Jan Hauspie
Jan Hauspie Voormalig redacteur bij Sport/Voetbalmagazine.

Zijn degradatie tot derde doelman en wat daarbij achter de Genkse schermen heeft gespeeld, hebben Jan Moons gekwetst. ‘Ik ga de boel niet bezeiken ! Dat men dat zelfs maar heeft dúrven insinueren.’

J an Moons verschijnt keurig voorbereid op de afspraak. De dag voordien met de Genkse invallers naar Standard gereisd en op de bus enkele A4’tjes volgeschreven met zijn verweer tegen het beeld dat van hem is geschetst ter verklaring van zijn degradatie tot derde doelman (zie S/VM van 9 augustus 2006, p. 26-29). Een keeper in dubio : omdat hij niet meer speelt, maar ook omdat hij aarzelt tussen niet nog meer olie op het vuur gooien, én loskomen uit de hoek waarin de club hem heeft geduwd. “Ik heb geen zin om me zomaar bij het groot huisvuil te laten zetten”, zegt hij.

Het ergste, steekt hij van wal, vond hij de insinuatie dat zonder een nieuw contract voor hem ten tijde van trainer René Vandereycken, Genk de fel beoogde derde plaats op zijn buik had mogen schrijven. “Sorry, dan speel ik wel voor een transfer, ik ga de boel niet bezeiken ! Dat men dat zelfs maar heeft dúrven insinueren. Dan moet je weten dat ik toen in de eerste ronde misschien zes of acht punten voor de ploeg heb gepakt. Anders was er op dat moment niet eens nog sprake geweest van een derde plaats. Ach, het is héél moeilijk om deze beslissing op sportieve gronden te verantwoorden. Dus rakelen ze een paar akkefietjes op uit het verleden om het in te kleden. (Bitter) En niemand die zogezegd weet van wie het komt.”

Naïef geweest

Jan Moons kwam naar Genk in 2000 als transfer van toenmalig trainer Jan Boskamp. “Mijn eerste jaar was heel moeilijk”, overloopt hij zijn parcours in het Fenixstadion. “We zaten met een stuk of tien nieuwe spelers en de aanpassing verliep heel moeilijk : ik heb nooit mijn niveau van bij Ekeren en Germinal Beerschot gehaald, maar dat gold voor meer spelers. We werden pas twaalfde. Een jaar later begonnen de transfers van Boskamp te renderen en pakten we de titel. Het derde jaar speelden we Champions League en won ik de Bronzen Schoen van de supporters. Het vierde seizoen hier was mijn beste ooit : ik kreeg de Gouden Schoen van het publiek en werd ook door de pers aanvaard. Het volgende seizoen speelde ik een goede, eerste ronde, begon ik minder goed aan de tweede, maar op het eind was het weer goed. Die lijn heb ik vorig jaar doorgetrokken. Ik speelde vierendertig wedstrijden, dan kan je niet zeggen dat het sportief zo slecht was.”

Toch zijn Logan Bailly (20) en Sinan Bolat (18) nu één en twee. “Ik heb er geen moment aan gedacht dat zoiets ooit kon gebeuren. Sportief is het helemaal niet te beargumenteren, dus blijven er alleen commerciële motieven over. Men zal gedacht hebben : ‘Van Jan valt geen geld meer te maken, van de andere twee wel’. Maar dan nóg moeten zij toch eerst bewijzen dat ze sportief iets in hun mars hebben ? Ik ga nooit kijken naar de reserven, maar wat ik viavia hoor, en zelfs van de trainers, is dat zij daar nog heel veel fouten maakten. Ze waren ook allebei geregeld drie, vier of vijf weken out met blessures en haalden daarna hun niveau niet meteen weer.”

Dus, vervolgt Moons, is het logisch dat hij hoogst verbaasd was toen Jos Vaessen een week voor de hervatting van de trainingen met de mededeling kwam dat hij voortaan derde doelman was, achter Bailly en Bolat. Het was, legde de ondertussen afgetreden voorzitter uit, een beleidskwestie. De eindbeslissing, voegde hij eraan toe, lag bij Hugo Broos. Moons : “Voor meer uitleg verwees hij me door naar de trainer, maar daar kreeg ik een heel ander verhaal te horen : ‘Het is mij zo voorgeschoteld,’ zei hij, ‘en ik wil hen ook meer kansen geven, maar ze zullen moeten bewijzen dat ze beter zijn.’ Hij bevestigde dat ik het voorbije seizoen sportief zeker niet had ontgoocheld. Ik maakte daar uit op dat er niet veel zou veranderen. Dus ging ik niet in op een vaag aanbod van Rot-Weiss Essen.”

Toen kwamen de oefenwedstrijden. Zes, waarvan vier tegen binnen- en buitenlandse eerste- en tweedeklassers, en twee tegen kleinere ploegjes. Díé twee stond hij tussen de palen. Moons : “De uitleg was : ‘We weten wat je kan, we willen de andere twee onder druk zien presteren’. (Zucht) Achteraf kan je zeggen : daar had ik nattigheid moeten voelen. Voor de laatste oefenmatch, tegen Willem II, werd eerst nog gezegd dat de definitieve keuze pas erná, in de laatste week voor de competitie, zou worden gemaakt. Terwijl ik dacht : tegen Willem II moet gewoon de typeploeg starten, dus ook de doelman. De dag voor die wedstrijd werd ik voor een voldongen feit geplaatst : Logan speelde. Nu zeg ik : ik ben naïef geweest. Ik heb de woorden van de voorzitter onderschat, want kennelijk zijn ze toch wet geweest.”

Pure beleidskwestie

Ook voor Hugo Broos, de trainer. Moons : “Het is een pure beleidskwestie, dat heeft Vaessen me duidelijk gezegd. Wat kan een trainer dan anders doen dan volgen ? Ik had liever gehad dat hij eerlijk met mij was geweest, ook al kon hij zijn beslissing sportief niet verantwoorden. Dat is nu niet gebeurd. Dat vind ik niet mooi en dat heb ik hem ook gezegd. Ik vind dat hij toen die eerlijkheid had moeten opbrengen, hij vindt van niet.”

Genk adviseerde Broos eind vorig seizoen al om Bailly en Bolat beurtelings op te stellen op het eind. “Als ik echt zo slecht was geweest als men insinueert, had hij dat zeker wel gedaan”, meent Moons. “Toen Davy Schollen hier was, heeft die ook eens de laatste vier matchen gespeeld. Daar was ik niet echt happy mee, maar het was een andere manier om met mij om te gaan. Ik had liever dat de trainer me van de eerste dag de waarheid had verteld. Dan had ik veel sneller mijn conclusies kunnen trekken en had ik ook meer opties gehad om elders mijn geluk te beproeven.”

Na dit seizoen loopt zijn contract af. De optieclausule op een extra seizoen geldt pas als hij een minimaal aantal wedstrijden in de basis staat. Zover zal het niet meer komen. “Nu wordt duidelijk dat het twee seizoenen geleden, toen ik dat contract tekende, al een uitgemaakte zaak was dat dit optiejaar er niet zou komen. En dat terwijl er voor het eerst in mijn carrière een prestatiebevorderende clausule in stond. Ik heb een meer dan degelijk contract, mét premiegaranties, oké, maar dat heeft mij er nooit van weerhouden om voluit te gaan voor Genk. Daar is mijn eergevoel iets te groot voor.”

Dat hem wordt verweten niet het heilige vuur uit te stralen, zoals ook de jongeren een verwende mentaliteit wordt aangewreven, is hypocriet van de club, vindt Moons. “Dat komt dan van dezelfde mensen die zulke contracten geven. Het is toch de club die de eisen van die jonge gasten ook inwilligt ? De parking voor het Fenixstadion kan je vergelijken met die van een serieuze kmo waar je alle hoge pieten bij elkaar zet. Dan moet je niet komen zeuren als spelers meer bezig zijn met het cijfertje op hun BMW. Genk heeft in het verleden fouten gemaakt : ze zouden beter iemand eerst belonen op basis van prestaties en dan kijken naar wat hij in zijn mars heeft. Op een bepaald moment gewaagden de media van interesse van Brussels voor Logan. Hij is gebleven : daar zullen wel garanties aan verbonden zijn, zeker ? Mij is zoiets nooit overkomen. Ik ben er altijd van uitgegaan dat je je eerst sportief moest bewijzen. Blijkbaar is dat niet altijd het geval.”

Vijgen na Pasen

Dat hij zich niet kan verzoenen met zijn nieuwe statuut, spreekt vanzelf. Moons : “Toen alles duidelijk was geworden, kwamen er plots wel gesprekken op gang met mensen in de club. Kan je je erin vinden om je ervaring, zowel sportief als mentaal, op die twee jonge gasten over te brengen ? Vijgen na Pasen : daar heb je geen oren naar op zo’n moment. Wat je wil, is zo snel mogelijk eerherstel. Dus elders aan de bak gaan. Dat gevoel heb ik nog steeds. Als doelman kan ik gerust nog twee, drie jaar mee. Ik voel me daar nog goed genoeg voor. Maar we zijn augustus en dan is alles zo goed als ingevuld, zeker wat de doelmannen betreft, waar er maar twee of drie van in een kern zitten.”

Over een maand wordt hij zesendertig. Als het vóór 1 september niet tot een transfer komt, zit er voor Jan Moons niks anders op dan in Genk zijn conditie te onderhouden, hopend op een vertrek in de winterstop. Rekenen op een blessure of slecht vormpeil bij zijn twee jonge concurrenten, doet hij niet. “Ik zal me niet scherp houden met het oog op een onverwachte kans, wel voor een transfer. Dat ik díe gedrevenheid mis om de club er in zo’n situatie weer bovenop te helpen, kunnen ze me niet kwalijk nemen, denk ik.”

JAN HAUSPIE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content