Als enige in het Belgische medialandschap gelooft Gabriel Fehervari in de mogelijkheden van de tweede voetbalklasse. Daarom brengt hij vanaf volgende week de ‘EXQI League’ voor het eerst live in beeld.

In de perszaal van het Koreaanse Seogwipo op het eiland Jeju-do is het die middag in juni 2002 drummen voor een plek om op tv de WK-kwalificatiewedstrijd Japan-Tunesië te bekijken. Voor Rusland-België, dat op hetzelfde moment wordt gespeeld, interesseren slechts drie aanwezigen zich. Een Russische verslaggever van de sportkrant Sport Express, Onze Man in Korea en nog een Belg, die zijn visitekaartje afgeeft en zich voorstelt: Gabriel Fehervari. Hij is op het eiland om ’s avonds de wedstrijd China-Brazilië (0-4) in beeld te brengen en nodigt de verslaggever van dit blad uit voor een kort bezoek aan de captatiewagen met Belgische nummerplaat die helemaal naar hier verscheept is. Op dat moment is Fehervari in eigen land alleen bij insiders bekend.

Op dit moment zit de 48-jarige Belg van Hongaarse afkomst – zijn ouders vluchtten in 1956 uit Hongarije toen de Russische tanks Boedapest binnenvielen – in Peking waar hij de openingsceremonie en 80 procent van de wedstrijden op de Olympische Spelen in beeld brengt. Een paar maanden geleden verbaasde hij de Belgische voetbalwereld door de rechten op de tweede klasse te kopen. Een product waar niemand ooit enige interesse voor toonde. Een opmerkelijke move van Alfacam, Belgisch pionier in digitale tv, sinds mei 2007 een beursgenoteerd bedrijf en op het vlak van digitale tv een wereldspeler van formaat. De tv-wagens van Fehervari staan zelden stil op de parking van het bedrijf in Lint, ze reizen de wereld rond. Alfacam brengt de Olympische Spelen, WK’s en EK’s in beeld, maar ook opera’s, grote shows van popvedetten, soms zelfs een politiek evenement zoals de inauguratie van Vladimir Poetin in het Kremlin.

Alfacam zet het Antwerpse dorpje Lint op de kaart: dezer dagen wordt in de studio’s waar ook het programma ‘ Debby & Nancy‘ wordt opgenomen en waar de TMF Awards uitgereikt worden, een Franse film opgenomen: het nieuwe Hollywood ligt net ten zuiden van Antwerpen, tussen Lier en Kontich.

Die ligging is geen toeval, zegt Fehervari. Zijn bedrijf ligt net naast zijn woonplaats Hove. “Ik wil graag veel werken, maar niet nog eens twee uur per dag met mijn auto in de file staan.”

Berchem Sport

Als jongetje voetbalde Gabriel Fehervari bij Berchem Sport, tot hij op zijn dertiende zijn been brak. Wel ging hij nog kijken naar de wedstrijden van het eerste elftal dat toen in de eerste klasse speelde. Toen de club afgleed, verloor Fehervari zijn interesse. Vandaag weet hij amper dat Berchem zijn 100ste verjaardag viert in de vierde klasse, maar een nieuwe favoriete club zocht hij niet.

Uw bedrijf ligt in Lint, maar u bent bekender in het buitenland dan in eigen land. Eigenlijk bent u geen typische Belg of Vlaming.

Gabriel Fehervari: “Mijn ouders zijn gevlucht bij de Hongaarse opstand. Thuis was de voertaal Hongaars, op school Nederlands. Mijn Hongaarse roots hebben als belangrijkste gevolg dat ik mij alles en niets voel: ik ben geen echte Hongaar, geen echte Belg of Vlaming, ik voel me Europeaan.”

Eigenlijk scheelde het niet veel of u was sportjournalist geworden.

“Journalistiek interesseerde mij. Ik heb rechten, economie en pol en soc gedaan, werkte als student mee aan de VRL, de Vrije Radio Leuven. Via avondschool in journalistiek kwam ik bij het productiehuis Videohouse terecht. Twee dingen boeiden mij: de media en de reiswereld. Ik was lange tijd reisgids doorheen Europa.”

U maakt zelf tv.

“In België was de toenmalige BRT erg gesloten. Dat duurde tot de komst van VTM in de jaren 80. Daarom zijn we in 1985 op onszelf begonnen, met het maken van bedrijfsfilmpjes. We werden toen gewoon betaald per opdracht. Zo zijn we gegroeid. Straks brengen we een cultuurkanaal, HD3, en een sportkanaal, HD1. Op onze weg zoeken we samenwerkingsverbanden, we gaan niet alles zelf opstarten. Waar het op aan komt, is simpel: je moet proberen altijd de markt voor te zijn. Je moet proberen vooruit te kijken en te vermijden dat de markt jou stuurt. Wij bepalen de markt.”

U werkt vooral in het buitenland. Is Vlaanderen u te klein?

“Tv wordt betaald door het aantal kijkers. Daarom heeft België natuurlijke grenzen voor wie iets met tv doet. Brazilië heeft 170 miljoen inwoners. Als een programma daar tien procent kijkers trekt, zijn dat er 17 miljoen. Daarom zitten we sinds eind jaren 90 constant in het buitenland. We hebben zelf voor een stuk mee de markt gemaakt. Want hoe gaat dat? Eerst begin je met een vrachtwagen met acht camera’s, dan één met tien camera’s. In 1998 zonden we de TMF Awards uit met twaalf camera’s, een jaar later hadden we een wagen met 22 camera’s: de klant volgt wat je hem biedt. Het gaat allemaal heel snel. Op 20 mei 1960, één week voor mijn geboorte, werd de toenmalige Champions Leaguefinale tussen Real Madrid en Eintracht Frankfurt rechtstreeks uitgezonden. Daarvoor gebruikten ze welgeteld één camera! Nu wordt een CL-finale uitgezonden met 24 tot 28 camera’s.”

Waarom interesseren vooral sport en cultuur u?

“Omdat dat grote projecten zijn. Je hebt vijf marktsegmenten in het tv-aanbod: naast sport en cultuur zijn dat het nieuws, fictie en entertainment. Die laatste drie zijn kleinere marktsegmenten. Entertainment is een lokaal gegeven. Een show is moeilijk exporteerbaar want meestal taalgebonden. Een topshow trekt op de Engelse of Franse tv maximaal tien miljoen kijkers. In België is voor zo’n programma anderhalf miljoen kijkers de absolute top. Dat is niets in vergelijking met de 3,5 miljard mensen wereldwijd die overmorgen naar de openingsceremonie van de Olympische Spelen zullen kijken. Met topcompetities in het voetbal bereik je ook makkelijk 500 miljoen kijkers op één moment. Met cultuur ligt het aantal kijkers per uitzending veel lager, maar cultuur heeft een ander voordeel: het is universeel en gaat tien jaar mee.”

Geen licht

Waarom is iemand die wereldwijd tv-producties verzorgt, die op de Spelen werkt en het EK en WK mee helpt opnemen, geïnteresseerd in de Belgische tweede klasse?

“Dat was een idee van David Steegen en mij. In het Belgische voetbal heb je een paradox: voor de eerste klasse wordt 44,7 miljoen euro betaald, wat veel geld is, voor de tweede klasse niets. Daar was niemand in geïnteresseerd. Toch zijn bijna de helft van de tweedeklassers traditieclubs met een eersteklasseverleden. Ik denk maar aan Brussels, Lierse, Antwerp, Oostende, Beveren, STVV. Er zitten een paar mindere goden in, maar Tubeke en Dender zijn ook geen evidente eersteklassers. Als het criterium om iets uit te zenden pure kwaliteit zou zijn, zou men voor de eerste klasse ook niets mogen betalen. Dan moet je investeren in de Champions League. Qua niveau is het verschil tussen de CL en de Belgische eerste klasse groter dan tussen eerste en tweede.

“Ons grootste probleem in de tweede klasse zal de lichtkwaliteit zijn, die is bepalend voor de beeldkwaliteit. Hamme bijvoorbeeld heeft géén lichtinstallatie. Als het licht onvoldoende is, of als er geen lichtinstallatie is, moeten we misschien een topper naar de namiddag verschuiven. Voor ons is het motto: niets moet, alles kan.”

Hoeveel wedstrijden gaat u uitzenden?

“In het begin één per week. Contractueel zijn we overeengekomen dat we minimaal één wedstrijd live uitzenden en alle andere in samenvatting brengen. Elke dag komt er ook een sportprogramma, met voor- en nabeschouwingen. De algemene zender start ergens in het laatste kwartaal van het jaar, in oktober. Eens we op kruissnelheid komen, kan het aantal livewedstrijden oplopen tot drie per week. In de eerste weken van de competitie zijn mijn middelen beperkt: 19 van mijn 24 tv-wagens zitten in Peking, die zijn pas terug half september. Daarnaast doen we ook nog eens het Franse voetbal in de eerste klasse. Er staat een auto in de vier stadions waar we een overeenkomst mee hebben: Lille, Valenciennes, Nice en Monaco. Die wedstrijden in beeld brengenkost meer dan een tweedeklassematch uitzenden: tot 60.000 euro per match.”

De tweede klasse trekt al weinig volk. Jaagt u met rechtstreekse uitzending dat beetje publiek niet weg?

“Integendeel. Hoe meer aandacht een evenement op tv krijgt, hoe meer mensen daar naartoe gezogen worden. Daarom gaan we de beelden ook vrijgeven, niet op een betaalzender uitzenden. Iedereen moet dit nieuwe product kunnen zien. We gaan dat ook promoten met spotjes op tv.

“De tweede klasse heeft nog een pluspunt tegenover eerste: de clubs liggen geografisch goed gespreid, al domineren de Oost-Vlaamse clubs. Ook in Wallonië is de spreiding ideaal, van Doornik over Namen en Luik tot Eupen. Wij zenden ook in Wallonië uit. In die zin bereiken we via die gunstige spreiding alle regio’s van België. Virton bijvoorbeeld is in de Belgische topsport de enige topploeg in de provincie Luxemburg!”

R Antwerp FC

Waarom hebt u geen bod gedaan op de rechten voor de eerste klasse?

“In het aankopen van de uitzendrechten waren wij niet geïnteresseerd, wel in het in beeld brengen van de wedstrijden. Wat Woestijnvis nu doet, hadden wij wel willen doen. Ik vond dat wij het beste voorstel deden, wij wilden alles in high definition uitzenden.

“Als ik voor de rechten 45 miljoen had willen neertellen, had ik op voorhand moeten weten dat ik er 100 miljoen kon uithalen. Dat kan ik niet. Voor Belgacom is die eerste klasse wel een aantrekkelijk product, al hebben ze maar 100.000 voetbalabonnees. Zij halen uit het voetbal ook geen 100 miljoen, maar ze nekken wel Telenet en lokken met dit product ook klanten voor andere Belgacomproducten. Dat is de echte waarde van dat contract: voetbal is een lokker voor andere producten.”

U vindt 44,7 miljoen euro belachelijk veel voor de tv-rechten van de eerste klasse. Wat zijn die dan volgens u wel waard?

“Wat is deze kop koffie u waard? De waarde van iets is wat iemand ervoor wil betalen. Waarom is de Ronde van Italië veel minder waard dan de Tour? Omdat ze plaatsvindt in een periode waarin iedereen werkt, niet tijdens de grote vakantie wanneer iedereen voor zijn tv zit.”

U zou voor de Giro gaan?

“Absoluut. Die biedt veel meer mogelijkheden om iets mee op tv te doen, de Tour is veel duurder en zit in een vast keurslijf.”

Hoeveel betaalt u de tweedeklasseclubs?

“Wij betalen ze niets. We bieden ze wel visibiliteit: naambekendheid voor hen en hun sponsors. Ze hadden niets, maar nu is het reclamebord van 1000 euro wel 5000 euro waard. Eddy Wauters van Antwerp ging als enige niet akkoord met ons voorstel. Hij zei: ‘Als je me niets geeft, waarom zou ik dan tekenen?’ Mijn vraag aan hem was: ‘Wat geven anderen jou dan meer?’ Als hij meer krijgt van ATV, dat één cameraman stuurt met een student, is dat voor mij oké. Ik heb geen probleem met mijnheer Wauters: zijn probleem is dat hij zich niet thuis voelt in de tweede klasse. Ik ga ervan uit dat er een akkoord komt ( vorige week liepen de onderhandelingen nog, nvdr). Zoniet brengen we enkel de uitwedstrijden van Antwerp in beeld. Dat kan: de tv-rechten zijn eigendom van de thuisploegen. Voor de samenvattingen van hun thuismatchen hebben we wél een akkoord.

“De clubs vergeten dat we wél investeren in de tweede klasse. Produceren kost geld. Een jaar tweede klasse in beeld brengen, kost tussen vier en zes miljoen euro. Eén match live op het scherm brengen kost ons 2.000 euro. Dat bedrag krijgt mijnheer Wauters niet van ATV.”

Hebt u geen schrik dat u een verkeerde inschatting maakt door te mikken op de tweede klasse?

“Nee. Ik ben in 23 jaar tijd nog nooit afgegaan. Dat zal ook nu niet gebeuren. Het eerste jaar is een proefjaar, voor ons en voor de clubs. Daarom wilden we ook een contract voor vier jaar. Na één jaar zullen de groeipijnen weg zijn.”

Wat wilt u met de tweede klasse bereiken?

“Ik wil de tweede klasse opwaarderen. Daar is nog zo veel mogelijk. Ik ben geschrokken hoe laag de budgetten van sommige clubs in die reeks zijn: slechts één à twee miljoen. Ongelofelijk! Iedereen klaagt steen en been over het voetbal in België: de jeugdwerking is niet goed, ook in tweede steunt men nog op vrijwilligerswerk. Jammer dat in 2000 geen signaal gegeven is met de vernieuwing van de stadions. Die zijn toen gewoon een beetje opgekalefaterd. Ik was op het EK in Portugal: allemaal nieuwe stadions. Dat lokt extra publiek, door het comfort en de sfeer. Het gevolg? Meer inkomsten. Ik was afgelopen seizoen een paar keer te gast op Lierse: de vipruimte was prachtig, maar de helft van het stadion is zo verouderd! We moeten in België die vicieuze cirkel doorbreken, door goeie invalswegen aan te leggen naar moderne accommodaties, door het product voetbal aantrekkelijker te maken, een positiever imago te geven. Daar wil ik aan meewerken.”

door geert foutré – beeld: danny gys (reporters)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content