeg die zich honderd procent geeft, het een mislukking zou zijn…
“Als de ploeg zich honderd procent geeft, dan zullen we niet als achtste eindigen. Ons doel is de top drie.”
Denk je dat Standard kan meedoen voor de titel?”
“Ons doel is de top drie.”
Wat is volgens jou de beste Belgische club op dit moment?
“Waarschijnlijk Anderlecht, want zij werden kampioen. Maar komend seizoen zullen we nog wel zien.”
Wat mist Standard nog om het niveau van Anderlecht te halen?
“Daar antwoord ik niet op. Ik hou me niet met andere ploegen bezig. Waarom zouden we trouwens nog wat missen?”
Omdat je op de top drie mikt en niet zegt dat je voor de titel gaat.
“Top drie, wat betekent dat? Dat is eerste, tweede of derde. Ik heb niet gezegd dat ik op de tweede of derde plaats mik, maar op de top drie.”
Niet naïef meer
Ben je tevreden over de huidige ploeg?
“Ja, want we hebben de groep kunnen samenhouden. Maar op twee of drie posities is er misschien versterking nodig.”
Wat zou je gedaan hebben als Standard, net als Hapoel Tel Aviv toen, zijn beste spelers (Vainqueur, Batshuayi, enz…) had verkocht?
“Dan was ik niet gekomen. Ik ben niet naïef meer.”
Je hebt dus garanties gekregen van de voorzitter?
“Absolute garanties kan niemand geven, maar de voorzitter heeft me gezegd dat hij er alles aan zou doen om die spelers te houden.”
De ploeg is jong en jij hebt de reputatie jongeren te lanceren…
“De wereld is aan de jeugd. Ik heb altijd met jongeren gespeeld, zowel bij Maccabi Petach Tikwa als bij Bnei Jehoeda. Ik kijk niet naar de geboortedatum van spelers maar naar hun capaciteiten. Ik trek een jongere niet voor omdat hij jong is.”
Wat denk je van je aanvalsduo?
“Ze hebben het talent om een van de beste duo’s van Europa te worden. Maar talent alleen volstaat niet. Ze zullen hard moeten werken om de top te bereiken.”
Was Vainqueur onvervangbaar?
“Maar ik was er zeker van dat hij zou blijven! Ik vroeg aan de voorzitter om hem te houden en hij heeft me dat beloofd.”
DOOR STÉPHANE VANDE VELDE BEELDEN: IMAGEGLOBE/ JONAS HAMERS
“Ik vind het gemakkelijk om met moeilijke karakters om te gaan, want ik ben zelf een beetje zo.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier